VOORJAARSBELOFTEN
Ik zat op de lange veranda aan de voorkant van de hut mijn brief aan pa te lezen en te herlezen. Het was een warme ochtend in mei, de lente begon al te rijpen tot een hete zomer. Het leek of mijn wereld in de Willies gelijk met mij was ontwaakt. De mussen en roodborstjes zongen en fladderden van tak tot tak en deden de bladeren zachtjes trillen. Het zonlicht baande zich een weg door het bos en spon gouden draden van berk naar hickory naar esdoorn, en maakte de bladeren transparant. De wereld leefde en zag er schitterend uit.
Ik haalde diep adem, snoof de zoete, frisse geur op van bloeiende bomen en welig groen. Boven mij was de lucht hemelsblauw en de kleine, op gesponnen suiker lijkende wolkjes rekten en kronkelden zich in de prachtigste vormen.
Logan was er geweest vanaf de dag waarop ik terugkeerde naar Winnerow. Hij was er in de afschuwelijke dagen na Toms dood, toen pa in het ziekenhuis lag. Hij was er toen pa met Stacie en de kleine Drake terugging naar zijn eigen huis in Georgia. Hij was er toen opa stierf en me alleen liet in de hut van mijn jeugd, die nu verbouwd en gerenoveerd was tot een gezellig thuis. Hij was er toen ik de eerste dag begon met het onderwijs op de school in Winnerow. Ik moest even lachen toen ik terugdacht aan die eerste dag waarop ik mijn proeve van bekwaamheid moest afleggen, om te zien of ik werkelijk de onderwijzeres was die ik altijd gedroomd had.
Ik was uit de hut gekomen, net als vanmorgen, met het plan om, zoals bijna elke dag, even rust te nemen in oma's oude schommelstoel en naar de Willies te staren voor ik afdaalde naar de school. Maar op deze ochtend, toen ik de deur opendeed, stond Logan met een stralende glimlach naast de trap.
'Goedemorgen, juffrouw Casteel.' Hij maakte een zwierige buiging. 'Ik ben hierheen gestuurd om u naar uw klas te brengen.'
'O, Logan!' riep ik uit. 'Dat je zo vroeg bent opgestaan om hier naar toe te lopen...'
'Zo vroeg was het niet. Ik sta altijd vroeg op om de drugstore te openen. Die driemaal zo groot is als toen we naar school gingen,' zei hij trots. 'En hij vergt heel wat meer werk, juffrouw Casteel,' ging hij verder, zijn hand naar me uitstekend. Ik liep de trap af, pakte zijn hand vast, en samen liepen we het bergpad af, zoals we deden toen we nog een paar verliefde schoolkinderen waren.
Het leek zoveel op vroeger - als Logan en ik achter Tom en Keith en
Onze Jane liepen, terwijl Fanny ons hoonde en probeerde Logan uit te dagen en van mij vandaan te lokken met haar geile gedrag, tot ze het tenslotte opgaf en pruilend wegrende als ze zag dat hij zijn aandacht niet van mij liet afleiden. Ik kon de stemmen van mijn broers en zusjes bijna horen. Al was ons leven toen nog zo moeilijk geweest, toch bracht de herinnering tranen in mijn ogen.
'Hé, hé,' zei Logan, toen mijn ogen vochtig werden van de tranen, 'dit is een blijde dag. Ik wil je lach horen weergalmen door de Willies, net als vroeger.'
'O, Logan, dank je. Dank je datje hier bent, dat je om me geeft.'
Hij bleef staan en draaide me naar zich toe; zijn ogen waren ernstig en vol liefde.
'Nee, Heaven. Ik ben degene die jou moet bedanken omdat je nog net zo mooi en lief bent als ik me je herinner. Het is alsof' - hij keek om zich heen, zoekend naar woorden - 'alsof de tijd voor ons heeft stilgestaan en alles wat we dachten dat er sindsdien gebeurd is een droom is geweest. Nu worden we wakker en ben je weer hier, ik ben bij je, en ik houd jouw hand in de mijne. Ik zal hem nooit meer loslaten,' zwoer hij.
Een tinteling ging door mijn vingers, een tinteling van geluk die mijn hart net zo hard deed bonzen als die eerste keer toen we elkaar kusten, en ik pas twaalf was. Ik wilde dat hij me weer kuste, ik wilde weer datzelfde onschuldige meisje zijn, maar dat was ik natuurlijk niet. En hij evenmin. Een paar maanden geleden gingen er nog geruchten dat hij van plan was met Maisie Setterton te trouwen. Maar Maisie scheen uit Logans leven te zijn verdwenen zodra ik terug was.
Zwijgend liepen we over het door struikgewas overwoekerde pad. Rode kardinaalvinken en bruingespikkelde mussen volgden ons; ze fladderden door de schaduwen van het bos en bewogen zich zo snel en sierlijk dat we nauwelijks een tak zagen trillen.
