OUDE EN NIEUWE LEVENS

Ik lag in bed toen Logan eindelijk kwam. Ik had mezelf in slaap gehuild en was met een zere keel wakker geworden. Ik lag omhoog te staren naar het plafond; het verdriet had me in zijn greep. Ik draaide me niet eens om teneinde Logan te begroeten toen hij de slaapkamer binnenkwam.

' Heaven!' Hij kwam snel naar het bed en omhelsde me. Ik was blij dat ik zijn sterke armen om me heen voelde en zijn vertrouwde after-shave rook.

'Arme Heaven,' suste hij me, terwijl hij mijn hals streelde.

Ik liet mijn hoofd op zijn schouder rusten. Ik voelde me oneerlijk, een verraadster, omdat hij dacht dat mijn verdriet alleen Jillian gold. Maar ik liet hem begaan. Hij legde zijn gezicht tegen het mijne en kuste me.

'Het moet verschrikkelijk zijn geweest voor je,' zei hij. 'Het spijt me dat ik er niet was toen je haar vond. Tony is er heel slecht aan toe,' ging hij verder. 'Ik ben even langs zijn kantoor gegaan voor ik naar boven ging, en hij was opvallend stil. Kan ik nog iets doen? Ergens mee helpen?'

'Ik geloof het niet,' zei ik, mijn hoofd schuddend. Ik keek naar hem, mijn trouwe, toegewijde Logan, energiek, optimistisch en vastberaden als altijd. Hij was gezond en sterk en vol leven. Het leek wel of hij nooit gedeprimeerd kon zijn. Zijn saffierkleurige ogen waren vol hoop en leven. Zelfs in deze moeilijke tijd was zijn houding nog even geruststellend als toen ik hem voor het eerst ontmoette.

Wat een totaal ander temperament dan Troy, die altijd onder een dreigende wolk van verdriet leek te leven. Het was waar dat Logan niet zo gevoelig of poëtisch was, maar op dit moment verwelkomde ik zijn zonneschijn als het gras en de wilde bloemen in de Willies de zonnestralen verwelkomden die in het halfduister van het bos vielen. Ik wist dat ik altijd op hem kon vertrouwen. Hij was mijn bron van kracht, mijn Rots van Gibraltar.

In de rouwperiode hield Logan voortdurend contact met zijn kantoor in Winnerow, maar hij had het fatsoen zijn zaken te regelen zonder dat we het zagen en hoorden, en hij sprak er zelden over. Tony wilde over niets anders praten dan Jillian.

De bezoekers begonnen te komen op de dag na Jillians dood. Ik moest optreden als gastvrouw en hen begroeten en bedanken. De dag voor de begrafenis waren er meer dan honderd mensen in Farthy. Rye Whiskey maakte bladen en bladen eten en drinken klaar. Alle bedienden waren een fantastische steun en enorm bezorgd voor Tony. Ik merkte hoe ze hem respecteerden en van hem hielden.

Logan bleef voortdurend aan Tony's zij, en zag er steeds meer uil of hij, en niet Troy, zijn jongste broerwas. Ik was trots op hem, trots op de manier waarop hij met de mensen praatte, en trots op de genegenheid en troost die hij Tony kon geven.

Jillians twee zusters en broers kwamen pas op de ochtend van de begrafenis. Zodra ze in Farthy waren, stond Tony op en nam hen meteen mee naar zijn kantoor om Jillians testament te laten zien en hun duidelijk te maken dat een erfenis er niet in zat. Hij nam hun de wind uit de zeilen van hun hebzucht, en schiep enig plezier in hun sombere, teleurgestelde gezichten. Later vertelde hij me dat Jillian enorme pret erom gehad zou hebben.

'Ze zijn altijd jaloers op haar geweest,' legde hij uit. 'Vooral haar twee zusters. Ze waren zo lelijk en onvriendelijk dat het geen wonder was dat ze geen man konden krijgen. Ze werden zo verzuurd en bitter, dat Jillian het verschrikkelijk vond om in hun gezelschap te verkeren. Ze vertelden haar zelfs pas maanden later dat ze haar moeder in een inrichting hadden geplaatst.'

De elegante kerk in Boston was propvol voor de begrafenis; er stonden zelfs mensen achterin bij de deur. Later deed de begrafenisstoet van dure auto's die voortkroop over de weg naar het kerkhof me denken aan de parade van mensen die op onze huwelijksreceptie waren geweest. Onwillekeurig vergeleek ik de manier waarop deze mensen elkaar begroetten, de mannen in dure pakken en de vrouwen in kostbare jurken en juwelen, met de mensen in de Willies op een begrafenis, als ze met sombere gezichten toekeken hoe jong of oud omlaagzakte in de aarde.

