Hoofdstuk 26

 

 

 

Dean stond in de zijtuin van Francesca’s huis. Van de ene voet op de andere wippend, stond hij te wachten tot ze naar bed zou gaan. Als hij in beweging bleef, kon hij het geagiteerde gevoel dat hem aan alle kanten jeuk bezorgde een beetje de baas blijven. Misschien had hij die ochtend wél zijn medicijnen moeten innemen. Zijn laatste dosis was nu veel te lang geleden. Hij kreeg ontwenningsverschijnselen. Maar als hij zijn medicijnen had ingenomen, zou hij niet hebben kunnen doen wat nu moest gebeuren. Dat was de reden dat hij soms deed alsof hij de pillen slikte, terwijl hij ze in werkelijkheid weggooide. Door de medicijnen leek het of hij in een grote luchtbel woonde, van waaruit hij het leven gadesloeg in plaats van het zelf te ervaren. De pillen maakten dat niets hem wat deed, en dit deed hem juist wel wat – hij moest zijn fout rechtzetten. Zijn moeder had gelijk, hij had nooit dat slipje in het dashboardkastje van Butch’ truck moeten stoppen. Had hij dat niet gedaan, dan zou het niet in verkeerde handen zijn gevallen. Dan had hij hier niet gestaan, zo ver verwijderd van de plek waar hij zich op zijn gemak voelde, waar hij alles kende. Zo ver van zijn familie.

Jammer dat Francesca zo gretig gebruik had gemaakt van zijn fout. Hij had haar haar tas terugbezorgd. Hij had haar ook het mapje met foto’s teruggegeven, hoewel hij ze dolgraag had toegevoegd aan zijn groeiende verzameling schatten, om erbij te kunnen fantaseren dat hij deel uitmaakte van haar leven. Waarom had ze het daarbij niet kunnen laten? Wílde ze soms dat hij in de problemen kwam?

Misschien niet. Maar het maakte haar ook niet uit als het wel zo was. Francesca leek precies op al die andere vrouwen op wie hij was gevallen. Geen van allen hadden ze hem aardig gevonden. Neem nu die vriendin van haar, bijvoorbeeld. Adriana had hem niet eens een glaasje water willen geven.

Nee, hij hoefde zich helemaal niet schuldig te voelen om wat hij zo dadelijk ging doen. Francesca had het verdiend…

‘Dit is voor mama,’ fluisterde hij voor zich uit. Al vanaf zijn vertrek uit Prescott had hij dat zinnetje als een mantra herhaald. Dat was uren geleden. Hoeveel uur wist hij niet, want door de mist en de paniek en de zorgen was hij de tel kwijtgeraakt. In zijn verwarde staat had hij de verkeerde bus genomen, waarop hij in Casa Grande was beland. Hij had er anderhalf uur over gedaan om weer op koers te komen.

Maar hij was er nu. En hij wist wat hem te doen stond.

Gelukkig was het donker. Van verstoppen werd hij rustig. Hij had het altijd fijn gevonden om op de achtergrond te blijven, waar hij rustig de wereld kon gadeslaan…

Eindelijk doofde het licht dat langs de randen van Francesca’s gordijnen kierde. Hij haalde zijn verzameling lock-picks uit zijn rugzak, tezamen met een kleine zaklamp en een kruiskopschroevendraaier. Zich voorstellend dat hij onzichtbaar was, een bewegende schaduw, gleed hij zachtjes door het hek en om het huis heen naar de achterdeur.

Gelukkig had Francesca een stiftcilinderslot, precies wat hij had verwacht. De meeste woonhuizen waren met dit type slot uitgerust, en hij had er al heel wat onderhanden gehad.

Hij hoefde alleen een lock-pick tot helemaal achter in het slot te duwen en weer terug te trekken terwijl hij met de schroevendraaier het slot iets draaide. De paar pennen die daarbij niet omhoog klikten, zou hij dan één voor één met een vijl bewerken. In een paar minuten was hij binnen.

 

‘Wat ben je aan het doen?’

Butch verstarde bij het horen van de stem van zijn vrouw achter hem. In de hoop dat ze al lag te slapen en zijn truck niet aan had horen komen rijden, was hij de sloperij niet via het huis maar via de poort binnen gegaan. Een gruwelijke taak lag daar voor hem in het verschiet, waarin hij haar niet wilde betrekken.