'Ik weet,' zei Logan tenslotte, 'dat onze levens een heel andere richting zijn uitgegaan sinds de tijd waarin ik je thuisbracht uit school, en misschien lijken alle beloftes die we elkaar toen hebben gedaan nu een dwaze droom. Maar ik hoop zo dat onze liefde voor elkaar zo sterk was dat hij alle tragedies en moeilijkheden heeft overleefd.'
We bleven staan en keken elkaar aan. Ik wist dat hij de twijfel in mijn ogen kon zien.
'Logan, ik zou het zo graag willen geloven. Ik heb zo genoeg van dromen die sterven, dromen die te oppervlakkig waren om blijvend te zijn of sterker te worden bij het opgroeien. Ik wil weer in iemand kunnen geloven.'
'O, Heaven, geloof in mij,' smeekte hij, en nam mijn hand in zijn beide handen. 'Ik zal je niet teleurstellen. Nooit.'
'Ik zal het proberen,' fluisterde ik, en hij glimlachte. Toen kuste hij me, een kus die een belofte moest bezegelen, maar ik had nooit anders meegemaakt dan dat beloftes werden verbroken. Logan voelde mijn aarzeling, mijn angst. Hij omhelsde me.
'Ik zal zorgen datje in me gelooft, Heaven. Ik zal alles zijn watje in een man kunt wensen.' Hij drukte zijn gezicht tegen mijn haar. Ik voelde zijn adem in mijn hals, zijn fel kloppende hart tegen het mijne. Ik wilde zo graag weer kunnen hopen; ik voelde me zwak worden en greep de belofte van geluk gretig aan. 'Ik denk dat ik mettertijd in je zal gaan geloven, Logan.'
'O, Heaven, lieve Heaven, je bent echt thuisgekomen.' Logan zoende me steeds opnieuw.
Hoe kwam het dan dat ik, terwijl hij me zo vol liefde en hartstocht kuste, aan Troy moest denken, aan mijn verboden, gestorven liefde? Waarom voelde ik Troys lippen op de mijne? Waarom hunkerde ik naar Troy, naar Troys armen? Maar toen kuste Logan mijn ogen. Ik deed ze open en zag zijn jonge, frisse gezicht, een gezicht dat nooit de angstwekkende afgrond had gekend van angst en wanhoop waaraan mijn geliefde Troy ten onder was gegaan. Ik wist in mijn hart dat Logan me het soort leven zou geven dat mij, en mijn moeder vóór mij, ontzegd was - een leven van rust, respect en rechtschapenheid.
Logan maakte me tijdens het hele schooljaar het hof, en op een dag klopte hij op de deur van mijn hut en zei: 'Ik heb een verrassing voor je, Heaven. ' Hij keek als een ondeugende kleine jongen die een kikker in zijn zak heeft.
'Ga je me blinddoeken?' vroeg ik plagend.
Hij kwam achter me staan en legde zijn handen voor mijn ogen. 'Hou ze dicht, Heaven!' Hij pakte mijn hand vast en ik liep struikelend achter hem aan naar zijn auto. Ik voelde de frisse bries in mijn gezicht toen we wegreden, zonder dat ik wist waarheen. Toen stopte de auto en Logan maakte het portier aan mijn kant open en pakte mijn arm. 'Stap uit, we zijn er bijna,' zei hij, en leidde me over een trottoir.
Toen hij de deur van de drugstore opendeed, rook ik onmiddellijk de vertrouwde geur van parfum en toiletartikelen, vermengd met antiver- koudheidsmiddelen en medicijnen uit de apotheek, maar ik liet niet merken dat ik wist waar ik was. Ik wilde geen domper zetten op zijn enthousiasme. Hij zette me neer op een krak en was ergens mee bezig achter de toonbank. Het leek wel een halfuur te duren voordat ik zijn vrolijke stem hoorde roepen: 'Nu mag je je ogen weer opendoen, Heaven!'
Voor me stond een regenboogkasteel - gemaakt van ijs, slagroom en alles wat zoet en lekker was. 'Logan,' zei ik, 'het is schitterend. Maar als ik dat opeet, weeg ik over een uur honderdvijftig kilo. Zul je dan nog steeds van me houden?'
'Heaven' - zijn stem klonk laag en schor - 'mijn liefde voor jou is groter dan jeugd en schoonheid. Maar dit is niet om op te eten - ik wilde het mooiste, zoetste kasteel voor je bouwen datje ooit had gezien. Ik weet dat ik niet kan concurreren met de rijkdom van de Tattertons en het grote landhuis Farthinggale. Maar dat huis is gemaakt van koude, grijze stenen, en mijn liefde voor jou is zo warm als de eerste dag van het voorjaar. Mijn liefde zal een kasteel om je heen bouwen, waarmee geen stenen huis kan wedijveren. Heaven' - hij liet zich op zijn knieën vallen voor de verbaasde ogen van de klanten in de drugstore - 'Heaven, wil je mijn vrouw worden?'
