15. Net als mama
'Goeiemorgen, Annie. Hoe voel je je?' Dr. Malisoff zat op de rand van het bed en Tony stond een paar stappen achter hem. Hij leek wel een aanstaande vader, zoals hij zenuwachtig op zijn voeten heen en weer stond te wiegen, met de handen op zijn rug ineengeslagen. Mevrouw Broadfield kwam haastig binnen uit de zitkamer om de dokter een bloeddrukmeter te brengen. Ik kwam moeizaam overeind. Ik had diep geslapen, maar voelde me niet verfrist, en mijn onderrug was stijf.
'Een beetje moe', bekende ik. Eerlijk gezegd voelde ik me uitgeput, maar ik wilde dat de dokter goed zou vinden dat ik een telefoon en bezoek kreeg.
'Eh-eh.' Hij bevestigde de band van de bloeddrukmeter om mijn arm. 'Heeft ze goed gegeten, mevrouw Broadfield?' vroeg hij, zonder zijn blik van me af te wenden. Zijn ogen leken twee kleine microscopen die op mijn gezicht waren gericht.
'Niet zo goed als ik zou willen, nee, dokter', antwoordde mevrouw Broadfield, als een verklikkend schoolmeisje.
De arts trok een bestraffend gezicht en schudde zijn hoofd.
'Ik heb nog niet veel honger', verdedigde ik me.
'Ik weet het, maar je moet jezelf dwingen op krachten te blijven voor de strijd om je herstel... Ontspan je je wel, An- nie? Je ziet er niet ontspannen uit.' Ik keek snel naar Tony, die schuldbewust zijn blik afwendde.
'Ik doe mijn best.'
'Ze heeft toch geen bezoek gehad, hè?' vroeg dr. Malisoff aan mevrouw Broadfield.
'Ik heb geprobeerd haar rustig te houden', zei ze, zonder echt antwoord te geven. Waarom vatte ze alles zo persoonlijk op? vroeg ik me af. Was ze bang dat ze even snel zou worden ontslagen als Millie?
'Aha.' De arts onderzocht mijn benen, testte mijn reflexen en gevoel, keek met een klein verlicht instrumentje in mijn ogen, en schudde toen zijn hoofd. 'Ik wil meer vooruitgang zien als ik je volgende keer kom bezoeken, Annie. Je moetje meer concentreren op je herstel.'
'Maar dat doe ik al!' protesteerde ik. 'Wat moet ik anders? Ik heb geen telefoon. Het enige wat ik kan doen is televisie kijken en lezen. Alleen Tony en Drake en Rye Whiskey zijn me komen opzoeken.' Ik kon de schrille klank in mijn stem niet onderdrukken.
'Ik begrijp dat je in een hoogst emotionele toestand verkeert', zei dr. Malisoff zacht, in een poging me te sussen. 'Maar je bent hierheen gebracht om je een rustige omgeving te verschaffen, zodat je zo snel mogelijk beter wordt.'
'Maar wat heb ik dan verkeerd gedaan?'
'Het gaat om je mentale instelling, Annie. De therapie en de medicijnen helpen niet als je dat niet zelf wilt. Denk aan je gezondheid; concentreer je op het lopen en werk honderd procent mee met mevrouw Broadfield, oké?' Ik knikte en hij glimlachte. Zijn roodbruine snor krulde op bij de hoeken. Ik zei niets over de pijn en het gevoel in mijn benen, want er was iets heel belangrijks, dat eerst moest gebeuren voordat ik zelfs maar aan mezelf kon denken.
'Dokter...'
Ik richtte mijn bovenlichaam op door me af te zetten met mijn handen. 'Ik wil naar het graf van mijn ouders. Ik ben sterk genoeg nu, en vóór die tijd kan ik me niet concentreren op mijn herstel.' Het was niet mijn bedoeling koppig en kregelig te klinken, maar ik vrees dat ik wel zo overkwam.
Hij keek peinzend van mij naar Tony, en knikte toen kort. 'Goed', zei hij. 'Nog één dag rust, en dan zal meneer Tatter- ton de voorbereidingen treffen. Maar daarna moet je meteen weer terug naar bed en een slaappil nemen', ging hij verder, met een blik op Tony.
'Dank u, dokter.'
'En probeer wat te eten. Je hebt geen idee hoeveel energie een herstellend lichaam nodig heeft.'
'Ik zal het proberen.'
'Volgende week om deze tijd, Annie, wil ik die tenen zien bewegen en wil ik je horen giechelen als ik je onder je voeten kriebel, begrepen?' Hij zwaaide met zijn lange rechterwijsvinger naar me als een vader die een kind vermaant.
'Ja.' Ik glimlachte en ging achteroverliggen. Hij knikte en liep naar buiten, geflankeerd door mevrouw Broadfield en Tony. Ik hoorde dat ze over me praatten voor de deur van de slaapkamer. Ze confereerden zolang dat ik dacht dat ze overwogen me terug te sturen naar het ziekenhuis. Tony was de eerste die terugkwam. Hij liep naar mijn bed en pakte mijn hand in de zijne. Toen schudde hij zijn hoofd.
'Ik neem het mezelf kwalijk', legde hij uit. 'Ik voel me min of meer verantwoordelijk voor het slechte resultaat van het onderzoek. Ik had me gisteren niet mogen laten overhalen je al die droevige en tragische verhalen te vertellen.'
'Je moet jezelf niet de schuld geven', hield ik vol. Ik was bang dat ze van gedachten waren veranderd over de rouwdienst toen ze het over mij hadden in de zitkamer. 'Tony,
neem je me morgen mee naar het graf?'
