Harald deed een paar passen naar voren en viel op zijn knieën
naast zijn vrouw. Hij snikte ook en streelde onhandig Mattes arm,
alsof hij zich ervan wilde overtuigen dat dit geen nachtmerrie was.
Hij probeerde een arm om Britten heen te slaan, maar ze schudde die
weg en bleef heen en weer wiegen, terwijl ze geluiden uitstootte
die door merg en been gingen. Vivi huiverde. Ze kon niet goed
bevatten wat ze zag.
Iemand probeerde achter haar langs naar binnen te komen. Het
was Martin Molin.
'Wat is er gebeurd?' Het was de derde keer in korte tijd dat
die vraag werd gesteld en ook Martin verstijfde midden in een
beweging. Hij vermande zich echter snel en hurkte naast de dode
neer. Deze keer hoefde hij de pols niet te voelen. Het leed geen
twijfel dat Matte niet meer leefde.
'Hij is doodgeschoten,' constateerde Martin en het was alsof
iedereen zich nu pas realiseerde wat het gat in Mattes borst
betekende. Iemand snakte naar adem. Het was Miranda, die naast Vivi
was komen staan en de kamer in staarde.
'Heeft iemand het schot gehoord?' vroeg Martin. Niemand zei
iets. Uiteindelijk bewogen diverse hoofden heen en weer.
'Hoe is het mogelijk?' hoorde Vivi zichzelf zeggen. 'We hadden
toch een schot moeten horen?'
'Het onweer,' zei Miranda naast haar. 'De knal is vast
overstemd door het onweer.'
Martin knikte. 'Dat klinkt waarschijnlijk. Als het schot is
afgevuurd tijdens een flinke donderslag, heeft die ongetwijfeld de
knal van het pistool overstemd.'
'Waar is het pistool?' Dat was Miranda weer. Nu ze schouder
aan schouder met haar stond, merkte Vivi dat ze trilde. Ze deed een
pas opzij, zodat ze elkaar niet langer aanraakten, en trok haar
ochtendjas strakker om zich heen. Haar geheim bonsde in haar
lichaam. Ze kon Miranda zelfs niet aankijken.
Martin wierp een blik om zich heen. Hij tilde de sprei op en
keek onder het bed, maar daar lag niets. Hij stond op en keek in de
open haard, maar daar lagen alleen verkoolde stukjes hout. Nergens
was een pistool te bekennen.
'De moordenaar heeft het zeker meegenomen,' zei hij ten
slotte. 'Hier is het in elk geval niet.' Hij ging verder: 'Ik wil
jullie vragen de kamer te verlaten.'
Iedereen die in de deuropening stond, deed een pas naar
achteren. Harald en Britten bleven zitten. Britten piepte nu, een
geluid dat bijna nog meer hartverscheurend was dan haar
geschreeuw.
Martin ging op zijn hinken naast Britten zitten en sprak
rustig en duidelijk, alsof hij het tegen een
kind had. 'Ik moet kijken wat hier is gebeurd. Kunnen jullie
me heel even met Matte alleen laten?'
Hij legde zijn hand op Brittens schouder. Ze schudde die niet
af. Martin wachtte tot ze zover was. Britten bleef Matte nog een
tijdje op haar schoot wiegen en hield er toen abrupt mee op. Ze
legde zijn hoofd voorzichtig op de vloer en kwam overeind. Ze
wankelde en viel bijna, maar Harald ving haar op. Over het hoofd
van zijn vrouw keek hij Martin kort aan, daarna sloeg hij zijn
armen om haar heen en leidde haar voorzichtig de kamer uit.
'Kom maar, lieverd. We laten Martin nu zijn werk doen. Kom
maar.'
De familieleden in de gang weken opzij om hen langs te laten.
Harald keek hen niet aan toen hij Britten naar de trap leidde. In
eerste instantie bleven de anderen als een standbeeld staan, maar
vervolgens liepen ze achter hen aan naar beneden. Het beeld van
Brittens bebloede handen stond op ieders netvlies gebrand.