Ik keek diep in zijn ogen en zag de liefde erin. Ik wist dat hij alles zou doen wat hij kon om me gelukkig te maken. Wat betekende de hartstocht waarnaar ik verlangde - de hartstocht die me was ontstolen door Troys dood - vergeleken met een levenslange, tedere liefde, zorg en trouw? 'Ja,' zei ik, met tranen in mijn ogen. 'Ja, Logan, ik wil je vrouw worden.'
Plotseling klonk er een applaus op, en alle klanten keken lachend naar het pas verloofde paar. Logan werd vuurrood en liet mijn hand los, juist toen ik op het punt stond hem te omhelzen.
'Hier, Heaven,' zei hij, en stopte snel een kers in mijn mond om zijn verlegenheid te verbergen. Toen gaf hij me een zoen op mijn wang. 'Ik zal altijd van je houden,' fluisterde hij.
En zo bloeide een liefde op, die jaren geleden was geboren. Ik had de cirkel voltooid, het verdriet van het verleden uitgewist. Ik betrad de paden van mijn jeugd, alleen baande ik nu mijn eigen weg in plaats van de weg te volgen die voor me was uitgestippeld. Nu kon ik mijn eigen lot bepalen, zoals het bos zijn natuurlijke paden vormt. Het was of ik een van die magische open plekken in het bos had bereikt, en ik was verstandig genoeg om daar mijn huis te willen bouwen.
Nu zou mijn jeugdliefde de liefde van mijn leven worden. Ik was gelukkig en hoopvol. Op die open plek, die ik in het bos had gevonden, waar de zon ons koesterde, zouden Logan en ik als stoere jonge bomen uitgroeien tot machtige eikebomen die de hevigste winterstormen konden weerstaan.
De volgende paar weken bracht ik door met het plannen van het huwelijk. Deze bruiloft zou meer worden dan zo maar een huwelijk tussen een man en een vrouw uit Winnerow. Zelfs al was ik in opa's hut in de bergen blijven wonen, toch reed ik nog in een dure auto, droeg chique kleren en gedroeg me als een ontwikkelde en mondaine vrouw. Ik mocht dan een rijk bestaan hebben afgewezen als erfgename van het Tatterton- speelgoedimperium, de mensen hier zagen me nog steeds als een hillbilly-Casteel. Ook al hadden ze mijn manier van lesgeven aan hun kinderen goedgekeurd, ze vonden het nog steeds bezwaarlijk me in de voorste banken van hun kerk te zien zitten.Toen Logan en ik die zondag samen naar de kerk gingen, nadat onze verlovingsfoto in The Winnerow Reporter had gestaan, volgden alle ogen ons, toen we naar de voorste bank liepen - de plaats van Logans familie in de kerk - een plaats waar ik nooit had durven zitten. 'Welkom, Heaven,' zei mevrouw Stonewall een beetje nerveus, terwijl ze me het psalmboek overhandigde. Logans vader knikte slechts, maar toen we opstonden om te zingen, klonk mijn stem trots en krachtig, een stem uit de bergen, die door de hele kerk weergalmde. En toen de dienst voorbij was, en ik dominee Wise had begroet met een glimlach waarmee ik hem wilde bewijzen dat zijn voorspellingen onjuist waren, zei Logans moeder tegen me: 'O, Heaven, ik heb nooit geweten dat je zo'n goede zangstem hebt. Ik hoop dat je bij ons in het koor komt.' Op dat moment wist ik dat Loretta Stonewall eindelijk had besloten me te accepteren. En op dal moment wist ik ook dat ik ervoor zou zorgen dat alle anderen dat eveneens zouden doen, dat ik hun ogen zou openen en hen zou dwingen de bergbewoners te zien als de eerlijke, hardwerkende mensen die we waren.
Daarom plande ik die bruiloft. Logan deed zijn best mijn motivatie te begrijpen en trotseerde zelfs de bezwaren van zijn ouders. Ik was hem dankbaar. Hij moest zelfs lachen om de manier waarop ik van plan was de mensen van Winnerow te dwingen zich te vermengen met de bergbewoners. Ik was vastbesloten het mooiste feest te geven dat Winnerow ooit had meegemaakt, en als ik door de kerk liep zouden de bewoners van het dorp niet het rijk geworden blanke uitschot zien, maar iemand die even goed en beschaafd was als zij zichzelf vonden. Ik herinnerde me hoe ik jaren geleden in Winnerow was teruggekomen en als een modeplaatje in die kerk was verschenen, behangen met kostbare juwelen, en hoe ze desondanks hun neus voor me hadden opgehaald. De bergbewoners werden geacht op de achterbanken plaats te nemen en de door God uitverkorenen op de voorste banken.
Mijn huwelijk zou anders zijn. Ik nodigde een aantal families uit de bergen uit. Ik nodigde alle kinderen in mijn klas uit. Ik wilde dat mijn zusje Fanny getuige was. Ik had Fanny niet vaak gezien sinds mijn terugkeer naar Winnerow, omdat Fanny nog steeds jaloers op me leek, ook al probeerde ik haar, zoals altijd, op alle mogelijke manieren te helpen. Logan hield me op de hoogte van Fanny's doen en laten. Blijkbaar was ze vaak het onderwerp van gesprek bij de jonge mannen en vrouwen van Winnerow, en Logan hoorde die gesprekken in zijn drugstore. Sinds haar scheiding van "de Ouwe Mallory", werd er geroddeld over haar flirt met een veel jongere man, Randall Wilcox, de zoon van de advocaat. Randall was pas achttien, een eerstejaars student, en Fanny was een gescheiden vrouw van tweeëntwintig.
De week nadat onze verloving bekend was gemaakt, reed ik naar het huis dat Fanny had gekocht met het geld van de oude Mallory - een huis hoog op een heuvel, opzichtig roze geschilderd met rood langs de ramen. Ik had Fanny al langer dan een jaar niet gesproken, sinds ze me ervan had beschuldigd dat ik haar alles had ontstolen dat van haar was, terwijl zij juist had geprobeerd mij alles af te troggelen, vooral Logan.
'Nou, nou, wat een verrassing!' zei ze op overdreven toon, toen ze opendeed. 'Mejuffrouw Heaven in eigen persoon, die op bezoek komt bij haar arme zuster, het blanke uitschot.'
'Ik kom niet om ruzie te maken, Fanny. Ik ben te gelukkig om kwaad te worden.' 'O?'
Ze ging erbij zitten, haar belangstelling was gewekt.
'Logan en ik gaan in juni trouwen.'
'Is het heus?' teemde Fanny. Uit haar hele houding sprak teleurstelling.
Waarom kon ze niet eens één keer blij voor me zijn? Waarom konden we geen echte zusters zijn en van elkaar houden?
'Je wist dat we weer met elkaar omgingen.' 'Hoe kan ik dat nou weten? Je komt hier nooit en we praten bijna nooit met elkaar.'
'Je weet heel goed wat er in Winnerow gebeurt, Fanny. In ieder geval wil ik graag datje mijn getuige bent.'
'Heus?' Haar ogen begonnen te glinsteren, maar toen zag ik de oude rancuneuze blik weer terugkomen. 'Ik kan nog niks beloven, m'n beste Heaven. Ik heb zelf een druk programma. Wanneer is je huwelijk precies?
Ik vertelde het haar.
'Hm' - Fanny deed of ze erover nadacht - 'Ik had plannen voor dat weekend, je weet dat mijn nieuwe vriend me overal mee naar toe neemt - naar studentenbals en zo. Maar misschien kan ik mijn plannen omgooien. Wordt het een dure bruiloft?'
'Zo duur als maar kan.'
'En koop je een mooie, dure jurk voor je lieve zus? En neem je me mee naar de stad om er een uit te zoeken?'
'Ja.'
Ze dacht even na.
'Kan ik Randall Wilcox meebrengen?' vroeg ze. 'Je weet zeker wel dat hij me het hof maakt. Hij zal er geweldig uitzien in een smoking. De mannen komen toch in smoking, hè?'
'Ja, Fanny. Als je dat graag wilt, zal ik een uitnodiging bij hem thuis laten afgeven.'
'Ja, dat wil ik wel. Waarom niet?' vroeg ze.
En zo gebeurde het.
Mijn uitnodiging aan pa was de laatste die ik op de post deed. Ik ging die ochtend vroeger op weg dan anders, zodat ik langs het postkantoor kon vóór ik mijn laatste les ging geven. Ik geloof dat ik even opgewonden was als toen ik als kind voor het eerst naar school ging. Toen ik de klas binnenkwam keken mijn leerlingen verwachtingsvol naar me op. Zelfs de gewoonlijk trieste en vermoeide gezichten van de kinderen uit de Willies stonden vanmorgen vrolijk en opgewekt. Ik wist dat ze iets bijzonders van plan waren.
Patricia Coons stak haar hand op.
'We hebben iets voor u, juffrouw Casteel,' zei ze verlegen. 'O?'
Ze stond langzaam op en kwam naar voren, trots dat ze was gekozen als vertegenwoordigster van de klas. Ze schuifelde met haar voeten en beet op een van haar al afgekloven nagels.
'We wilden u dit geven voordat u al uw andere huwelijkscadeaus zou krijgen,' zei ze. 'Het is van ons allemaal,' voegde ze eraan toe, terwijl ze me een pakje overhandigde in mooi blauw papier met een roze lint. 'We hebben het papier gekocht in uw verloofde Logan, ik bedoel in de winkel van meneer Stonewall,' zei ze. Ik lachte.
'Dank je. Ik dank jullie allemaal.'
Ik maakte het pakje open. In een eikehouten lijstje was een keurig uitgevoerd borduurwerkje van mijn hut in de Willies, en daaronder stond: "Home Sweet Home, van uw klas."
Even kon ik geen woord uitbrengen, maar ik wist dat alle gezichtjes met stralende ogen naar me keken.
'Ik dank jullie, kinderen,' zei ik. 'Wat voor cadeaus ik hierna ook zal krijgen, geen enkel zal me zo dierbaar zijn als dit.'
En zo was het.
De tijd tussen de laatste schooldag en mijn trouwdag leek eeuwen te duren. Minuten leken uren en uren leken dagen. Zelfs alle plannen en voorbereidingen deden de tijd niet voorbijvliegen, zoals ik gehoopt had. Mijn opwinding werd steeds groter, en Logan was zoveel mogelijk bij me. De antwoorden op onze uitnodigingen bleven binnenstromen. Ik had Tony Tatterton niet meer gesproken sinds de dag waarop ik Farthinggale Manor had verlaten, de dag waarop ik gehoord had dat Troy dood was. Gedeeltelijk omdat ik hem niet kon vergeven wat er met Troy gebeurd was, gedeeltelijk omdat ik bang was voor de waarheid die Troy de dood in had gestuurd. Ik wist dat ik Tony's stem niet meer zou kunnen horen zonder mijn eigen stem daarin te horen. Wat hij me verteld had over hemzelf en mijn moeder deed me nu, twee jaar later, nog rillen. Zo lang te hebben geleefd met de leugen dat pa mijn vader was, pa die me keer op keer had afgewezen en aan wiens liefde ik zo'n behoefte had gehad - om dan te ontdekken dat als pa naar me keek, hij alleen maar de vroegere minnaar van mijn moeder zag, haar eigen stiefvader, mijn vader en grootvader, Tony Tatterton.
Die wetenschap maakte me bang, niet alleen omdat het slecht en verkeerd was, maar omdat het me zoveel duidelijk maakte over mijn erfgoed. Ik durfde het niet aan Logan te vertellen. Hij was te onschuldig om het verachtelijke gedrag te begrijpen van de rijke mensen die de wereld beheersten. Maar er was nog iets. Die laatste dag op het strand met Tony, toen hij me had verteld over Troys afschuwelijke dood, had ik een blik in zijn ogen gezien die niets met rouw te maken had, een blik van zo'n openlijke begeerte, dat ik wist dat ik uit zijn buurt moest blijven. Dat was de reden waarom ik zijn telefoontjes niet beantwoordde, waarom zijn brieven zich onbeantwoord op mijn bureau opstapelden, waarom ik wilde dat pa, en niet Tony, me als vader naar het altaar zou leiden. Want ondanks alles, ook al wist ik nu dat hij niet mijn echte vader was, verlangde ik nog steeds naar pa's liefde; ik had genoeg van Tony's liefde.
Maar al wilde ik niet dat Logan de waarheid over mijn afkomst kende, toch stuurde ik Tony plichtsgetrouw een uitnodiging voor het huwelijk. En Tony, als de sluwe vos die hij was, schreef niet aan mij maar aan Logan, en legde uit dat grootmoeder Jillian zo ziek was dat hij haar onmogelijk alleen kon laten om het huwelijk bij te wonen, maar erop stond dat wij naar Farthinggale Manor zouden komen, waar hij voor ons de mooiste huwelijksreceptie zou geven die Massachusetts ooit had meegemaakt. Logan was zo opgewonden over die uitnodiging dat ik er met tegenzin in toestemde vier dagen in Farthy door te brengen vóór we op huwelijksreis gingen naar Virginia Beach. Daarna zouden we teruggaan naar Winnerow en in de hut wonen tot we ons eigen huis konden bouwen in de buitenwijken van Winnerow.
Maar niet al onze plannen liepen zo vlot van stapel. Op de ochtend van mijn huwelijk werd er op de deur van de hut geklopt. Ik was bijna de hele nacht op geweest, te zenuwachtig en te opgewonden om te kunnen slapen. Nog in mijn nachthemd liep ik naar de voordeur om de postbode te begroeten.
'Goedemorgen,' zei hij opgewekt. 'Een expressebrief. Wilt u hier tekenen? '
'Goedemorgen.'
Het was een goede morgen, en niet alleen omdat het mijn trouwdag was. Er was geen wolkje te bekennen in de blauwe zomerlucht. Vandaag was het mijn dag, en God had glimlachend op me neergekeken en deze dag mooi gemaakt; Hij had alle schaduwen verjaagd en alleen het zonlicht voor me achtergelaten. Ik was zo blij en tevreden dat ik de postbode wel had kunnen omhelzen.
' Dank u wel,' zei hij, toen ik het klembord aan hem teruggaf. Toen glimlachte hij en tikte aan zijn pet. 'En ik wens u veel geluk. Ik weet dat u vandaag gaat trouwen.'
'Dank u.' Ik keek hem na toen hij naar zijn jeep liep en zwaaide toen hij wegreed. Toen deed ik de deur dicht en liep haastig naar de keukentafel om de expressebrief open te maken. Het moest een gelukwens zijn. Of misschien was hij van Tony, misschien had hij op het laatste ogenblik besloten beide recepties bij te wonen.
Ik scheurde de envelop open en haalde het dunne velletje papier eruit. Ik las het, en mijn hart zonk in mijn schoenen. Langzaam ging ik zitten. Het gerikketik van mijn hart ging over in het zware gebons van een trom. Mijn glimlach verdween, tranen sprongen in mijn ogen en vertroebelden de woorden op het papier dat ik in mijn hand hield.
Beste Heaven,
Helaas maken zakelijke beslommeringen in verband met het circus het me onmogelijk je huwelijk bij te wonen. Stacie en ik wensen jou en Logan veel geluk.
Je pa
Een van mijn tranen viel op de briefen begon een snelle reis over het papier en vervormde pa's woorden. Ik verfrommelde het briefje en leunde achterover. De tranen stroomden over mijn wangen naar mijn mondhoeken; ik kon het zilte vocht proeven.
Ik huilde om een hoop redenen, maar ik huilde vooral omdat ik had gehoopt dat mijn huwelijk pa en mij tot elkaar zou brengen. Weliswaar had Logan me overgehaald hem uit te nodigen, maar die invitatie was een heimelijke ambitie van me geweest. Ik had gedroomd dat hij slank en knap in zijn smoking naast me zou staan, mijn hand zou vasthouden en met Ik zou antwoorden als de dominee vroeg: 'Wie geeft de bruid weg? 'Mijn huwelijk zou het hoogtepunt zijn van vergevensgezindheid - hij zou mij vergeven omdat ik de dood had veroorzaakt van zijn engel, Leigh, toen ik werd geboren, en ik zou hem vergeven dat hij ons had verkocht. Ik was bereid Toms opvatting te aanvaarden dat pa ons had verkocht omdat hij niet voor ons kon zorgen en hij dacht dat het voor ons het beste zou zijn.
Maar nu zou dat allemaal niet gebeuren.
Ik hield mijn adem in en veegde mijn tranen weg. Er was niets meer aan te doen, dacht ik. Ik moest me nu concentreren op Logan en ons huwelijk. Ik had geen tijd voor zelfmedelijden of woede. Bovendien had pa me al lang geleden weggegeven. Op mijn huwelijk zou ik mijzelf weggeven.
Ongeveer een uur vóór het huwelijk kwam mijn zuster Fanny met Randall Wilcox om me naar de kerk te brengen. Randall was een beleefde, schuchtere jongeman met bietrood haar en een melkblanke huid. Zijn voorhoofd was bedekt met kleine sproeten, maar hij had helderblauwe ogen die glansden als gekleurd kristal. Ik had gedacht dat hij er misschien ouder zou uitzien dan hij was, maar hij had een onschuldig en fris gezicht en volgde Fanny als een jong hondje.
'Nou, nou, Heaven Leigh Casteel, wat zie jij er maagdelijk uit vanmorgen!' riep ze uit. Ze gaf Randall een arm en drukte zich bezitterig tegen hem aan. Ze had haar gitzwarte haar laten krullen en tegen kammen, zodat ze er zo wild en losbandig uitzag als een straathoertje. Ik had voorgesteld dat ze haar haar zou opsteken, omdat ik al verwacht had dal ze zoiets zou doen. 'Vind je niet, Randall?'
Hij keek snel van mij naar haar, niet voorbereid op Fanny's sarcasme.
'Je ziet er beeldig uit,' zei Randall zacht en diplomatiek.
'Dank je, Randall,' meesmuilde Fanny. Ik bekeek mezelf in de spiegel, trok een paar lokken recht en bevestigde mijn polscorsage.
'Ik ben klaar,' zei ik.
'O ja,' zei Fanny. 'Je bent altijd klaar geweest voor deze dag.' Haar stem klonk een beetje bedroefd, en even had ik medelijden met haar, ondanks haar duidelijke jaloezie. Fanny eiste altijd de aandacht op en wilde bij iedereen geliefd zijn, maar deed het altijd op de verkeerde manier en zou dat waarschijnlijk ook altijd blijven doen.
'Fanny, die jurk staat je erg goed,' zei ik. We waren naar de stad gereden en hadden een lichtblauwe crinoline uitgezocht voor Fanny om op het huwelijk te dragen. Maar Fanny had een paar veranderingen aangebracht. Ze had de hals zo diep uitgesneden dat de bovenkant van haar buste te zien was. Ze had het lijfje ingenomen, zodat het op haar lichaam geschilderd leek.
'Heus? Ik heb een beter figuur gekregen, hè?' zei ze. Ze gleed met haar handen omhoog over haar heupen naar haar borsten en keek met een wellustige blik naar Randall. Hij bloosde. 'Zelfs na de bevalling ben ik nog even slank gebleven en niet dikker geworden zoals zoveel vrouwen.' Ze keek naar mij. 'Randall kent ons geheimpje van Darcy. Pas maar op, schat, dat een heel nest van kleine Stonewalls jouw figuur niet gaat bederven.'
'Ik ben niet van plan meteen kinderen te krijgen, Fanny,' zei ik.
'O, nee? Misschien denkt Logan Stonewall er anders over. Maisie Setterton zegt dat hij altijd zei dat hij een groot gezin wilde hebben. Dat heb jij me toch verteld, hè, Randall? ' Ik wist dat Fanny Maisie Setterton alleen ter sprake bracht om mij jaloers te maken.
'Nou, ik heb niet direct...' Hij keek totaal verward.
'Het geeft niet, Randall,' viel ik hem snel in de rede. 'Fanny zegt het niet om gemeen te zijn, hè, Fanny?'
'O, nee,' zei ze lachend. 'Ik zei alleen maar wat Maisie had gezegd.'
'Zie je wel?' Randall begon te lachen.
'Nou, ze heeft het echt gezegd,' hield ze vol. 'Als jij het me niet hebt verteld, heeft iemand anders het gedaan.' Haar lach ging over in een zelfgenoegzame glimlach. 'Maar ik kan nog steeds niet geloven dat je je door Waysie wil laten trouwen.'
'Ik heb mijn redenen.' Ik glimlachte bij mezelf. En of ik die had! En Fanny kende ze. Want dominee Wise had Fanny gekocht van pa, haar in huis genomen, haar zwanger gemaakt, en haar baby opgeëist voor hemzelf en zijn vrouw. Ik had getracht Fanny te helpen haar kind terug te kopen, maar vergeefs, en Fanny had me nog steeds niet vergeven dat ik daar niet in geslaagd was. We deelden het duistere geheim van haar dochtertje, en ik wilde dominee Wise in de ogen kijken als Logan en ik onze huwelijksbelofte uitspraken. Ik wilde de woorden uitwissen die hij tegen me had gezegd toen ik naar hem toe ging om Fanny 's kind terug te vragen. We hadden een discussie en ik zei tegen hem: 'U kent me niet.'
Hij kneep zijn ogen halfdicht, zodat ze twee flonkerende spleten leken in de schaduw van zijn oogleden, en hij zei: 'Je vergist je, Heaven Leigh Casteel. Ik ken je heel goed. Je bent het gevaarlijkste soort vrouw dat de wereld kent. Velen zullen je liefhebben om je mooie gezicht, om je verleidelijke lichaam; maar je zult ze allemaal in de steek laten, omdat je zult geloven dat ze jou eerst in de steek hebben gelaten. Je bent een idealiste van de meest verwoestende, tragische soort - de romantische idealiste. Geboren om zichzelf en anderen te vernietigen.'
Ik wilde hem een andere Heaven Leigh Casteel laten zien, ik wilde dat hij zijn voorspellingen zou inslikken, zijn religieuze arrogantie en zijn zondige schijnheiligheid.
'Jij kan je redenen hebben,' meesmuilde Fanny.' Maar ik geef je de verzekering dat Waysie uit zijn vel springt van woede als hij jou en Logan tot man en vrouw verklaart, en ik popel van verlangen om daarbij te zijn. Reken maar!'
'Zullen we gaan?' vroeg ik.
De plechtigheid was precies zoals ik gedroomd had dat hij zou zijn, en meer. Bijna iedereen die we hadden uitgenodigd kwam. Vier van mijn mannelijke leerlingen waren plaatsaanwijzers in de kerk. Ik had ze specifiek opdracht gegeven de mensen naar hun plaatsen te brengen op basis van het principe: wie het eerste komt, het eerst maalt, waarmee de ongeschreven apartheidswet werd overtreden. De bergbewoners zaten vooraan met de mensen uit Winnerow, van wie sommigen gedwongen waren achteraan te zitten met andere berg- en dalbewoners.
Alle bergbewoners glimlachten naar me met blijde, opgewonden gezichten. De meeste dorpsbewoners keken ernstig en goedkeurend. Per slot trouwde ik met Logan Stonewall, en daarmee was in hun ogen de volledige transformatie tot stand gekomen van het meisje uit de bergen tot een fatsoenlijk meisje uit Winnerow. Ik zou uit de hut verhuizen naar een huis in Winnerow. Ik kon het op hun gezichten lezen - ze dachten dat ik mettertijd de bergbewoners zou vergeten. Ik had hun respect verworven, maar niet hun begrip. Ze dachten dat ik alles wat ik had gedaan alleen had gedaan om een van hen te worden.
Logans vader stond naast hem op de plaats, waar Tom, mijn lieve overleden broer, had moeten staan. Het leek of mijn hart even stilstond, en de tranen sprongen in mijn ogen, toen ik dacht aan zijn tragische dood door een woedend wild dier. Behalve Fanny, die trots voor me uit liep met suggestieve schouderbewegingen en flirtende blikken wierp op de mannen, was niemand van mijn familie aanwezig. Opa was dood. Luke en zijn nieuwe vrouw werkten in zijn nieuwe circus. Tom was dood. Keith en Jane waren op de universiteit, en met geen van beiden was ik zo intiem als ik graag had gewild. Mijn echte grootmoeder was in Farthy, verstrikt in het verleden en wartaal sprekend. Tony stond aan het hoofd van de Tatterton Toy Corporation en betreurde waarschijnlijk deze dag, waarop ik aan een andere man zou toebehoren en niet aan hem.
Dominee Wise, lang en indrukwekkend als altijd achter zijn katheder, sloeg zijn blik op uit de bijbel en keek me dreigend aan. Zijn dure, zwarte maatpak deed hem even slank lijken als toen ik hem voor het eerst had gezien.
Heel even joeg hij me net als altijd angst aan, maar toen ik naar Logan keek, verdwenen alle droevige herinneringen. Het was als een bewolkte dag die plotseling helder werd. Dit was mijn huwelijk, mijn tijd, mijn ogenblik in de zon, en Logan, knapper dan ooit, stond te wachten om mijn hand in de zijne te nemen.
Hoe fantastisch kon een huwelijk zijn van twee mensen die oprecht van elkaar hielden, dacht ik. Het was heilig en kostbaar en gaf me het gevoel dat ik op wolken liep. Ik herinnerde me de nachten waarin ik naar de sterren had gekeken en gewenst dat er een tijd zou komen waarin Logan en ik als een prins en een prinses zouden zijn. Hij was zo dramatisch in mijn leven verschenen, als een dappere sprookjesridder, om zijn leven aan het mijne te verbinden, en ik was ervan overtuigd dat we waren voorbestemd om man en vrouw te worden.
Mijn hart bonsde onrustig en mijn blozende gezicht was verborgen achter mijn sluier.
Dominee Wise staarde me zwijgend aan. Toen hief hij zijn ogen op naar de zoldering van de kerk en begon.
'Laat ons bidden. Laat ons dankzeggen. Want de Here is edelmoedig geweest. Hij vervult ons hart met vreugde. Een huwelijk is een nieuw begin, het begin van een nieuw leven en een kans om God op nieuwe manieren te dienen. Dit kan niet méér waar zijn dan voor Logan Stonewall en Heaven Leigh Casteel.'Hij wendde zich tot Logan. 'Logan Stonewall,' intoneerde hij. 'Neemt gij deze vrouw, Heaven Leigh Casteel, tot uw wettige echtgenote, om haar lief te hebben en te steunen in goede en slechte tijden, in ziekte en in gezondheid, in rijkdom en in armoede, tot de dood u scheidt?'
Logan keek naar mij met ogen vol liefde. 'Ja, met heel mijn hart,' verklaarde hij.
'Heaven Leigh Casteel' - dominee Wise richtte zich nu tot mij - 'neemt gij deze man, Logan Grant Stonewall, tot uw wettige echtgenoot, om hem lief te hebben en te steunen in goede en slechte tijden, in ziekte en in gezondheid, in rijkdom en in armoede, tot de dood u scheidt?'
Ik keek Logan in de ogen en fluisterde:' Ja.'
'Wie heeft de ringen?' vroeg dominee Wise.
Fanny schoot naar voren. 'Ik, dominee,' zei ze meesmuilend, terwijl ze haar handen ophief met de palmen naar boven gekeerd - op elk ervan lag een ring. Toen boog ze zich naar voren en liet haar diepe decolleté zien aan de dominee, zich ervan overtuigend of hij wel keek, en overhandigde Logan en mij onze ringen.
Logan glimlachte naar me, een lieve, tedere glimlach, en schoof de met diamanten bezette trouwring aan mijn vinger. 'Met deze ring huw ik u,' zei hij-
Ik deed hetzelfde.
'Met de macht die me is verleend door God en onze Heiland Jezus Christus,' dreunde dominee Wise met plechtige stem, 'verklaar ik u tot man en vrouw. Wat God tezamen heeft gebracht zal door geen mens worden gescheiden. Je mag nu de bruid kussen, Logan.'
Logan kuste me hartstochtelijker dan hij ooit had gedaan, en gearmd liepen we vervolgens over het middenpad. Toen we bij de deur waren riep dominee Wise: 'Dames en heren, u hebt thans de gelegenheid de heer en mevrouw Stonewall geluk te wensen.'
Iedereen verdrong zich om ons heen, vooral de mensen uit Winnerow. Het leek of ik door de huwelijksplechtigheid, het uitspreken van de woorden, het dragen van de ringen, definitief in hun midden was opgenomen.
Vóór de kerk speelden de Longchamps een slepende wals. Toen iedereen ons had gefeliciteerd, moesten Logan en ik het bal openen. Ik zag dat de bergbewoners aarzelend en onzeker op de achtergrond bleven. Ik had hun nervositeit gevoeld toen ze langs die plechtige receptierij liepen. Ik gaf Logan een zoen op zijn wang en zei: 'Wacht even, schat.' Toen liep ik naaide violist, een van de grootste bergfiedelaars, en zei: 'Speel wat country music voor me.' Hij begon te spelen en overal om me heen hoorde ik de klappende handen en stampende voeten van de bergbewoners. Ik vatte mijn echtgenoot om zijn middel en begon de Willies' swing te dansen.
De dorpsbewoners bleven staan kijken toen de mensen uit de bergen één voor één naar voren kwamen om af te tikken. Logan werd meegevoerd door een knappe leerlinge van me, terwijl mijn oude buurman Race McGee met mij weg danste. Toen begonnen de bergbewoners de stadsmensen in de dans te betrekken. Ik voelde me intens gelukkig. Iedereen lachte, klapte, zwaaide rond. