Hoofdstuk 13
Zoals ze al vermoedde, was Butch’ kantoor het krakkemikkige gebouwtje waar ze zich achter had verscholen toen ze de etalagepop had ontdekt die ze voor een lijk had gehouden. Het ongeveer veertig vierkante meter grote vertrek had twee deuren en vier ramen en bevatte een groot metalen bureau en wat kantoorapparatuur. In het raam naast Butch’ stoel hing een oude airconditioner, waar zo te horen water uit lekte. Aan een kant was een klein appartementje aangebouwd. Francesca kon een deel van een bed ontwaren, maar ze kreeg niet de indruk dat die ruimte recentelijk bewoond was geweest.
Aan de goedkope houten betimmering en het bruine langharige tapijt hing de geur van sigarenrook. Ook hing er een hondenluchtje, hoewel de dobermann zich op dat moment buiten aan de ketting bevond. Op een geïmproviseerde minibar van houten planken en betonblokken stond een pot koffie. Alles in deze entourage bevestigde Butch’ status van ongekroonde koning van de rotzooi.
‘Ga zitten.’ Hij schoof een stapel kranten van een gebarsten plastic stoeltje, waarschijnlijk uit de sloperij afkomstig, en gebaarde ernaar. Toen schonk hij zichzelf een kop koffie in en ging zonder haar iets aan te bieden tegenover haar zitten, met zijn voeten op het bureau.
‘Nou?’ zei ze toen hij haar nors zwijgend aanstaarde. ‘Jij had me iets te zeggen.’
Hij nam een slok. ‘We hebben een valse start gemaakt. Maar ik ga me daar niet voor verontschuldigen. Je had het recht niet om zomaar mijn erf te betreden.’ Hij bracht een hand naar zijn wang, alsof hij zich weer herinnerde hoe ze hem toegetakeld had. ‘En je had zeker het recht niet om me als een duivelse straatkat in het gezicht te krabben.’
‘In weerwil van het verhaal dat je de politie verteld hebt: jij zat mij achterna!’ wierp ze tegen.
‘Ik wilde alleen maar weten wat je hier uitvoerde.’
Ze kon niet geloven dat hij maar bleef liegen, zelfs nu ze, voor zover hij wist, alleen waren. ‘Door me te tackelen? Kom nou. Je hebt er tegenover de politie al een heel circus van gemaakt. Ik was erbij, weet je nog wel? Ik wéét wat er is gebeurd. Je wilde meer dan informatie.’
Hij verschoof een stukje, zodat hij bij het bureau kon zonder zijn voeten eraf te hoeven halen, en zette zijn koffiekopje neer. Vervolgens pakte hij een zware kristallen presse-papier en begon die van de ene hand naar de andere over te gooien. ‘Misschien wel.’
‘O, dus je geeft het toe?’
‘Ik geef toe dat ik probeerde iets te verbergen. Maar het is niet wat jij denkt. Ik was niet van plan je te vermoorden toen je mijn erf op kwam. Ik heb nog nooit van mijn leven iemand gedood.’
Ze volgde de presse-papier met haar ogen en bedacht dat hij haar heel eenvoudig de hersens kon inslaan, vóór Jonah of Finch of iemand anders haar kon redden. ‘Waarom reageerde je dan zo extreem toen je mij op je erf aantrof?’
‘Omdat ik wist wie je was. De vorige keer dat er een keurig geklede vreemde hier op het terrein kwam rondspeuren, bleek dat ook een privédetective te zijn.’
‘Die was vast ook op zoek naar een vermiste persoon die op de een of andere manier met jou van doen had,’ constateerde ze droogjes.
Even vloog er een venijnige uitdrukking over zijn gezicht. ‘Op zoek naar bewijs dat ik het met een ander dan mijn vrouw hield,’ corrigeerde hij.
Francesca verschoof haar tas op haar schoot. ‘Denk je dat Paris bewijzen verzamelt van je ontrouw? Gezien het profiel dat je op de datingsite hebt geplaatst waar je April hebt leren kennen, lijkt me dat niet al te moeilijk. Even op internet zoeken is al genoeg. Ik zou het graag voor haar doen, gratis en voor niks.’
Ze had gedacht dat de vijandigheid nu weer de kop op zou steken, maar hij barstte in lachen uit. ‘Paris zou me nooit verlaten. Ik doe niets stiekem, je kunt me dus niks maken. Zolang ik discreet ben en niet emotioneel betrokken raak, laat ze me mijn gang gaan. Nee, de echtgenoot van mijn vriendin heeft jaloerse buien.’
