7. Seizoen van de duisternis

Tony deed zijn belofte gestand; telkens als hij op bezoek kwam bracht hij een andere verrassing voor me mee. Hij kwam twee keer per dag, één keer laat in de ochtend en één keer vroeg in de avond. Aanvankelijk bracht hij dozen snoep en armen vol bloemen mee; toen liet hij gewoon elke dag vazen met verse rozen bezorgen. De vierde keer dat hij op bezoek kwam, bracht hij een fles jasmijnparfum mee.

'Ik hoop dat je die lekker vindt', zei hij. 'Het was het lie-velingsparfum van je grootmoeder.'

'Ik herinner me dat mijn moeder dit parfum soms op had. Ja, ik vind het heerlijk. Dank je wel, Tony.'

Ik spoot onmiddellijk een beetje parfum op, en toen hij het opsnoof werden zijn ogen even glazig en leek hij heel ver weg. Ik zag dat er een herinnering bij hem opkwam. Wat een gecompliceerde man was hij toch, en wat leek hij veel op mijn moeder! Hij was zacht en zorgzaam en soms net een kleine jongen, en aan de andere kant kon hij zo sterk en autoritair zijn! Als een kind op een schommel zwaaide hij van de ene persoonlijkheid naar de andere. Een woord, een geur, een kleur kon hem terugvoeren naar het verleden, hem in een zee van herinneringen doen verdrinken, om het volgende ogen-blik weer vrolijk, energiek en waakzaam te voorschijn te treden, gereed om de touwtjes in handen te nemen.

Misschien waren we niet zo verschillend. Hoe vaak had mijn moeder of vader me niet in een melancholieke stemming aangetroffen. De eenvoudigste dingen konden me soms triest maken: een eenzame vogel op een wilgentak, het geluid van een autoclaxon in de verte, zelfs het gelach van kleine kinderen. Plotseling verzonk ik in sombere gedachten, en even plotseling kwam ik weer uit de schaduw te voorschijn en stond weer in de volle zon. Mijn moeder vond me een keer in tranen in de zitkamer, terwijl ik naar de bomen en de blauwe lucht staarde.

'Waarom huil je, Annie?' vroeg ze, en ik keek haar vol verwarring aan. Toen raakte ik mijn wangen aan en voelde de warme tranen.

Ik had er geen verklaring voor. Het was gewoon gebeurd.

De volgende keer dat Tony in het ziekenhuis kwam, werd hij vergezeld van zijn chauffeur, Miles, die verscheidene dozen droeg. Tony vroeg hem ze op de tafel naast het bed neer te zetten en maakte de dozen open, waarin zijden nachthemden lagen. In de laatste doos bevond zich een vuurrode zijden peignoir.

'Het was een kleur die je moeder zo fantastisch stond.' Zijn ogen straalden bij de herinnering. 'Ik herinner me nog dat ik een prachtige rode jurk en jasje voor haar had gekocht toen ze naar de Winterhaven School voor Meisjes ging.'

'Moeder was daar niet gelukkig', zei ik, zijn plezierige herinnering verstorend. 'Ze zei dat de andere meisjes heel gemeen tegen haar waren, en al waren ze rijk, ze waren lang niet zo meelevend en aardig als de arme mensen in de Willies.'

'Ja, ja, maar het verzet tegen die meisjes vormde haar karakter. En ze had een sterk karakter! Winterhaven was en is nog steeds een zeer academische school. Ze laten de leerlingen hard werken en hebben intelligente leraressen. Ik herinner me dat ik tegen je moeder zei dat als ze de beste cijferlijsten haalde, ze mee mocht naar middagontvangsten en de belangrijke mensen van de society in Boston zou leren kennen. Nou ja', zei hij, snel van het onderwerp afstappend, 'je zult in ieder geval de best geklede patiënte in het ziekenhuis zijn.'

Ik had graag meer gehoord over de jaren die mijn moeder in Farthinggale Manor had doorgebracht, maar het leek me beter te wachten tot ik daar zelf zou zijn.

Toen een van de Roze Dames - lieve, oude vrouwen in roze schorten die vrijwilligerswerk deden in het ziekenhuis - de volgende dag met de post langskwam, had ze een stapeltje kaarten met goede wensen voor me van een paar vrienden in Winnerrow, van mijn leraren en leraressen, van mevrouw Avery en Roland Star, en van Drake en Luke. Ik vroeg mevrouw Broadfield ze aan de muur te hangen. Ik kon zien dat ze het er in haar hart niet mee eens was, maar ze deed het toch.

De dag nadat hun kaart was gearriveerd kwamen Luke en tante Fanny op bezoek. Omdat ik een eigen kamer had, konden ze op elk moment van de dag komen. Mijn deur stond open, dus ik kon tante Fanny in de gang al horen. Waarschijnlijk had ik haar ook kunnen horen als de deur dicht was geweest. Zij en Luke bleven eerst even staan bij de receptie.

'We komen voor mijn nicht', brulde ze. 'Annie Stonewall.'

Ik kon het antwoord van de verpleegster niet eens horen, zo zacht praatte ze, maar tante Fanny reageerde niet op de hint.

'Waarom liggen die eigen kamers van jullie zo ver bij de lift vandaan? Als je meer poen op tafel moet leggen, hoor je er ook gemak van te hebben. Deze kant op, Luke.'

'Mijn tante komt', waarschuwde ik mevrouw Broadfield, die als een stenen standbeeld bij de deur zat en het laatste nummer van People las. Tony had die ochtend tientallen nieuwe tijdschriften gestuurd, en mevrouw Broadfield had ze op de vensterbank gelegd. Mijn kamer leek wel een bibliotheek. Soms kwamen er verpleegsters langs om te vragen of ze een paar tijdschriften mochten lenen om in de pauze te lezen. Mevrouw Broadfield vond het goed, maar schreef hun naam achter de naam van het tijdschrift in een klein notitieboekje.

'Vergeet niet ze terug te brengen', waarschuwde ze.

Ze verschoof op haar stoel toen tante Fanny's voetstappen luider werden. Ik hoorde aan het geklikklak dat ze hoge hakken droeg en zich had opgetut voor het bezoek. Ze verscheen in de deuropening in een panamahoed met een brede rand en zwart fluwelen lint, een zwart denim jasje met korte mouwen en een bruine denim rok op een strak truitje met smalle streepjes. De rok spande natuurlijk om haar heupen.

Ondanks haar levenswijze en de dingen die ze zei en deed, moet ik bekennen dat tante Fanny een heel aantrekkelijke vrouw was, vooral als ze zich modieus kleedde. Geen wonder dat de mannen om haar heen fladderden als bijen rond een korf.

Luke kwam vlak achter haar binnen. Hij droeg een eenvoudig blauw katoenen hemd met korte mouwen en een spijkerbroek, maar ik kon zien dat hij extra moeite had gedaan met zijn haar. Hij was trots op zijn dikke, donkere haar. Andere - jaloerse - jongens plaagden hem omdat hij er zoveel aandacht aan besteedde en alle haartjes altijd keurig op hun plaats wilde hebben.

Mevrouw Broadfield stond op zodra tante Fanny binnenkwam. Ze deinsde achteruit alsof ze bang was haar aan te raken, en smeet haar tijdschrift op de vensterbank.

' Annie, schat van me!' Tante Fanny holde naar mijn bed en sloeg haar armen om me heen.

Mevrouw Broadfield liep naar de deur.

'Haast je langzaam, meid', reageerde tante Fanny. Ik moest bijna hardop lachen toen tante Fanny zich weer naar me omdraaide, met opengesperde ogen en omgekrulde lippen of ze zure melk had gedronken.

Luke kwam aan de andere kant van mijn bed staan. Hij keek verlegen en leek zich niet op zijn gemak te voelen.

' Hoe gaat het, Annie?'

'Een beetje beter, Luke. Ik kan opzitten zonder duizelig te worden, en ik krijg al vaste voeding.'

'Dat is fijn, schat. Ik wist wel dat als je eenmaal in zo'n deftig ziekenhuis was, ze je in een mum weer op de been zouden hebben.' Fanny keek me onderzoekend aan. 'Is die zure prik van een verpleegster een beetje fatsoenlijk tegen je?'

'O, ja, tante Fanny. Ze is heel efficiënt', verzekerde ik haar.

'Ja, daar ziet ze naar uit. Je zal wel zo iemand moeten hebben om de druppels van je drankje te tellen, maar ik vind haar iets om van in een coma te blijven.'

'Je moet de groeten hebben van iedereen op school, Annie, en ik moet je van allemaal condoleren', viel Luke haar in de rede. Hij probeerde het gesprek af te leiden van Fanny's beledigende opmerkingen.

'Bedank ze voor me, Luke. En bedank ze voor hun kaarten. Ik vond jouw kaart zo mooi, Luke', zei ik, met een knikje naar de muur.

'Dat dacht ik wel.' Hij straalde.

'Waar is de kaart die ik je heb gestuurd?' vroeg tante Fanny, toen ze de kaarten aan de muur had bekeken.

'Heb jij ook een kaart gestuurd, tante Fanny? Wanneer?'

'O, al dagen geleden. Ik had een heel mooie uitgezocht. En ik weet zeker dat ik er een postzegel op heb geplakt, Luke, dus zeg niet dat ik dat ben vergeten', ging ze snel verder, Lukes kritiek voorkomend.

'Misschien komt hij morgen, tante Fanny.'

'Of misschien heeft dat kreng van een verpleegster hem stiekem achtergehouden', zei ze met een spottend lachje.

'O, tante Fanny, waarom zou ze dat doen?'

'Weet ik veel. Ze had de pest aan me vanaf het eerste moment dat ze me zag, en ik vond haar ook een loeder. Ik vertrouw haar voor geen cent.'

'Tante Fanny!'

'Ma', waarschuwde Luke.

'Nou ja', mompelde ze.

'Ben je al klaar voor de diploma-uitreiking, Luke?' vroeg ik, met een poging tot opgewektheid. Ik zou mijn eigen plechtigheid missen.

'Over drie dagen.' Hij streek met zijn wijsvinger langs zijn keel om aan te geven dat het een ramp zou worden. 'Dit is de eerste keer dat ik iets echt belangrijks doe zonder dat jij naast me staat om me aan te moedigen en te steunen, Annie.'

Ik vond het heerlijk hem te horen zeggen dat ik zo belangrijk voor hem was, maar ik wist dat hij het er goed zou afbrengen, ook al was ik er niet bij. Er waren niet veel jonge mannen van zijn leeftijd die zo capabel en verantwoordelijk waren als hij. De leraren waren altijd blij als hij aanbood iets te doen, omdat ze wisten dat ze hem niet voortdurend achter zijn broek hoefden te zitten zoals de meeste tieners.

'Ik weet zeker datje het fantastisch zult doen, Luke. Ik wou dat ik erbij kon zijn', zei ik, en mijn ogen vertelden hem hóe graag ik dat wilde.

'Hij doet niks anders dan thuis die rede van hem opdreunen, maar ik heb nog geen applausje gehoord', viel tante Fanny ons in de rede. Luke keek kwaad. Hij begon zijn geduld te verliezen, en ik ook. 'Ik kan je één ding zeggen, Annie, als dat stelletje snobs in Winnerrow die jongen geen staande ovatie geven -'

'Ma, ik heb je gevraagd

'Hij zit gewoon in de schijterd dat ik me niet netjes genoeg zal gedragen en die verwaande poeperds nog meer over me zullen roddelen', legde ze uit. Ze liep rond in de kamer, en begon steeds luider te spreken naarmate ze zich meer opwond. 'Luke, geef die stoel eens, die stoel waar die verpleegster eieren zat uit te broeden.'

Ik keek snel naar de deur om te zien of mevrouw Broadfield niet was teruggekomen en Fanny's opmerkingen had gehoord. Maar blijkbaar had ze besloten weg te blijven tot mijn tante was vertrokken.

Luke bracht haar de stoel en ze ging zitten. Ze zette haar hoed af en legde die op het voeteneind van mijn bed. Haar haar was keurig naar achteren gekapt. Ik vond haar iets veranderd, er lag een nieuwe, serieuzere blik in haar blauwe ogen. Ze keek me een ogenblik onderzoekend aan, perste toen haar lippen op elkaar en pakte mijn hand vast.

'Annie, schat, ik heb een hoop nagedacht de laatste tijd. Ja, hè, Luke?'

'Dat is dan ook het enige wat ze heeft gedaan', zei Luke sarcastisch. Tante Fanny zag de blik die we met elkaar wisselden.

'Ik ben bloedserieus.'

'Oké, tante Fanny. Ik luister. Ga door.' Ik vouwde mijn handen over mijn borst en leunde achterover tegen de kussens. Mijn benen waren nog steeds twee dode aanhangsels. Ik moest ze met mijn handen verleggen, en twee keer per dag moest mevrouw Broadfield ze masseren en oefeningen doen.

'Ik heb besloten in Hasbrouck House te gaan wonen zolang jij bezig bent beter te worden, dan weet ik tenminste zeker dat er goed voor gezorgd wordt en de bedienden doen waarvoor ze betaald worden. Ik slaap in een van de logeerkamers. Er zijn er genoeg, en als Luke thuiskomt uit Harvard, kan hij in

een van de andere slapen.'

'Mijn colleges beginnen deze zomer', legde hij uit. 'Harvard heeft een zomercollege, en dat kan ik ook met mijn beurs betalen.'

'O, Luke, dat is geweldig. Maar, tante Fanny, heb je Drake over je plannen verteld?'

'Ik heb Drakes toestemming niet nodig. Ik heb rechten en verplichtingen. Ik heb het testament van je vader en je moeder door mijn eigen advocaat laten nakijken. Je moeder is erg lief voor me geweest, Annie, en ik vind dat ik wat terug moet doen. En daar heeft geen hond zich mee te bemoeien. Drake niet, en zeker die Tony Tatterton niet.'

'Ik zou niet weten waarom Tony Tatterton bezwaar zou maken, tante Fanny.'

'Nou, Drake studeert nog, en omdat ik de oudste levende bloedverwante ben, zal ik m'n plicht doen voor m'n familie. Drake is er niet; jij bent er niet; iemand moet de leiding nemen. Heaven zou willen dat ik het deed, dat weet ik zeker.'

'Ik vind het niet erg dat jij en Luke in Hasbrouck House gaan wonen, tante Fanny. Ik waardeer het wat je wilt doen.'

'Dank je, Annie, je bent een schat. Dat is lief van haar om dat te zeggen, hè, Luke?'

'Ja', zei Luke. Hij keek net zo naar me als toen hij me vertelde wat tante Fanny had gedaan met de brief van Harvard waarin ze hem meedeelden dat hij was geaccepteerd. Ik voelde me blozen en richtte mijn blik weer snel op tante Fanny.

'Ik wou alleen dat je thuiskwam om beter te worden, Annie, in plaats van naar dat grote huis te gaan, bij vreemden. Ik kan net zo goed voor je zorgen als dat stomme wijf met haar uitgestreken gezicht dat Tony Tatterton heeft aangenomen. En je moeder is altijd het gelukkigst geweest toen ze in Winnerrow woonde. Toen ze ouder was en een hoop centen had, bedoel ik. Dat geloof ik tenminste.' 'Waarom, tante Fanny?' Ik vroeg me af hoeveel zij wist van het verleden.

'Ze hield niet van al die verwaande snobs', zei ze. 'En ze had een hoop sores met die gekke oma. En met Tony ook. Iedereen haalde altijd de hele reutemeteut door elkaar, tot niemand meer wist wie hij of zij was. Ze heeft zelfmoord gepleegd', zei ze effen en keek me met koele blik aan.

'Ik dacht dat het een ongeluk was, tante Fanny.'

'Ongeluk... niks ongeluk. Ik denk dat ze er op een avond schoon genoeg van kreeg om als een halve gare te worden opgesloten, en toen nam ze te veel slaappillen. Je kan mij niet wijsmaken dat ze dat niet met opzet deed.'

'Maar als ze niet wist wat ze deed of Wie ze was...'

' Annie heeft gelijk, ma. Het kan een ongeluk zijn geweest.'

'Alles kan. Maar het deed je ma geen goed om in dat grote huis te moeten wonen met al die gekkigheid om zich heen. En ik geloof ook helemaal niet dat ze op dat dure kerkhof daar begraven wilde worden. Ik geloof dat ze liever in de Willies was begraven, in het bos, naast haar echte ma.'

Luke en ik keken elkaar even aan. Hij wist dat ik vaak in m'n eentje naar dat simpele graf in de Willies was gegaan om naar de grafsteen te staren waarop slechts stond: 'Angel. Geliefde Echtgenote van Thomas Luke Casteel.'

'Maar waarschijnlijk had je pa dat reusachtige monument wel mooi gevonden.'

'Heb je het gezien?' Ik keek weer naar Luke. Hij knikte en beet op zijn lip.

'Ja. Voor we hier kwamen zijn Luke en ik naar het kerkhof van de Tattertons gegaan om de laatste eer te bewijzen.'

'Ben je in Farthy geweest, Luke?'

'Alleen in het park, we zijn niet naar het huis zelf gegaan. Het kerkhof heeft een eigen ingang en weg, en ligt op een kleine afstand.'

'Geen hond heeft ons trouwens gevraagd, Annie. En waar wij stonden konden we het huis zien, maar het zag er maar bar somber en verlaten uit', zei tante Fanny. Ze sloeg haar armen om zich heen, alsof ze het koud kreeg bij de herinnering.

'We konden niet veel zien, ma', zei Luke, met een bestraffende blik op zijn moeder.

'Het leek net een van die ouwe, grauwe kastelen in Europa', hield ze vol. 'Daarom had ik liever dat je ergens was waar ik een oogje in het zeil kon houden, niet zo weggestopt in dat huis. Ik denk dat het er spookt. Misschien is je over- grootma daarom wel kierewiet geworden.'

'O, ma', kreunde Luke.

'Nou, Logan heeft me eens verteld dat Jillian - zo heette ze, Jillian - beweerde dat ze de geesten van gestorven familieleden zag', fluisterde ze.

Luke wendde zijn blik af. Elke zinspeling op mijn vader en zijn moeder bracht hem in verlegenheid. Ik liet een geforceerd lachje horen om de stemming te verbreken.

'Maak je maar niet ongerust, tante Fanny. Tony gaat Farthy restaureren om het comfortabel voor me te maken', zei ik. 'Hij heeft allerlei plannen...'

'O, ja?' Ze wendde haar blik af, alsof ze bang was dat ik haar gedachten zou kunnen lezen.

'Tante Fanny, weet jij waarom mijn moeder niets met hem te maken wilde hebben?'

Ze staarde nog steeds naar de grond en schudde haar hoofd.

'Dat was iets tussen je pa en je ma en hem. Dat was allemaal vlak voor het proces om Drake. Ik en je ma konden het toen niet zo erg best met elkaar vinden, dus zij vertelde me niks en ik vroeg niks. En toen we weer goeie maatjes waren, wilde ze de hele rotzooi begraven, en heb ik het met rust gelaten. Maar ik weet zeker dat ze er een goeie reden voor had, dus ik zou er nog maar eens goed over nadenken als ik jou was', ging ze verder, met samengeknepen ogen en getuite lip-pen.

'Maar, tante Fanny, Drake vindt Tony geweldig, en hij heeft zoveel voor me gedaan. Hij heeft Drake een belangrijke baan beloofd voor de zomer.'

'Ja, nou, hou in ieder geval goed je hersens bij elkaar als je daar bent, meid, en als je problemen hebt, met die dragonder, of wat dan ook, dan bel je je tante Fanny maar. Dan kom ik onmiddellijk opgedraafd om je naar huis te brengen, waar je hoort, begrepen?'

