HOOFDSTUK 26
'Ik weet het niet,' zei Zefod naar zijn gevoel voor de zevenendertigste keer, 'ze hadden me zo kunnen vermoorden, maar dat deden ze niet. Misschien vonden ze me gewoon een soort eindeloze gozer of zo. Daar zou ik in kunnen komen.'
De anderen ventileerden zwijgend hun mening over deze theorie. Zefod lag op de kille vloer van de commandobrug. Zijn rug leek met de vloer te worstelen, terwijl er pijn door hem heen dreunde en tegen zijn hoofden bonsde.
'Volgens mij,' fluisterde hij, 'is er iets mis met die anoden knakkers, iets faliekant mafs.'
'Ze zijn geprogrammeerd om iedereen te vermoorden,' legde Magdiragdag uit.
'Dat,' piepte Zefod tussen het kloppende gedreun door, 'is het misschien.' Hij leek niet geheel overtuigd.
'He, lekker dier,' zei hij tegen Trema, in de hoop hiermee zijn eerdere gedrag goed te maken. 'Gaat het?' zei ze warm. 'Ja hoor,' zei hij, 'prima.'
'Fijn,' zei zij, en liep weg om na te denken. Ze tuurde naar het enorme visiescherm boven de commandodivans en liet er door een schakelaar over te halen beelden van de omgeving op aanfloepen. Een beeld was de verlatenheid van de Stofwolk. Een was de zon van Hokkie. Een was Hokkie zelf. Ze schakelde driftig heen en weer. 'Oke, dag Melkweg dus,' zei Hugo, en hij sloeg op zijn knieen en stond op.
'Nee,' zei Magdiragdag somber. 'Wat ons te doen staat is duidelijk.' Hij trok zulke groeven in zijn voorhoofd datje er wat kleine wortelgewassen in had kunnen planten. Hij stond op en begon te ijsberen. Toen hij weer iets zei schrok hij zo van zijn eigen woorden dat hij weer moest gaan zitten. 'We moeten op Hokkie landen,' zei hij. Een diepe zucht deed zijn oude gestel beven en zijn ogen leken haast te rammelen in hun kassen.
'Wederom,' zei hij, 'hebben we het er zielig bij laten zitten. Heel zielig.'
'Dat komt,' zei Amro kalm, 'omdat het ons geen ernst is. Dat zei ik je toch.'
Hij zwaaide zijn voeten op het bedieningspaneel en pulkte ongedurig aan iets op een van zijn vingernagels.
'Maar als we niet besluiten in te grijpen,' zei de oude man kribbig, alsof hij streed tegen een uiterst zorgeloze trek in zijn karakter, 'worden we allemaal vernietigd, gaan we allemaal dood. Dat is toch ernstig genoeg?'
'Niet genoeg om voor dood te willen gaan,' zei Amro. Er verscheen een soort holle glimlach op zijn gezicht, waarmee hij vliegensvlug de kamer rondkeek, naar ieder die er oog voor had. Magdiragdag vond dit standpunt kennelijk uitermate verleidelijk en vocht ertegen. Hij wendde zich weer tot Zefod, die knarsetandend lag te zweten van de pijn.
'Jij hebt vast wel een idee,' zei hij, 'waarom ze jouw leven gespaard hebben. Dat lijkt toch iets heel merkwaardigs en ongewoons.' 'Volgens mij hadden ze het zelf niet eens in de gaten,' zei Zefod schouderophalend. 'Dat heb ik je verteld. Ze hebben een ontzettend miezerig salvootje op me afgevuurd, me alleen maar bewusteloos gemept, niet waar? Ze hebben me aan boord gesleurd, me in een hoek gesmeten en niet meer naar me omgekeken. Alsof ze zich geneerden voor mijn aanwezigheid. Als ik iets zei mepten ze me weer bewusteloos. We hebben fantastische gesprekken gehad. "He... uhh!" "Hallo... uhh!" "Ik zou wel... uhh!" Ben ik uren mee zoet geweest, snap je.' Hij huiverde opnieuw. Hij had iets in zijn vingers waar hij mee speelde. Hij hield het omhoog. Het was het Gouden Schot - het Gulden Hart, het hart van de oneindige onwaarschijnlijkheids aandrijving. Alleen dat en de Houten Dwarsligger hadden de vernieling van het slot heelhuids overleefd.
'Ik hoor dat jouw schip aardig uit de voeten kan,' zei hij. 'Dus wat dacht je ervan als je mij eens terugzoefde naar het mijne voor je...' 'Help je ons niet?' zei Magdiragdag. 'Ons?' zei Amro op hoge toon. 'Wie zijn dat?' 'Ik zou je dolgraag blijven helpen met het redden van de Melkweg,' zei Zefod met klem, en hij drukte zijn schouders omhoog, 'maar ik heb de moeder en vader van een paar hoofdpijnen, en ik voel dat er heleboel hoofdpijntjes op komst zijn. Maar de volgende keer dat het gered moet worden ben ik je bink. He, Trema, lekker dier?' Ze keek even om.
'Kom je mee? Gulden Hart? Spanning en sensatie en echt avontuur?' 'Ik ga naar Hokkie,' zei ze.