Hoofdstuk 7

 

 

 

Francesca draaide zich op haar andere zij om te ontsnappen aan de hand die haar bij de schouder pakte. Degene die haar wakker probeerde te maken, hield echter hardnekkig vol, en uiteindelijk wist ze zich uit de dichte mist van haar onderbewustzijn te worstelen.

‘Hm… wat?’ Ze opende haar zware oogleden, knipperde en herkende in het wazige gezicht boven het hare – Jonah. Ze glimlachte. Wat was hij knap. Zijn sterke armen en de warmte van zijn lichaam deden haar verlangen naar zijn aanraking. Het verlangen was zo hevig, dat ze zijn hand nam en die tegen haar wang drukte. Het was immers al zo lang geleden…

Toen herinnerde ze zich wat hij had gedaan. Ze waren geen geliefden meer. Ze waren niet eens vrienden.

Ze duwde zijn hand weg, schoof omhoog tegen het hoofdeinde, buiten zijn bereik, en probeerde haar verwarde gedachten bijeen te rapen. De sloperij. Jonah die op haar af kwam lopen. De etalagepop. Rechercheur Finch, die zo kwaad was. Butch bij haar zwembad. Het was niet gemakkelijk om dat alles weer onder ogen te zien, maar het was wel de realiteit. Uitgerust of niet, ze moest de situatie onder ogen zien, een uitweg zien te vinden voor het te laat was.

‘Moet ik nu al opstaan?’ mompelde ze om haar kleine vergissing te verbergen.

Toen hij niet direct antwoord gaf, keek ze naar hem op om te zien of hij zich nu zat te verkneukelen om haar moment van zwakte. Dat leek niet zo te zijn. Zijn gezichtsuitdrukking was ronduit grimmig, tot hij zich kennelijk realiseerde dat ze naar hem keek. Direct schoof het masker van onverschilligheid er weer voor dat hij in haar bijzijn altijd droeg – sinds het moment dat ze het te weten was gekomen van hem en Adriana. ‘We hebben werk te doen,’ zei hij. ‘Moet je douchen?’

‘Douchen?’ Ze geeuwde. ‘En jij zei dat ik maar eens flink wat uurtjes moest slapen.’

‘Dat was voor rechercheur Finch me belde om me te vertellen dat er weer een moord is gepleegd.’

Die woorden verdreven de vermoeidheid. ‘Weten we wie het slachtoffer is?’

‘We hebben nog geen namen. Maar afgaande op de beschrijving zou het April Bonner kunnen zijn.’

Francesca had Aprils dood wel verwacht. Toch wilde ze het niet geloven. ‘Nee…’

‘Ik ben bang van wel.’

‘En dat alleen maar omdat ze eenzaam was. Omdat ze een gokje waagde met de verkeerde vent.’

Hij zei niets. Ergens leek het hem dat Francesca ooit ook een gokje had gewaagd met de verkeerde vent. Met hem.

‘Was het Butch?’

‘Kan. Het lichaam is gevonden in Skull Valley. Dat ligt op amper een kwartier van Prescott, niet ver van zijn sloperij. En wij weten allebei dat hij afgelopen nacht actief was.’

‘Hoe doet hij dat? Hoe sluipt hij uit huis zonder dat iemand het merkt? Hij heeft een vrouw, een gezin. Vragen zij zich niet af waar hij ’s nachts uithangt?’

‘Misschien zijn ze veel te bang om onder ogen te zien wat hij is.’

‘Skull Valley is toch vlakbij het massagraf dat jullie aan het onderzoeken zijn?’ zei ze. ‘Heeft hij haar gedumpt in Dead Mule Canyon?’

‘Nee, dat niet. Ze lag op de stoep voor een winkel.’

‘Butch raakt zijn favoriete stortplaats kwijt en moet voor een alternatief zorgen. En dan kiest hij het centrum van Skull Valley?’