Het klonk nogal grappig, en tante Fanny had wel meer vreemde ideeën, maar onwillekeurig vroeg ik me toch af of ze geen gelijk kon hebben wat Tony Tatterton betrof. Had hij een andere reden om dit alles te doen? Had tante Fanny gelijk dat er een erfelijke waanzin was in de familie? Voorlopig besloot ik af te wachten. In ieder geval voelde ik me veilig, omdat Drake en Luke in Boston zouden zijn. Ik zou zelfs dichter bij Luke zijn als ik in Farthy woonde. Ik had gedacht dat zijn studie in Harvard ons zou scheiden, maar nu bracht die ons juist weer dicht bij elkaar.

'Dank je, tante Fanny, maar ik denk dat ik het er heel prettig zal hebben, en ik heb nu al die medische behandelingen nodig.'

'Ze heeft gelijk, ma.'

'Ja, ik weet dat ze goed verzorgd moet worden. Ik dacht alleen... Nou ja, je weet waar je me kunt vinden.' Ze richtte zich op en deed haar best eruit te zien als mijn moeder als ze over zaken sprak. 'In ieder geval schijnen je ouders nooit in hun testament te hebben veranderd dat Tony Tatterton het beheer krijgt over hun financiën. Dus zal hij het wel voor het zeggen hebben wat er met de fabriek en zo gebeurt.'

'En Drake zal er veel mee te maken krijgen. Hij zal later

waarschijnlijk zelf de leiding overnemen.'

'Ach, zou mijn pa even trots zijn geweest', zei ze stralend. Ze schudde haar hoofd en zocht in haar handtas naar een kanten zakdoekje waarmee ze haar ogen afwiste. 'Jij en Luke zijn m'n enige familie, Annie, en ik zal jullie allebei goed bedenken. Ik zal echt mijn best doen om een fatsoenlijke moeder en tante te zijn. Ik zweer het je.' Ik kon zien dat ze zowel zichzelf als mij trachtte te overtuigen.

'Dank je, tante Fanny', zei ik, dankbaar voor haar goede bedoelingen, bedoelingen die ze niet gemakkelijk ten uitvoer zou kunnen brengen, vermoedde ik.

We gaven elkaar een zoen op de wang. Tranen glinsterden in haar ogen. Het deed me verdriet dat te zien, maar ik bedwong mijn eigen tranen. Ze richtte zich op en stopte haar zakdoek weer in haar tas.

'Ik ga even naar die chique cafetaria beneden voor een kop koffie. Ik had Luke beloofd om jullie even alleen te laten, al snap ik niet waarom hij zo geheimzinnig moet doen.' Ze keek achterdochtig naar Luke. Luke bloosde.

'Ik heb geen geheimen, ma, dat heb ik je al verteld.'

'Goed, goed, ik ben over tien minuten terug.'

Ze stond op, kneep even in mijn hand en ging weg. Zodra ze de deur uit was, kwam Luke dichter bij mijn bed staan. Ik pakte zijn hand vast.

'Hoe gaat het werkelijk met je, Annie?'

'Het is moeilijk, Luke. Vooral als ik wakker ben en me alles weer herinner. Ik kan alleen maar huilen', jammerde ik, en barstte meteen weer in snikken uit, terwijl Luke op de rand van het bed zat en me troostte met zijn sterke armen. Zo bleven we lange tijd zitten, tot mijn tranen gedroogd waren.

'Ik wou dat ik wat meer voor je kon doen.' Hij sloeg zijn ogen neer en keek toen weer snel op. 'Ik heb gedroomd dat ik afgestudeerd was als arts en je kon behandelen en heel snel weer beter maken.'

'Je zou een fantastische dokter zijn, Luke', zei ik.

'Ik wou dat ik het nu al was.'

'Iedereen is zo aardig voor me geweest', zei ik. 'Drake komt elke dag, en Tony doet heus veel voor ons.' Hij knikte. 'In ieder geval ga ik eindelijk naar Farthy. Ik wilde alleen dat het om een andere reden was.'

'Ik kom je opzoeken, Annie. Als ze het goedvinden.'

'Natuurlijk vinden ze dat', verzekerde ik hem.

'Zo gauw ik de kans krijg. En als je nog in een rolstoel zit, rijd ik je rond en zien we al die plaatsen waarover we gedroomd hebben. We zullen zelfs naar de doolhof gaan en -'

'Misschien kun je me naar hun graf brengen, Luke. Als ik er tenminste nog niet geweest ben voor je komt', zei ik plechtig-

'O, dat zou ik graag willen, Annie. Ik bedoel -'

'Misschien zal ik me gauw zelf in mijn rolstoel kunnen voortbewegen, zodat we gescheiden kunnen gaan en proberen elkaar te vinden, zoals we fantaseerden dat we zouden doen', zei ik snel. Het leek verkeerd om Farthy zo triest te maken, vooral omdat we het zo mooi hadden gemaakt in onze fantasie.

