Hoofdstuk 6
Jonah trof Francesca aan op de veranda aan de voorzijde van haar huis, met een slagersmes in de ene hand en een kop koffie in de andere. Afgaande op de vermoeidheid die als een veel te grote jas van haar schouders af hing, en op haar onverzorgde uiterlijk, had ze geslapen noch gedoucht. Het was echter nog vroeg, net halfzes. De zon begon juist boven de horizon uit te kruipen. Geen van de buren was al op, de ramen rondom waren dus nog niet verlicht en de straat was muisstil. De enige die Jonah tot dusverre was tegengekomen, was de krantenjongen.
Hij pakte de krant en bracht hem over het grasveld naar haar toe. ‘Je ziet er vreselijk uit.’ Dat was een wat onbeholpen begroeting, bedoeld als tegenwicht voor de schok die onverwachts door hem heen schoot nu hij haar daar zo schaars gekleed zag zitten. Onder het veel te grote T-shirt droeg ze geen beha – dat had hij direct al gezien. En dan droeg ze ook nog een afgeknipte broek waarin haar benen eindeloos lang leken.
Haar ogen vernauwden zich toen hij voor haar kwam staan. Ergens verwachtte hij dat ze hem met dat mes uit haar tuin zou jagen. God wist dat hij niets minder dan dat verdiende. Maar Finch en Hunsacker waren zo kwaad om de gang van zaken van de dag ervoor, dat hijzelf haar enige medestander was waar het Vaughn betrof. Dat moest ze zich ook gerealiseerd hebben, want ze liet het mes op de ronde tafel naast zich vallen en nam een slok koffie.
‘Wilde nacht zeker?’
Ze slikte. ‘Hij denkt dat hij me zomaar kan terroriseren.’
Hij nam plaats in een stoel tegenover haar en bestudeerde het busje pepperspray op de tafel. ‘Weet je zeker dat het Butch was?’
‘Wie anders?’
De kneuzing op haar rechterknie was inmiddels paars geworden, en haar lip was nog steeds wat gezwollen. Toch was Francesca zelfs nu een klassieke schoonheid. Dat zou nooit veranderen. ‘Heb je ’m gezien?’
‘Het was donker, en hij bevond zich niet echt in de buurt van het raam. Maar ik zag iemand met dezelfde lichaamsbouw en lengte als Butch. Nadat hij de telefoonlijn had doorgesneden zodat ik niet om hulp kon bellen, ging hij bij het zwembad steentjes zitten gooien naar mijn raam.’
Jonah strekte zijn benen en sloeg zijn enkels over elkaar. ‘Niet echt de sluiptocht die je bij een seriemoordenaar zou verwachten.’
‘Nee, het was geen sluiptocht, maar het was wel effectief.’ Ze haalde een hand door haar lokken. ‘Ik stond doodsangsten uit.’
‘Ja, dat was natuurlijk de reactie waarop hij gehoopt had.’ Hij pakte het mes en duwde met zijn duim op het lemmet, dat niet zo scherp bleek. ‘Is dit je verdedigingswapen? Gebruik je dat om tomaten te snijden?’
‘Te uwer informatie, dat is een vleesmes. En het is het beste wapen dat ik heb. Ik heb geen pistool.’
Hij wist waarom ze afkerig was van het bezit van een vuurwapen. Haar eigen vader was bij een inval in een drugspand door kogels geraakt. Nu zou hij haar op het hart kunnen drukken alsnog een vuurwapen te kopen – hij had niet het idee dat ze Butch van het lijf kon houden met niet meer dan een keukenmes. Maar hij wilde helemaal niet dat ze zich verdedigde, hij wilde dat ze vluchtte. ‘Je zou ergens kunnen logeren. Dat heb ik je al eerder gezegd.’
Ze hief haar hand. ‘Begin nou niet weer. Ik ga me niet verstoppen in de hoop dat dit probleem vanzelf weggaat. Als ik dat doe, staat Butch me gewoon op te wachten als ik terugkom. Of eerder, als hij me weet op te sporen.’
