Hoofdstuk 17

 

 

 

Wat had haar bezield? Francesca wist het niet. Maar ze móést uit dat busje, voor het geval Jonah terugkeerde voordat ze zichzelf weer in de hand had. Butch had zich waarschijnlijk nog niet in huis teruggetrokken, maar Jonah leek haar op dat moment een grotere bedreiging. Zijn hand had maar even op haar borst gelegen, en toch voelde ze nog steeds de felle warmte door de stof van haar shirt heen. Ze snapte er niets van. Ze had relaties gehad met andere mannen, om wie ze ook echt gegeven had, maar er was nooit iemand als Jonah geweest. Hoe kon hun samenwerking worden voortgezet als er zo’n krachtige onderstroom bestond, die hen voortdurend alle kanten op trok?

Misschien kon ze maar beter alleen doorgaan. Nu Dean aan het rondstruinen was en onverwachts op de gekste plekken opdook, zou Jonah dat waarschijnlijk niet met haar eens zijn, maar ze kon niet van hem verwachten dat hij haar voor eeuwig beschermde. Hun onderlinge verstandhouding stond onder druk. Ze hadden al diverse richtingen verkend, en ze wist wat er zou gebeuren als het de richting uit ging die haar voorkeur had. Dan zouden ze weer terug zijn bij af, zoals het was voordat hij haar beste vriendin zwanger had gemaakt.

Maar ze was niet de enige voor wie er dit keer iets op het spel stond. Er waren immers verschillende vermoorde vrouwen aangetroffen in Dead Mule Canyon. Ook April was daar gevonden. De families van de slachtoffers wilden natuurlijk graag gerechtigheid.

En dan waren er nog de slachtoffers die Butch en Dean in de toekomst zouden kunnen maken.

Francesca moest haar privéleven op een zijspoor zetten en zich goedhouden tot deze zaak was opgelost.

Gelukkig kon ze op dit moment Jonah even mijden.

In dit deel van de woestijn waren er op de vlakke aarde meer cactussen dan bomen te vinden. Om het gebrek aan beschutting te compenseren, verplaatste ze zich zo snel mogelijk. Waar was Butch heen gegaan? Voor het gedoe met Jonah had ze Butch zien rondrijden in zijn truck. Hoewel de wagen niet meer in beeld was, betwijfelde ze of hij het huis was in gegaan. Ze vermoedde dat hij nog steeds op de sloperij bezig was, misschien in het kantoor, waar licht brandde. Misschien deed hij de administratie of was hij aan het bellen, of iets dergelijks.

Gelukkig bood de ondergaande zon genoeg schaduw voor een zekere mate van veiligheid. Over een paar minuten zou ze niets meer kunnen zien zonder een zaklantaarn. Dit was dus niet zo’n slecht moment om eens rond te kijken, vooral omdat de hond, Demon, binnen leek te zijn, in het huis of het kantoor. Ze kon het erf niet op zonder de toelaatbaarheid van eventueel bewijs in gevaar te brengen, maar er was geen wet die het verbood over een hek te gluren.

Juist op het moment dat ze haar camera pakte, in de hoop een paar foto’s te kunnen maken voor de duisternis definitief inzette, zag ze Paris bij het keukenraam staan. Butch’ vrouw was aan het afwassen, maar keek zo af en toe gespannen de tuin in. Wachtte ze op haar echtgenoot? Vroeg ze zich af waar haar broer bleef? Was er eigenlijk wel enige controle op Deans reilen en zeilen? Waar was het oudere echtpaar heen? Wanneer kwamen ze weer terug?

Dicht bij het hek blijvend, liep Francesca om het terrein heen. Ze concentreerde zich op autowrakken die nog niet helemaal waren gestript en vermorzeld. Er zaten weinig Priussen bij. Nu het donker begon te worden, werd het lastiger om de kleur van de auto’s te bepalen. Volgens Terrance reed Bianca in een antracietgrijze Prius, maar als Butch of Dean haar auto hierheen had gebracht, dan zou er toch direct met ontmanteling zijn begonnen? Des te sneller de auto uit elkaar was gehaald, des te beter. Bianca was al een jaar dood. Hoe groot was de kans om ook maar een deeltje van haar voertuig terug te vinden?

Plotseling floepten er op regelmatige afstand van elkaar verschillende schijnwerpers aan. Waren ze op een tijdschakelaar aangesloten of had Butch haar gezien en ze ingeschakeld? Francesca wist het niet, en ze kroop van het hek vandaan om te schuilen achter een grote struik. Dat was de beste schuilplek die ze kon vinden.

‘Butch?’ De hordeur viel met een knal achter Paris in de deuropening terug. Francesca kon Mrs. Vaughn in het felle licht van de schijnwerpers veel beter zien dan toen ze bij het raam had gestaan, met het licht van achteren op zich gericht. Paris leek van slag. Waarom?

Ze droeg een eenvoudig katoenen shirt, een ruime korte broek en slippers. Via de veranda liep ze de tuin in. Francesca kon haar voetstappen op de houten treden horen. ‘Butch? Waar ben je?’

Butch stak zijn hoofd om de hoek van de deur van zijn kantoor. ‘Hier.’

Paris haastte zich naar hem toe en ging naar binnen. De deur bleef openstaan, en vanuit het kantoor viel een grillige driehoek van licht op de grond.

Francesca kroop zo dicht mogelijk tegen het hek aan. Afgaande op Paris’ gezichtsuitdrukking was er iets veranderd, en Francesca wilde graag weten wat dat was. Paris stak van wal met: ‘Ik kreeg zojuist een telefoontje van…’ maar toen ze naar binnen stapte, kon Francesca haar niet meer verstaan.

Een meter of vijf verderop bevond zich het hek waardoor Francesca de eerste keer het terrein had betreden. Het stond open. Het was een breed hek, dat overdag toegang verschafte aan de diepladers met hun afgedankte rammelkasten. Ze kon er gemakkelijk doorheen glippen en zich tegen het kantoorgebouwtje aan drukken. Dan kon ze alles horen…

Maar was het het waard om gepakt te worden?

Dean en zijn ouders waren er niet. En Demon bevond zich niet op het erf. Het risico was dus niet zo groot. Misschien zou het gesprek tussen Butch en Paris een aanknopingspunt opleveren voor de moorden, vóór er weer een werd gepleegd.

Omdat ze Jonah graag wilde laten weten wat ze van plan was, keek ze om naar het busje, dat als een vlekje aan de horizon zichtbaar was. Jonah was nergens te bekennen. Als ze nu nog langer wachtte, zou het te laat zijn. Ze wilde graag horen wat Paris te zeggen had en moest nu dus een stap zetten.

Een paar seconden later stond ze tussen de auto-onderdelen en stapels schroot in de sloperij. Toen ze om een hoog opgetaste berg chassissen heen liep, stond ze oog in oog met de etalagepop, nog steeds onder het kleed, nog steeds verrassend lijkend op een menselijk lichaam. Ze negeerde de pop en daarmee ook de vernedering die met haar foute interpretatie gepaard was gegaan. Ze liep niet verder in die richting, maar de andere kant op, om Butch’ kantoor heen.

Hoe voorzichtig ze ook liep, de met steentjes vermengde aarde kraakte onder haar voeten. Toch was ze niet bang dat ze de aandacht zou trekken; niet op dit moment. Hoe dichter ze bij Butch’ kantoor kwam, des te duidelijker werd het dat hij en zijn vrouw in een heftige discussie verwikkeld waren.

‘Ik wil niet dat ze nog hierheen belt.’ Dat was Paris.

‘Jij zei dat de beller heeft opgehangen,’ antwoordde Butch.

‘Is ook zo.’

‘Hoe weet je dan dat zij het was?’ Het klonk alsof hij probeerde nonchalant over te komen, maar Francesca trapte er niet in. Ze vroeg zich af of Paris er ook doorheen prikte.

‘Omdat ze altijd ophangt als ik de telefoon opneem.’

‘Waarom zou Kelly naar het huis bellen, Paris? Als ze mij wil spreken, dan belt ze me op mijn mobiel of op het zakelijke nummer. En ik zweer je dat ik niets meer van haar vernomen heb nadat ik de relatie verbroken heb.’

‘Ze wil meer dan jou op je mobiel bellen. Ze wil mij erbij betrekken. Ze hoopt dat ik dan overstuur raak, dat ons huwelijk aan diggelen gaat. Ze denkt dat ze jou na een scheiding helemaal voor zichzelf alleen zal hebben.’

‘Ach, kom. Ze weet dat wij nooit uit elkaar zullen gaan. Dat heb ik haar van meet af aan voorgehouden.’

‘Maar dat betekent nog niet dat ze het wil accepteren!’

‘Ze heeft een echtgenoot. Kinderen.’

‘Een echtgenoot van wie ze niet houdt. Matt gaat bij haar weg. Dat weet je. Ze zet haar kinderen in om er een financieel slaatje uit te slaan. Zonder het geld zou ze direct bij hem weggaan, zeker als ze in de veronderstelling verkeert dat ze bij jou kon zijn.’

‘Je weet niet waar je het over hebt.’

‘Weet je zeker dat je die relatie hebt verbroken, Butch?’

‘Dat heb ik je toch verteld?’

‘Waar komt dit dan vandaan?’

Op die vraag volgde de luidste stilte die Francesca ooit had gehoord.

‘Hoe kom je daaraan?’ vroeg Butch uiteindelijk.

‘Na het telefoontje ben ik naar je pick-up gegaan. Ik vond hem in het dashboardkastje.’

Francesca had graag Butch’ gezicht gezien, zijn lichaamstaal. Ze schoof wat dichter naar het raam toe, maar ze stonden bij zijn bureau, niet in haar zichtlijn.

‘Wat een kul,’ blafte Butch. ‘Ik zou nooit zo stom zijn om de onderbroek van een andere vrouw op zo’n voor de hand liggende plek te bewaren.’

‘Hoe is het ding daar dan gekomen?’ vroeg ze met schrille stem.

‘Geen idee. Maar ik heb het er niet ingestopt.’

‘Herken je dat slipje?’

‘Nee.’

‘Je denkt toch niet dat ik dat geloof? Jij verzamelt damesslipjes! Je gebruikt ze om de momenten met de vrouwen van wie ze waren opnieuw te beleven. Een zo’n broekje aanraken is voor jou al genoeg om klaar te komen!’

Hij gooide het over een andere boeg. ‘Ik ben niet bij Kelly geweest!’

‘Wie dan wel?’

‘Niemand!’

Nu kwam Paris in beeld. Met het hoofd op de borst en het slipje in haar rechtervuist geklemd, leek ze totaal verslagen. ‘Ik kan er niet meer tegen, Butch. Na alles wat er is gebeurd, na die nachtmerrie, een eindeloze nachtmerrie die nooit voorbijgaat, kun jij nog steeds niet trouw zijn?’

‘Ik ben seksverslaafd, Paris. Daar kom je niet zo gemakkelijk weer van af.’

‘Ik heb therapie voorgesteld, maar je wilt er niet aan.’

‘Dat helpt toch allemaal niets! Bovendien houd ik er niet van als anderen in je hoofd zitten te roeren.’

‘Wat stel jij dan voor?’

‘Hoezo?’

‘Om hier een eind aan te maken!’ Ze hield het slipje omhoog. ‘Om je overspel te stoppen!’

‘Ik ben al gestopt!’ hield Butch vol. ‘Kom. Ik neem je mee naar de Martins, nu direct, en dan kan Kelly je zelf vertellen dat we elkaar al een maand niet meer zien.’

Paris liet haar schouders hangen. ‘Als je zó ver wilt gaan, dan moet er een andere vrouw in het spel zijn. Alweer.’

‘Nee…’

Ze draaide zich op haar hielen om en verdween uit Francesca’s zicht, maar ze was nog wel te horen. ‘En die vrouw die in Skull Valley is gevonden? Is dit broekje soms van haar?’

‘Nee.’

‘Die privédetective was hier niet voor niets, Butch. Het ging haar niet om Julia.’

Wie was Julia, vroeg Francesca zich af.

‘Die privédetective heeft het op de verkeerde vent gemunt. Het is gewoon een stomme teef.’

Nu zijzelf ter sprake kwam, ging Francesca onwillekeurig een paar stappen achteruit.

‘Teef?’ echode Paris. ‘Ja, misschien wel. Maar stom? Nee, dat denk ik niet.’ Ze liep naar de deur, en Francesca trok zich pijlsnel terug in een opening tussen twee stapels schroot. Maar Paris kwam niet naar buiten. Butch moest haar hebben tegengehouden. Hij was nog steeds aan het woord.

‘Je broer heeft dat slipje in mijn pick-up gelegd. Hij weet dat we ruzie hebben gehad. Hij weet dat zoiets net de laatste druppel kan zijn. Hij wil graag van mij af.’

‘Dat is belachelijk,’ zei ze. ‘Waar haalt Dean een damesslip vandaan? Met al die medicijnen die hij slikt, is hij waarschijnlijk hartstikke impotent.’

‘Misschien is hij seksueel actiever dan je denkt.’

‘Misschien ben jij ook wel actiever dan ik denk.’

De deur knalde tegen de buitenmuur toen Paris het kantoor uit stormde. Opnieuw hield Butch haar tegen.

‘Toe schatje, loop nu niet op die manier weg. Ik heb een probleem. Dat heb ik al eerder gezegd. Maar ik ben ermee bezig.’

‘Je bent ermee bezig? Je hebt niet eens professionele hulp ingeschakeld.’

‘Ik doe dit op mijn manier.’