'Ja, en we gaan naar het grote zwembad en de tennisbanen

»

'En ben je dan nog steeds mijn prins?' vroeg ik plagend.

'O, nu meer dan ooit.' Hij stond op en nam een vorstelijke houding aan. 'Lieve prinses', zei hij met uitgespreide armen. 'Mag ik je vanmorgen door het park rijden? We zullen naar het prieel gaan en daar blijven zitten tot de zon ondergaat, en we zullen zachtjes met elkaar praten en mint juleps drinken.'

'Beloof je me dat je daarna met me naar de concertzaal gaat, om naar pianomuziek te luisteren, prins Luke?' 'Uw wens is mijn bevel, prinses', zei hij. Hij knielde naast mijn bed en bracht mijn hand aan zijn lippen. Hij kuste mijn vingers en stond op. Zijn ogen glinsterden toen een andere fantasie bij hem opkwam.

'Of we behoren tot de zuidelijke aristocratie', opperde hij.

'En we kleden ons heel mooi aan voor een chique diner?' vroeg ik glimlachend.

'Natuurlijk. Ik kom in smoking en jij zweeft de lange trap af als Scarlett O'Hara in Gejaagd door de wind met de sleep van je rok achter je aan. En je zegt -'

'Ik zeg: "Zo, Luke Casteel, ik ben blij je te zien." '

'Annie, je bent mooier dan ooit', declameerde hij, Clark Gable in de film imiterend. 'Maar ik moet mijn hersens erbij houden. Ik weet hoe je de mannen manipuleert met je verblindende schoonheid.'

'O, jou niet, Luke. Ik zou jou nooit manipuleren.'

'O, maar Annie, er is niemand door wie ik liever gemanipuleerd zou willen worden', zei hij met zoveel oprechtheid dat ik even sprakeloos was.

'Het deugt niet als je me laat weten dat jij weet dat ik het doe, Luke Casteel', zei ik ten slotte ademloos.

We lachten. Toen keek ik op.

'Luke, er is nog iets dat ik wil zien; iets dat ik heel, heel graag wil zien.'

'Wat?' vroeg hij met een fonkeling in zijn saffierkleurige ogen.

'Een bungalow die aan de andere kant van de doolhof ligt. Ik voel dat ik die móet zien. Het is iets dat ik moet doen.'

'Dan doen we het. Samen', voegde hij er vol vertrouwen aan toe.

'Ik hoop het, Luke.' Ik kneep in zijn hand om de nadruk erop te leggen. 'Beloof het me. Je moet het me echt beloven.'

'Elke belofte die ik jou doe, is echt, Annie', zei hij hees. Hij zag er volwassener en vastberadener uit dan ik hem ooit gezien had. Even keken we elkaar diep in de ogen. Ik zag zijn liefde voor me en voelde me warm worden vanbinnen. Toen kwam mevrouw Broadfield als een koude wind de kamer binnen.

'Tijd om het verband om je hoofd te verschonen', kondigde ze aan.

'Wil je even buiten wachten, Luke?'

'Ik ga intussen kijken hoe het met mijn moeder gaat, of ze nog niet het hele ziekenhuis op zijn kop heeft gezet.'

Na de lunch kwamen Fanny en Luke nog even terug, en voor ze weggingen spraken Luke en ik een tijd af waarop hij me de volgende dag zou bellen om me de definitieve versie van zijn speech voor te lezen.

'Ik heb er iets aan toegevoegd', zei hij. 'En ik wil dat jij de eerste bent om het te horen.'

Later op de middag kwamen Tony en Drake.

'Ik heb gehoord dat je tante op bezoek is geweest', zei Tony toen hij binnenkwam.

'Ja.' Ik keek naar Drake. Hij was keurig gekleed in een zwartzijden pak met smalle witte streepjes, net als de pakken van Tony. Ik vond dat hij er jaren ouder uitzag, heel volwassen en succesvol. 'Drake, tante Fanny wil in Hasbrouck House gaan wonen om een oogje op het huis te houden. Ik heb gezegd dat het goed was.'

'Wat? Hé, wacht eens even, Annie.'

'Kalm aan', kwam Tony tussenbeide. 'Het is een groot huis, naar ik gehoord heb.' Ik zag de blik waarmee hij naar Drake keek, een blik die zei: 'Doe niets wat Annie van streek kan brengen.' De fonkeling in Drakes ogen doofde onmiddellijk. Hij haalde zijn schouders op.

'Dat is waar. Het zal wel goed zijn. Voorlopig in ieder geval. Ik heb het toch te druk, en jij bent in Farthinggale, dus kan ze ons geen van beiden lastig vallen.'

'Ze probeert iets goed te maken, Drake', verdedigde ik Fanny. Ik wilde zo graag het beste van haar geloven. 'Ze wil weer familie hebben. Ik geloof haar, en ik had het hart niet het haar te weigeren. Niet nu.'

Hij knikte.

'Dat was heel lief van je Annie', zei Tony. 'Aan de noden van anderen denken, terwijl je er zelf zo veel hebt. Het zal verfrissend zijn iemand als jij in Farthinggale te hebben. Je zult een warmte uitstralen in huis zoals niet meer gebeurd is sinds... sinds je moeder er woonde.

'En nu', ging hij snel verder, 'heb ik een verrassing voor je. Dr. Malisoff zegt dat je aan het eind van de week weg mag om in Farthinggale je herstel voort te zetten en met de fysiotherapie te beginnen. Is dat niet fijn?'

'O, ja. Ik wil hier dolgraag weg!' riep ik uit.

Tony en Drake lachten. Een onderdeel van een seconde keek Drake naar Tony om te zien of hij zou lachen. Het verbaasde me te zien hoe snel Tony Drake tot een discipel had gemaakt. Drake was zo anders als Tony erbij was! Ik had hem nog nooit zo onderdanig meegemaakt!

Tony pakte mijn hand. 'Ik heb gehoord wat een fantastische patiënte je bent geweest en hoe goed je hebt meegewerkt. Mevrouw Broadfield is enthousiast over je', voegde hij eraan toe, met een blik op haar. In plaats van met een van haar imitatieglimlachjes, knikte ze nu met oprechte waardering.

'Dank u', zei ik, en glimlachte naar haar.

'Maar, Annie, er is iets heel belangrijks watje voor me verborgen hebt gehouden', zei Tony.

'Verborgen?'

'Drake vertelt me datje zo goed kunt schilderen.'

'O, Drake. Je hebt mijn talent natuurlijk sterk overdreven.'

'Ik heb alleen de waarheid verteld, Annie. Je bént goed', verklaarde hij zelfverzekerd.

'Ik leer het pas', zei ik tegen Tony. Ik wilde niet dat hij al te teleurgesteld zou zijn als hij mijn werk zag.

'Goed, ik zal een van de beste leraren in de stad zoeken en die naar Farthinggalé laten komen om je les te geven. Ik zal zorgen dat je je niet verveelt, dat beloof ik je. We moeten een nieuw schilderij hebben van de Manor, en ik kan geen betere schilder daarvoor bedenken dan jij, Annie.'

'Maar, Tony, je hebt niet eens gezien wat ik kan.'

'Ik geloof dat ik wel weet wat je kunt', zei hij. Zijn doordringende blik bleef peinzend op me rasten. Ik staarde hem aan en vroeg me af wat hij meende te weten. Wat zag hij in me dat ik zelf niet kon zien?

'Nog één verrassing.' Tony stak zijn hand in zijn zak en haalde er een klein juwelendoosje uit. Ik nam het van hem aan, maakte het langzaam open en zag een prachtige ring met een parel in gouden zetting. 'Ik heb net zo lang gezocht in de juwelen van je grootmoeder tot ik iets vond waarvan ik dacht dat het bij jou zou passen.' Hij haalde de ring uit het doosje, pakte mijn linkerhand en schoof de ring langzaam aan mijn vinger. Hij leek niet eens verbaasd dat de ring perfect paste.

'O, Tony, wat mooi', riep ik bewonderend uit.

Ik hield mijn hand op en draaide hem om zodat Drake de ring kon bewonderen. Hij knikte goedkeurend.

'Schitterend', gaf hij toe.

'Op den duur zal alles wat ik heb en alles wat van je grootmoeder was van jou zijn, Annie.'

'Dank je, Tony, maar je hebt me zoveel gegeven en zoveel voor me gedaan, dat ik niet weet hoe ik je daarvoor moet bedanken.'

'Kom naar Farthinggalé en zorg dat je beter wordt. Dat is meer dank dan ik ooit verwacht had te zullen krijgen.'

Het lag me op de lippen om te vragen waarom, maar op-

nieuw nam ik me voor alle vragen te bewaren tot Farthing- gale Manor, waar ik naar ik hoopte ook de antwoorden zou krijgen. Het leek me plotseling zo logisch dat de mysteries uit het verleden van mijn moeder zouden worden opgelost op de plaats waar ze waren ontstaan.

De volgende dag, op de afgesproken tijd, belde Luke me om me het nieuwe deel van zijn speech voor te lezen.

'Iedereen in Winnerrow weet van de tragedie in onze familie, Annie. Als ze naar me kijken, nadat ik door de rector ben ingeleid als de spreker van het schooljaar, zal het in hun ogen te zien zijn. Ik heb er heel lang over nagedacht hoe Heaven zou willen dat ik zou reageren en wat zij zou willen dat ik zou zeggen.

Annie, je weet dat je moeder een inspiratie voor me is geweest, misschien wel de grootste inspiratie in mijn leven, omdat ze geboren werd voor een hard, armoedig leven en ze zich daaraan heeft ontworsteld. En omdat ze zoveel ontberingen heeft geleden, die ze met zoveel waardigheid en in alle schoonheid heeft overwonnen. Ze heeft me nooit het idee gegeven dat ik bij jullie thuis niet welkom was, en ik weet dat mijn aanwezigheid pijnlijk geweest moet zijn voor haar.'

'O, Luke, ze heeft nooit -'

'Nee, Annie, maar het zou alleen maar logisch zijn geweest. Ik begreep het en...' Zijn stem sloeg over. 'En ik hield van haar. Echt, ik hield van haar. God moge het me vergeven, meer dan ik van mijn eigen moeder houd.'

'Ik geloof dat ze dat wist, Luke.'

'Ik weet het. In ieder geval, ik heb besloten deze alinea eraan toe te voegen. Luister je?'

'Mijn oor zit aan de telefoon gekleefd, Luke.'

Ik stelde me hem voor aan het andere eind, met zijn rechte houding en een ernstig gezicht, terwijl hij zijn toespraak voorlas.

'In de bijbel staat dat er voor alles een seizoen is. Een tijd om te worden geboren en een tijd om te sterven; een seizoen van licht en een seizoen van duisternis. Dit is een gelukkige dag, een mooie dag, een dag in het seizoen van het licht. Maar voor mijn familie is het nog het seizoen van de duisternis. Toch weet ik zeker dat mijn tante en mijn... mijn vader zouden willen dat ik in het seizoen van het licht bleef om de duisternis te verlichten en te bedenken wat deze dag voor mijn familie betekent. Die dag betekent hoop op de toekomst. Hij betekent dat opnieuw een afstammeling van Toby Casteel en zijn lieve vrouw Annie zich aan de armoede van de Willies hebben ontworsteld om datgene te worden waartoe zijn capaciteiten hem in staat stellen. Dus wil ik deze dag opdragen aan de nagedachtenis van Logan en Heaven Stonewall. Ik dank u.'

De tranen stroomden over mijn wangen. Ik kon de hoorn niet meer vasthouden. Ik liet hem in mijn schoot vallen en snikte het uit. Luke riep mijn naam: 'Annie? Annie? O, Annie, het was niet mijn bedoeling je aan het huilen te maken. Annie?'

Mevrouw Broadfield, die vlak bij de deur met een verpleegster stond te praten, kwam binnengestormd.

'Wat is er?' vroeg ze.

Ik haalde een paar keer diep adem, tot ik mijn droefheid voldoende had overwonnen om iets te kunnen zeggen. Toen pakte ik de telefoon weer op.

'Luke, het spijt me. Het is prachtig. Ze zouden zo trots op je zijn, maar vind je', hijgde ik, 'vind je dat je moet zeggen...'

'Mijn vader? Ja, Annie. Vooral op deze dag wil ik al het bedrog uit de weg ruimen en trots zijn op wie ik ben. Denk je dat hij het erg zou vinden?'

'O, nee. Ik dacht alleen aan jou en aan daarna.'

'Daarna is niet belangrijk. Ik ga naar Harvard, en eerlijk gezegd ben ik het voor één keer met mijn moeder eens - het kan me niet schelen wat de snobs van Winnerrow denken.'

'Ik wilde alleen maar dat ik naast je kon staan, Luke.'

'Je zult naast me staan, Annie. Ik zal het voelen.'

Ik begon weer te huilen. Ik verborg mijn gezicht in mijn handen.

Mevrouw Broadfield kwam met een van woede vertrokken gezicht naar me toe.

'Hou op!' schreeuwde ze. 'Leg die telefoon neer. Het maakt je veel te veel van streek.'

Ze pakte de telefoon uit mijn hand voor ik het kon beletten.

'Met mevrouw Broadfield', zei ze. 'Ik vrees dat ik een eind moet maken aan dit gesprek. Annie is te zwak voor dit soort emotionele spanningen.'

'Alstublieft, geef me de telefoon nog even terug, mevrouw Broadfield', vroeg ik.

'Goed, maar heel even', zei ze. 'Je maakt jezelf nog ziek.'

'Ik zal kalm zijn. Ik beloof het.' Met tegenzin gaf ze de telefoon terug.

'Het spijt me', zei Luke onmiddellijk. 'Ik wilde niet -'

'Het geeft niet, Luke. Het is niets. Ik zal sterk zijn. Ik huil omdat ik ook gelukkig ben - voor jou.'

'Wees gelukkig voor ons allebei, Annie.'

'Ik zal het proberen.'

'Ik zal je meteen na de diploma-uitreiking bellen om je te vertellen hoe het is gegaan.'

'Niet vergeten!'

'Ik zal eerder vergeten om adem te halen', zei hij.

'Veel succes, Luke', riep ik, en gaf de telefoon toen aan mevrouw Broadfield, die snel ophing.

Ik liet me achterover in de kussens vallen.

'Je begrijpt je conditie niet, Annie', begon ze. 'Je hebt niet alleen lichamelijk letsel opgelopen, maar ook emotioneel. Dit soort dingen kan je maanden achterop brengen.'

De tranen en het verdriet wogen als een steen op mijn hart. Plotseling had ik moeite met ademhalen. Ik hijgde en snakte naar adem en reikte met mijn handen omhoog. Ik voelde het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, mijn wangen koud worden. De kamer begon te draaien. Het laatste wat ik hoorde was de gil van mevrouw Broadfield: 'De dokter!'

Toen begon het seizoen van de duisternis opnieuw.