Zijn vriendin? Francesca had nooit gedacht dat hij openlijk zou verklaren er een tweede relatie op na te houden. Ze had een tweede relatie ook helemaal niet verwacht. Misschien was dat wel zijn manier van werken. Misschien hield hij er diverse vrouwen op na als vriendin, tot ze te veeleisend werden of hij genoeg van ze had, of tot hij het verlangen om te doden niet meer kon onderdrukken. ‘Hoe heet je vriendin?’
De presse-papier belandde met een klap op het bureau. ‘Gaat je niets aan. Zij blijft hierbuiten. Ze heeft haar handen vol met die man van d’r. Die zit echt niet te wachten op nog meer ellende, zeker niet van jou.’
‘Interessant. Je geeft blijkbaar om haar – genoeg om haar in zekere mate te willen beschermen – en toch kan het je niet schelen dat haar huwelijk op losse schroeven is komen te staan.’
‘Nee, waarom zou dat me wat doen? Ik ben haar echtgenoot niets verschuldigd, net zomin als ik jou iets verschuldigd ben. Ik heb haar nooit gedwongen het bed met mij te delen. Naar mijn mening heeft ze zelf haar huwelijk op het spel gezet. Dat is haar eigen keus geweest. Dat betekent niet dat ik het de mensen die haar echtgenoot heeft ingehuurd om onze relatie in kaart te brengen, makkelijk zal maken. Hij doet dat alleen omdat hij dan haar kinderen bij haar kan weghalen.’
Francesca kon een grijns niet onderdrukken. ‘Dus dat was het enige waar jij je druk om maakte toen ik hier kwam, Butch? Wat de echtgenoot van je vriendin zou doen met de bewijzen van haar ontrouw?’
Hij hief zijn handen. ‘Geloof het of niet.’
Ze leunde achterover en vouwde haar armen over haar tas. ‘En April dan?’
‘Wat is er met April?’
‘Ze hebben gisteren haar lichaam gevonden.’
Even was het stil. ‘Is ze dood?’
‘Wist je dat nog niet?’
‘Was het op het journaal?’
‘Geen idee. Ik heb het journaal niet gezien.’ Ze had het te druk gehad met overleven, met Jill en Vince, met haar telefoonlijn. Ze had de avond ervoor in Heathers appartement de televisie niet eens aangezet. ‘Toen ik arriveerde op de plek waar ze is gevonden, waren er geen verslaggevers. Maar jij bent de laatste die haar in levenden lijve heeft gezien.’
Hij nam nog een slok koffie. ‘Ze maakte het uitstekend toen ik wegging. Iemand anders moet haar te pakken hebben genomen.’
Was hij geschokt door het nieuws van Aprils dood? Francesca merkte er niets van. Hij was geagiteerd, maar niet ontdaan. ‘Ik heb je zojuist verteld dat een vrouw met wie jij contact had, dood is. Dat doet je niets?’
Hij glimlachte. ‘Natuurlijk wel. Zie je dat dan niet? Ik ben vanbinnen een trillend hoopje ellende.’
Ze hoopte dat Jonah en de anderen het sarcasme ook hoorden. ‘Kun je op de een of andere manier bewijzen dat ze nog in leven was toen jullie afscheid namen?’
Zijn stoel kraakte ritmisch toen hij er in heen en weer begon te draaien. ‘Nee. Maar jij kunt ook niet bewijzen dat ze op dat moment niet in leven was.’
‘Zou je me willen vertellen wat jullie zaterdagavond hebben gedaan?’
‘Natuurlijk. We hadden om zeven uur bij de Pour House afgesproken. Van daar zijn we naar een Mexicaans restaurantje op een kilometer of vijfentwintig hiervandaan gereden. Rio Grande heet het. Na het eten wilden we graag met zijn tweetjes zijn, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik ben toen een zijweggetje ingeslagen en we hebben het onszelf gemakkelijk gemaakt in de truck.’
‘Je had seks met haar.’
Het draaien en bijbehorende kraken stopte. ‘Wij hadden seks met elkaar. Vrijwillig.’
Op de een of andere manier kon Francesca zich niet indenken dat een lerares zich zo snel zou laten gaan. Volgens Aprils zus, en de e-mails die ze op Aprils computer had gelezen bevestigden dat, was dit de eerste keer dat April Harry Statham – Butch – had ontmoet. Uit alle andere aspecten van haar leven rees het beeld op van een conservatieve en voorzichtige vrouw. Francesca kreeg het idee dat Butch alleen toegaf seks met April te hebben gehad als verklaring voor het vreemde DNA dat ze mogelijk op het lichaam zouden aantreffen. Hij was slim, slimmer dan de gemiddelde verkrachter, als dat de juiste naam voor het beestje was. ‘En toen?’