'Natuurlijk. De dokter vindt het goed. Ik zal alles regelen voor de dienst morgen.'
'Nodig je Drake en Luke ook uit? Ik wil dat ze bij me zijn.'
'Ik zal mijn best doen. Drake komt tegen etenstijd terug uit Winnerrow', zei hij glimlachend.
'Maar, Tony, het zal je toch geen moeite kosten om Luke te vinden?' riep ik uit. Hoe kon hij zoiets zelfs maar suggereren? Maar aan de andere kant, als Luke het zo druk had met... met een nieuwe vriendin? Hij zou het telefoontje en de boodschap mislopen of veel te laat krijgen. Ik wilde hem bij me; ik had hem no-dig. 'Drake heeft hem zonder veel moeite gevonden.'
'Ik denk niet dat het problemen zal opleveren', zei hij. 'Ik zal mijn secretaresse meteen aan het werk zetten.'
'Dank je, Tony. Dank je.' Hij bleef mijn hand vasthouden toen ik me weer op het kussen liet vallen. Ik sloot mijn ogen. Zelfs die geringe opwinding maakte dat ik me zwak en moe voelde. Ik denk dat ze gelijk hadden dat ze me beschermden, dacht ik. Ik wilde nog wat rusten, maar mevrouw Broadfield gunde me geen rust. •
'Tijd om haar gereed te maken voor het ontbijt', zei ze tegen Tony. Hij knikte en liet mijn hand los.
'Ik kom in het begin van de middag terug. Ik hoop dat je een prettige ochtend hebt.'
Mijn ochtend was hetzelfde als altijd, behalve dat ik me dwong mijn ontbijt tot de laatste kruimel op te eten. Ik wilde mevrouw Broadfield of wie dan ook geen enkele reden geven om me te verbieden morgen naar het graf van mijn ouders te gaan. Veronderstel dat Tony Luke vond, en hij kwam, en het was afgezegd? Ze zouden hem natuurlijk verbieden me op te zoeken als ik niet eens in staat was de rouwdienst van mijn eigen ouders bij te wonen. De gedachte dat ik de kans zou missen Luke eindelijk weer te zien bracht me bijna in paniek.
Ik moest me dwingen kalm te blijven, zodat mevrouw Broad- field niets zou merken.
Na het ontbijt deed mevrouw Broadfield mijn ochtendtherapie. Ik voelde haar vingers op mijn benen, maar ik zei geen woord uit angst dat ze het op een of andere manier tegen me zou gebruiken om de rouwdienst te annuleren. Wat voor pijn ik ook voelde, ik slikte het snel in, keek zo onverschillig mogelijk, en amuseerde me de rest van de ochtend in bed met de televisie. Na de lunch, die ik ook helemaal opat, kwam Tony terug.
'Heb je Luke gesproken?' vroeg ik hem toen hij in de deuropening verscheen.
'Nee, maar ik heb een boodschap voor hem achtergelaten. Hij zal ongetwijfeld later op de dag bellen, of misschien gewoon naar de dienst komen. Een oude vriend van me, dominee Carter, zal ons voorgaan in gebed. Ik heb om twee uur met hem afgesproken.'
'Maar, Tony, je had moeten volhouden tot je hem te pakken had! Misschien kun je het nog één keer proberen. Alsjeblieft, Tony!' smeekte ik.
'Als ik zelf geen tijd heb, zal ik iemand anders laten bellen. Maak je geen zorgen, lieverd. Je mag je niet van streek maken.'
'Ik zal het niet doen', beloofde ik.
Tony leek opvallend vrolijk, waarschijnlijk omdat ik niet was weggegaan na zijn bekentenis.
'Je vraagt je waarschijnlijk af wat je morgen moet aantrekken, hè?' vroeg hij, mijn bezorgde blik volkomen verkeerd interpreterend.
'Wat ik moet aantrekken?'
'Je kunt geen betere collectie hebben om uit te kiezen', ging hij verder, terwijl hij naar de kast liep. Hij schoof de deur open en liet het ene kledingstuk na het andere zien. 'Er hangt hier zoveel; Heaven heeft nooit de gelegenheid gehad veel ervan te dragen. En het mooiste is dat alles je precies past!
Natuurlijk', zei hij, terwijl hij een jurk uit het rek haalde, 'had ze een paar lievelingsjurken. Ik herinner me dat ze dit eens heeft aangetrokken naar een begrafenis.' Hij hield een zwarte jurk op met lange mouwen en een lange rok, en liet zijn handen er met een teder gebaar overheen glijden, alsof hij mijn moeder weer in die jurk zag.
Toen keek hij naar mij, met die afwezige blik in zijn ogen die hij kreeg als een herinnering bij hem opkwam.
'Iedereen keek naar haar toen ze de kerk binnenkwam en over het middenpad liep. Zelfs dominee Carter leek verblind door haar verschijning. Ik kon zien dat hij zich afvroeg of een engel zijn kerk was binnengekomen om de dienst bij te wonen.'
Tony lachte en schudde zijn hoofd. 'Net als haar moeder. Zwart accentueerde haar blonde schoonheid.' Hij glimlachte naar mij. 'Dat is bij jou ook het geval, dat weet ik zeker.'
'Het kan me niet schelen hoe ik eruitzie, Tony. Ik doe dit niet voor andere mensen.'