‘Niets waar jij je druk om hoeft te maken.’ Vastbesloten om zijn voornemen ten uitvoer te brengen, beende hij naar de hoek helemaal achterin.

Het was warm genoeg om zonder ochtendjas rond te lopen, maar toch droeg Paris er een. Ze kwam naast hem staan en keek hem aan. Klein en bang leek ze, met wijd opengesperde ogen en een krijtwitte huid. ‘Wat is er? Heb je het slipje wel?’

Hij was een mislukkeling, die zijn familie meegesleept had in zijn idiote verslaving. Hij hield zijn pas even in. ‘Nee.’

‘Had Francesca Moretti het ding niet?’

‘Ik ben niet naar Chandler gegaan.’

Ze hapte naar adem. ‘Waarom niet?’

‘Wat zou dat voor zin hebben?’

Ze snoof, rook de alcohol in zijn adem. ‘Je hebt gedronken.’

‘Twee biertjes. Ik ben nuchter. Luister naar me.’

‘Ik begrijp niet waarom je niet naar Chandler bent gegaan.’

‘Stel dat Francesca dat slipje heeft meegenomen. Dat hoeft nog niet te betekenen dat ze het nu nog heeft. Misschien heeft ze het ding aan iemand anders dan Finch of Hunsacker gegeven, bijvoorbeeld aan die consultant. Het is al ruim vierentwintig uur geleden. Wie weet heeft ze het al naar een laboratorium gestuurd. En als ze het slipje nog wel in haar bezit heeft, denk ik niet dat ze het zomaar aan mij zou geven. Ik zou haar daartoe moeten dwingen. Dan zou ze pas écht ervan overtuigd raken dat ik een moordenaar ben, en de politie zou haar nog geloven ook.’

Paris trok de kraag van haar jas hoog op. ‘Maar… dat slipje mag niet worden getest – niet als het is gedragen door…’

Ze wist het. Butch zag het aan haar. ‘Hoe ben je erachter gekomen?’

‘Door jouw manier van doen.’

Na de confrontatie met Dean had hij de situatie aan Elaine uitgelegd. Dat had hij niet moeten doen. Paris’ moeder had het haar natuurlijk doorverteld.

Hij legde zijn handen op haar schouders en gaf haar een bemoedigend bedoeld kneepje. Ze moest zoveel slikken vanwege hem en zijn gedoe. Daar voelde hij zich niet lekker bij. Had hij zijn driften nu maar ingetoomd toen hij de kans had gehad. Was hij nu maar niet zo slordig geweest! ‘Paris –’

‘We hadden naar de politie moeten stappen,’ fluisterde ze. ‘Direct nadat het was gebeurd.’

Hij dempte zijn stem. ‘Wat hadden we ze moeten vertellen? Dat jij per ongeluk een meisje had gedood met wie ik een affaire had?’

‘Ja! Waarom niet? Het wás een ongeluk.’

‘Je was boos toen je haar een duw gaf. Dat is doodslag, een ernstig misdrijf.’

Tranen vulden haar ogen. ‘Ik was er toch niet op uit om haar te laten vallen. Ik wilde alleen dat ze je met rust liet. We hadden haar nooit in huis moeten halen!’

‘Jij en ik weten dat, maar buiten ons zal niemand het begrijpen. De politie maalt er niet om. De officier van justitie zal de gebeurtenissen zo afschuwelijk mogelijk voorstellen. Wil je de gevangenis in omwille van een misdrijf dat je nooit hebt willen plegen?’

Ze dook nog dieper weg in de zachte badstof van haar ochtendjas. Ze was in de twaalf maanden ervoor flink afgevallen. Zo dun als een rietje was ze. Hun geheim drukte te zwaar op haar. ‘Nee, natuurlijk niet. Maar de hele tijd in paniek en angst verkeren… Ik weet niet of dat nou beter is.’

‘Ik wil je niet kwijt,’ zei hij bars. ‘En ik sta niet toe dat Champ jou kwijtraakt.’

Ze wrong haar smalle handen. ‘Maar als ze haar lijk vinden, halen ze me hier hoe dan ook vandaan.’

‘Ze vinden niks. Ik ga me er nu van ontdoen. Dat is ons enige alternatief.’

Haar ogen werden zo mogelijk nog groter. ‘Nee! Je weet wat mijn moeder heeft gezegd. We kunnen het lijk het beste hier laten, waar we het in de gaten kunnen houden. We kunnen het risico niet lopen dat iemand er per ongeluk op stuit.’

‘De situatie is veranderd, Paris. We moeten het lijk wel van ons erf verwijderen. Vanwege dat zoekgeraakte slipje en het bewijs dat daar waarschijnlijk op zit, zou de politie binnenkort wel eens op de stoep kunnen staan met een huiszoekingsbevel. Hoelang doen ze er dan over om Julia te vinden?’

Ze bedekte haar gezicht met haar handen, alsof ze zijn boodschap niet kon verdragen.

‘Paris?’

‘Niet lang,’ gaf ze toe.

‘Precies. En ga nu naar binnen. Het is mijn schuld, en ik los het wel op. Vergeet het. Dat heb ik je al eerder gezegd. Vergeet het.’

‘Ik kan het niet vergeten!’ fluisterde ze. ‘Al vanaf de dag dat het gebeurd is, spookt ze voortdurend door mijn hoofd. Ze achtervolgt me. Ze maakt me gek. Knettergek, net als Dean!’

‘Julia Cummings is dood, Paris. Er bestaan geen spoken. Ga naar binnen. Dit wil je niet zien.’

Ze barstte in snikken uit, maar hij had geen tijd om haar te troosten. ‘Heb je me niet gehoord? Ga!’

Haar handen vlogen naar haar mond, maar ze praatte erdoorheen. ‘Waar ga je haar dumpen?’

‘Ergens waar niemand haar ooit zal vinden. Het komt wel goed. Alles komt goed, als je mij nu met rust laat.’

‘Ja, jij zorgt wel voor me,’ mompelde ze. Hij kon zich niet voorstellen dat ze dat werkelijk geloofde. Als hij niet vreemd was gegaan, zouden ze nu niet zo diep in de penarie zitten. Maar waar het vrouwen betrof, kon hij zich niet inhouden. Hij had het geprobeerd. Het beste wat hij kon doen, was de schade beperken. En Julia was zo open geweest, zo ongedwongen. Ze had hem zo graag willen plezieren…

‘Als ik iemand anders had gewild, dan had ik je wel naar de gevangenis laten afvoeren,’ zei hij. ‘Maar ik ben er voor je, net zoals jij er altijd voor mij bent geweest, al vanaf onze huwelijksdag.’

Toen ze haar gezicht naar hem ophief, keek ze zo ongelukkig en zielig, dat hij het bijna niet aankon.

‘We zijn misschien niet het perfecte paar, maar we houden wel van elkaar, Paris,’ fluisterde hij. ‘Onthoud dat.’

Daarop kreeg hij niet meer dan een zwak glimlachje en een knikje, maar hij had geen tijd om een betere reactie te ontlokken. Het werd laat, en hij moest nog een heel eind rijden.

‘Ik kom zo snel als ik kan naar binnen.’ Hij wachtte tot ze weg was en zocht toen op de sleutelbos in zijn kantoor naar de sleutel van het hangslot.

 

Ook nadat ze de lichten had uitgedaan, kon Francesca niet slapen. Ze was behoorlijk geschrokken van wat ze allemaal over Dean Wheeler had gehoord. Ze had het gevoel dat ze zich de korte tijd die ze aan Aprils zaak had besteed had geconcentreerd op de verkeerde persoon. Niet dat ze Butch’ zwager als mogelijke dader had afgeschreven, maar ze had ook niet verwacht te horen dat de enige vrouw met wie hij ooit een relatie had gehad amper een paar weken nadat hij haar met de dood bedreigd had, van de aardbodem was verdwenen. Ze kon het bijna niet geloven. Dean was een rare vogel, maar Butch leek de gevaarlijkste van hen beiden. Natuurlijk was het mogelijk dat Dean Bianca had leren kennen in het ziekenhuis, maar het zou een oppervlakkig contact zijn geweest, net zoals tussen Butch en April. Als Francesca erom had moeten wedden, had ze haar geld beslist op Butch gezet…

Aan de andere kant was het zo dat iedereen die gewapend was met een honkbalknuppel of schop een weerloze vrouw kon doden. Misschien was Dean dus wel verantwoordelijk voor de dood van de slachtoffers die in Dead Mule Canyon waren begraven. Misschien was zijn ex-vriendin er een van.

Francesca wilde dolgraag de informatie die haar vader haar verstrekt had bespreken met Jonah. Ze had geprobeerd hem te bellen, maar werd steeds doorgeschakeld naar zijn voicemail.

Moest ze Finch bellen? Hij leek de enig overgebleven optie te zijn…

De kans was groot dat hij al in bed lag. Maar als ze het uitstelde, zou ze daar maar liggen malen, haar hoofd vol vragen. Was er onderzoek gedaan naar Sherrilyn Gators verdwijning? En zo ja, wat waren de conclusies?

Misschien koesterde de politie wel verdenkingen, maar was er onvoldoende bewijs. Dat gebeurde immers wel vaker bij dat soort zaken. Als Sherrilyns lichaam niet was gevonden, konden ze misschien niet eens met zekerheid vaststellen dat er een moord gepleegd was. Tenzij er voldoende bewijsmateriaal voorhanden was als tegenwicht, weigerden veel officieren van justitie om zonder lijk een rechtszaak te beginnen. En gezien het feit dat niemand voor een tweede keer kon worden berecht voor een strafbaar feit, kon Francesca hen dat niet kwalijk nemen. Maar waarom hadden Finch of Hunsacker niet aangegeven dat Dean de hoofdverdachte was geweest in een andere zaak? Dat zou het onderzoek een veelbelovende richting op hebben kunnen sturen.

Zou het kunnen dat Sherrilyns verdwijning aan een andere rechercheur was toegewezen, of aan de politie in Prescott? Misschien hadden Finch en Hunsacker niet eens opgemerkt dat deze oude zaak relevant kon zijn voor de ontdekking in Dead Mule Canyon.

Er moest nog veel onderzocht worden aan deze moorden, en er gingen niet méér uren in een dag. Of de Yavapai County Sheriff’s Office nu wel of niet een onderzoeksteam vormde, ze kon niet afwachten en hopen dat ze deze informatie zelf zouden achterhalen. Er stonden mogelijk levens op het spel. Ze moest hen zo spoedig mogelijk bellen en vertellen wat ze te weten was gekomen.

Zichzelf voorhoudend dat het niet uitmaakte hoe men op haar telefoontje zou reageren, schoof ze naar haar nachtkastje, waar ze haar mobiel had neergelegd. In het adresboek op het toestel zocht ze Finch’ nummer op.

Hij klonk slaperig, en nerveus bedacht ze dat ze hem gestoord had in zijn slaap. Tegelijkertijd was ze jaloers dat hij kón slapen.

‘Met Francesca,’ zei ze.

‘Dat was me al duidelijk,’ zei hij op vlakke toon. Hij was niet blij iets van haar te horen, maar dat had ze ook niet verwacht. ‘Ik vraag me af waarom je belt. Hang je soms weer rond in Butch’ sloperij?’

Ze negeerde zijn sarcasme. ‘Wist je dat Dean vijf jaar geleden een vrouw met wie hij een relatie had gehad met de dood heeft bedreigd?’

‘Moet je me nu werkelijk wakker bellen om zo’n futiel gegeven, Francesca? Kon iets wat Dean vijf jaar geleden heeft gezegd niet tot morgen wachten?’

‘Ik –’

‘Is er nog iets anders wat je op dit middernachtelijke uur aan me kwijt wil?’ vervolgde hij. ‘Bijvoorbeeld dat je zeker weet dat Butch de moordenaar is, omdat je die boodschap met een geheime decoder ontcijferd hebt?’

Francesca voelde dat haar spieren zich spanden. ‘Je bent echt een schoft, weet je dat?’

‘Ik heb het volste recht om een schoft te zijn. Jij belt mij wakker. En dat terwijl ik toch meen te weten dat je je niet meer met deze zaak mag bemoeien.’

‘Of ik me ermee bemoei, maak ik zelf wel uit.’

‘Als je je er niet buiten houdt, gooi ik je in de gevangenis.’

Ze staarde voor zich uit in het donker, dat aan alle kanten dichterbij leek te kruipen. ‘Als ik er ook maar één leven mee kan redden, dan is het het al waard.’

‘Dat denk je nou wel, maar –’

‘Als je weer verder wilt slapen, moet je nu je mond houden en luisteren,’ onderbrak ze hem. ‘Ik wil dat je weet dat de vrouw die Dean Wheeler met de dood heeft bedreigd, drie weken daarna is verdwenen. Voor het geval je er toch wat politiewerk aan wilt besteden, haar naam is Sherrilyn Gators.’

Er viel een diepe stilte. Toen Finch uiteindelijk reageerde, leek hij iets te hebben ingebonden. ‘Aan die zaak heb ik niet gewerkt. De jongens van Prescott waren ermee bezig. Maar ze staat op onze lijst. Ze werkte bij het postkantoor, meen ik.’

‘Ja, dat klopt.’

‘Hoe ben je erachter gekomen dat Dean een relatie met haar had?’

‘Ik heb mijn geheime decoder gebruikt,’ zei ze, en ze verbrak de verbinding. De tip was doorgegeven. Nu kon hij zelf de details nagaan.

 

Het kostte Dean veel meer tijd om het slot van de achterdeur te openen dan hij had gedacht. Maar Francesca sliep nog niet toen hij eindelijk het huis betrad. Ze was in de badkamer. Vanuit de gang hoorde hij haar het toilet doortrekken. Daarna draaide ze de kraan open. En ze mompelde erbij. Ze scheen bepaald niet blij te zijn met een zekere Finch. Het was een sukkel, en ze ging gewoon door met het onderzoek, of hij het nu leuk vond of niet.

Dean herinnerde zich vagelijk dat Finch een van de rechercheurs was. Gelukkig bestond de arm der wet uit mensen die het niet zo goed konden vinden met elkaar. Als ze het nou eens konden worden, zouden ze veel effectiever kunnen werken. Niemand was ooit bij de sloperij komen vragen naar Julia, en dat verbaasde hem. Ze had geen contact meer gehad met haar familie in Californië – die wisten waarschijnlijk niet eens dat ze dood was – maar ze had toch bijna een halfjaar gewoond en gewerkt op de sloperij. Heel wat mensen hadden haar daar gezien, zouden zich haar ook wel kunnen herinneren. Waarom had niemand alarm geslagen toen ze zomaar van de aardbodem verdwenen was?

Vanwege dat ontstellende gebrek aan belangstelling had Dean op zijn computer een Vermist-poster gemaakt. Vaak had hij overwogen om die af te drukken en bij de supermarkt en het postkantoor op te hangen. Julia verdiende toch zeker een blijk van waardering, een bewijs, hoe klein dan ook, dat er tenminste iemand was die om haar had gegeven? Ze was geen vervelende meid geweest. Ze had aardiger tegen hem gedaan dan zijn eigen familie. Ze was eigenlijk een beetje de zus geweest die Paris nooit had kunnen zijn.

Bovendien vond hij het wel een leuke gedachte dat Butch de schrik om het hart zou slaan als Julia’s foto in het openbaar te zien zou zijn. Hij had ook wel eens gespeeld met de gedachte om Julia’s familie op te sporen en hen te vertellen waar haar lichaam was verstopt. Niet dat het hen wat zou doen, waarschijnlijk. Ze had behoorlijk nare verhalen over hen verteld. Maar als hij vertelde wat hij wist, zou Butch voorgoed uit zijn leven verdwijnen. Het afgelopen jaar had Dean zijn zwager voornamelijk kunnen tolereren omdat hij voelde dat er een manier was om van hem af te komen als dat nodig was.

Nu hij wist dat zijn moeder dan ook in gevaar zou zijn, was hij blij dat hij zijn mond had gehouden. Hij betwijfelde of ze direct betrokken was geweest bij de moord. Zijn moeder had Julia altijd heel aardig gevonden. Zij was het geweest die haar uit medelijden een baantje en onderdak had gegeven. Nee, hoogstwaarschijnlijk zou ze Butch in bescherming nemen. Ze wilde natuurlijk niet dat Paris en Champ hun echtgenoot en vader kwijtraakten, alleen omdat zij een van huis weggelopen meisje onder haar hoede had genomen.

Omdat Francesca nu ieder moment uit de badkamer kon komen, wikkelde hij de uiteinden van het touw dat hij in zijn rugzak had meegebracht strak om zijn handen en drukte zich tegen de muur. Hij vond het vreselijk dat het zover had moeten komen. Als het anders had gekund… Maar er was geen andere manier.

Denk aan mama. Voor Elaine deed hij alles. Dat sprak vanzelf. Ondanks zijn vele tekortkomingen was hij altijd een toegewijde zoon geweest.

De deur van Francesca’s badkamer ging echter niet open. In plaats daarvan hoorde hij weer een kraan lopen. Ze ging in bad.

Dankbaar dat hij wat meer tijd zou hebben om aan zijn omgeving te wennen en te doen wat hij het leukste vond – om zich heen kijken en zich voorstellen dat hij een liefdesrelatie had met zo’n knappe vrouw als Francesca – liep hij door naar de slaapkamer en doorzocht haar laden. Als hij Julia’s slipje vond, was alles in orde. Dan kon hij langs dezelfde weg zachtjes naar buiten glippen, en Francesca zou nooit hoeven weten dat hij in haar huis was geweest.

Maar zo makkelijk was het leven niet. Zeker zijn leven niet. Hij haalde haar hele kamer overhoop, maar vond niks. Tegen die tijd durfde hij niet op zoek te gaan in andere ruimtes. Francesca had namelijk net de stop uit het bad getrokken.

Hij hoorde het water weglopen.

Ze was bijna klaar.

 

De slaappil die Francesca had geslikt voor ze in bad was gestapt, begon te werken. Ze voelde haar lichaam ontspannen, haar gedachten trager worden. Bang dat ze onder water zou glijden – wat Butch’ moeder waarschijnlijk was overkomen – besloot ze eerder uit bad te stappen.

Geheime decoder. Finch had haar van haar stuk gebracht. Maar ja, dat was niets nieuws. Wat maalde ze om zijn mening? Het had geen zin om zich druk te maken, noch om hem noch om Hunsacker. Ze zou alles doen wat haar inziens nodig was voor de zaak Bonner, ze zou doen wat haar geweten haar dicteerde, ongeacht wat zij daarvan te zeggen hadden. Als men zich er op het bureau zo sterk tegen verzette dat de dreigementen omgezet werden in een daadwerkelijke aanklacht, dan zou ze een advocaat inschakelen, een hele goede. Ze had er de middelen voor.

En wat Jonah betrof… Ze wist niet wat ze van hem moest denken. Haar weerstand tegen de gevoelens die ze voor hem had, leek samen met de spanning te verdwijnen. Telkens wanneer ze haar ogen sloot, was hij er. Dan nam hij haar in zijn armen en bedreef de liefde met haar, zoals ze hem zich herinnerde. Het was waanzinnig, maar ze verlangde meer naar hem dan ooit.

En dan was er nog Adriana, en alle vragen die door hun laatste gesprek in haar waren komen opborrelen over vertrouwen, wantrouwen, liefde en loyaliteit.

Ze weigerde daar op dat moment weer over na te denken en concentreerde zich op het afdrogen. Als ze aan Adriana bleef denken, zou de slaappil niet werken.

Toen ze haar haar had geföhnd, trok ze haar nachtjapon aan en liep naar haar slaapkamer. Ze wilde zo graag gaan slapen, dat het haar in eerste instantie niet opviel dat de lichten uit waren. Pas toen ze halverwege de kamer was, drong het tot haar door. Ze stond stil.

Met Finch had ze in het donker gesproken, maar nadat ze had opgehangen, had ze de lichten aangedaan om schoon ondergoed te pakken voor na haar bad. Hoe kon het dat ze nu weer uit waren?

Had ze de schakelaar omgezet toen ze naar de gang was gelopen? Dat zou ze graag geloven, maar ze wist bijna zeker dat het niet zo was. Toen haar ogen wat aan de duisternis gewend waren, zag ze iets waar ze kippenvel van kreeg. Iemand had haar ladekast overhoop gehaald. De vloer was bezaaid met kleding. Haar kamer was een puinhoop.

Adrenaline verjoeg het versuffende effect van de slaappil, en Francesca tuurde naar haar nachtkastje om te zien of haar iPhone daar nog lag. Zou ze er op haar tenen heen sluipen? Zou ze tussen de dekens op zoek gaan naar de pepperspray die ze bij zich had genomen? Of deed ze er beter aan om het huis direct te verlaten?

Ze besloot haar deur op slot te doen, de pepperspray en het mobieltje te pakken en zich onder het bed te verstoppen. Daarna zou ze de alarmlijn bellen. Maar een vluchtige beweging trok haar aandacht, en opeens besefte ze dat het nog veel erger was dan ze had gedacht.

Degene die ingebroken had in haar huis, bevond zich bij haar in haar slaapkamer.