‘Dat klinkt alsof hij uit wanhoop handelde, of omdat hij geen andere locatie wist. Dat betwijfel ik. Skull Valley was waarschijnlijk een handige locatie. Klein en afgelegen, dus weinig kans om gezien te worden. Maar hij had andere opties. Hij had haar in de woestijn kunnen dumpen, dan was de kans om gezien te worden nog kleiner geweest.’

Jonah had gelijk. Butch had keuzes genoeg gehad. Waarom had hij dan hiervoor gekozen? Hij had die nacht geen haast gehad. Het leek wel alsof hij het stoffelijk overschot opzettelijk op een openbare plek had geplaatst.

‘Hij is kwaad.’ Ze had zijn woede immers gevoeld. Ja, hij was kwaad, op hen allemaal, maar vooral op haar. ‘En hij probeert een statement te maken.’

Jonah stond op. ‘Wat voor statement?’

‘Dat hij niet bang is voor de politie.’

‘Dezelfde boodschap die hij op jou probeerde over te brengen afgelopen nacht?’

‘Precies.’

Hij gebaarde haar om van het bed af te komen. ‘Kom op. We hebben een rit van twee uur voor de boeg.’

Ze schoot langs hem heen. ‘Vijf minuutjes onder de douche, meer heb ik niet nodig.’

 

Zelfs na het douchen voelden Francesca’s ogen nog steeds aan alsof ze vol zand zaten. Voor make-up had ze geen tijd, maar ze nam wel de moeite om wat aloë vera gel op haar armen en benen te smeren, daar waar het hete zand de dag ervoor over haar huid had geschuurd. Ook deed ze haar haar in een knotje en bracht ze wat lipgloss aan. Ze trok een bruine linnen capribroek aan, een turquoise blouse en sandalen. Eenmaal aangekleed, begaf ze zich naar de keuken, waar het heerlijk rook.

Het was lang geleden dat er een man in haar huis was geweest, laat staan eentje die kookte. ‘Dat ruikt lekker. Wat maak je?’

Jonah stond met zijn rug naar haar toe bij het raam. Toen hij zich omdraaide, viel het haar op dat zijn ogen bloeddoorlopen waren. Hij was ook moe, realiseerde ze zich. De stoppels op zijn kin waren wat langer dan gebruikelijk, maar zijn uitputting was vooral af te lezen aan zijn licht lethargische houding. Die trage bewegingen hoorden niet bij iemand als Jonah, doorgaans behept met tonnen energie en sportieve souplesse.

‘Eieren,’ verklaarde hij. ‘Dat was alles wat je had, op wat yoghurtjes na die volgens het kartonnetje tot drie maanden geleden houdbaar waren. Eet jij hier nooit?’

‘Ik ben nogal vaak weg.’

‘Blijkbaar. Honger?’

‘Als een paard.’ Hij had een bord voor haar op tafel neergezet, tegenover de plek waar hij had zitten eten. Ze gooide haar schoenen achter de stoel en boog zich over de koffiepot. ‘Als ik deze dag door wil komen, moet ik eerst een flinke dosis cafeïne hebben.’

‘Je kunt kiezen,’ zei hij.

Hoewel ze er niet op probeerde te letten, viel haar blik toch op zijn borstspieren, die zich bij iedere beweging spanden onder het T-shirt. Op dat vlak was hij weinig veranderd, misschien wat gespierder dan indertijd, maar nog steeds tanig. Ook zijn spijkerbroek zat hem als gegoten – laag op de heupen, nauw aansluitend rondom billen en benen.

‘Kiezen?’

‘Je kunt een thermoskan vullen met de koffie die ik voor je heb gezet, of…’ Hij gebaarde naar de twee bekers op het aanrecht. ‘…je kunt de koffie nemen die Adriana vanochtend heeft gebracht. Maar ik denk dat het schuim nu wel verdwenen is.’

Weg was haar aandacht voor zijn lichamelijke aantrekkingskracht. Ze hield stil nog voor ze het aanrecht had bereikt. Had hij nu zojuist haar beste vriendin genoemd? Al had hij het heel terloops laten vallen, het was wel degelijk bedoeld om haar te laten weten dat Adriana hem gezien had. ‘Is ze… hier geweest?’

