HET AANBOD

Toen ik de volgende ochtend wakker werd, was Logan verdwenen. De zon die door de dunne gordijnen naar binnen scheen wekte me, en ik draaide me om naar mijn man voor een ochtendzoen en een omhelzing, maar werd begroet door een leeg kussen. 'Logan?' riep ik. Snel sprong ik uit bed, holde naar de badkamer en klopte zachtjes op de deur. 'Logan?' Ik hoorde niets, geen geluid van stromend water, geen gezang van een gelukkige echtgenoot onder de douche. Als klein meisje had ik altijd gedroomd van een vrolijk ochtendtafereeltje, als mijn man zich schoor en ik op de rand van het bad naar dat mannelijke ritueel zat te kijken. En dat was me nu al ontstolen - op de eerste dag van mijn huwelijksreis! -en ik wist bijna zeker wie dat op zijn geweten had: Tony.

Ik herinnerde me dat Tony gisteravond aan tafel had voorgesteld Logan vandaag rond te leiden in de speelgoedfabriek van de Tattertons. 'Waarom ga je niet mee, Heaven? Per slot zal het later allemaal van jou en van Logan zijn,' voegde hij eraan toe met een knipoog naar Logan. Ik was niet van plan me door Tony weer tot zijn oude plan te laten overhalen om in het bedrijf te komen. 'Nee,' had ik volgehouden. 'Logan en ik waren van plan morgen in bed te ontbijten en daarna op ons gemak het terrein van Farthy te gaan verkennen, hè, schat?' Maar Logan zat al gevangen in Tony's web, gevleid door Tony's aandacht, gehypnotiseerd dooide manier waarop Tony hem behandelde als lid van de familie en erfgenaam.

Ik trok een vrolijk gebloemde voile jurk aan, die bij mijn uitzet hoorde, en liep de trap af. Ik dacht dat Logan misschien met Tony zat te ontbijten. Toen ik bovenaan de trap kwam, hoorde ik de schrille, meisjesachtige stem van Jillian:

'Zie ik er vandaag extra mooi uit? Dit is zo'n bijzondere dag. Vertel me, ben ik de mooiste van allemaal? Ja? Ja?'

'Dat ben je, lieve, de mooiste van allemaal,' hoorde ik de kalmerende stem van Martha Goodman.

Met de verdwijning van mijn echtgenoot en de vreemde geluiden die uit Jillians kamer naar buiten drongen, had ik het gevoel dat de verwrongen wereld van Farthy weer zijn armen naar me uitstrekte om me te vangen. Bijna legen mijn wil werd ik naar Jillians suite getrokken. O, waar was Logan toch, en waarom had ik erin toegestemd hier te komen vóór we op huwelijksreis gingen? Ik had moeten weten dat het er niet beter op zijn geworden, alleen maar erger.

'Martha?' riep ik. Martha Goodman verscheen op de drempel. 'Martha, wat is er aan de hand?' vroeg ik.

'O, niets ongewoons, Heaven,' antwoordde ze, alsof Jillians stem altijd door de gangen galmde. 'Meneer Tatterton was hier gisteravond laat en hij vertelde mevrouw Jillian over de receptie, en nu is ze erg opgewonden. Ik dacht niet dat ze ze het zich nog zou herinneren, maar ze is sinds vanmorgen vroeg al bezig zich mooi te maken.'

'Dus ze beseft dat ik er ben en dat ik getrouwd ben,' zei ik vlug.

'O, nee.' Martha schudde droevig het hoofd. 'Ik ben bang van niet.'

'Maar... Wat voor verklaring heeft Tony dan voor de receptie gegeven?'

'Hij heeft het uitgelegd,' antwoordde Martha. Ze glimlachte en schudde weer het hoofd. 'Maar Jillian hoorde iets heel anders. '

'Hoe bedoel je?'

'Ze denkt dat het haar eigen huwelijksreceptie is.'

'Wat?' Ik sloeg mijn armen om me heen, of ik een kind was dat zichzelf moest beschermen tegen de afschuwelijke waarheid van Jillians waanzin. 'Ik begrijp het niet. Haar eigen receptie?'

'De receptie die voor haar werd gegeven toen ze met Tony trouwde en op Farthinggale Manor kwam wonen,' zei Martha.

'O... o, ik begrijp het.'

'Maakt u zich niet bezorgd. Het komt wel goed. Bijna iedereen die uitgenodigd is, weet hoe ze nu is,' verzekerde Martha me.