'O, dat weet ik, maar je moet dit aantrekken ter ere van de nagedachtenis aan je moeder en grootmoeder.' Hij legde de jurk op mijn bed en deed een stap achteruit. Zijn ogen waren als gehypnotiseerd op de jurk gericht. Toen keek hij naar mij. 'Weet je, Annie, als je je haar zilverblond zou verven, zou je het evenbeeld zijn van je grootmoeder.' Hij keek snel om zich heen en liet zijn blik rusten op een van de foto's in de zilveren lijsten die op de lange toilettafel stonden. 'Wacht, ik zal je laten zien wat ik bedoel.' Hij pakte de foto op en bracht hem bij me. 'Zie je wel?'
Het was een foto van mijn grootmoeder Leigh toen ze ongeveer zo oud was als ik. Ik moest toegeven dat er een ster- ke gelijkenis bestond, die nog sterker zou zijn als ik ook lichtblond haar had.
'Denk er eens over na. Gewoon als een beetje afleiding, nu je de hele dag zo opgesloten zit. Ik zal de beste kapper voor je laten komen. Wat vind je ervan?'
'Mijn haar laten blonderen? Tony, dat meen je niet!'
'Toch wel. Ik meen het heel serieus. Stel je de verbazing van de anderen eens voor als ze je komen bezoeken.'
'Ik weet niet.' Ik moest bijna lachen, maar toen keek ik naar de foto van mijn grootmoeder. Haar gezicht had iets fascinerends.. . haar ogen, neus en kin leken zoveel op die van moeder en mij. Had mama daarom haar haar geverfd? vroeg ik me af.
'Er zijn ook een hoop foto's van je moeder toen ze nog lichtblond haar had', zei Tony, alsof hij mijn gedachten raadde. Hij pakte een andere foto van mama en papa op het privé- strand. Ik hield de twee foto's naast elkaar.
'Interessant, hè?'
'Ja.'
'Wanneer zal ik de kapper laten komen?'
'Tony, ik heb niet gezegd dat ik het wil doen. Ik weet het niet.'
'Je ziet hoe mooi je grootmoeder was met haar lichtblonde haar, en je moeder ook. Wat vind je ervan?' Zijn ogen fonkelden opgewonden.
'Ik weet het niet. Misschien.'
'Al die therapie en medicijnen en eenzaamheid zijn niet goed voor je.' Hij keek om zich heen. 'Toe, laat me het nou maar doen', smeekte hij. 'Je moet je mooi voelen, een stralende jonge vrouw, geen invalide.'
Ik moest glimlachen om zijn enthousiasme. Het zou wel leuk zijn me weer knap en aantrekkelijk te voelen. Ik keek naar de foto's. Misschien zou ik me dichter bij mijn moeder voelen als ik haar kleur had toen ze ongeveer van mijn leeftijd was. Ze leek zo gelukkig daar op het strand. En mijn grootmoeder Leigh... ze had iets wilds en moois. Het lichte haar paste bij haar teint, maar zou die bij de mijne passen?
'Nou? Wat zeg je ervan?' drong hij aan, terwijl hij zenuwachtig over me heen gebogen stond.
'O, Tony, ik weet het echt niet. Ik heb er nooit over gedacht om mijn haar in een andere kleur te verven. Misschien is het resultaat verschrikkelijk.'
'Als het je niet staat, breng ik de kapper meteen terug om je haar weer dezelfde kleur te geven als nu.'
'Misschien na de dienst, Tony. Ik wil nu niet aan mezelf denken. Dank je.' Ik gaf hem de foto's terug. Hij was teleurgesteld, maar knikte begrijpend.
'En de jurk?'
'Drake brengt wel iets geschikts mee. Ik heb een zwarte jurk van mezelf op de lijst gezet.'
'Wil je hem tenminste niet even passen?'
Ik zag hoeveel het voor hem betekende en vroeg me onwillekeurig af hoe hij me zou staan.
'Goed.'
'Ik zal mevrouw Broadfield naar je toe sturen om je te helpen. Als je hem aan hebt, roep me dan', ging hij verder, en liep haastig naar buiten voor ik iets kon zeggen. Het was niet mijn bedoeling geweest de jurk meteen aan te trekken, maar hij keek zo opgewonden als een kind op kerstochtend. Ik kon niet weigeren. Een ogenblik later verscheen mevrouw Broadfield. Ze leek er niet erg gelukkig mee.
'Het kan best even wachten, mevrouw Broadfield, als u ergens mee bezig bent.'
'Als dat zo was, dan was ik niet hier.'
Ze pakte de jurk van het bed en keek er even naar. Toen haalde ze haar schouders op en kwam naar me toe om me te helpen overeind te gaan zitten en mijn nachthemd uit te trekken. Toen ik de jurk aan had, hielp ze me in mijn rolstoel, zodat ik mezelf in de grootste spiegel kon bekijken.
Omdat ik zat, kon ik me alleen vanboven zien in de spiegel, maar ik vond wel dat hij oud maakte. Ik had niets meer aan mijn haar gedaan sinds het ongeluk, en nu ik iets anders aan had dan een nachthemd, zag ik pas goed hoe vreselijk ik eruitzag. Mijn haar was vuil, vet en piekerig. De zwarte jurk accentueerde mijn bleke gezicht en mijn vermoeide ogen. Ik barstte bijna in tranen uit toen ik mezelf zag.
Mevrouw Broadfield stond ernaast met over elkaar geslagen armen, en bekeek me als een verveelde verkoopster in een winkel. Me helpen met het aantrekken van een jurk hoorde blijkbaar niet tot wat zij als haar taak beschouwde. Ik hoorde Tony niet binnenkomen. Hij stond in de deuropening naar me te staren. Na een ogenblik voelde ik zijn ogen op me gericht en draaide me naar hem om. Zijn gezicht stond opgetogen, vertrokken in die vreemde glimlach die ik de laatste tijd steeds vaker bij hem opmerkte. Mevrouw Broadfield zei niets en liep de kamer uit.