‘Na afloop wilde ze met me mee naar huis. Ze dacht zeker dat een kwartiertje zweterige seks gelijkstond aan een verbintenis voor het leven. Ik heb haar gezegd dat dat niet kon. Ik was moe en moest de volgende morgen weer aan het werk. Ik dacht dat dat duidelijk genoeg was, maar ze bleef aandringen. Toen heb ik haar verteld dat ik getrouwd was. Ze ging door het lint. Echt, ze raakte buiten zichzelf van woede. Ze eiste op hoge toon dat ik de truck aan de kant zou zetten.’
‘Aan de kant van de autoweg?’
‘Ja. Ik wilde haar daar niet laten uitstappen, want ik wist dat ze dan nog een flink eind moest lopen. Maar ze wilde niet luisteren. Ze huilde en probeerde me steeds een mep te verkopen. We slingerden heen en weer over de weg. Toen ze het portier aan haar kant opende en dreigde om eruit te springen, ben ik toch maar gestopt om haar eruit te laten.’ Hij speelde met zijn vingers. ‘Ik ben er niet trots op dat het zo geëindigd is,’ voegde hij eraan toe. ‘Maar ik had geen andere keus dan haar haar zin te geven. Ze was totaal overstuur.’
‘Verbaast het je dat ze zich zo ellendig voelde, Butch?’
Zijn glimlach verdween. Hij liet zijn handen zakken. ‘Ja, dat verbaast me. Het was gewoon een stomme trut. Ik trakteerde haar op een etentje, en zij mij op een vluggertje. Wat mij betreft was het gelijk oversteken. Het was gezellig. Ze vond de aanloop ernaartoe geweldig, de e-mails die we elkaar stuurden, het idee dat ze verliefd was. Ik heb haar weken in die droomwereld gelaten. En toen moest ze het zo nodig verpesten door te doen alsof ik haar bedrogen had. Wat had ze dan verwacht?’
‘Misschien iets anders dan fantasie. Misschien had ze verwacht dat het écht was.’
‘Ach, kom op zeg,’ mompelde hij.
‘Was het te veel gevraagd om eerlijk te zijn?’
‘Iedereen weet toch dat je niet alles moet geloven van het internet. Ze had zelf wat beter moeten opletten.’
‘Soms fluistert hoop je dingen in het oor waar je anders nooit naar zou luisteren.’
‘Niet als je slim bent. Ik heb geen idee hoe ze een snelle wip kon aanzien voor ware liefde, maar toen ik dat merkte, heb ik er direct een eind aan gemaakt.’
‘Door haar te vertellen dat je getrouwd was.’
‘Precies.’
Nu Francesca wist dat hij eerst Aprils hart gebroken had, en haar toen pas vermoord had, haatte ze hem nog meer. Ze zou hem dolgraag eens laten weten wat voor sneue zak ze hem vond. Maar ze zweeg. Het leek haar dat ze meer uit hem kon halen als ze haar persoonlijke mening voor zich hield. ‘Dus dat was de laatste keer dat je haar zag, toen je haar daar langs de snelweg achterliet?’
‘Dat was de laatste keer, ja.’
Als het waar was wat hij zei, kon ze door een willekeurige voorbijganger zijn opgepikt. Butch wist dat natuurlijk. Hij had dit verhaaltje verzonnen om twijfel te zaaien, om te suggereren dat een mysterieuze moordenaar haar had aangetroffen waar hij haar had achtergelaten. De kans dat dat was gebeurd, was klein, maar ja, er was wel degelijk een kans. En dat was genoeg voor gerede twijfel. ‘Waarom ben je nu opeens zo behulpzaam, Butch?’ vroeg ze.
‘Omdat ik dit toch aan de politie zal moeten vertellen, en omdat jij van die zaterdagavond meer maakt dan het was. Ik ben onschuldig. Ik zit niet te wachten op problemen, noch van jou noch van een ander. Ik heb een gezin om voor te zorgen.’
Met samengeknepen lippen bestudeerde ze hem eens goed. ‘Een onschuldig man probeert een vrouw niet de stuipen op het lijf te jagen.’
‘Ik heb haar na wat online flirten mee uit eten genomen en haar daarna met haar volledige medewerking geneukt. Dat noem ik geen stuipen op het lijf jagen.’
‘Ik heb het over mijzelf,’ zei Francesca.
De frustratie groefde lijnen op zijn voorhoofd. ‘Ik heb het je zojuist toch uitgelegd? Ik dacht dat je ingehuurd was door de echt –’
‘Nee, bij mij thuis,’ onderbrak ze hem. ‘Wat deed je bij mij thuis?’
Nu maakte de frustratie plaats voor verwarring. ‘Ik volg je niet meer. Ik ben nog nooit bij jou thuis geweest.’ Hij reikte naar de airconditioner en zette die op de hoogste stand, waarna de ventilator zó snel begon te draaien dat ze bang was dat de politie niets meer zou kunnen horen van hun gesprek.
Ter compensatie begon ze wat luider te spreken. ‘Je hebt bij mij thuis de telefoonlijn doorgesneden.’
Hij zette zijn voeten een voor een op de vloer en leunde voorover. ‘Je bedoelt dat iemand bij jou thuis de lijn heeft doorgesneden. Ik was het níét.’
Hij was het wél. Francesca wist het zeker. Ze had zijn gezicht weliswaar niet goed kunnen ontwaren, maar ze had wel zijn gestalte en lichaamsbouw herkend. En het was geen toeval dat hij juist toen bij haar was opgedoken. Bovendien had de inbreker welbeschouwd niet ingebroken. Waarom zou iemand haar telefoonlijn voor de lol doorsnijden? Het moest wel uit wraak zijn, of om een boodschap over te brengen. Een boodschap die ze van Butch kon verwachten.
Hij speelde een spelletje met haar. Het leek wel alsof hij wist dat ze een zendertje droeg.
Ze moest proberen hem iets te laten zeggen waardoor de politie zou inzien hoe gevaarlijk hij was. Anders zouden zijn verklaring voor hun schermutseling in de sloperij en zijn bewering dat hij niet bij haar thuis was geweest, nog plausibel lijken ook. Als Butch erin slaagde Finch ervan te overtuigen dat hij niemand, ook haar niet, ooit pijn zou doen, dan zou Finch zijn kostbare mankracht niet meer verspillen aan bewaking. ‘Hou toch op. Ik weet wel beter.’
‘Maar ik kan bewijzen dat ik het niet was,’ protesteerde hij.
‘Hoe dan?’
‘Ik was hier, de hele nacht. Vraag het mijn vrouw.’
Ze pakte haar tas met beide handen beet. ‘Ik krijg de indruk dat jouw vrouw alles zou zeggen om je te beschermen.’
‘We komen voor elkaar op, ja. Maar ze liegt niet, en ik ook niet.’
‘Wat je me nu vertelt, is zó onlogisch. Wie zou het dan zijn geweest?’
Hij gaf een ferme klap op het bureaublad. ‘Hoe moet ik dat weten, verdomme? Gewoon, iemand. Een gluurder. Een bemoeizuchtige buurman. Een afgewezen minnaar.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee. Jij was het.’
Zijn zelfbeheersing begon scheurtjes te vertonen, en langzaam kwam de woede erdoorheen. ‘Waarom zou ik mijn tijd daarmee verspillen?’
‘Omdat je verre van blij was toen ik de sloperij verliet. Omdat je me een kwetsbaar gevoel wilde geven. Omdat je een zieke geest hebt. En zo kan ik nog wel een paar redenen bedenken.’
Hij kwam overeind. ‘Ik had dit gesprek met jou nooit moeten voorstellen. Je luistert niet. Je bent een paranoïde kreng. Ik ben je achterna gegaan toen je hier kwam rondneuzen, omdat ik doodziek ben van al die detectives die de echtgenoot van mijn vriendin op me afstuurt. Ik wilde je duidelijk maken dat ik niet wilde dat ze me bespioneren of lastig vallen, op mijn eigen erf nota bene. Dat was alles. Ik heb niets met die moord van doen.’
Francesca boekte geen enkele vooruitgang, dus besloot ze om het gesprek over een andere boeg te gooien. ‘Ken je Bianca Andersen?’
‘Wie?’ vroeg hij, maar hij had met een ruk opgekeken bij het horen van de naam, ten teken dat hij die herkende, dat ze hem verrast had.
‘Bianca Andersen.’
Zijn gezicht verstrakte. ‘Nee.’
‘Vraag je me niet wie dat is? Of waarom ik haar ter sprake breng?’
‘Ik vraag je om te vertrekken. Nu.’
‘Haar lichaam is gevonden in Dead Mule Canyon, Butch. Dat is niet ver hiervandaan, geloof ik.’
‘Zal wel. Ik ben er nog nooit geweest.’
‘Weet je dat zeker?’
Hij kwam om het bureau heen gelopen. ‘Ik praat niet meer met je. Hoepel op.’
Ze kwam overeind, maar bleef onwrikbaar staan, zelfs toen hij dreigend een stap in haar richting deed. Ze moest ervoor zorgen dat hij een fout beging, dat hij een detail prijsgaf dat ze konden gebruiken. Anders zou ze met dit bezoek niets hebben bereikt. En de kans dat hij zijn ware aard zou laten zien was groter als hij flink geïrriteerd was. ‘Want anders?’
‘Anders bel ik de politie. Ik ben je tegemoet gekomen. Ik heb je je tas teruggegeven –’
‘Die je van mij gestolen had,’ onderbrak ze hem fel.
‘Ik heb niets gestolen! Je tas was verdwenen toen ik ernaar op zoek ging. Ik denk dat mijn gekke zwager daar debet aan is. Iets anders kan ik niet bedenken. Hij heeft je tas gisteravond immers aan mij gegeven.’
Francesca herinnerde zich dat ze die dag had aangebeld, maar dat niemand open had gedaan. ‘Was Dean die dag thuis?’
‘Uiteraard. Hij is altijd thuis. Vanwege zijn medicijnen mag hij niet autorijden. Bovendien, je hebt hem nu zelf meegemaakt. Wie wil er nu rondhangen met zo’n gek?’
‘Wil je een eerlijk antwoord?’ vroeg ze. ‘Hij leek me heel wat aardiger dan jij.’
‘Misschien moet je hem eerst wat beter leren kennen.’
‘Misschien doe ik dat wel.’
Hij haalde een hand door zijn haar, waardoor het aan de voorzijde recht overeind kwam te staan. ‘Dit was geen goede zet,’ zei hij, en hij beende het kantoor uit, haar achterlatend bij de amechtig zwoegende airconditioner en de kop koud geworden koffie op het bureau.
Vertelde Butch de waarheid? Francesca vroeg het zich af. Ze kon zich best voorstellen dat hij doodmoe werd van de navorsingen van een jaloerse echtgenoot. Ze kon zich zelfs voorstellen dat haar eigen angst haar ertoe had aangezet om bepaalde gegevens als vaststaande feiten te beschouwen, terwijl daar geen aanleiding toe was. Ze had per slot van rekening die etalagepop voor een lijk aangezien…
Ze was er waarschijnlijk ingetrapt als hij niet zo opmerkelijk had gereageerd bij het noemen van Bianca Andersen. Hij kende Bianca, daar was Francesca van overtuigd.
‘Ik ben klaar hier.’ Die opmerking was bestemd voor de mannen die meeluisterden.
Ze wilde net het kantoortje verlaten, toen ze bij het raam een beweging opmerkte. Dean stond naar haar te gluren, zag ze. Ze gooide haar tas over haar schouder en liep naar de deur. Ze had gedacht dat hij snel weg zou glippen, dat hij zou doen alsof hij niet naar haar had zitten turen door de vuile ramen, maar hij deed niets van dat alles. Hij wachtte haar op. Toen kwam hij naast haar lopen.
‘Wat had Butch te zeggen?’ vroeg hij.
De zon scheen zo fel dat ze bijna verblind raakte. Ze trok haar tas open en greep naar haar zonnebril. ‘Niets. Hoezo?’
‘Jullie waren anders aardig lang in gesprek.’
Zodra ze haar bril op had en hem kon aankijken zonder haar ogen te hoeven dichtknijpen, probeerde ze zijn gevoelens te analyseren. Het lukte niet. Hij bewoog zich houterig, alsof hij van streek was, maar zijn stem klonk even kalm als altijd. ‘Hij verontschuldigde zich voor het misverstand bij onze eerste ontmoeting.’
‘Denk je werkelijk dat het dat was? Een misverstand?’
Ze bleef staan en keek hem recht in de ogen. ‘Wat denk jij dan dat het was?’
Angstig keek hij om zich heen, alsof hij een groot risico nam door haar antwoord te geven. ‘Hij is geen aardige man,’ fluisterde hij. ‘Geloof me. Helemaal geen aardige man.’
Francesca spiedde in het rond. Butch was nergens te bekennen. Ze waren zo te zien alleen. ‘Geef me eens wat details die die bewering ondersteunen, Dean.’
Hij schudde zijn hoofd toen hij de ernst in haar stem hoorde. ‘Nee, laat maar. Ik weet niets. Butch is oké. Dat zei ik over de telefoon ook al. Ik meende het niet, zojuist. Nee, ik meende er niets van.’ En met een merkwaardig huppeltje in zijn pas rende hij terug naar het huis.