‘Wat is jouw manier, Butch? Je maakt nog steeds profielen aan op datingsites. Je spreekt nog steeds met andere vrouwen af. Is dat jouw manier?’

‘Dat was een vergissinkje. De drang waartegen ik vecht, is heel sterk. Maar ik kan erbovenop komen.’

‘De laatste met wie je seks had, is dood. Zeg me dat dat toeval is, alsjeblieft.’

‘Dat weet je toch. Waarom zou ik iemand vermoorden?’

‘Je hebt buien. Dat hoef ik je toch niet te vertellen?’

‘Luister, ik heb seks met haar gehad. Klopt. Maar het stelde niks voor. Jij bent de enige die ertoe doet. Dat heb ik je al eerder verteld.’

Francesca stak haar hoofd om de hoek van een stapel bumpers en zag dat Paris haar hoofd schudde. ‘Je snapt er niets van. Jij hebt geen idee wat hier op het spel staat… wat je hebt gedaan.’ Ze liep door.

‘Francesca Moretti, de politie… ze kunnen me niets maken,’ riep hij haar achterna.

‘Dat betekent nog niet dat ze hun pogingen om belastend materiaal te vinden zullen staken.’

‘Het is verspilde moeite.’

‘Zeg dat maar tegen de lui die ons huis op dit moment in de gaten houden.’

Hij rende achter haar aan. Ze wachtte niet op hem. ‘Waar heb je het over?’

Ze draaide zich naar hem om. ‘We worden in de gaten gehouden, Butch. Mijn ouders belden nadat ik Kelly of wie het ook was aan de lijn had gehad. Ze zeiden dat het busje dat ik eerder vandaag zag toen ik bij hen was, nu weer in de buurt staat. Een paar honderd meter verderop.’

Hij keek om zich heen. ‘Waar?’

‘Daar.’ Ze wees in de richting van het busje, hoewel het inmiddels te donker was om het te kunnen zien. ‘Er zitten twee mensen in. Zij bewaken ons huis, wachten tot je in de fout gaat. Ik word er gek van, de gedachte dat we in de gaten worden gehouden.’

‘Wel verdomme.’ Butch greep een loden pijp uit een stapel rommel en haastte zich naar het hek.

‘Butch? Wacht! Waar ga je heen?’

Hij gaf geen antwoord.

Het liefst was Francesca achter hem aan gegaan. Nu hij wist van het busje, zou hij op zoek gaan naar de inzittenden. Dat was logisch. Ze moest als de sodemieter van het terrein af. Maar bij het openstaande hek stond Paris. Huilend keek ze haar echtgenoot na, die in de duisternis verdween.

 

Zodra hij Butch de sloperij zag verlaten, wierp Jonah zich op de grond. Als het enigszins kon, wilde hij een confrontatie vermijden. Hij moest Francesca zien te vinden en er dan zo snel mogelijk vandoor gaan, maar dat bleek moeilijker dan verwacht. Hoewel hij al drie keer om het terrein heen was gelopen, had hij haar niet gevonden. En hij dacht wel te weten hoe dat kwam. Als ze niet buiten bij het hek was en ook niet in het busje, dan was ze natuurlijk op de sloperij.

Maar waar precies? En waarom? Realiseerde ze zich niet dat het onderzoek op scherp werd gezet als ze zich op verboden terrein begaf?

Toen Butch eenmaal uit het zicht was, kwam Jonah overeind, om zich direct weer op de grond te laten vallen vanwege een naderende auto. Het waren Butch’ schoonouders. Hij herkende de wagen van eerder op die avond toen hij Butch’ schoonvader achter het stuur had gezien.

Shit. Met de seconde werd hij nerveuzer. Ging Butch’ familie nu maar naar binnen. Hij kon niets doen als ze buiten waren, kon zelfs niet het erf op gaan. En zij waren niet de enige hindernis. Het licht van hun koplampen viel op de gestalte van een vrouw bij het hek. Paris. Jonah wist dat het Butch’ vrouw was, omdat ze haar ouders iets toeriep toen de motor was afgezet en de portieren opengingen.

‘Zaten er mensen in?’

‘Waarin?’ vroeg haar moeder.

Drie portieren werden dichtgeslagen. Jonah wist niet wie de derde persoon was, maar er moest iemand zijn die op de achterbank was meegereden.

‘Het busje,’ zei Paris. ‘Het busje waar je me een paar minuten geleden over belde.’

Haar vader liep om de auto heen over het gras in de richting het huis. ‘Niemand gezien.’