'O, Tony, ik zie er ontzettend uit. Ik had het me niet gerealiseerd. Mijn haar zit verschrikkelijk. Niemand heeft iets gezegd, Drake niet, jij niet, geen van de bedienden.'
'Je bent mooi. Je hebt een schoonheid die niet vergaat met ouder worden of ziek zijn, die is onsterfelijk. Ik wist dat die jurk geschikt was voor je; ik wist het. Je trekt hem toch aan, hè?'
'Ik weet het niet, Tony. Ik vind mezelf in alles vreselijk, dus misschien doet het er niet toe.'
'Natuurlijk doet het ertoe. Ik weet zeker dat je moeder glimlachend op je neer zal kijken en zal denken dat haar dochter zo mooi is geworden.'
'Maar mijn haar', herhaalde ik, terwijl ik een piek omhooghield en vol afschuw weer liet vallen.
'Ik zei je toch... ik zal meteen de kapper laten komen. Nu merk je zelf hoe gedeprimeerd je raakt door je uiterlijk. Ik ben geen arts, maar ik weet wel dat als we niet tevreden zijn over onszelf, we niet gauw beter worden. Integendeel, we gaan ons steeds zieker voelen.'
Hij drong zo aan, maar het klonk wel logisch wat hij zei. Was het verkeerd van me om op een moment als dit aan mijn eigen uiterlijk te denken? En toen zei Tony iets wat me overtuigde.
'Luke heeft je niet meer gezien sinds je in het ziekenhuis was. Ik weet zeker dat hij zal verwachten dat je vooruit bent gegaan.'
Luke, dacht ik, die nu omringd is door knappe studentes; gezonde, gelukkige meisjes die kunnen lopen en lachen en leuke dingen met hem doen. Misschien had hij zijn bezoek aan mij uitgesteld omdat hij me in deze toestand niet wilde zien. Ik zou hem verrassen; ik zou er sterker en gezonder uitzien, en me ook beter voelen.
'Goed, Tony, laat de kapper maar komen, maar ik beloof niet dat ik hem mijn haar zal laten verven. Ik wil het voorlopig alleen maar gewassen en geföhnd hebben.
'Zoals je wilt.' Hij deed een stap naar achteren. 'Wat staat die jurk je goed. Je zult hem toch dragen, hè? Dat moet je echt doen, hoor', zei hij knikkend, 'want hij was van je moeder.'
Weer zei hij magische woorden.
'Ik zal hem aantrekken, Tony.'
'Mooi. Ik heb nog een en ander te doen. Die kapper komt, al moet ik hem zelf gaan halen.' Hij liep dichter naar me toe. 'Dank je, Annie, dat je me een kans hebt gegeven, na alles wat ik je verteld hebt. Je bent een lief kind.' Hij kuste me zacht op de wang. 'Ik kom zo terug', zei hij en holde naar buiten.
Lange tijd bleef ik naar mijn spiegelbeeld staren. In Win- nerrow had mama een paar zwarte jurken, en een ervan leek erg veel op deze, dacht ik. Misschien had ik daarom wel het gevoel dat mijn persoonlijkheid versmolt met de hare. Ik zag haar ogen in mijn ogen; de glimlach rond haar lippen werd de glimlach rond de mijne. Het was of je een camera instelde, de lijnen van het beeld bijeenbracht, zodat het beeld scherp en helder zou worden.
Mijn hart bonsde van de pijn die voortkwam uit het besef dat ze nooit meer naast me zou staan als ik me klaarmaakte om naar een feest of naar school te gaan en nooit meer haar hand op mijn schouder zou leggen, mijn haar strelen, me goede raad geven of een zoen op mijn wang. Deze jurk dragen, meer op haar lijken, maakte dat de waarheid nog scherper tot me doordrong.
Ik reed van de spiegel naar de toilettafel om een zakdoekje te pakken. Terwijl ik mijn ogen afveegde bekeek ik een paar van de andere foto's. Er was één speciale foto die mijn aandacht trok. Daarop poseerde mama in een malle houding bij de stallen. Misschien had papa die foto genomen; maar wat me opviel was Tony op de achtergrond. Hij staarde naar haar op dezelfde manier waarop hij naar mij had gekeken, met diezelfde vertrokken glimlach.
Ik bestudeerde de foto een tijdje en keek toen naar de andere foto's. Eén foto van mijn grootmoeder Leigh viel me op. Ik zette hem naast die van mijn moeder bij de stallen en besefte waarom ik die twee foto's zo belangrijk vond. Mijn grootmoeder stond ook bij de stallen, in dezelfde malle houding en in hetzelfde rijkostuum. Toen ik de twee foto's vergeleek, leken het meer twee zusters dan moeder en dochter.
Misschien glimlachte Tony wel daarom. Dat had ik ook moeten doen, maar ik deed het niet.
'Wilde je die jurk nog uittrekken of houd je hem de hele dag aan?' snauwde mevrouw Broadfield. Ik draaide me om en zag haar in de deuropening staan, met haar handen op haar heupen. Als ze zich ergerde aan Tony's opdrachten, moest ze dat niet op mij verhalen, dacht ik. Agressief en onwillig om me nog langer nederig en hulpeloos te gedragen, hief ik mijn hoofd trots op en keek woedend terug.
'Natuurlijk niet', zei ik. 'Ik trek hem uit en leg hem weg tot morgen.'
Ze sperde verbaasd haar ogen open toen ze de toon hoorde waarop ik sprak en liet haar handen langs haar zij vallen.
