HOOFDSTUK 19
Hoewel al is vermeld dat in ons melkwegstelsel alleen op Aarde Hokkie (of hockey) wordt behandeld als een aanvaardbaar onderwerp voor een spel, en dat de Aarde om deze reden nogal is gemeden, geldt dit niet alleen voor ons melkwegstelsel of meer nog in het bijzonder onze dimensie. In sommige van de hogere dimensies kunnen ze voor hun gevoel min of meer doen wat ze willen en
spelen ze al sinds hun transdimensionale equivalent van mensenheugenis een eigenaardig spel genaamd Brockisch ultrahockey. 'Laten we het maar ronduit zeggen, het is een ziek spel' (staat er in Het transgalactisch liftershandboek) 'maar ja, iedereen die ooit in een hogere dimensie is geweest weet dat er daarboven een knap ziek stelletje heidenen zit dat allang overhoop geholpen zou zijn, en terecht, als er maar iemand een manier wist te bedenken om projectielen af te vuren loodrecht op de werkelijkheid.'
Dit is opnieuw een voorbeeld van het feit dat Het transgalactisch liftershandboek iedereen in dienst neemt die zo van de straat komt binnenlopen en zich laat belazeren, vooral als ze toevallig 's middags van de straat komen binnenlopen, want dan is er van het vaste personeel vrijwel niemand aanwezig. We raken hier een essentiele kwestie:
De geschiedenis van Het transgalactisch liftershandboek wordt gekenmerkt door idealisme, strijd, wanhoop, hartstocht, succes, mislukking en gigantisch lange lunchpauzes.
De vroegste wortels van het Handboek zijn inmiddels, tezamen met het merendeel van de boekhouding, verdwenen in de nevelen destijds.
Voor verdere en nog eigenaardiger theorieen omtrent de locatie waar ze verdwenen zijn, zie onder.
Volgens de meeste overleveringen evenwel was de oprichter en eerste redacteur een zekere Kastie Vroetmig.
Kastie Vroetmig richtte naar verluidt het Handboek op, riep eerlijkheid en idealisme uit tot de grondbeginselen ervan en ging failliet. Er volgde een jarenlange periode van armoede en navelstaren, waarin hij vrienden raadpleegde, in onwettige gemoedstoestanden in verduisterde kamers zat, nadacht over van alles en nog wat, met gewichten stoeide, en vervolgens, na een toevallige ontmoeting met de heilige lunchbroeders van Voendoen (die betoogden dat de lunch nu eenmaal centraal stond in de aardse dag van de mens en dat de aardse dag van de mens gezien kon worden als een analogie van zijn geestelijk leven, zodat de lunch derhalve
(a) gezien moest worden als het centrum van het geestelijk leven van de mens, en
(b) genuttigd moest worden in verrekte leuke restaurants), richtte hij het Handboek opnieuw op, stelde als grondbeginselen vast eerlijkheid en idealisme en waar die twee zijn rug op konden, en voerde het Handboek naar zijn eerste commerciele succes van betekenis.
Tevens ontwikkelde en onderzocht hij de invloed van de redactionele lunchpauze, die vanaf dat moment zo'n doorslaggevende rol zou spelen in de geschiedenis van het Handboek, aangezien daaruit voortvloeide dat het merendeel van het eigenlijke werk werd verricht door willekeurige voorbijgangers die toevallig op een middag de lege kantoren kwamen binnenwandelen en iets zagen waarmee ze zich nuttig konden maken.
Korte tijd nadien werd het Handboek overgenomen door uitgeverij Megadodo van Ursa Minor-beta, waarmee het geheel een uiterst gezonde financiele basis kreeg en de vierde redacteur, Lik Loeriejr., in staat werd gesteld lunchpauzes te nemen van een dusdanig adembenemende omvang dat in vergelijking daarmee zelfs de inspanningen van recentere redacteuren die zijn begonnen met gesponsorde lunchpauzes ten behoeve van liefdadige doeleinden, niet meer dan sneetjes brood lijken.
Formeel heeft Lik zelfs nooit ontslag genomen als redacteur - hij is op een gegeven moment gewoon tegen de middag vertrokken en nooit meer teruggekomen. Weliswaar is er sindsdien meer dan een eeuw verstreken, doch tal van leden van de Handboek-reductie verkeren nog steeds in de romantische veronderstelling dat hij alleen maar even een hamcroissant is gaan halen en zo terugkomt om zich 's middags nog even goed uit de naad te werken. Strikt gesproken zijn alle redacteuren sinds Lik Loeriejr. dan ook aangesteld als waarnemend redacteur, en Liks bureau wordt nog steeds zo gehouden als hij het heeft achtergelaten, met de toevoeging van een bordje waarop staat 'Lik Loerie jr., redacteur, vermist, vermoedelijk de buik vol'.