Zijn vrouw volgde hem, evenals de onbekende derde persoon. Hoewel het oudere echtpaar Jonahs zicht blokkeerde, had hij zo het idee dat het Dean was. Ze hadden hem zeker bij de bushalte opgehaald. Weliswaar waren ze veel te lang weggeweest voor zo’n kort ritje, maar misschien hadden ze ook een hapje gegeten of nog wat boodschappen gedaan.

‘Hoe dichtbij zijn jullie geweest?’ vroeg Paris.

‘Zo dichtbij dat we hebben kunnen zien dat er niemand was. Eerder zaten er wel mensen in. Ik zag ze toen we vertrokken. Ik stond er pas bij stil toen hetzelfde busje er nog stond toen we terugkwamen.’

‘Wie zag je?’ Dat was de stem van de derde persoon. Het was inderdaad Dean. ‘Wat is er aan de hand?’

Paris gaf antwoord. ‘De politie houdt ons in de gaten.’

‘Echt waar? Denken ze zo te kunnen bewijzen dat Butch die vrouw heeft vermoord?’

‘Doe niet zo opgewonden, Dean,’ blafte zijn zus.

‘Ik ben helemaal niet opgewonden. Verrast, dat wel. Het lijkt me dat zij een realistischer beeld van Butch hebben dan jij.’

Paris’ stem kreeg een scherpe, boze klank. ‘Hou je kop! Dat zou je in zijn gezicht nooit zeggen.’

‘Dat is waar. Maar als hij helemaal niet gewelddadig is, zoals jij steeds beweert, dan zou ik dat toch ook in zijn bijzijn moeten kunnen zeggen?’

Met haar handen tot vuisten gebald stapte ze naar voren. ‘Hoe durf je! Wees blij dat hij in je onderhoud voorziet. Waar zou je zonder hem zijn? Op straat? God weet dat jij nooit als een normaal mens zult kunnen functioneren.’

Het raakte hem niet. ‘Nee, een moordenaar, dát is een normaal mens.’

Hun moeder kwam tussenbeide. ‘Nu is het genoeg. Ophouden, allebei. Laten we nu niet in paniek raken. We weten dat Butch nooit iemand pijn zou doen.’

Geloofde ze dat nu echt, vroeg Jonah zich af.

‘Buiten Kelly Martin, bedoel je?’ Dean smulde ervan, dat had Paris goed gezien. ‘Die heeft hij al eens eerder geslagen, weten jullie nog? Toen ze iets te vaak langskwam en hun affaire te veel in de gaten begon te lopen.’

‘Dean!’ riep hun moeder uit. Paris probeerde haar broer een mep te verkopen, maar dat mislukte omdat de oudere vrouw hem beschermde.

‘Jij miezerig ettertje!’ gilde Paris. ‘Laat Kelly erbuiten. Hij heeft haar nooit aangeraakt.’

Dean stak zijn hoofd achter zijn moeder vandaan en gaf snedig repliek. ‘O ja? Een affaire betekent juist dat hij haar wél heeft aangeraakt, zusjelief. En wel op hele intieme plekken.’

‘Nu heb ik er genoeg van! We schoppen je eruit. Ga maar voor jezelf zorgen!’ krijste Paris.

‘Dit alles is nog steeds ons eigendom,’ zei haar moeder. ‘Vergeet dat niet.’

Paris leek haar antwoord al klaar te hebben, maar ze vielen allemaal stil toen Butch zich ermee bemoeide. Hij was bij het busje geweest en kwam met een voorwerp aanzetten dat Jonah niet kon plaatsen. ‘Het is die vrouw,’ riep hij.

Jonah hield zijn adem in.

‘Wie?’ vroeg Paris’ vader.

‘Francesca Moretti.’

Jonah vloekte binnensmonds.

‘Hoe weet je dat?’ vroeg Paris.

‘Herken je dit?’ Hij hield het voorwerp omhoog. Dean begon te lachen.

‘Dat is haar tas,’ zei hij. ‘Alweer.’

‘Waar hangt ze dan nu uit?’ mopperde de oude man.

Butch gooide Francesca’s tas voor hun voeten. Toen zette hij zijn handen op de heupen en staarde naar de sloperij. ‘Ergens hier in de buurt.’

‘Ze heeft het recht niet.’ Paris klonk bezorgd. Was ze misschien bang dat Butch niet zo onschuldig was als zij wilde geloven? Er leek iets van een ontkenning in haar reactie geslopen. ‘Ze zal er alles aan doen om jou achter slot en grendel te krijgen.’

‘En… hoe ga je dit oplossen?’ informeerde Dean.

Butch negeerde het leedvermaak in diens stem, net zoals Paris. Hij gooide zijn zwager een sleutelbos toe. ‘Sluit de sloperij af.’