'Mooi. Het is trouwens tijd voor je hydrotherapie.' Ze liep naar de badkamer om het bad vol te laten lopen met heet water. Toen ze me erin zette leek het wel kokend. Ik gilde van pijn, maar het leek haar niet te kunnen schelen. Ik zag mijn huid vuurrood worden onder het water. Het benam me de adem en ik probeerde mijn lichaam omhoog te heffen uit het water, maar ze duwde mijn schouders omlaag en hield me ondergedompeld in het kokendhete water.
'Je moet een tolerantie opbouwen tegen de hitte', legde ze uit toen ik weer klaagde, en toen draaide ze de straalpijpen aan die het water deden borrelen en rondsproeien. Hete druppels vielen op mijn borsten en hals, sommige vielen op mijn wangen en brandden me. Ze liet me zo zitten, terwijl ik me aan de randen van het bad vastklemde, en liep weg om de zalf klaar te maken voor mijn massage.
Ik keek omlaag naar mijn verraderlijke benen en voeten en deed wat de dokter me gezegd had te doen, denk aan je herstel.. . je herstel... je herstel. Aan deze situatie moest zo gauw mogelijk een eind komen. Ik staarde naar mijn tenen en zag plotseling mijn grote teen bewegen.
'Mevrouw Broadfield!' Ze kwam niet terug, dacht natuurlijk dat ik alleen maar wilde dat ze me uit het hete bad zou halen. 'Mevrouw Broadfield, kom kijken!' eiste ik. Toen ik weer riep, kwam ze terug.
'Ik heb het je gezegd. Je moet
'Nee, nee. Het is mijn grote teen. De grote teen van mijn rechtervoet heeft bewogen.'
Ze keek in het water.
'Beweeg hem nog eens.'
Ik probeerde het, maar er gebeurde niets.
'Ik heb hem zien bewegen. Ik heb het gezien. Het is zo!'
Ze schudde haar hoofd.
'Wat je zag was het golven van het water. Daardoor leek het net of je teen bewoog.'
'Nee. Hij heeft bewogen. Ik zweer het.'
'Eh-eh. Mooi zo.' Ze draaide zich om en ging verder met het maken van de zalf.
Ik voelde me terneergeslagen, uitgeput van de hitte en de inspanning. Ik deed mijn ogen dicht en liet mijn hoofd op de rand rusten, wachtend tot ze zou besluiten dat ik er lang genoeg in had gelegen. Ten slotte kwam ze terug en hielp me uit het bad. Mijn huid was zo rood of ik in juli op Virginia Beach in slaap was gevallen en ik was zo slap als te lang gekookte spaghetti. Ze legde me met mijn gezicht omlaag op de handdoeken op bed. Ik deed mijn ogen dicht terwijl ze met haar sterke handen mijn lichaam masseerde, beginnend met de achterkant van mijn hals en vandaar in langzame cirkels over mijn rug en billen.
Ik deed mijn ogen abrupt weer open toen ik Tony's stem hoorde. Hemel, dacht ik, ik lig spiernaakt op bed! Ik probeerde me om te draaien en de handdoeken over me heen te trekken, maar ik kon me niet snel en soepel genoeg bewegen om het voor elkaar te krijgen, en mevrouw Broadfield deed weinig om me te helpen.
'Sorry', zei hij. Ik ving een glimp van hem op uit mijn rech- terooghoek. 'Ik kwam alleen even langs om te zeggen dat de
kapper om drie uur komt. Sorry', zei hij weer en ging weg.
'Mevrouw Broadfield, waarom hebt u de deur niet dichtgedaan voordat u begon?' vroeg ik.
'Daar kan ik me niet druk om maken.'
'Nou, ik wel. Ik heb nog wel een beetje preutsheid bewaard! Tony is per slot een man.'
'Ik weet wat meneer Tatterton is, dank je.' Na een ogenblik gaf ze toe. 'Het spijt me. Volgende keer zal ik de deur dichtdoen.'
'Graag.'
Zelfs nadat ze me had ingesmeerd met de verzachtende zalf en me een schoon nachthemd had aangetrokken, bleef mijn huid nog pijn doen van het hete water. Pas toen ik na een korte slaap wakker werd voelde ik enige verlichting. Mevrouw Broadfield bracht me wat sap en kwam na een tijdje terug om me te vertellen dat de kapper er was. Ze was juist bezig me in de rolstoel te helpen toen Tony binnenkwam met de kapper, een lange, magere man met krullend, blond haar en zulke lichte wenkbrauwen dat ze bijna onzichtbaar waren. Hij had een heel blanke huid en felroze lippen. Ik dacht dat elke vrouw haar ziel zou willen geven voor zijn zachtgroene ogen.
Tony stelde hem voor als René en voegde er onmiddellijk aan toe dat hij Fransman was. Ik kreeg echter de indruk dat hij wel van Franse afkomst was, maar in Amerika geboren. Zijn accent leek me wat kunstmatig, opzettelijk, een aanwensel voor zijn klanten. Na het werk sprak hij waarschijnlijk als elke andere Amerikaan.
'Ah, mademoiselle.' Hij deed een stap achteruit en hield zijn hoofd schuin, eerst naar rechts en toen naar links, knikkend terwijl hij overwoog wat er met me moest gebeuren. Hij woog mijn haar in zijn hand en schudde zijn hoofd. 'Stevig en trés dik', zei hij, 'maar helaas verwaarloosd, n'est-ce pas ? Hij keek vragend naar Tony. Tony knikte. 'Maakt u zich geen zorgen, mademoiselle, René zal magisch te werk gaan. In korte tijd zal ik mirakels verrichten, eh?'
'Alleen wassen en föhnen', zei ik.
'jPare/onnez-mo/7' Hij keek naar Tony. 'Maar ik dacht... de kleur.'
'René is de expert, Annie. Vraag eerst maar wat hij ervan denkt.'
'Het zou uw gezicht oplichten, beaucoup, mademoiselle', zei hij, en deed een stap achteruit om me nog eens goed te bekijken. 'Niet moeilijk.' Hij knikte overtuigd. 'Laat u mij mijn gang maar gaan, mademoiselle.' Hij stak zijn palmen uit alsof ik iets ongewoons kon zien in zijn zachte, dunne vingers.
Ik bekeek mezelf in de wandspiegel rechts van me. Misschien moest ik die zogenaamde expert zijn gang maar laten gaan, dacht ik.
'Goed, doet u dan maar wat u vindt dat er moet gebeuren.'
' Trés bien.' Hij wreef in zijn handen. Tony straalde. Ik deed mijn ogen dicht en leunde achterover in de stoel, terwijl hij me naar de wasbak reed en de kapper met zijn werk begon.
Toen ik in de spiegel keek zag ik het gezicht van mama in plaats van mijn eigen gezicht. Het lichtblonde haar had een magisch effect en deed me precies lijken op de persoon op al die oude foto's. De kapper leek een tovenaar, die me had teruggestuurd in de tijd, en had gepresteerd wat ik wist dat Tony wilde: de tijd terugdraaien naar de dagen waarin hij gelukkig was geweest in Farthy. Mijn gezicht had een nieuwe uitdrukking gekregen. René had mijn haar zilverblond geverfd en precies zo gekapt als dat van mama op de foto bij de stallen. Tony had hem de foto als voorbeeld gegeven.
Ik vroeg me af hoe Luke zou reageren. Hij had de oude foto's van mama gezien en altijd gezegd dat hij haar een verblindende schoonheid vond. Zou hij mij dat ook vinden als hij me voor het eerst terugzag? Als we alleen waren, zou hij dan mijn hand in de zijne nemen en in mijn oor fluisteren dat hij van me hield? In mijn verbeelding hoorde ik het hem zeggen.
' Annie, toen ik je zag met dat zilverblonde haar, wist ik dat ik mijn ware gevoelens zou verraden, ook al zijn die verboden - dat ik je zou moeten vertellen hoe zielsveel ik van je houd. O, Annie, ik kan het niet ontkennen. Ik kan het niet!'
Steeds opnieuw herhaalde ik in gedachten die woorden, die ik zo graag wilde horen, en deed toen mijn ogen open en staarde weer naar mijn spiegelbeeld. Als een andere kleur haar dat allemaal kon bereiken...
'Annie, ben jij dat?' Drake kwam binnen met twee koffers met kleren en schoenen. Hij zette ze aan het voeteneind van het bed en staarde me met een vage glimlach aan. Ik legde de handspiegel neer en keek aandachtig naar zijn gezicht om te zien hoe hij reageerde.
'Zie ik er mal uit?'
'Nee, niet mal... anders. Je doet me aan iemand denken.'
'Mijn moeder. Toen ze je kwam halen', zei ik.
'Ja.' Zijn ogen lichtten op. 'Ja', herhaalde hij opgewonden. 'Precies. Hé, je ziet er fantastisch uit.' Alsof hij zich er eindelijk van overtuigd had dat ik het echt was, kwam hij naar me toe om me te begroeten. 'Ik zweer het je. Ik vind het prachtig.'
'Ik weet het niet. Ik voel me zo... anders. Toch kan ik me niet voorstellen dat mama zich helemaal op haar gemak voelde met die kleur haar. Het is net of ik me als iemand voordoe die ik niet ben. Zij moet hetzelfde hebben gevoeld.'
Drake haalde zijn schouders op.
'Ze heeft haar eigen kleur haar weer aangenomen zodra ze terug was in Winnerrow en Hasbrouck House had gekocht. Misschien heb je gelijk.'
'Tony heeft me ervan overtuigd dat ik me meer als een aan-trekkelijke, jonge vrouw zou voelen. Ik raakte zo gedeprimeerd. Maar genoeg over mij. Vertel eens over je reis naar Winnerrow. Wie heb je gezien? Wat zeiden de bedienden? Hoe was het huis? En tante Fanny?'
'Hé, kalm een beetje.' Hij lachte. Ik beet op mijn lip om mijn ongeduld te bedwingen en leunde ongeduldig achterover. 'Tja, laat eens zien... Winnerrow.' Hij deed net of hij probeerde het zich te herinneren.
'Niet plagen, Drakeu Je hebt geen idee hoe vreselijk het is om hier opgesloten te zitten.'
De plagende glimlach verdween onmiddellijk en zijn ogen werden zacht en zorgzaam.
'Arme Annie. Ik ben gemeen tegen je. Ik beloof je dat ik vaker zal komen om je rond te rijden. Maar goed: Winnerrow. Zodra ik het huis binnenkwam vielen de bedienden bijna over me heen om me uit te horen over jou. Mevrouw Avery barstte in tranen uit natuurlijk; zelfs Roland keek of elk moment de waterlanders te voorschijn konden komen. Gerald was de enige die geen spier vertrok, maar dat kwam omdat...'
'Hij stijve spieren heeft', vulde ik aan. Het was een grapje dat we achter Geralds rug maakten.
'O, ik mis ze zo... allemaal.'
'Ik heb een paar schoolvrienden van je ontmoet in de drogisterij. Ze wilden alles over je weten en je moet de hartelijke groeten hebben.'
'En tante Fanny? Hoe gaat het met tante Fanny?'
