HOOFDPIJN
Het is heel lang geleden, haar man had bij een tramhalte staan wachten, het was een regenachtige avond, de straten glommen en vlak voor z'n neus werd er iemand overreden, liep iemand onder een auto. Dood.
Hij was van schrik luid en hoog gaan lachen, het was vreselijk, maar hij kon er niets aan doen, hij had naar het slachtoffer gewezen en hard gelachen.
Z'n gedrag wekte de woede van een oud dametje en ze begon met haar paraplu op hem in te slaan, ze sloeg z'n bolhoed over z'n ogen, z'n knijpbril lag stuk op straat en ze gilde: 'Hij lacht, hij lacht.'
De man was met hoofdpijn en een kapotte hoed thuisgekomen en hij had een akelig ongeluk gezien.