‘Een halfuurtje geleden.’

‘En ze bracht ons die bekers koffie?’

‘Ik denk dat die tweede voor haarzelf bedoeld was. Maar ze wilde niet blijven.’

Om de een of andere reden voelde Francesca zich misselijk bij de gedachte aan Adriana die oog in oog was komen te staan met Jonah. Het was nu al jaren geleden, en ze was ervan overtuigd dat ze er eindelijk overheen was. Toch doemde er een beeld van hem en Adriana voor haar geestesoog op, en dat soort beelden maakte haar altijd misselijk. ‘Wat zei ze toen ze je zag?’

‘Dat ze zich niet had gerealiseerd dat je gezelschap had. En toen liet ze de bekers bijna vallen en rende weg.’

‘Dat moet een teleurstelling voor je zijn geweest.’

‘Hoe bedoel je dat?’

Het klonk wat agressief, maar ze deed net alsof ze dat niet merkte. ‘Nou, dat ze nu heel anders reageert dan de laatste keer dat ze met jou alleen was.’ Ze schonk wat koffie in haar reisbeker.

Hij probeerde zijn handelingen niet goed te praten, wees er ook niet op dat hij talloze malen had geprobeerd om zijn excuses aan te bieden. In plaats daarvan accepteerde hij de sneer zonder klagen en wendde zich naar het raam.

Daardoor besefte Francesca dat haar woede niet de overhand mocht krijgen. Ze kon hem niet steeds een uitbrander geven als hij iets zei of deed wat haar raakte. Hij hoefde niet bij haar te zijn, hoefde niet naar haar beledigingen te luisteren. Hij was er om een moordenaar te pakken.

Laat het gaan, laat het gaan. Als ze dat nu eens kon.

Ze sloot haar ogen en haalde diep adem. ‘Sorry, ik zal er niet meer over praten.’ Ze voegde een scheutje koffiemelk aan haar koffie toe en drukte het deksel erop. ‘Laten we gaan.’

Hij wierp een blik op haar ontbijt. ‘Eet je het niet op?’

Ze bestudeerde de eieren en toast die hij voor haar had klaargemaakt en probeerde haar aanvankelijke enthousiasme weer terug te roepen, maar ze wist dat ze geen hap door de keel zou kunnen krijgen. ‘Ik heb geen honger.’

Ze had zojuist geroepen dat ze honger als een paard had, maar hij zei niets. Fronsend nam hij haar bord op en gooide het eten in de afvalvernietiger. Daarna pakte hij zijn sleutels.

‘Je kunt wel met mij meerijden als je wilt.’

Dan zouden ze overal samen heen moeten rijden, tot hij haar naar huis bracht. Bovendien lag haar huis op twee uur rijden van zijn tijdelijke werkplek. Het was niet handig. Een zakelijk verbond sluiten was één ding, iedere minuut van de dag samen doorbrengen was iets heel anders. Hij bracht datgene wat ze het liefst wilde vergeten aan de oppervlakte. Het was haar duidelijk dat ze van niemand ooit zoveel gehouden had als van hem. ‘Nee, dank je. Ik ga met mijn eigen auto.’

Hij knikte, een teken dat hij net zo opgelucht was als zij, en gaf haar een routebeschrijving. Toen vertrok hij.

 

Jonah probeerde Finch een paar maal te bereiken, maar de rechercheur nam niet op. Hij zou het wel druk hebben. Wat zou hij op de plaats delict hebben aangetroffen? Te oordelen naar het weinige dat Jonah al gehoord had, was het afschuwelijk.

Toch zou het prettig zijn om iets te hebben om zich op te concentreren, iets anders dan Francesca. Hij wilde niet de hele rit denken aan de foto’s in haar woonkamer, of aan die vriend met wie ze samen was geweest, degene die eruitzag als een politicus. Ook wilde hij niet steeds het moment herbeleven dat ze wakker werd en zijn hand pakte. Dat had zijn verlangen naar haar in alle hevigheid doen opwellen. Hij had op het punt gestaan zijn handen om haar gezicht te leggen en haar aan te raken zoals hij al die jaren gewild had, toen ze zich plotseling gerealiseerd had wat ze aan het doen was en zich had teruggetrokken.

Misschien had ze even gedacht dat hij haar vriendje, die van de foto uit Washington DC was. Het was stom van hem geweest om te denken dat haar houding ten opzichte van hem was veranderd tijdens één dutje. Dat had hij ook niet echt geloofd. Zijn reactie was instinctief geweest. Had hij een seconde erover nagedacht, dan zou hij het wel uit zijn hoofd hebben gelaten om te reageren, ook als ze hem zelf ertoe uitnodigde. Hij had nooit verwacht dat hij de gevolgen van zijn daden zou kunnen ontwijken. Hij vond ook niet dat hij beter verdiende dan hij kreeg. Het was zijn eigen fout dat hij Francesca was kwijtgeraakt. Kon hij nu maar een manier vinden om niet meer zo verschrikkelijk naar haar te verlangen.

Hij had gedacht dat het verlangen was opgehouden. Als iemand hem gisteren had gevraagd of een weerzien met haar hem iets zou doen, had hij ontkennend geantwoord. Maar telkens wanneer hij naar haar keek, voelde hij die dezelfde intense aantrekkingskracht die hem een decennium geleden zo had afgeschrikt.

Zijn mobieltje ging. Dat was vast Finch. Hij bekeek het nummer op het display.

Het was zijn moeder.

Skull Valley was niet ver meer. Hij kon het telefoontje best negeren, zijn moeder bood tenslotte niet de afleiding waarop hij gehoopt had. Maar dan zou ze hem opnieuw bellen. Hij besloot maar meteen door de zure appel te bijten. ‘Hé, mam.’

‘Waar ben je?’ vroeg ze.

‘In de auto.’

‘Dat zegt me niets.’

‘In Arizona, nog steeds bezig met die seriemoorden. Is er iets?’

‘Lori heeft me vanochtend gebeld.’

Jemig, belde ze nu ook al zijn moeder? ‘Je hebt haar toch niet verteld dat ik in Arizona ben?’

‘Natuurlijk wel. Waarom zou ik dat niet vertellen?’

‘Omdat het haar geen donder aangaat.’

‘Ze was van streek, Jonah. Ze zei dat ze al de hele tijd contact met je probeert te krijgen, maar dat je niet reageert.’

Gezien het feit dat hij bepaalde persoonlijke informatie op Lori’s verzoek voor zich hield, had ze wel lef om zijn moeder erbij te betrekken. Dat had ze eigenlijk altijd al gehad, een enorme portie lef.

De verleiding was groot om Rita alles uit de doeken te doen. Hij vroeg zich af hoe ze zou reageren als hij haar vertelde dat Lori’s huisgenote wel iets meer was dan dat, dat Lori al wist dat ze lesbisch was vóór ze met hem trouwde.

Maar dat deed hij niet. Waarom zou hij die moeite nemen? Lori betekende niets voor hem. Ze was het hem niet waard om wraak te nemen. Het was eenvoudiger om te doen alsof hun problemen veel universeler waren. ‘Ik heb het druk gehad.’

‘Te druk om haar terug te bellen?’

‘Mam, Lori is mijn ex-vrouw. Dat betekent dat ze niet mijn eerste prioriteit is. Waarom zou ik alles aan de kant schuiven als zij belt?’

‘Waarom niet? Het kan geen kwaad om haar te helpen.’

Wist ze eigenlijk wel wat zijn ex-vrouw van hem verlangde? Wat had Lori zijn moeder verteld, dat Rita er zo plompverloren bovenop sprong? Toegegeven, daar was niet veel voor nodig, maar er moest toch een of andere reden voor zijn. ‘Wat wil ze eigenlijk?’ vroeg hij, nieuwsgierig naar wat zijn moeder zou zeggen.

‘Weet je dat dan niet?’