In sommige uitermate achterbakse, ondermijnende kringen wordt erop gezinspeeld dat Lik verdwenen zou zijn tijdens de eerste uitheemse experimenten op het gebied van het alternatieve boekhouden. Is hiervan al weinig bekend, nog minder wordt erover gesproken. Ieder die notitie neemt van, laat staan de aandacht vestigt op het merkwaardige maar uiterst toevallige en onbeduidende feit dat elke wereld waar het Handboek ooit een boekhoudafdeling heeft gevestigd korte tijd later ten onder is gegaan aan een oorlog of natuurramp, loopt alle kans aan barrels te worden geprocedeerd. Het is een boeiend, ofschoon volstrekt op zichzelf staand gegeven dat de twee, drie dagen voorafgaand aan de sloop van de planeet Aarde om ruimte te maken voor een nieuwe hyperruimtelijke rondweg een dramatische stijging te zien gaven van het aantal gesignaleerde vliegende schotels, niet alleen boven het Wagener-stadion in Amstelveen, maar ook boven het Veluwse Putten. Putten was altijd geassocieerd met mythen over oude koningen, hekserij, prehistorische trekroutes en wrattengenezing, en was nu uitgekozen als vestigingsplaats voor het financiele archief van het Liftershandboek, en inderdaad waren er een paar uur voor de Vogoniers arriveerden net tien jaar aan financiele archieven overgebracht naar een magische heuvel even buiten het dorp. Geen van deze feiten, hoe vreemd of onverklaarbaar ook, is zo vreemd of onverklaarbaar als de spelregels van het Brockisch ultra-hockey zoals dat wordt gespeeld in de hogere dimensies. Een uitputtend overzicht van de regels is zo gigantisch ingewikkeld dat de enige keer dat ze ooit in een deel bijeen zijn gebracht dit boekwerk een zwaartekrachtsimplosie onderging en eindigde als zwart gat. Een korte samenvatting luidt evenwel als volgt: REGEL EEN: Laat ten minste drie extra benen groeien. Je hebt ze nergens voor nodig, maar het zijn leuke dingen voor de mensen. REGEL TWEE: Zoek een goede Brockische ultrahockeyer. Kloon hem een paar keer. Dit bespaart een enorme hoeveelheid saai geselecteer en geoefen.
REGEL DRIE: Zet je ploeg met de tegenpartij op een groot veld en bouw er een hoge muur omheen.
De reden hiervoor is dat het spel weliswaar een kijksport van de eerste orde is, maar dat de frustratie die de toeschouwers ondergaan als ze niet echt kunnen zien wat er gaande is hen in de waan brengt dat het spel een stuk opwindender is dan het in werkelijkheid is. Een publiek dat net heeft gekeken naar een nogal slaapverwekkende wedstrijd ervaart veel minder levensbevestiging dan een publiek dat denkt dat het net de gedenkwaardigste gebeurtenis in de geschiedenis van de sport heeft gemist.
REGEL VIER: Gooi een gevarieerde verzameling sportattributen over de muur voor de spelers. Maakt niet uit wat -- hockeysticks, honkvaste knuppels, tenniskanonnen, ski's, alles waarmee je een flinke maai kan uitdelen.
REGEL VIJF: De spelers dienen er nu uit alle macht en met alles wat ze in handen kunnen krijgen op los te rammen. Als een speler een 'treffer' plaatst bij een andere speler, dient hij zich onmiddellijk uit de voeten te maken en zich van een veilige afstand te verontschuldigen. De verontschuldigingen dienen bondig en gemeend te zijn en ter
wille van een maximum aan duidelijkheid en puntenscore te worden geuit per megafoon.
REGEL ZES: De winnende ploeg is de eerste ploeg die wint. Merkwaardig genoeg vormt het spel naarmate de dimensie waarin het wordt beoefend hoger is een steeds sterkere obsessie, maar wordt het tegelijkertijd steeds minder ook daadwerkelijk gespeeld, doordat het merendeel van de deelnemende ploegen momenteel in voortdurende staat van oorlog met elkaar verkeert over de interpretatie van deze regels. Dat is niet eens zo gek, want op de lange duur is een lekkere ouderwetse oorlog psychologisch minder schadelijk dan een slepende partij Brockisch ultrahockey.