Hoe arm en eenvoudig de mensen in de Willies ook waren, ze deelden eikaars verdriet, alsof ze allemaal tot één grote familie behoorden. Misschien waren ze door alle ontberingen en de strijd om het bestaan zo innig met elkaar verbonden dat ze bij elke begrafenis van een van hun buren het gevoel hadden dat een van hun eigen verwanten was gestorven.

Later keerden ze terug naar hun eigen hut om hun moeilijke en kwetsbare bestaan te overdenken. De dood had vrij spel in de Willies, er heerste daar minder tegenstand. Het feit dat ze arm waren maakte hen zwak. En toch, dacht ik, wat dwaas van deze rijke mensen om zo arrogant rond te lopen. Hadden ze geen gevoel, geen meegevoel? Jillians dood had dezelfde kille angst bij hen moeten wekken als bij de mensen in de Willies, nu ze zagen hoe een van hen, een vrouw die zo rijk en beschermd was als Jillian, zo gemakkelijk door de dood kon worden opgeëist.

Ik stond naast Tony en hield zijn arm vast toen ze Jillians kist in het graf lieten zakken, en ik dacht aan Troys verzoek in zijn laatste brief om Tony genoeg troost te bieden voor ons beiden. Zijn hand sloot zich stevig om de mijne, maar hij huilde niet openlijk. Ik voelde hem beven en toen draaiden we ons om en verlieten het kerkhof.

'Zo,' zei hij, 'nu heeft ze eindelijk rust. Haar strijd is voorbij.'

Logan en ik zeiden niets meer. We stapten in de auto en Miles reed ons terug naar Farthy. Rye Whiskey had een warme maaltijd klaargemaakt, maar Tony at heel weinig. Hij verliet de rouwenden en ging naar zijn suite om te slapen. Aan Logan en mij bleef het voorbehouden de gasten te begroeten, bezig te houden en tenslotte uit te laten.

Onder de gasten die de laatste eer kwamen bewijzen bevond zich een vriendin van me van de Winterhaven School, Amy Luckert, die de vriendelijkste was geweest van alle rijke, arrogante en hooghartige meisjes die me het leven daar zuur hadden gemaakt. Amy was niet getrouwd. Ze had veel door Europa gereisd en was pas kon geleden teruggekeerd. Ze beloofde over een dag of twee in Farthy op bezoek te komen. Ik bedankte haar; ze was een van de laatsten die vertrok.

'Moe?' vroeg Logan, toen we eindelijk alleen waren.

'Ja.'

'Ik ook.' Hij legde zijn arm om mijn schouders.

'Ga maar vast naar boven,' zei ik. 'Ik kom zo.'

'Blijf niet te lang weg,' antwoordde hij, en liet me alleen. Ik ging naar buiten om een frisse neus te halen voor ik naar boven ging. De duisternis was net ingevallen; de natuur bereidde zich voor om te gaan slapen. Ik keek naar de doolhof en dacht aan Troy, ik vroeg me af waar hij naar toe was en wat hij nu zou denken. Ik wist zeker dat zijn gedachten bij mij waren. Ik werd in mijn gepeins gestoord toen Miles de limousine voorreed. Curtis verscheen in de voordeur met twee koffers en Martha Goodman volgde hem naar buiten.

'O, Martha,' riep ik, en liep naar haar toe. 'Ik was vergeten dat je vanavond wegging.' Ik pakte haar hand vast en we omhelsden elkaar. 'Waar ga je nu naar toe?'

'O, het bemiddelingsbureau heeft me al een andere positie aangeboden in Boston. Ik zal u schrijven waar ik ben, en misschien, als u een keer in de stad bent...'

'O, natuurlijk. We gaan een keer samen lunchen,' bood ik aan. Ze knikte glimlachend, en toen betrok haar gezicht.

ik heb op de deur van meneer Tatterton geklopt om afscheid te nemen, maar hij gaf geen antwoord. Wilt u hem alstublieft goedendag zeggen van me?'

ik zal het doen. Pas goed op jezelf, Martha.'

We kusten elkaar op de wang en toen liep ze naar de auto. Halverwege bleef ze staan en draaide zich naar me om.

'Die pianomuziek,' zei ze. 'Dat was geen verbeelding van mevrouw Tatterton en van mij, hè?' We staarden elkaar lange tijd aan.

'Nee, Martha,' zei ik tenslotte. 'Die was echt.' Ze knikte en liep naar de auto. Ik keek haar na tot de wagen uit het gezicht verdwenen was en toen ging ik naar boven naar Logan.