'Natuurlijk. Als ik ergens mee kan helpen, Iaat het me dan weten,' mompelde ik en holde naar beneden, op zoek naar Logan. Ik verlangde naar zijn geruststellende armen, verlangde meer dan ooit naar de zekerheid dat mijn leven met hem was, niet hier.

De ontbijttafel werd al afgeruimd door de bedienden. Ik ging naar de keuken om Logan te zoeken. Hij zou toch zeker niet zijn weggegaan zonder zelfs maar goedendag te zeggen op de eerste ochtend van onze huwelijksreis? Maar in de keuken vond ik alleen mijn oude vriend, Rye Whiskey.

'Miss Heaven!' riep hij uit. De dikke zwarte kok was blij me te zien, maar ik kon ook angst zien in zijn ogen toen ik binnenkwam. Hij liep meteen naar een zoutvaatje en gooide een paar korrels zout over zijn schouder. Ik lachte niet. Rye was een bijgelovig man, die van zijn voorouders, die nog slaven waren geweest, een erfenis had meegekregen van voortekenen en rituelen.

'Blij u te zien, Miss Heaven,' zei hij. 'Maar heel even dacht ik dat ik weer een geest zag.'

Hij had me altijd al gezegd dat ik zoveel op mijn moeder leek, maar nu mijn haar dezelfde kleur had, stond zelfs hij verbluft over de sprekende gelijkenis.

'Vertel me niet dat je nog steeds geesten ziet op Farthy, Rye,' zei ik plagend. Zijn gezicht bleef ernstig. 'Heb je mijn man soms gezien, Rye, of Tony? Die zijn toch zeker niet plotseling in geesten veranderd?'

'O, Miss Heaven, ze zijn een uur geleden vertrokken. Ze waren nogal enthousiast omdat Master Tony meneer Logan de fabriek zou laten zien. Die man van u weet wel hoe hij Master Tony tot leven moet brengen, hè, Heaven?'

'Ik vrees van wel, ja,' zei ik kalm. Bij mezelf dacht ik dat die vrees groter was dan iemand kon vermoeden. Maar ik wilde niet dat Rye Whiskey mijn angst zou zien, dus kwam ik terug op zijn geliefkoosde onderwerp. 'En wat voor geesten heb je de laatste tijd gezien? Tony's over- overgrootvader of over-overgrootmoeder?'

'Praat niet over de doden, Miss Heaven. Als je hun verleden opgraaft, wordt hun slaap verstoord en gaan ze rondspoken. En er spookt hier al genoeg rond tegenwoordig,' voegde hij eraan toe.

Ik twijfelde er niet aan of Rye wist precies waar alle geesten en geraamten waren in Farthy, maar als alle oude en toegewijde bedienden hield hij de geheimen voor zichzelf. Hij was zo discreet als een portret van een voorouder - hij zag en hoorde alles, maar vertelde niets.

'Ondanks dat zie je er niet slecht uit, Rye,' zei ik. Afgezien van het feit dat hij wat dikker was geworden en zijn grijzende haar nog dunner, was hij niet veel veranderd sinds de dag waarop ik vertrokken was. Hij was al achter in de zestig, maar leek niet ouder dan midden vijftig.

'Bedankt, Miss Heaven. Maar natuurlijk,' ging hij met een glinstering in zijn ogen verder, 'houd ik mezelf gebalsemd.'

'Je neemt nog steeds op geregelde tijden een slokje, hè, Rye?'

'Alleen om een slangebeet te voorkomen, Miss Heaven. En zal ik u eens wat vertellen?'

'Ik ben nog steeds niet door een slang gebeten,' reciteerde ik samen met hem, waarop we lachten.

'Het zal één groot feest worden morgen voor u en uw man, en daar ben ik blij om. Farthy heeft wat geluk en vrolijkheid nodig, het heeft weermensen en muziek nodig. Ik ben blij dat u er bent, Miss Heaven. Echt waar.'

'Dank je, Rye.' We praatten nog wat over de voorbereidingen en toen liet ik hem alleen.

Het in m'n eentje eten aan tafel, terwijl Curtis naast me stond om me op mijn wenken te bedienen, wekte weer herinneringen bij me op. Zelfs toen Jillian nog gezond was, ontbeet ik alleen. En nu zat ik hier, een getrouwde vrouw, zo heel anders dan het angstige meisje dat voor het eerst naar Farthy kwam, dat bang was voor Curtis, dat niet eens wist hoe ze moest eten in bijzijn van een bediende. O, ik had de manieren van de rijke mensen geleerd, maar het angstige meisje bleef in me voortleven, nog steeds geïntimideerd door Farthy en de macht die het uitstraalde.

Maar het was een schitterende zomerdag, zonder een wolkje aan de lucht, en ik was van plan ervan te profiteren. Na het ontbijt ging ik naar buiten. De zeewind was net voldoende om te voorkomen dat het te warm werd. Ik snoof de zilte zeelucht op en liep de zon in.

Het terrein rond het huis gonsde al van bedrijvigheid. De tuinlieden legden de laatste hand aan de groene gazons en snoeiden de heggen in prachtige figuren van leeuwen en zebra's, fantastische sprookjesdieren. Een reusachtige rode tent, groter dan enige circustent die pa ooit zou bezitten, werd opgericht op het achterste grasveld. Een orkestpodium, groot genoeg voor het Boston Symphony, was opgericht aan het eind van het diepe, turquoise zwembad. Wagonladingen witte smeedijzeren tafeltjes en banken werden aangevoerd om in de tent te plaatsen. Ik zag dat Tony, niet tevreden met de kleurige perken gele, rode en witte rozen, bloedrode papavers, elegante blauwe ridderspoor en andere bloemen, ook nog ovale en hoefijzervormige bloemstukken had besteld, die aan elke beschikbare paal en haak waren opgehangen. Het woord gelukgewenst was met rode rozen door een ivoorkleurig latwerk geweven en zou vlak boven het podium worden opgehangen.

Ik slenterde weg van het huis en het lawaai van de mannen die bevelen naar elkaar schreeuwden terwijl ze bezig waren de vrachtwagens uil te Iaden. Ik wandelde verder, zonder erbij na te denken waar ik heenging, en besefte dat ik in de richting van het strand liep. De gedachte aan Troy had me achtervolgd sinds ik in Farthy was aangekomen. Misschien zou hij me blijven achtervolgen tot ik een laatste keer afscheid had genomen van mijn vroegere minnaar, die in zee was verdronken. De grijze woeste golven leken dreigender dan ooit. 'Vaarwel, Troy,' fluisterde ik tegen de golven, die me nooit antwoord zouden geven. 'Vaarwel, Troy, voor eeuwig en altijd.' 'Ik ging op het zand zitten en staarde naar de horizon, waar mijn verleden en heden in elkaar oplosten zoals de lucht oploste in de zee.

Plotseling hoorde ik mijn naam roepen en ik draaide me om. Logan kwam op blote voeten en met opgerolde broekspijpen over het zand naar me toe - hij zag eruit als een van de Kennedys, even zelfverzekerd en knap.

'Wat doe je hier, Heaven? Ik loop al een halfuur naar je te zoeken,' riep hij.

'Maar Logan, ik heb jou gezocht. Waar wasje vanmorgen?'

'Ik was te opgewonden om te kunnen slapen en ik wilde je niet wakker maken. Is dit niet fantastisch allemaal? Toen ik beneden kwam, was Tony al op, en we besloten meteen maar naar de fabriek te gaan, zodat ik op tijd terug kon zijn om de dag met jou door te brengen. O, Heaven, het was ongelooflijk! En de fabriek... en de grote speelgoedwinkel van Tatterton... geweldig gewoon... de manier waarop Tony een systeem heeft weten te creëren dat de unieke stijl van elk stuk speelgoed van Tatterton weet te behouden. Hij heeft zoveel goede ideeën. Ik wil datje ze hoort; je moet erover denken.'

'Wat hoort? Waarover denken? Wat bedoel je, Logan?'

'Laten we naar binnen gaan,' zei hij. Hij was zo opgewonden dat hij bijna niet stil kon blijven staan. Hij bracht me regelrecht naar Tony's kantoor en gooide de deur open.

'Tony is een tiran waar het zijn kantoor betreft,' waarschuwde ik hem snel. 'Hij wil niet dat iemand hier komt zonder dat hij er is om je binnen te vragen.' Maar Logan lachte slechts.

'Het is in orde. Hij heeft gezegd dal ik zijn kantoor kan gebruiken.'

'Is dat zo?' Ik was verbijsterd. 'Wat heeft dit allemaal te betekenen, Logan? ' Ik was nog verbaasder toen hij Tony 's zwarte leren bureaustoel ronddraaide en erin ging zitten of hij van hemzelf was.

'Wat doe je?' informeerde ik.

Hij leunde achterover en legde zijn voeten op Tony's antieke eikehouten bureau, glimlachend alsof hij zichzelf plotseling zag als een grootindustrieel.

'Het is in orde. Heus. Ga zitten.'

Ik schudde verward en verbijsterd het hoofd en ging op de zachtleren, antracietkleurige bank zitten.

'Nu moetje eerst goed naar me luisteren voor je antwoord geeft,' beval hij. Hij zette zijn benen weer op de grond en leunde naar voren over het bureau. 'En beloof me datje onbevooroordeeld zult luisteren. Zul je dat doen?'

Ik wist dat ik iets zou horen dat me niet zou aanstaan - een of ander plan van Tony om ons leven te beheersen. Maar ik wilde de glanzende zeepbel van Logans opwinding niet doorprikken. 'Ik beloof het plechtig,' zei ik lachend.

Hij haalde diep adem en zei toen: 'Tony heeft me een voorstel gedaan en ik vind dat we het moeten aannemen.'

'Een voorstel? Wat voor voorstel?' vroeg ik achterdochtig.

'Je hebt hem gisteravond aan tafel gehoord... al zijn plannen voor de firma. Nou, dat kan hij niet allemaal in z'n eentje.'

'Hij heeft heel bekwame mensen in dienst,' zei ik. Mijn hart begon te bonzen. Ik voelde wat er ging komen.

'Ja, maar hij is erg op de familie gesteld. Zoals hij zei... wat heeft dit allemaal voor zin als je geen familie hebt met wie je het kunt delen?' zei Logan, zijn armen uitstrekkend naar een denkbeeldig nageslacht.

'Wat heeft dat met jou te maken? Jij bent een apotheker, die in de winkel van zijn ouders werkt.' Ik zag dat hij beledigd was door de koele klank in mijn stem, maar ik kon het niet helpen, ik kon er niets aan doen hoe ik me voelde. Het was in dit kantoor dat Tony me had opgebiecht dat hij mijn vader was; het was door wat hier in dit kantoor was gezegd dat Troy mijn verboden liefde was geworden. Het leek me dat Tony zijn handen weer naar me uitstrekte, zich weer met mijn leven bemoeide, probeerde het te beheersen.

'Ik weet wat ik ben. De vraag is of dat genoeg is. Zul je echt ooit tevreden zijn, na al deze weelde en luxe, om de rest van je leven in Winnerow te wonen, terwijl ik in de winkel van mijn ouders werk, en onze enige toekomst is dat ik die zaak erf? Ik geef toe dat het niet slecht is, als Winnerow inderdaad ons enige streven is, maar...'

'Winnerow was goed genoeg voor ons voordat we hier kwamen, Logan. Ik begrijp die ommezwaai niet. Wat heeft Tony je precies aangeboden?' vroeg ik.

Logan leunde met een zelfingenomen glimlach achterover. Zijn gezicht was me plotseling vreemd geworden, het leek niet meer op het gezicht dat ik zoveel jaren had gekend, het was plotseling een gezicht vol eerzucht geworden. Hij trok zijn schouders recht en keek om zich heen in het kantoor alsof het al jaren van hem was.

' Vice-president belast met de marketing,' kondigde hij aan. 'Ik heb hem een paar suggesties aan de hand gedaan, waarvan hij nogal onder de indruk was. Ze kwamen gewoon bij me op, Heaven,' zei hij, terwijl hij zich weer naar voren boog. 'Het ging me heel natuurlijk af. Ik dacht aan diverse afzetgebieden, manieren van handel drijven, reclame maken... het ging zo gemakkelijk.' Zijn gezicht was geanimeerd, zijn ogen waren wijd opengesperd. Ik staarde hem even aan.

'Bedoel je dat je je beroep van apotheker zou opgeven?' vroeg ik zachtjes.

'O, Heaven, wat geef ik nu helemaal op? Denk eens even na. Bedenk eens wat we zouden kunnen hebben, wat we zouden kunnen zijn.'

'Ik weet wat we hebben en ik weet wat we kunnen zijn,' zei ik. Ik voelde de tranen in mijn ogen prikken, maar ik bedwong ze. 'Wat zouden je ouders zeggen? Die zouden het verschrikkelijk vinden.'

'Doe niet zo mal.' Hij begon te lachen. 'Als ze zien wat ik ervoor in de plaats krijg! Ze zijn niet stom. Ze zullen in de winkel blijven werken tot mijn vader met pensioen wil en dan verkopen ze hem gewoon.'

Ik ging rechtop zitten. Ik voelde mijn trots in me opkomen, mijn teleurstelling maakte plaats voor woede.

'Misschien is het voor jou geen probleem, Logan, maar ik ben onderwijzeres,' zei ik. 'Op mijn manier doe ik veel voor de mensen in Winnerow. Het is altijd mijn droom geweest iets belangrijks voor ze te doen, iets blijvends. ' Ik leunde achterover en haalde me de bergbewoners voor de geest, zoals ze tijdens de huwelijksplechtigheid in de kerk hadden gezeten. Ik herinnerde me de trotse uitdrukking op hun gezicht, de hoopvolle blik in hun ogen. Ze zagen iets liefdevols in mij en mijn terugkeer, en nu opperde Logan dat ik mijn droom zonder meer de rug zou toekeren.

'Dat besef ik wel, Heaven,' zei Logan. Hij stond op en liep om het bureau heen. 'En dat heb ik Tony ook uitgelegd. Hij begrijpt het ook, en hij heeft een fantastisch voorstel gedaan, iets waar jij het ook helemaal mee eens zult kunnen zijn.'

'En dat is?' vroeg ik met een ijskoude klank in mijn stem.

'Hij wil een fabriek bouwen in Winnerow en Tatterton speelgoed laten ontwerpen dat gebaseerd is op de houtsnijwerken van de bergbewoners, zoiets als jouw grootvader vroeger deed. Denk je eens in wat dat voor Winnerow en voor de bergbewoners zou betekenen. We zouden mensen uit de Willies kunnen aannemen voor het handwerk. Er zouden banen komen voor mensen die nu nauwelijks een menswaardig bestaan leiden. Ze zullen fatsoenlijke huizen kunnen hebben, hun kinderen zullen nette kleren kunnen dragen...'

'Een fabriek? In Winnerow?'

'Ja.' Hij begon op en neer te lopen en praatte opgewonden verder. 'Een van de eerste dingen die we gaan maken is een miniatuur van de Willies met de bergbewoners, kleine schommelstoelen, waarin oude mensen zoals je grootmoeder en grootvader zitten, hij met zijn houtsnijwerk, zij met haar breiwerk; dieren op de boerderijen, kinderen die naar school gaan... we hebben zelfs gedacht aan een illegale distilleerderij

'Dus daarom wilde hij gisteravond zoveel weten over Winnerow,' zei ik, meer tegen mezelf dan tegen Logan. Hij knikte. Ik moest toegeven dat dit voorstel me de wind uit de zeilen nam. Ik dacht diep na. Logan voelde zich aangemoedigd en liep snel naar me toe.

'Vind je het geen fantastisch idee? We noemen het "The Willies". En denk eens aan de ironie... rijke mensen die replica's kopen van de arme mensen, die in de Tatterton Toy Factory werken, Heaven,' zei hij, met een zweem van frustratie in zijn stem. 'Hoe kun je zo rustig blijven zitten? Vind je het niet opwindend?'

'Het is opwindend,' gaf ik toe. 'Maar het komt zo onverwacht. Ik moet er eerst over nadenken. Het is zo plotseling allemaal. Het plan was dat we hier een paar dagen zouden blijven en dan naar Virginia Beach gaan voor de rest van onze huwelijksreis. Ik had geen idee dat dit korte verblijf een volledige verandering van ons leven tot gevolg zou hebben.'

'Natuurlijk, natuurlijk, ik begrijp hoe je je voelt,' zei hij. 'Het is een beetje veel om ineens te verwerken, maar dat zijn grote en belangrijke beslissingen altijd.'

'Dat klinkt meer als iets dat Tony zou zeggen.'

'Dat heeft hij ook gezegd.'

'Dat dacht ik al. Waar is hij trouwens?' Ik keek weer naar de deur.

'Hij moest nog een paar dingen voor de receptie controleren.'

'Heel handig,' zei ik. 'Hij weet wat hij doet om jou te sturen om me te overtuigen.'

'Hij heeft me niet gestuurd, Heaven. Ik heb er zelf op aangedrongen dat ik eerst met jou zou praten.'

Ik schudde verward mijn hoofd. Ik wist niet of ik gemanipuleerd werd of de kans van mijn leven kreeg. Dat gevoel had ik altijd als Tony probeerde me zijn wil op te leggen.

'Mannen als Tony krijgen altijd hun zin,' mompelde ik.

'Maar, Heaven,' zei Logan. 'Wat is daar nou voor verkeerds aan?' Ik keek naar hem op. Ik begreep Logans opwinding en zijn eerzucht, maar ik hield niet van de verandering die zich nu al in hem voltrokken had. Hij was veel te veel onder de indruk van Tony en alles wat met geld te koop was. Logan had nooit enige belangstelling gehad voor macht en rijkdom. Het verbijsterde me hoe overtuigend en hoe invloedrijk een man als Tony kon zijn.

'Het is niet erg als je je zin krijgt,' zei ik, 'zolang andere mensen daardoor maar niet gekwetst worden.'

'Wie kan hier nu door gekwetst worden? De mensen worden alleen maar geholpen, Heaven,' zei hij op kalmere toon. 'Vroeg of laat zou iets dergelijks toch zijn opgekomen. Of je het leuk vindt of niet, jij bent de erfgename van de Tattertons. Er is gewoon niemand anders. Ik begrijp Tony's gevoelens, zijn overwegingen, de reden waarom hij zo vastbesloten is ons deel ervan te maken. Dat kun je hem toch niet kwalijk nemen?'

'Ik weet het,' zei ik vermoeid. 'Ik neem het hem ook niet kwalijk.'

'Nou dan?'

Wat moest ik zeggen? Was ik maar opgegroeid als een normaal jong meisje, met een vader en moeder, die onze hele jeugd bij mij en mijn broers en zusters waren geweest; was ik maar niet van het ene corrupte gezin in het andere terechtgekomen, dan zou ik het niet zo moeilijk hebben met dit soort beslissingen, dacht ik. Was ik de Tatterton die Tony wilde dat ik was, of was ik de Casteel die ik het grootste deel van mijn leven geloofd had te zijn? Vluchtte ik nog steeds voor mijn ware identiteit? Ik had gehoopt dat ik die problemen achter de rug zou hebben als ik eenmaal mevrouw Logan Stonewall was, dat ik alleen maar Logans vrouw zou zijn en we ons eigen gezin zouden stichten, zonder banden met het verleden. Nu ik Logans opgewonden gezicht zag, besefte ik dat ook dat een droom was geweest.

'Laat me even nadenken, Logan. Alsjeblieft.'

'Natuurlijk.' Hij klapte in zijn handen. 'En om je in staat te stellen dat in alle rust te doen stel ik je voor onze reservering in Virginia Beach te annuleren en onze wittebroodsweken in Farthy door te brengen.'

'Wat?' Ik keek verbaasd op. Hij stapelde de ene verrassing op de andere.

'Ja. Denk er eens over na. We hebben hier alles wat iemand maar van een badplaats kan verlangen. Meer zelfs. We hebben ons eigen privé- strand. We hebben geen last van toeristen, 's Avonds kunnen we met de limousine naar Boston en naar het theater gaan en winkelen, we kunnen naar goede restaurants gaan, en overdag kunnen we paardrijden en aan het strand liggen of picknicken. Niemand zal ons storen. Tony is op zijn werk; je grootmoeder blijft in haar kamers. We hebben het hele huis voor onszelf. Wat vind je ervan?'

'Ik weet niet. Ik...' Ik keek om me heen. Het ging allemaal zo snel in zijn werk.

'Aan het eind van de week gaan we terug naar Winnerow en delen mijn ouders ons besluit mee.'

'Ons besluit? Maar... er zijn zoveel dingen die nog beslist moeten worden. Waai- moeten we bijvoorbeeld wonen?'

'Hier natuurlijk,' zei Tony. Hij was zo plotseling in de deuropening verschenen dat hij een geest leek die zich gematerialiseerd had. 'Het spijl me dat ik jullie stoor, maar ik kwam iets halen en ik hoorde je laatste vraag.'

'Hier?' Ik keek naar Logan. Hij glimlachte als een Cyperse kat. 'Wat bedoelt hij?'

'Dat bewaarden we als een laatste verrassing,' zei Logan.

We? dacht ik. We bewaarden dat als een laatste verrassing? Hij dacht en gedroeg zich al als Tony's partner.

'Welke laatste verrassing?' Ze keken elkaar aan als twee samenzweerders. Was Tony echt bij toeval op het juiste moment binnengekomen of had hij tijdens ons hele gesprek voor de deur gestaan tot hij het wachtwoord hoorde, het "we"?

'Ais je mij wilt volgen,' zei Tony, 'zal ik het je laten zien.' Logan bukte . zich en pakte mijn hand.

' Kom mee, malle. Laten we eens zien wat hij voor ons heeft. Kom mee.' Hij glimlachte naar me.

Ik stond met tegenzin op; ik wist dat het een blik zou worden op mijn eigen toekomst. We zouden allemaal ongerust zijn als we plotseling de rest van ons leven konden zien, dacht ik. Nu werd ik meegesleept, meegedragen door een momentum dat niet van mijzelf was. Als een marionet hield ik Logans hand vast, en we volgden Tony de marmeren trap op.

'Herinner je je nog die kamers in de zuidelijke vleugel?' zei Tony, toen hij bovenaan de trap rechtsaf ging. 'Die hebben we zelfs voor gasten nooit opengesteld. Mijn grootvader en grootmoeder woonden aan deze kant van Farthy, en ik wilde dat die kamers iets bijzonders bleven.' Hij draaide zich om en keek me aan. 'Ik hoop dat jij dat ook zo voelt, Heaven.'

'Ik begrijp niet watje bedoelt, Tony,' zei ik. Hij glimlachte alleen maar en er verscheen een schittering in zijn lichtblauwe ogen. Toen liep hij naar de grote mahoniehouten deuren die meestal op slot waren en gooide ze met een zwierig gebaar open. Hij deed een stap opzij om het me te laten zien.

'De suite van de heer en mevrouw Logan Stonewall,' kondigde hij aan.

'Wat?' Ik sloeg mijn armen beschermend om me heen en keek naar Logan. Hij stond naast me, nog steeds glimlachend als de Cheshire kat uit Alice in Wonderland. 'Wat is dit?' Ik liep de suite in.

Bijna alles was vernieuwd. De Franse meubels in de zitkamer waren opnieuw bekleed met gestreepte zij in mijn lievelingskleur: wijnrood. Een groot Perzisch kleed lag op het glimmend gewreven parket. De muren waren behangen met gebloemde zij; de kleuren van de bloemblaadjes pasten bij het rood en wit in de bekleding van de stoelen en het tapijt. Voor de twee grote ramen hingen antieke zijden gordijnen, en daarachter vitrage.

Tony liep vooruit en deed de deuren van de slaapkamer open. Zelfs het reusachtige bed leek verloren in de enorme kamer, waarvan de grond was bedekt met een dik, beige tapijt, dat zo zacht aanvoelde alsof ik over schuim liep. De ramen aan beide kanten van het bed waren vernieuwd, ze waren langer en breder gemaakt, zodat er veel zon in de kamer kwam die er vrolijk en levendig uitzag.

Op de lichte eikehouten, met de hand bewerkte pilaren van het bed rustte een wit-met-roze baldakijn. Op het bed lag een bijpassende sprei met niches langs de randen, en in het midden lagen roestkleurige kussens. Rechts van de ingang stond een witmarmeren toilettafel, in het midden van een marmeren toonbank die over bijna de gehele lengte van de kamer liep. Onder de toonbank waren laden van hout in de kleur van het marmer. Daarboven was een spiegelwand in vergulde lijst.

De ingang van wat mijn badkamer zou zijn was aan het eind van de toonbank. Die extra badkamer was kennelijk ook pas aangebracht. De inrichting was modern en luxueus, met een whirlpool-bad verzonken in een vloer van caramelkleurige tegels. Alle knoppen en kranen waren verguld. Overal waren spiegels, waardoor de badkamer groter leek dan hij was, al was het op zichzelf al een van de grootste badkamers die ik ooit had gezien. Zelfs die van Jillian leek klein in vergelijking.

Van de badkamer liep ik naar de enorme garderobe rechts van de deur, die bijna even groot leek als onze hele hut in de Willies. Er hingen zelfs nieuwe kleren in de rekken, jurken en rokken en pakjes, alles volgens de laatste mode. Ik keek vol verbazing naar Tony.

'Ongelooflijk,' zei ik. Op de onderste planken stonden zelfs bijpassende nieuwe schoenen. Tony wilde altijd alles regelen - zelfs de kleren die ik droeg, de manier waarop ik me kleedde en opmaakte.

Maar wat het meest mijn aandacht trok was het schilderij dat boven het bed hing, vlak onder de baldakijn. Het was een olieverfschilderij van een plek in de Willies met een hut op een kleine heuvel. Twee kleine figuurtjes, die opvallend veel op oma en opa leken, zaten in schommelstoelen op de veranda van de hut.

'Natuurlijk kun je alles veranderen watje wilt,' zei Tony.

Ik staarde hem even aan en schudde mijn hoofd. Het was duidelijk dat Tony al een tijd geleden met de renovatie was begonnen. Hij had dit gepland, in de hoop of verwachting dat Logan en ik hier zouden komen wonen. Ik wilde kwaad zijn, hem verachten omdat hij altijd zijn zin kreeg, maar de vrolijke, heldere en luxeuze kamers, kamers die kennelijk naar mijn smaak waren ingericht, kamers die geschapen waren om me gelukkig te maken en me thuis te doen voelen, temperden mijn verontwaardiging.

Ik keek naar Logan, die stralend naast Tony stond. Heel even kwam er een andere, angstwekkendere gedachte bij me op. Had hij dit al geweten voordat we naar Farthy gingen? Had hij geweten dat Tony hem een vice-presidentschap zou aanbieden en waren zijn verbijstering en opwinding maar voorgewend? Zou hij tot een dergelijk bedrog in staat zijn? Ik dacht van niet, maar onder Tony's leiding was alles mogelijk.

'Hoe wist je dat we zelfs maar zouden overwegen je aanbod aan te nemen?' vroeg ik aan Tony. Hij haalde zijn schouders op. 'Het maakt geen verschil. Als jullie niet in deze suite zouden gaan wonen, zou het toch nog aan een doel beantwoorden - het zou jullie persoonlijke gastsuite zijn, alleen voor jullie gebruik, wanneer je maar wilde. Ik geloof niet dat het een financiële gok was,' voegde hij er glimlachend aan toe. Logan lachte.

'Ik dacht niet aan geld,' zei ik. Hij kneep zijn blauwe ogen samen, maar bleef glimlachen. Ik keek weer naar het schilderij. 'Wie heeft dat geschilderd?'

'Een van de handwerkslieden op de fabriek. Ik heb hem naar de Willies gestuurd en hij kwam daarmee terug. Nogal goed, vond ik. Wat vind je ervan?'

'Het is mooi,' gaf ik toe. En dat was het ook. Telkens als ik ernaar keek zou mijn hart warm worden en zouden de herinneringen bij me opkomen. Ik kon de schommelstoelen bijna horen kraken.

'Dus?' zei hij.

Ik keek van de een naar de ander. Logan begon nu al Tony's houding, Tony's glimlach te imiteren.

'Ik weet het niet. Ik voel me als iemand die wordt meegesleurd. Ik moet nadenken... over heel veel dingen.'

'Goed,' zei Tony. 'Kom, ik ga eens even naar buiten om een oogje in het zeil te houden.' Hij keek op zijn horloge. 'We hebben niet zo gek veel tijd meer met die receptie morgen.' Hij liep in de lichting van de deur, maar bleef toen staan en draaide zich naar me om. 'Wees niet boos op me, Heaven, omdat ik van je hou en wil datje gelukkig bent,' zei hij, en ging weg voor ik kon reageren.

' Logan Stonewall,' zei ik en draaide me met een ruk naar hem toe. 'Wist je dit al voordat we naar Farthy gingen? Je moet me de waarheid vertellen.'

'Wat... natuurlijk niet... hoe zou ik dat kunnen?' Hij hief zijn armen op om zijn onschuld te betonen. Ik keek hem even onderzoekend aan en kwam tot de conclusie dat hij de waarheid sprak. 'Waarom maak je je trouwens zo van streek? Kijk eens om je heen. Het is een prachtige suite.'

'Dat weet ik, maar vergeet niet wat ik beneden gezegd heb... over mannen als Tony die altijd hun zin krijgen. Begrijp je het dan niet? Hij moet dit al een tijd geleden hebben gepland; hij moet altijd van plan zijn geweest ons hier naar toe te halen, jou voor hem te laten werken.'

'Dat geloof ik niet,' zei Logan. 'Hoe kan dat nou?'

'Ik geloof het wel,' zei ik. 'Maar misschien doet het er allemaal niet toe. Misschien is het onze bestemming.' Ik keek nog even om me heen. 'Kom,' zei ik, 'laten wc ons gaan kleden voor het eten.'

Logan schudde verward het hoofd en volgde me naar buiten. Hoe kon ik verwachten dat hij de krachten zou begrijpen die in Farthy aan het werk waren, de macht van de geesten en schaduwen die Rye Whiskey vreesde, het mysterie en de magie van het grote huis en het omliggende terrein, als ikzelf, een afstammelinge van de Tattertons, ontvankelijk voor de stemmen van het verleden, die macht nog niet ten volle besefte? Ik moest dit huis ontvluchten, dacht ik. Ik moest hier weg, terug naar de Willies, waar ik me veilig en behaaglijk voelde in opa's hut. Maar de echo van die gedachte stierf snel weg en werd vervangen door de echo's van de voetstappen van Logan en mij toen we haastig door de gang liepen.

Ik voelde me meegesleurd als een blad in de wind, weggevoerd door krachten die sterker waren dan ikzelf.