In zijn achteruitkijkspiegel ving hij een glimp op van Francesca’s BMW. Hij trapte het gaspedaal wat dieper in. Moordzaak of geen moordzaak, hij kon haar verwarrende aanwezigheid missen als kiespijn. ‘Niet precies.’

‘Ze wil dat je als karaktergetuige optreedt, zodat ze een pleegkind kan nemen.’

Een pleegkind? Zeker niet. Lori wilde met andere wensouders wedijveren om een ongeboren kind. Toch corrigeerde hij zijn moeder niet. Soms trok Rita oververhaaste conclusies, zonder de details te kennen. Voor haar was het leven heel simpel: iets was zwart of wit, en een oordeel was zó geveld. Dit was daar een perfect voorbeeld van. ‘En wat voegt het toe als ik van haar goede wil en karakter getuig?’

‘Geen idee. Ze denkt dat het wat uitmaakt. En deze gunst zou je maar een paar minuten de tijd kosten.’

‘Een beetje vertrouwen, mam. Ik doe het zodra ik er de tijd voor heb.’

‘Hoe eerder hoe liever, Jonah. Gescheiden stellen hoeven geen vijanden te zijn. Neem je vader en mij, bijvoorbeeld.’

Hij wisselde van rijbaan. ‘Pa is hertrouwd, mam.’

‘Ja, en?’

‘Hij is niet degene die met jou te maken heeft. Alles gaat via zijn vrouw.’

‘Dat is niet waar. Bovendien kunnen Jolynn en ik het prima met elkaar vinden.’

Prima was een groot woord. Jonah had een goede band met zijn vader en stiefmoeder en wist dat Jolynn er helemaal niet blij mee was dat zij als contactpersoon voor Rita naar voren werd geschoven. Maar ze kon beter met mensen – correctie, met Rita – overweg dan zijn vader, en daarom was dit haar taak. ‘Wat heeft dat er overigens mee te maken?’

‘Ik zou graag zien dat je vrede sluit met Lori. Laat die rancune gaan.’

‘Aha. Ik snap het. Bedankt voor het advies,’ reageerde hij droogjes.

Ze aarzelde even, en hoewel hij verwachtte dat ze van onderwerp zou veranderen, deed ze dat niet. Blijkbaar had het telefoontje van Lori haar aan het denken gezet over het feit dat hij de dertig al gepasseerd was en nog steeds niet hertrouwd was. ‘Lori is zo’n aardig mens, zo hulpvaardig en vriendelijk.’

Jazeker, maar alleen als ze iets nodig had…

‘Denk je dat jullie tweeën ooit nog bij elkaar zullen komen?’

‘Nee. Nooit.’

Ze deed alsof zijn stelligheid haar verraste. ‘Goh, ik had nooit gedacht dat je zo bitter zou zijn. Jullie leken het ideale paar, en toen was het ineens over. Ik weet nog steeds niet goed waarom jullie uit elkaar –’

‘Onoverbrugbare meningsverschillen,’ onderbrak hij haar. ‘Mam, ik moet mijn gps controleren.’

‘Doe dat dan,’ antwoordde ze.

‘Tegelijkertijd bellen gaat met mijn mobiel niet. Ik bel je later nog wel, goed?’

‘Je doet maar.’ Ze snoof. ‘En neem contact op met Lori.’

‘Ja, dat heb je al gezegd. Nogmaals bedankt, mam.’ Hij hing op. Na deze stunt kon Lori op die verdomde aanbeveling wachten tot hij weer in Californië zat. Hij had nu sowieso geen tijd om de auto aan de kant te zetten, zijn laptop open te klappen en een brief op te stellen. Volgens zijn gps was hij Peeples Valley al voorbij. Dadelijk zou hij bij Kirkland zijn. Dat betekende dat hij nog maar een kilometer of elf van Skull Valley verwijderd was. Francesca volgde op enkele honderden meters.

Wat zouden ze aantreffen bij aankomst? Hij kon zich er van alles bij voorstellen, maar zijn fantasie was niets in vergelijking met de werkelijkheid.