‘Maar hoe ga je het probleem dan oplossen?’ Zonder dat je dat met dood bekoopt, wilde hij eraan toevoegen, maar het leek hem dat ze al getraumatiseerd genoeg was.
‘Door hem onschadelijk te maken.’
Hij draaide het mes om in zijn handen. ‘Dat kun je misschien beter aan anderen overlaten, Fran.’
Ze verbleekte. ‘Noem me niet zo.’
‘Maar zo heet je.’
‘Voor vrienden, ja. Voor jou is het Francesca.’
‘Niet Ms. Moretti?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik ben in een milde bui.’
Hij legde het mes weg en besloot dat het tijd was om het verleden ter sprake te brengen. Dat leek hem de enige manier om haar zover te krijgen dat ze zijn hulp accepteerde. ‘Luister, ik weet dat ik niet je favoriete persoon ben. Je haat me, en dat neem ik je niet kwalijk. Als je nog meer verontschuldigingen wilt, kan ik –’
‘Ik wil helemaal niets van jou,’ onderbrak ze hem. ‘Ik wil je niet eens zien.’
Hoewel hij een dergelijke bittere reactie wel had verwacht, wist ze met haar scherpe woorden een deel van hem open te rijten dat tot zijn verrassing nog heel kwetsbaar was. ‘Dat begrijp ik. Maar laten we ervoor waken dat fouten uit het verleden de huidige toestand verergeren. We zijn beiden ongewild in deze situatie verzeild geraakt, dan kunnen we maar beter samen optrekken, er het beste van maken.’
‘En hoe zie jij dat voor je, er het beste van maken?’ Ze trok haar knieën op. ‘Door te doen alsof wat jij hebt gedaan niet is gebeurd?’
‘Je zou het kunnen vergeten.’
‘Wát?’
Hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘Tenzij er een reden is dat je dat niet kunt.’
Nu had hij haar onverdeelde aandacht. ‘En die is?’
‘Dat je nooit over me heen bent gekomen.’ Daar zou ze zeker op happen. Vragend trok hij zijn wenkbrauwen op.
Ze lachte, maar het was geen vrolijke lach. ‘Wat een enorme eigendunk heb jij.’
‘Waarom zou je dan je tijd verspillen met mij haten? Laat het verleden voor wat het is, zodat we ons op het heden kunnen richten.’
‘Je wilt in feite dat ik je vergeef.’
‘Nee, zo ver gaat het niet. Ik vraag je gewoon om te doen alsof we collega’s zonder persoonlijke beslommeringen zijn, die samen aan een zaak werken.’
Haar donkere ogen blonken van emotie. ‘Dat verandert niets aan wie of wat je bent.’
De spijt om zijn gedrag welde plotseling in alle hevigheid op, alsof hij haar gisteren nog bedrogen had. Maar hij kon het niet ongedaan maken, en als hij Francesca wilde beschermen, moesten ze oud zeer aan de kant zetten. Als er een verband bestond tussen Butch en April en de moorden in Dead Mule Canyon, dan zouden ze de zaak veel sneller kunnen oplossen als iedereen zich coöperatief opstelde.
‘Ik vraag je niet om weer het bed met me te delen.’
Ze stak haar kin de lucht in. ‘Dat is je geraden. Je weet dat dat geen enkele zin zou hebben.’
‘Maar al te goed,’ reageerde hij zachtjes. Hij gaf het zo eerlijk toe, dat haar woede verdampte.
Voorovergebogen in haar stoel staarde ze naar haar blote voeten. Haar goudgelakte teennagels schitterden. ‘Oké, er zit niets anders op dan met jou in zee te gaan.’ Ze haalde eens diep adem. ‘Laten we dan voor deze zaak maar op professionele wijze met elkaar omgaan.’
‘Fijn. Nu we een wapenstilstand hebben bereikt, kunnen we misschien beter naar binnen gaan om wat te rusten.’ Hij gebaarde naar het huis. ‘Ik houd de grote boze wolf bij je vandaan, en jij gaat even gestrekt. En als je uitgerust bent, kun je me alles laten zien wat je over April Bonner hebt verzameld. Dat lijkt me het beste uitgangspunt. We weten wie zij is en hebben al een verband met Vaughn vastgesteld.’