'Tja...' Hij schudde zijn hoofd. 'Vreemd. Ze zat buiten te lezen. Ja, te lezen! En ze was voor haar doen erg conservatief gekleed in een wit katoenen blouse met lange mouwen en een lange, wijde rok. Ze had haar haar los naar achteren gebor- steld. Vastgestoken. Ik herkende haar niet eens en vroeg Gerald wie er in het prieel zat.'
'Het prieel!'
'Ja.'
'Te lezen? Wat las ze?'
'Dat raad je nooit - Emily Post. Toen ik dichterbij kwam keek ze op en zei: "O, Drake, wat leuk je te zien." Ze stak haar hand uit en wilde de mijne niet loslaten voor ik haar had begroet met een zoen op haar wang. Ik geloof dat het de eerste keer was dat ik haar ooit heb gezoend. Ik had zelfs een half-intelligent gesprek met haar. De dood van je vader en moeder heeft een dramatische uitwerking op haar gehad. Ze is vastbesloten zichzelf te verbeteren, beweerde ze, om - hoe zei ze het ook weer? - Heavens nagedachtenis eer aan te doen. Hoe vind je zoiets? Maar ik moet het haar nageven: het huis was perfect bijgehouden, en de bedienden vertelden me dat ze haar jonge vriendjes links heeft laten liggen. Ze schijnt te leven als een non.'
'Heeft ze naar mij gevraagd?'
'Natuurlijk.'
'Komt ze me opzoeken?'
'Ze wilde wel, maar ik durfde niets te zeggen voor ik van Tony heb gehoord dat de dokter het goedvindt.'
'Maar ze is mijn tante! Ik wens niet als een gevangene in eenzame opsluiting te worden behandeld!' zei ik verontwaardigd, misschien iets te nadrukkelijk. De arme Drake leek verbijsterd door mijn uitval. 'Het spijt me, Drake. Jij kunt er niets aan doen. Jij deed alleen watje dacht dat juist was.'
'Het zal trouwens niet lang meer duren, Annie. Je ziet er al zoveel beter uit. Nu ik eraan gewend ben, vind ik dat haar je perfect staan. Toen ik binnenkwam dacht ik dat Tony je door een of andere filmster had vervangen terwijl ik weg was.'
'O, Drake!'
'Nee, je ziet er een stuk beter uit dan toen ik wegging. Ik meen het.'
'Ik hoop dat je gelijk hebt, Drake.' Ik dacht plotseling aan de rouwdienst de volgende dag. 'Heb je Tony nog gesproken voordat je bovenkwam? Heeft hij je verteld over de rouwdienst?'
'Ja, natuurlijk. Ik zal naast je staan.'
'En Luke? Heeft Luke al gebeld?' vroeg ik hoopvol.
'Bedoel je dat hij nog niets van zich heeft laten horen?' Drake schudde zijn hoofd. 'Hij had tegen Fanny gezegd dat hij zou bellen. Dat egoïstische, kleine -'
'O, Drake, ik kan het niet geloven van Luke. Bel hem alsjeblieft zelf. Tony heeft gebeld en een boodschap achtergelaten, maar zorg dat Luke die ook werkelijk krijgt, wil je? Misschien wil iemand hem plagen door zijn boodschappen te onderscheppen', voegde ik er wanhopig aan toe. Als het eens waar was wat Drake suggereerde? Mensen veranderen, als ze uit huis weggaan, dacht ik. Misschien dat alle druk en moeilijkheden van zijn leven in Winnerrow hem eindelijk parten begonnen te spelen en hij had besloten alle banden met dat leven te verbreken, mijzelf inbegrepen!
O, God, nee, bad ik, zo wreed kon de wereld niet zijn.
'Natuurlijk. Ik zal proberen hem te pakken te krijgen.' Hij stond op en liep naar de koffers. 'Hier is alles wat je wilde hebben.'
'Ik heb niemand meer om me te helpen de boel op te bergen. Tony heeft Millie ontslagen.'
'Dat heb ik gehoord. Geen probleem. Ik hang alles wel voor je op.' Hij zocht een afdeling in de kast voor mijn spulletjes. 'Moetje dat zien. Was dat allemaal van Heaven?'
'En van mijn grootmoeder Leigh. Tony heeft niets weggegooid.'
'Sommige dingen lijken nog helemaal nieuw.'
'Ik weet het. Ik draag morgen een van moeders jurken - die zwarte die Florence Farthinggale in de hoek heeft gehangen.'
'Florence Farthinggale?' Hij lachte. 'Dat is grappig. Ik meen hieruit te mogen opmaken dat jullie beiden niet bepaald een hartelijke patiënte verpleegster-relatie hebben?'
'Zolang ik me gedraag als een homp klei kunnen we het uitstekend met elkaar vinden', antwoordde ik sarcastisch, en hij lachte weer. 'In ieder geval is dat de jurk die Tony heeft uitgezocht.'
'Wat je zegt!' Hij keek er even naar en hing toen mijn kleren op. Toen hij klaar was, kwam hij terug en ging naast me op bed zitten. Hij zocht in zijn zakken en haalde de twee bedelarmbanden eruit. 'Hier zijn je armbanden.'
'O, dank je, Drake.'
'Hoe wil je ze dragen, allebei aan één pols?'
'Ik wissel ze af. De dagen dat Luke komt, draag ik deze', zei ik en liet mijn vingers met een teder gebaar eroverheen glijden.
'Altijd de kleine diplomaat.' Drake glimlachte. 'Dat geeft niet; ik vind het niet erg', zei hij, en keek me doordringend aan. 'Als ik nu naar je kijk zie ik Heaven. Ik zie haar warme, lieve gezicht voor me, toen ik klein en bang was en me eenzaam en verloren voelde. Ik zie de liefde in die blauwe ogen die me troostten toen ik die troost het hardst nodig had. Ik heb je nooit verteld hoe heerlijk ik het vind om bij je te zijn, Annie.'
'Ik zal altijd je vriendin zijn, Drake. Per slot ben ik je nichtje.' Hij kromp even ineen toen ik hem aan onze verwantschap herinnerde.
'Ik weet het.' Hij bukte zich en kuste me op de wang, liet zijn lippen even op mijn huid rusten, zoals Tony zo vaak deed. Toen richtte hij zich op.
'Kom, ik ga er vandoor. Ik moet nog een hoop werk inhalen op kantoor, als ik morgenochtend weer vrij wil nemen.' Hij stond op.
'Drake, vergeet Luke niet', riep ik.
'Nee, ik zal eraan denken. O, ik heb nog één ding voor je meegebracht', zei hij, terwijl hij zijn hand in de binnenzak van zijn jasje stak. 'Ik dacht... misschien wil je je om de een of andere reden wel eens mooi aankleden hier. Misschien wil Tony een feestje voor je geven als je voldoende bent opgeknapt om... nou ja, wat dan ook. In ieder geval heb ik dit voor je meegebracht.' Hij haalde de zwarte ju weiendoos tevoorschijn met de diamanten ketting en oorbellen die van mijn overgrootmoeder Jillian waren geweest.
'O, Drake, dat had je niet moeten doen. Die zijn te kostbaar.'
'Nou, en? Ze zijn veilig genoeg hier in huis, en ik weet hoeveel ze voor je betekenen. Alleen al het feit dat je ze bij de hand hebt is toch een prettig idee?' vroeg hij hoopvol. Ik knikte glimlachend.
'Ja, waarschijnlijk wel. Het spijt me. Dank je datje aan me gedacht hebt, Drake. Ik weet dat ik soms egoïstisch overkom en dat het lijkt of ik het niet waardeer.'
'O, nee, Annie, jij bent de minst egoïstische mens die ik ken. Als ik aan jou denk, denk ik aan... aan iemand die zo zuiver en mooi is als helder kaarslicht.' Weer keek hij me met een intense blik aan. Ik kon niets zeggen. Zijn woorden brachten een brok in mijn keel en deden mijn hart bonzen. 'Kom', zei hij ten slotte, terwijl hij de juwelendoos naast me neerzette op bed. 'Nu ga ik echt weg. Zie je morgen na de lunch.'
'Welterusten, Drake. En bedankt voor alles.'
'Doe niet zo mal. Ik zou alles voor je doen. Vergeet dat nooit.'
Hij blies me een kus toe en liep weg met de tred van een drukbezette directeur die de ene crisis na de andere moet oplossen. Ik leunde tegen het kussen en staarde naar de zwarte doos. Toen maakte ik hem open en haalde de fonkelende diamanten ketting eruit. De herinnering aan mijn verjaardag kwam weer bij me boven en ik dacht aan mama's gezicht toen ze me de ketting gaf. Haar ogen waren vol liefde en trots.
Ik klemde de ketting tegen mijn borst en meende de warmte te voelen die van haar grootmoeder was overgegaan op haar en van haar op mij. Ik besefte niet dat ik huilde tot de tranen over mijn wangen rolden en als warme druppels van een zomerse regenbui op mijn borst vielen. Ik slikte moeilijk, borg de ketting weer in de doos en deed hem dicht. Drake had gelijk. Het was een prettig idee hem bij me te hebben.
Ik veegde mijn gezicht met de rug van mijn hand af en keek naar de twee bedelarmbanden op bed. Toen nam ik de kleinste, die me het dierbaarst was, en maakte hem vast om mijn pols. Onwillekeurig moest ik glimlachen.
Wat had Drake gezegd... tante Fanny zat in het prieel? De magische plaats van Luke en mij? Die dagen leken nu zo ver weg, de dagen van onze fantasieën. Misschien als ik weer terug was in het prieel, zou ik op Lukes arm steunen en plotseling weer kunnen lopen. De dokter zou me uitlachen als ik het zei, maar ik wist dat een klein beetje fantasie soms een magische uitwerking kan hebben. Luke geloofde het, en als twee mensen zo sterk in hetzelfde geloven, kan het waar worden.
Luke. Ik had zijn troost zo nodig, zijn glimlach, zijn optimisme. Meer dan dat, ik verlangde naar zijn lippen op mijn wang. Ik herinnerde me alle keren dat we elkaar gezoend hadden, ook toen we nog heel klein waren.
Alleen al de gedachte aan hem verwarmde me en maakte dat ik me weer voelde leven. Als een visioen van een Luke die me liefhad zo'n goede uitwerking had, kon het toch niet helemaal slecht zijn, redeneerde ik. Met Luke naast me zou ik deze tragedie te boven kunnen komen. Het lot had die hoge bergen op mijn weg geplaatst, maar ik zou doen wat Luke me altijd had geadviseerd - ik zou met opzet de hoogste kiezen.
'Omdat, Annie', hoorde ik hem fluisteren, 'het uitzicht op de top mooier is. Zoek de hoogste op.' Maar nu leek Luke zelf de hoogste berg van allemaal.
Ik keek naar mijn lege kamer. Beneden kon ik mensen horen praten en bewegen. Drake zei iemand goedendag. Een deur viel dicht. Een windvlaag floot door een paar luiken. En toen was het weer stil.
Luke, dacht ik, wat is de reden waarom je niet hemel en aarde beweegt om me te komen opzoeken?