Die avond ontdekte ik dat een man en een vrouw soms met elkaar vrijen uit behoefte om elkaar te troosten en niet alleen maar uit seksuele hartstocht en begeerte. Logan lag al in bed toen ik binnenkwam. Ik maakte me gereed om te gaan slapen en trok mijn doorzichtige nachthemd aan. Zodra ik naast hem ging liggen sloeg hij zijn arm om me heen en zoende me. Ik drukte mijn gezicht tegen zijn schouder en borst en begon te huilen. Het was waar dat ik huilde om Jillian en Tom en Troy, om alle mensen die ik had liefgehad en verloren, maar ik geloof dat ik voornamelijk huilde om mezelf, en misschien zelfs om Logan.

Ik huilde om het kleine meisje in de Willies, het meisje met de grote, blauwe ogen, dat gedwongen was te snel op te groeien en een moeder te zijn voor haar jongere broer en zuster en dat gezin uiteen had zien vallen door de verkoop van haar broers en zusters aan andere gezinnen. Ik huilde om dat onschuldige kind dat het slachtoffer werd van de krankzinnig jaloerse Kitty Dennison en vriendschap sloot en verleid werd door haar man, Cal. Ik dacht dat dat alle liefde en tederheid zou zijn die ik ooit zou kennen, en ik was zo in de war dat ik aanvankelijk het verlies ervan zelfs betreurde. Maar het meest van alles huilde ik om Troy, om de liefde die eeuwig de mijne had moeten zijn.

Logan kuste mijn tranen weg zoals Troy dat had gedaan en ik kuste hem terug. Ik had behoefte aan liefde. Ik wilde gerustgesteld worden, ik wilde weten dat ik leefde en bemind werd. Elke kus, elke liefkozing versterkte mijn vertrouwen in de toekomst. Ik wilde geen eenzaamheid en verdriet meer. Ik wilde geen tranen meer. Ik wilde iets anders voelen dan droefheid, en ik wist dat lichamelijke liefde dat mogelijk maakte.

Ik kon mijn lichaam tot leven brengen; ik kon het doen tintelen en beven van begeerte. Ik wilde dat Logan me overal zoende, me overal aanraakte. Hij mocht niets van me overslaan; ik wilde me volledig overgeven. Mijn verlangen wond hem op en maakte hem hartstochtelijker dan ooit tevoren. Ik wist dat mijn hartstocht hem verbaasde, maar ik kon mijn dwingende behoefte niet onderdrukken. We vrijden zo intens dat we na afloop allebei een tijdlang zwegen.

Heaven,' bracht hij er tenslotte uit, terwijl hij zijn hand op mijn schouder legde. 'Er is iets...'

'Sst,' zei ik. 'Je moet de betovering niet verbreken.' Ik wilde me omdraaien en wegzakken in een diepe, vredige slaap. En dat deed ik. Ik hoorde nauwelijks meer dat hij me welterusten wenste. Mijn ogen vielen dicht en de duisternis viel als een zwaar, zwart gordijn.

Maar ik wist dat het morgen allemaal opnieuw zou beginnen.

Na Jillians begrafenis voltrok zich een dramatische verandering in Tony. Hij leek plotseling veel ouder, ook al was hij twintig jaar jonger dan Jillian. Zijn haar leek grijzer, zijn ogen donkerder, de rimpels in zijn voorhoofd dieper, hij leek zich langzamer te bewegen en liep enigszins gebogen.

Hij kleedde zich ook niet meer zo onberispelijk. Vroeger kwam hij zelden beneden zonder jasje en das. Nu droeg hij een hemd dat openstond aan de hals en een broek die dringend geperst moest worden. Hij borstelde zijn haar niet en schoor zich niet meer en rommelde als een bezetene in oude documenten, oude foto's en allerlei souvenirs. Onmiddellijk na het ontbijt, dat voor hem nog slechts uit koffie bestond, sloot hij zich op in zijn kantoor en bracht uren en uren door met het doorzoeken van oude kartonnen dozen en oude archieven. Hij wilde door niets en niemand gestoord worden, en was zelfs kort aangebonden tegen mij en Logan.

Er kwamen voortdurend telefoontjes van de Tatterton-filialen en het hoofdkantoor, maar hij negeerde ze. Logan deed wat hij kon, maar hij wist niets van de zaak af en had zijn eigen verantwoordelijkheid in Winnerow. Ik wist dat hij brandde van verlangen om weer aan het werk te gaan. Tenslotte zei ik tegen hem dat hij terug moest naar Winnerow.

'Maar ik vind het vreselijk om je alleen te laten in deze sfeer,' zei hij. 'Kun je niet een paar dagen meegaan? Ik wil je bij me hebben. Het is belangrijk voor me en -'

'Ik geloof niet dat het verstandig is op het ogenblik weg te gaan, Logan. Maak je niet bezorgd over mij. Ik red het wel. Tony is degene die het moeilijk heeft.'

Logan knikte zwijgend, ik weet er alles van. Ik ging naar hem toe om hem te raadplegen over een paar beslissingen die in Winnerow genomen moeten worden, en weet je wat zijn reactie was? Hij deed of hij nog nooit van het project had gehoord. Wat voor project? zei hij. Ik wist niet wat ik moest doen. En even later zat hij weer in die kartonnen dozen te snuffelen. Ik had nooit gedacht dat Tony met een illusie zou kunnen leven. Hij is veel te realistisch en praktisch.'

'Als het om anderen gaat misschien, maar niet voor zichzelf. We hebben allemaal onze eigen illusies, Logan.'

Hij sperde zijn ogen open. 'O?' Hij staarde me even aan met een vreemde uitdrukking op zijn gezicht. Toen haalde hij zijn schouders op. 'Het

komt er dus op neer dat ik alle beslissingen zelf zal moeten nemen.'

'Dat verwachtte Tony toch van je,' zei ik. 'Hij zou je nooit de verantwoordelijkheid hebben gegeven als hij je niet vertrouwde.'

'Je zult wel gelijk hebben. Ja. Oké. Ik ben tegen het weekend weer terug. Ik zal je elke avond bellen en denk eraan dal je mij onmiddellijk belt als er problemen zijn.'

ik zal het doen. Maak je niet ongerust,' zei ik. Hij trof de voorbereidingen voor zijn terugkeer naar Winnerow en ging naar boven om zijn koffer te pakken. Ik zat alleen in de zitkamer toen hij afscheid kwam nemen. We kusten elkaar en hij ging weg. Ik kon het hem niet kwalijk nemen dat hij dit sombere huis wilde verlaten.

Ik ging een paar keer naar Tony, en telkens vond ik hem verdiep! in een document of fotoalbum.

'Je moet beter en regelmatig eten en zo gauw mogelijk je oude routine weer opnemen, Tony,' zei ik, toen ik de laatste keer bij hem binnenkwam. 'Het is de enige manier om over je verdriet heen te komen. '

Hij hield op met lezen en keek naar me op alsof hij zich nu pas realiseerde wat er gebeurd was. Alle gordijnen waren gesloten, zodat het heldere zonlicht niet in de donkere, troosteloze kamer kon doordringen. Het enige licht kwam van de lamp op zijn bureau, die een bleke gloed verspreidde. Hij keek om zich heen, naar zijn documenten en foto's, en toen weer naar mij. Toen leunde hij achterover in zijn stoel en schoof zijn leesbril omhoog op zijn voorhoofd.

'Zo,' zei hij. 'Hoe laat is het?' Hij keek naar de staande klok in de hoek om zijn eigen vraag te beantwoorden, ik geloof dat ik hier een hele tijd ben geweest.'

'Ja, en je hebt niet behoorlijk gegeten.'

ik vind het prettig als je je bezorgd over me maakt,' zei hij glimlachend, en plotseling geanimeerd. 'Je moeder was nooit echt bezorgd voor me,' voegde hij eraan toe.

' Mijn moeder?' Waarom kwam hij daar plotseling op? Mijn moeder was te jong geweest om zich over iemand bezorgd te maken. Ze liep weg toen ze nauwelijks oud genoeg was om een volwassen verantwoordelijkheid te kunnen dragen. 'Mijn moeder?' herhaalde ik.

De vage glimlach op zijn gezicht verdween en hij leunde hoofdschuddend naar voren. Toen wreef hij met zijn palmen langs zijn wangen en met zijn vuisten in zijn ogen, alsof hij de slaap wilde verdrijven. Hij haalde diep adem en keek naar me op.

'Sorry,' zei hij tenslotte, ik was even alle begrip van tijd verloren. Je stond in de schaduw en het leek bijna of Leigh door die deur kwam. Ik denk dat ik me te veel concentreer op het verleden. Je hebt gelijk. Ik moet een douche nemen en me aankleden en behoorlijk eten. Ik weet niet wat ik doe en waarom ik hel doe. Heaven, ik voel me zo schuldig over Jillian,' bekende hij.

'Maar, Tony,' zei ik, 'je hoeft je niet verantwoordelijk te voelen. Je hebt alles gedaan watje kon... Martha Goodman, dokters, medicijnen... je hebt haar zoveel mogelijk comfort gegeven...'

'En haar opgesloten in een wereld van waanzin,' zei hij. in mijn eigen belang, in de hoop dat ze op een of andere manier er overheen zou komen en bij me zou terugkomen. Het was verkeerd. Misschien als ik had toegegeven en haar naar een inrichting had laten gaan...'

'Tony, daar zou ze toch niet gelukkiger zijn geweest. Misschien zou ze die pillen niet hebben genomen, maar ze zou op zoveel andere manieren zijn gestorven.'

Hij keek naar me en dacht even over mijn woorden na. Toen knikte hij.

'Je bent een opmerkelijke jonge vrouw geworden, Heaven. Als ik zo naar je kijk moet ik onwillekeurig weer denken aan ons eerste gesprek in dit kantoor, toen je me de waarheid vertelde over je verleden en over Leighs dood en ik je al die regels voorschreef... Ik dacht dat je wild, ongedisciplineerd, onderontwikkeld was. Ik wilde je kneden, buigen en hervormen.

'Maar het bleek datje ruggegraat had, een sterke wil en intelligentie. Je zou worden zoals je voorbestemd was te worden, zoals je zelf wilde worden, en niets wat ik je gaf of zei kon iets daaraan veranderen. Ik had je verkeerd beoordeeld.' Hij lachte. 'Ik had meer vertrouwen moeten hebben in mijn eigen genen, hè? Ik had je toen de waarheid moeten vertellen over je afkomst.'

'Misschien,' zei ik. En toen dacht ik dat in dit huis de waarheid zo vaak werd verzwegen. Ik kwam in de verleiding hem te vertellen dat ik wist dat Troy nog leefde, maar ik hield mijn mond. Het was nog een te gespannen en emotionele tijd. De wonden waren nog rauw. Bovendien was ik nog kwaad op hem omdat hij het voor me had verzwegen, wat zijn overwegingen ook waren, en ik vond het niet eerlijk hem nu te beschuldigen.

'Waar is Logan?'

ik heb hem teruggestuurd naar Winnerow,' zei ik.' Hij belde om de vijf minuten naar de fabriek.'

'O, ja, Winnerow. Alles lijkt zo vaag. Ik voel me als iemand die een klap op zijn hoofd heeft gehad en helemaal versuft is.'

in zekere zin is dat ook zo.'

'Ja. Goed, ik moet mezelf weer in de hand zien te krijgen. Ik ga een douche nemen en me verkleden en dan kom ik beneden om te eten. Wil jij het tegen Rye zeggen?'

ik zal het doen, maar ik weet zeker dat hij wel iets klaar heeft. Hij had de hele dag iets voor je klaar staan.'

Tony knikte.

ik wil je bedanken dat je zo'n steun en toeverlaat voor me bent, Heaven,' zei hij. 'Je hebt bewezen dat je heel bekwaam en betrouwbaar bent. Ik ben blij te weten dat als het zover is, jij mijn positie zonder meer zult kunnen overnemen en leiding geven aan ons financiële imperium.'

'Het duurt nog een hele tijd voor het zover is,' zei ik. Hij gaf geen antwoord. Hij keek me alleen maar aan en liep om zijn bureau heen. Plotseling omhelsde hij me en hield me stevig vast.

'God zij dank dat je er bent,' fluisterde hij. 'God zij dank dat je bent terug gekomen.' Hij kuste me op mijn voorhoofd, hield me nog even vast en ging toen weg. Even bleef ik in zijn kantoor staan en bedacht hoe gecompliceerd mannen konden zijn. Juist als je dacht dat ze ongevoelig, hard, kil, praktisch en meedogenloos waren, legden ze hun diepste gevoelens voor je bloot en brachten ze je aan de rand van tranen. Geen van de mannen in mijn leven was gemakkelijk te doorgronden, dacht ik, en vroeg me toen af of hetzelfde gold voor vrouwen.

Ik liep Tony's kantoor uit om de bedienden instructies te geven en ging toen naar boven om te rusten. Logan belde die avond, hevig opgewonden over een paar dingen die tijdens zijn afwezigheid waren gebeurd. Hij bleef maar praten over de fabriek in Winnerow, maar eindelijk dacht hij eraan naar Tony te informeren. Ik vertelde hem dat Tony weer zijn normale zelf begon te worden, ook al was ik er nog niet helemaal zeker van. Logan greep die gelegenheid aan om te zeggen dat hij misschien tot zaterdag zou moeten blijven. Hij had de elektriciens overgehaald op zaterdagmorgen te werken en hij wilde erbij zijn als ze begonnen, legde hij uit.

'En omdat bij jullie alles weer normaal lijkt te worden.'

'Doe watje doen moet, Logan,' zei ik. Net als elke man hoorde hij alleen wat hij wilde horen. Ik was kortaf tegen hem, maar hij verkoos het te negeren.

'Ik zal het doen en dan kom ik gauw naar huis,' zei hij.

De volgende ochtend belde Amy Luckett om te vragen of ze me kon komen opzoeken. Ik was blij met de afleiding en nodigde haar uit voor de lunch. Tony ging inderdaad de deur uit om naar zijn werk te gaan, maar een paar uur na zijn vertrek belde zijn kantoor om hem een paar dingen te vragen. Ik vertelde zijn secretaresse dat ik in de veronderstelling verkeerde dat hij naar kantoor was gegaan. Ik had geen idee waar hij uithing. Ze beloofde me te bellen zodra hij kwam. Ik maakte me ongerust over hem, maar toen Amy kwam werd ik zo afgeleid door haar bezoek, dat ik er pas na haar vertrek aan dacht dat Tony's secretaresse niet had gebeld.

Amy was een stuk dikker geworden sinds we allebei op de exclusieve Winterhaven School voor Meisjes waren. Nu was ze een vrouw met een rond gezicht, een smalle boezem en brede heupen. Ze had nog steeds een innemende glimlach en vriendelijke, bruine, amandelvormige ogen en ze droeg haar haar nog steeds in een wrong bovenop haar hoofd. Ze had perzikkleurige sproeten onder haar ogen en vlak boven haar wenkbrauwen. Ik herinnerde me haar als een klein, mollig en verlegen meisje, dat altijd in de schaduw van de anderen stond. Maar in tegenstelling tot de anderen leek ze haar rijkdom en positie niet zo belangrijk te vinden.

Het was een heldere, zonnige dag, en er stond alleen een zacht briesje, dus liet ik de lunch serveren op de patio die uitkeek op het zwembad en het prieel. Curtis zette een paar parasols neer en we aten kleine sandwiches met ham en tonijn die Rye had klaargemaakt. Ik luisterde naar haar verhalen over haar reizen, de dingen die ze had gezien, de mensen die ze had ontmoet. Toen veranderde ze van onderwerp.

'Een tijdje geleden kreeg ik een brief van Faith Morgantile,' zei ze, 'toen ik in Londen was. De brief was helemaal aan jou gewijd.' 'Je meent het! Faith Morgantile? Op school behandelde ze me als een melaatse.'

'Nou, de waarheid was dat ze altijd jaloers op je was. Ze vertelde me dat je getrouwd was en weer in Farthinggale woonde. Je kon de jaloezie uit de woorden zien druipen. Als ze kon, zou ze met bloed hebben geschreven.'

We lachten.

'Ik probeer niet te veel aan die meisjes meer te denken,' zei ik. 'Anders maak ik me maar weer kwaad. Ik zal nooit vergeten wat ze me hebben aangedaan.' Ik sloeg mijn armen om me heen toen ik eraan terugdacht. Jonge meisjes konden zo wreed zijn tegen elkaar, dacht ik, vooral verwende, rijke meisjes.

'Het was wreed, maar ze waren jaloers!' herhaalde Amy met opengesperde ogen. Ik wist dat zij in het begin eraan mee had gedaan. Ze moest wel, anders hadden ze zich tegen haar gekeerd. Ze verachtten iedereen die in enig opzicht anders was. Ik was onmiddellijk in het nadeel omdat ik geen reizen had gemaakt zoals zij en omdat Tony de verkeerde kleren voor me had gekocht - dure, conservatieve kleren.

'Waarschijnlijk, ja. Al begrijp ik niet waarom. Ze waren allemaal rijk en kwamen allemaal uit een goede familie.'

'Ze konden het niet helpen,' zei Amy.' Vooral toen ze je zagen met Troy Tatterton en jij hun vertelde dat hij veel te oud en wereldwijs was om met een van hen uil te gaan.'

Ik zette het pijnlijke gevoel van me af dat door me heen ging bij het horen van Troys naam en dwong mezelf opgewekt te doen.

'Ik weet het nog. En ik herinner me dat ze kort daarna al mijn goede kleren beschadigden en mijn truien scheurden. En ze deden ontzettend arrogant toen ik zei dat ik naar mevrouw Mallory zou gaan. Ze wisten dat ze niets zou doen om te riskeren dat hun ouders hun bijdragen zouden inhouden.'

'Ja, dat wisten ze,' zei Amy, die in haar derde sandwich beet.

'En toen op dat schoolbal, toen ze die afschuwelijke truc met me uithaalden en een laxeermiddel in mijn thee en vruchtenpunch hadden gedaan...' Ik herinnerde me de pijn en de verlegenheid toen het tot me doordrong dat iedereen op het bal het wist.

Amy hield op met kauwen.

ik probeerde je te waarschuwen. Ik zei dal je niet naar het bal moest gaan, zodra ik zag dat je die uitdagende rode jurk aan had.'

'Ja, ik weet het nog.'

Amy schudde het hoofd en glimlachte toen.

'Maar je hebt het ze betaald gezet toen je Pru door die koker in die vieze troep van je kleren liet glijden.'

'Vreemde manier om hun respect te verdienen. Ik heb nooit tot hun groepje behoord, maar in ieder geval lieten ze me daarna met rust.'

Amy knikte. 'Te oordelen naar de brieven die ik krijg en de dingen die ik hoor als ik sommigen van hen spreek, zijn ze nu jaloerser op je dan ooit. Ze denken datje het gelukkigste meisje ter wereld bent.'

'O ja?'

'Omdat je hier in Farthinggale woont, getrouwd bent met een knappe man en de erfgename bent van een enorm vermogen...'

Ik keek haar aan. Het leek me duidelijk dat zij zelf jaloers was. Ondanks haar rijkdom en haar goede opvoeding, haar dure scholen en colleges, haar kleren en haar reizen, was ze alleen en nog steeds op zoek naar romantiek. De frustratie bracht haar ertoe te veel te eten en het overeten maakte haar onaantrekkelijk.

'Je bent een stuk zwaarder geworden, Amy,' zei ik, toen ze haar vijfde sandwich nam. 'Trek je je dat niet aan?'

'O, jawel. Ik probeer af te vallen, maar soms heb ik... zo'n honger,' zei ze en lachte. 'Maar je hebt gelijk,' en ze legde de sandwich weer neer. Ze leunde glimlachend achterover. 'Wat een prachtige dag, hè?'

'Ja.'

'Ga je wel eens in die doolhof?' vroeg ze. 'Dat zou ik nooit durven.'

'Soms.'

Ze zweeg even en boog zich toen naar voren. Kennelijk kwam ze nu op de ware reden van haar komst. Ze had tijd nodig gehad om moed te verzamelen. Ik wist dat ze intieme informatie zocht, die haar weer waardevol zou maken in de ogen van de meisjes van Winterhaven. Ze zouden haar opbellen en uitnodigen en ze zou zich belangrijk en populair voelen. Het maakte me triest en tegelijkertijd ergerde het me.

'Vertel eens,' zei ze, 'nu er zoveel tijd overheen is gegaan. Wat was de reden dat Troy Tatterton zelfmoord pleegde?'

'Om te beginnen,' antwoordde ik op stijve en correcte toon, 'was het geen zelfmoord. Het was een tragisch ongeluk. Zijn paard sloeg op hol. En verder was ik toen niet in Farthinggale om op te treden als een amateurpsychiater, die iedereen analyseert, zoals sommigen van die afschuwelijke meiden in Winterhaven deden en hoogstwaarschijnlijk nog steeds doen, alleen omdat ze een elementaire cursus psychologie hebben gevolgd.'

'O, natuurlijk, ik -'

'Ik voel er trouwens toch niets voor om bij te dragen tot dat soort geroddel, Amy. Het past ook niet bij jou. Daar hoor je boven te staan.'

'O, dat doe ik ook,' zei ze, haar ogen wijd opensperrend, ik was alleen maar... persoonlijk nieuwsgierig.'

'We horen niet afhankelijk te zijn van andermans tragedies voor ons amusement,' zei ik kortaf en keek op mijn horloge, ik vrees dat ik me zal moeten excuseren. Ik heb nog zoveel te doen. Dat begrijp je natuurlijk wel.'

'Ja, natuurlijk. Misschien kunnen we elkaar binnenkort nog eens zien. Ik ga pas in de herfst naar Parijs. Ik ga kunstgeschiedenis studeren,' voegde ze er trots aan toe.

'Klinkt goed. Ja, ik zal je bellen zodra ik tijd heb,' jokte ik. Ik wilde haar kwijt. Ook al was ze niet zo wreed als de anderen, haar komst en ons gesprek hadden te veel onaangename herinneringen opgewekt aan mijn tijd in Winterhaven. Het meeste had ik weten te verdringen en ik was niet van plan het weer op te rakelen.

Toen ze weg was vroeg ik aan Curtis of Tony terug was of had gebeld.

Toen hij nee zei, belde ik zijn kantoor, en zijn secretaresse vertelde me dat ze nog steeds niets van hem had gehoord. Ongerust vroeg ik me af wat ik moest doen. Hij had zich zo vreemd gedragen sinds Jillians dood.

Waarom het eindelijk tot me doordrong, weet ik niet. Ik zat in de zitkamer toen ik er plotseling aan dacht. Haastig stond ik op en liep naar buiten naar de doolhof. Snel liep ik er doorheen naar de bungalow. Ik verkilde toen ik Tony's auto voor de deur geparkeerd zag. Langzaam liep ik naar de bungalow en keek door het kleine raampje achter de rozenstruik.

Tony zat in Troys schommelstoel tegenover de open haard. Hij bewoog nauwelijks. Waarschijnlijk had hij het grootste deel van de dag hier doorgebracht, om in stilte te rouwen. Ook al was Troy er niet meer, het gaf Tony enige troost om in het huisje van zijn broer te zijn, temidden van zijn bezittingen. Ik dacht erover naar binnen te gaan, maar bedacht me. Soms is privacy heel belangrijk en kostbaar. Ik wist zeker dat Tony niet ontdekt wilde worden in de bungalow. Er zou zoveel gezegd en opgebiecht moeten worden, niet alleen door hem, maar ook door mij. Ik draaide me om en keerde terug naar Farthy.

Tony kwam vlak voor het eten thuis. Hij deed of hij hard gewerkt had. Ik had de moed niet hem te vertellen dat zijn kantoor de hele dag gebeld had. Curtis gaf hem een paar boodschappen, die hij zonder iets te zeggen aannam. Toen ging hij regelrecht naar zijn suite. Hij zei dat hij honger had en beneden zou komen om te eten, dus ging ik naar mijn eigen suite om te douchen en me te verkleden.

Toen ik na mijn douche uit de badkamer kwam ging de telefoon. Ik nam de hoorn op, in de verwachting dat het Logan zou zijn. Hij was het niet. Het was Fanny. Ik had haar niet meer gesproken sinds onze ruzie in de hut, en ik wist dat ze me ervan zou beschuldigen dat ik haar vermeed, maar ze scheen andere dingen aan haar hoofd te hebben, ergere dingen. Ze had eindelijk een manier gevonden om me te treffen.

'Het spijt me dat je oma dood is,' zei ze. 'Of noemde je haar geen oma? Waarschijnlijk had je een deftigere naam voor haar nu je zo duur doet tegenwoordig.'

'Ik noemde haar bij haar naam,' antwoordde ik. 'Of ik noemde haar grootmoeder. En hoe gaat het met jou, Fanny?'

'Daar moest je ook lang overdoen om dat te vragen,' zei ze. Even bleef het stil, toen vroeg ze op zangerige toon:

'Vertel eens, Heaven Leigh, ben je al zwanger? Als je nog in de Willies woonde, zou je dat nu zijn.'

'Nee, dat ben ik niet, Fanny. Ik ben nog niet aan een gezin toe.'

'O, nou ik heb nieuws voor je. Ik ben het wel,' zei ze opgewekt.

'Is hel echt?' Ik ging erbij zitten. Ik wist dat ze me nu alles zou vertellen over Randall en dat ze met hem naar bed was geweest en dat hij haar zwanger had gemaakt, maar ze had een andere verrassing voor me in petto.

'En het is niet mijn schuld, Heaven. Het is jouw schuld.'

'Mijn schuld?' Ik bereidde me voorop haar beklag dat ik haar in de steek had gelaten in Winnerow, terwijl ik toen wc jonger waren had beloofd altijd voor haar te zorgen. Ze beschuldigde me altijd dat ik haar door pa had laten verkopen aan de dominee en zijn vrouw, en dat ik niet genoeg mijn best had gedaan om te beletten dat ze haar baby aan hem verkocht. Wat ze nu was, alles wat er met haar gebeurd was, was mijn schuld.

'Je had hier horen zijn; je had meer belangstelling moeten hebben,' zong ze. De vrolijke klank in haar stem beviel me niet. Er lag iets vreemds, iets onverwachts in.

'Belangstelling? Belangstelling waarvoor? Waar heb je het over, Fanny?' vroeg ik, op gewild verveelde toon.

'Belangstelling voor je eigen man, voor Logan,' verklaarde ze.

'Logan? Wat heeft Logan hiermee te maken?' vroeg ik. Mijn hart begon te bonzen.

'Omdat Logan me zwanger heeft gemaakt,' zei ze. 'Ik ben degene die de baby van je man krijgt, niet jij.'