‘Bedoel je… dat je bij mij in huis blijft?’
‘Jazeker. Je valt zowat om van vermoeidheid. Je hebt je slaap hard nodig.’ Hijzelf ook. Hopelijk was zijn vermoeidheid niet zo duidelijk zichtbaar. Het verschil met haar was dat hij die nacht niet te kampen had gehad met een doodenge stalker.
Ze wilde zijn aanbod graag aannemen, dat kon hij zien aan de manier waarop ze op haar gezwollen lip beet. ‘Als je bij mij verblijft, wil dat nog niet zeggen dat we vrienden zijn.’
‘Ik dacht dat we zojuist al hadden vastgesteld dat we samenwerkende partners zijn.’
‘Tijdelijk samenwerkende partners.’
‘Nou, wat schiet je erbij in? Wil je nu slapen of niet?’
De vermoeidheid nam de overhand. ‘Wat slaap zou fijn zijn,’ gaf ze toe. ‘Een paar uurtjes. Maar laat me niet te lang slapen. We hebben veel werk te doen.’
Hij sloeg de krant open. ‘Je moet pakken wat je pakken kunt. Gezien de ontwikkelingen in deze zaak kan het geen kwaad om goed uitgerust ten tonele te verschijnen.’
Omdat hij niet stond te popelen haar huis te betreden, waar hij aan alle kanten omringd zou zijn door bewijzen van het leven dat ze de afgelopen tien jaar zonder hem had geleid, bleef Jonah op de veranda zitten. Zijn hoofd tolde van alle dingen waaraan hij had zitten denken na hun laatste ontmoeting. Uiteindelijk gaf hij het op en ging naar binnen, waar hij de foto’s op haar muren en tafels kon bestuderen en zichzelf kon kwellen met de vraag wie de mensen op die foto’s waren en hoe belangrijk ze voor haar waren.
Op een van de foto’s stond ze met haar moeder op een skipiste. Op een andere stond ze voor Lincoln Memorial, samen met een man. Blijkbaar was hij belangrijk voor haar, want ze hielden elkaars hand vast en keken vrolijk lachend, met lichtjes in de ogen, naar de camera.
Jonah fronste. De man leek hem te… gepolijst voor haar. Maar ze schenen het samen erg naar hun zin te hebben. Was hij een politicus? Een lobbyist? Waarom waren ze samen naar Washington DC gegaan? En speelde die persoon nog een rol in haar leven? Zo ja, waarom had ze hem dan niet gevraagd die nacht bij haar te blijven? Waarom was ze niet gewoon naar zijn huis gegaan? En nog gekker, waar was hij nu, op dit moment, nu ze hem echt nodig had?
Jonah richtte zijn blik op de volgende foto, van diezelfde man. Hij was vast heel belangrijk voor Francesca geweest. Misschien nog steeds. Misschien was hij veel van huis, was hij nu ook wel op zakenreis…
Op de huisbar stond een foto van Francesca met haar broer en haar ouders, genomen in een kleine bistro, wellicht in Italië. Daar hadden ze altijd al eens heen gewild. Er was een tweede foto van een jongere Francesca met een andere man. Niet de politicus – vóór de politicus. Ze poseerden samen bij de Grand Canyon. Alles wees erop dat ze de afgelopen tien jaar niet alleen had gewerkt, maar ook relaties had gehad en had gereisd. Zo te zien had ze het zonder hem prima naar haar zin gehad.
Daardoor voelde hij zich iets beter, maar ook iets slechter. Bij het waarom daarvan stond hij liever niet stil.
Op de schoorsteenmantel ontdekte hij nog een paar foto’s. Hij liep erheen en stond als aan de grond genageld. De eerste foto was er een van Adriana. Hij had zich in jaren haar beeltenis niet voor de geest kunnen halen. Nu hij haar weer zag, realiseerde hij zich dat Summer bijzonder veel op haar moeder leek. Ze had hetzelfde donkerblonde haar en dezelfde blauwe ogen, dezelfde neus, dezelfde gezichtsvorm. Maar op haar negende was Summer al een lange dunne spriet, net als hij toen hij jong was.
Zijn keel was zo droog dat hij amper kon slikken. Hij bekeek de andere mensen op de foto. Rechts achter Adriana stond een man. Verder waren er twee kinderen, twee jongetjes. Ze was blijkbaar getrouwd en had een gezin. In gouden opdruk stond onderaan de foto: ‘Adriana, Stan, Levi en Tyler Coverington wensen u prettige feestdagen.’ Stan was haar echtgenoot. De man was met zijn één meter drieënzeventig nog altijd een kop groter dan zij. Zijn wijkende haargrens deed vermoeden dat hij ook een paar jaar ouder was. Het was geen knappe man, maar de kinderen zagen er leuk uit. Jonah hoopte dat Adriana gelukkig was. Hij had haar leven niet overhoop willen halen. Hij was zo druk geweest zichzelf ten gronde te richten, dat hij zich nooit had afgevraagd wat voor schade hij anderen al doende berokkende. Hoe ze altijd naar hem had gekeken, met die grote hongerige ogen… Ze was er vast van overtuigd geweest dat niemand haar gevoelens zou opmerken. Misschien dat dat voor anderen inderdaad gold, maar zelf had hij wel degelijk gemerkt dat ze een oogje op hem had.
Had hij op haar gevoelens ingespeeld als hij die avond niet zo dronken was geweest? Hij wilde het maar al te graag geloven. Wie zou het zeggen – misschien was hij wel gewoon een enorme klootzak.
Hij scheurde zijn blik los en dwong zich om Francesca’s foto’s te laten voor wat ze waren. Zijn verleden drukte al zwaar genoeg op hem. Iedere maand, als hij de cheque voor de familie Williams uitschreef, wenste hij dat hij een beter mens was geweest. Niet omdat hij zijn dochter het geld niet gunde. Het was zijn eigen idee geweest om te betalen voor spullen die Burt en Sylvia zich wellicht niet konden veroorloven. Dat was zijn manier om verantwoordelijkheid te nemen voor gemaakte keuzes. Hoewel Summers adoptiefouders zijn aanbod in eerste instantie hadden afgeslagen, waren ze van gedachten veranderd toen ze zich realiseerden dat hij het goed bedoelde en zich zoals beloofd niet zou mengen in hun leven of contact met het meisje zou opnemen. Tot dusverre had hij haar muziekkamp betaald, een fluit voor haar gekocht, een deel van de kosten voor schooluniformen betaald en de rekening betaald voor de operatie aan haar enkel, die ze bij het voetballen had gebroken. Hij ging ervan uit dat de familie Williams de rest in eigen zak had gestoken, want hij had veel meer geld gestuurd, maar dat deerde hem niet. In ruil voor zijn financiële steun stuurden ze hem af en toe foto’s, een kopie van haar laatste rapport of een tekening die ze op school had gemaakt. En dat betekende veel voor hem. Hij wist dat het geld niet opwoog tegen hetgeen hij had gedaan, maar hij deed tenminste alles wat hij kon doen om het te compenseren.
Hij besteedde veel te veel tijd aan piekeren over zijn fouten, mijmeren over Summer, over hoe alles anders zou zijn geweest met Francesca als hij haar later had ontmoet, toen hij meer grip had op zijn leven…
‘Koffie. Ik moet koffie hebben.’ Hij viste een blik gemalen koffie uit een van de keukenkastjes en vulde het koffiezetapparaat. Hij had net een koekenpan gepakt om wat eieren te bakken, toen zijn mobieltje zoemde ten teken dat er een tekstbericht was binnengekomen. Hopend dat rechercheur Finch of Hunsacker een doorbraak in de Dead Mule Canyon-zaak te melden had, trok hij het ding tevoorschijn. Het bericht bleek niet over werk te gaan. Het kwam van Lori.
Wat ben je toch een eikel! Waarom geef je geen antwoord?
Doodmoe wreef hij met één hand over zijn gezicht. Hij moest antwoord geven, anders liet ze hem niet met rust. Hij begreep dat het vaak moeilijk was voor lesbische paren om een kind te adopteren, en dat ze het daarom als alleenstaande ouder wilde proberen. Hoe dan ook, hij kon zich niet voorstellen dat zijn aanbeveling enig verschil zou maken. Het was wel echt iets voor Lori om zich iets in het hoofd te halen en er dan geen afstand van te kunnen nemen. Omdat ze in het familiebedrijf werkte, had ze het idee dat een aanbeveling van haar vader zou worden gezien als bevooroordeeld, niet objectief. Maar Jonah werkte bij de politie, en zijn woorden zouden haar in een beter daglicht stellen. Als je ex-echtgenoot je aanbeveelt, zegt dat kennelijk iets.
Hij had geen idee hoe ze dacht haar lesbische geaardheid verborgen te houden voor haar ouders als het geadopteerde baby’tje na verloop van tijd, als het had leren praten, aan jan en alleman zou vertellen dat hij of zij twee mama’s had. Lori vond dat het kind Miranda bij haar voornaam moest gaan noemen. Jonah vroeg zich af of dat zou werken, maar hij had er zijn zegje al over gedaan, en ze wilde toch niet naar hem luisteren.
Er was nu geen tijd om hierop in te gaan. Hij moest het laten bij een kort berichtje:
Krijg je binnenkort van me
Hij had het veel te druk om nu een brief op te stellen, die naar zijn idee toch nauwelijks impact zou hebben.
Gelukkig wist ze niet dat hij in Arizona was. Ze woonde in Mesa, waar hij onderweg vanuit Chandler langs was gekomen. Had ze het geweten, dan zou ze op een ontmoeting hebben gestaan. Een weigering van zijn kant had ze helemaal niet leuk gevonden.
Net toen hij het berichtje had verzonden, hoorde hij een autoportier dichtslaan. Iemand had zijn auto op de oprit geparkeerd.
Hij stopte de telefoon weer in zijn zak en liep naar het raam, waar hij recht tegen de grille van een blauw busje aankeek. Onmiddellijk schoot zijn hand naar de 9mm in zijn schouderholster. Uit het busje stapte een vrouw met twee plastic bekers in de hand.
Niet Butch; Adriana. Ze was wat aangekomen sinds het familieportret dat hij zojuist had bestudeerd, maar toch had hij haar direct herkend.
Jonah vroeg zich af hoe ze het zou vinden om hem weer te zien. Hij kon zich voorstellen dat ze daar niet zo blij mee zou zijn. Toch moest hij haar onderscheppen, anders zou ze Francesca wakker maken.
‘Waarom moest ik ook zo nodig terug naar Arizona?’ mopperde hij terwijl hij zich naar de voordeur begaf.
In eerste instantie herkende ze hem niet. Ze had het veel te druk met het deksel van een van de bekers in haar hand. Toen ze opkeek en haar hand uitstrekte, met de bedoeling de deur te openen, en hem in de deuropening zag staan, viel haar mond open van verbazing. Ook de bekerhouder hing vervaarlijk schuin, en de koffie met opgeklopt melkschuim zou zeker over de stoep zijn uitgestort als hij de bekers niet had opgevangen.
‘Jonah,’ fluisterde ze, en ze deed een stap achteruit, alsof ze bang voor hem was.
‘Adriana.’ Hij glimlachte naar haar, maar zijn poging om aardig te doen stelde haar niet het minst gerust.
Ze schudde haar hoofd en schoof nerveus de lokken opzij die aan haar slordige paardenstaart waren ontsnapt. Ze was verrast en vond het erg onprettig dat hij haar op haar slechtst trof. Hij wist dat, omdat zijn zus in deze situatie precies zo zou hebben gereageerd.
‘Ik… Ik wist niet dat Francesca bezoek had. Maar het geeft niet, ik kom later wel terug,’ zei ze. Ze besteedde geen aandacht meer aan de bekers en haastte zich terug naar haar busje.
Jonah wilde haar niet wegjagen, maar besloot toch haar te laten gaan. Francesca had haar slaap hard nodig. En hij wilde Adriana niet in zijn eentje bezighouden. Hij had nooit verwacht haar nog eens te zien. Noch haar, noch Francesca, eigenlijk.
Francesca moest haar vriendin later maar opbellen, besloot hij. Uit het feit dat haar foto op de schoorsteenmantel stond en dat ze zo vrijmoedig het huis binnen had willen wandelen, maakte hij op dat de vrouwen zijns ondanks nog steeds vriendinnen waren. Nu had hij dus één ding minder om zich schuldig over te voelen.
Zijn mobieltje zoemde weer. Nog een tekstbericht. ‘Verdorie, Lori. Als je iemand om een gunst vraagt, moet je niet zo drammen.’
Hij ging naar binnen om de bekers weg te zetten, zodat hij zijn mobieltje erbij kon pakken. Het bericht bleek niet van Lori, maar van rechercheur Finch te zijn.
Bel me zodra je dit leest.
Hij liep naar de bijkeuken en sloot de deur zodat zijn stemgeluid niet tot de slaapkamer zou doordringen. Toen belde hij Finch op diens mobiel.
Na twee keer overgaan werd de voicemail ingeschakeld.
Jonah liet geen bericht achter. Hij wilde net opnieuw bellen toen zijn oog viel op de lingerie die aan een rekje boven de droger hing. Op enkele centimeters van zijn gezicht hingen een doorzichtig zwart kanten behaatje en een bijbehorende string. Die moesten wel van Francesca zijn. Voor wie droeg ze dergelijk ondergoed? Voor de man op de foto die in Washington DC was genomen?
Zijn mobieltje rinkelde, en hij verlegde zijn aandacht naar Finch.
‘Wat is er?’
‘We hebben een lijk. Honderd procent echt, dit keer.’
Hij verstevigde zijn greep op het mobieltje. ‘Wát zeg je?’
‘Je hebt me wel gehoord. De melding is amper vijf minuten geleden binnengekomen. De eigenaresse van Skull Valley Chocolate and Handmade Gifts vond een lijk tegen de voorpui toen ze vanochtend op haar werk kwam.’
‘Heeft niemand anders het gezien?’
‘Dit is geen doorsneestadje. Het centrum bestaat uit vier straathoeken met her en der wat winkels. Er wonen niet veel mensen.’
‘Ik snap het. Is het slachtoffer een man of een vrouw?’
‘Een vrouw.’
‘Kan het zijn dat ze een natuurlijke dood is gestorven?’
‘Mocht je willen, Mr. Young. Nee, het is wel degelijk moord geweest.’
‘Is identificatie mogelijk?’
‘Het stoffelijk overzicht was naakt. Geen tas, niets. De eigenaresse van de winkel was zo overstuur dat we haar met moeite een beschrijving konden ontfutselen. De haarkleur heb ik wel. Bruin. Dat is niet veel, maar komt wel overeen met de vrouw naar wie Ms. Moretti op zoek is.’
De vrouw die volgens Francesca was vermoord door Butch Vaughn. ‘April Bonner.’
‘Ja, die.’
‘Zijn er getuigen die ons kunnen vertellen wat er gebeurd is?’
‘Voor zover ik weet niet. Het is een agrarische gemeenschap, er wonen weinig mensen. Er is een supermarkt, een benzinestation, een café, een garage. Dat is alles. Meer kan ik je pas vertellen als ik er ben. Ga je er zelf ook heen?’
‘Ik kom eraan. Kan even duren, ik zit op twee uur afstand.’
‘Ik dacht dat je in een motel in Prescott zat?’
‘Dat leg ik je wel uit als ik er ben.’
‘Haast je,’ zei Finch.
Jonah verbrak de verbinding en verliet de bijkeuken. Francesca had nog maar tweeënhalf uur geslapen. Hij was er echter van overtuigd dat ze de plaats delict wilde zien. Bovendien was hij niet van plan haar alleen te laten. De vondst van het slachtoffer maakte hem bloednerveus. Het zou zomaar kunnen dat deze moord gepleegd was door de man die afgelopen nacht in Francesca’s tuin had rondgespookt.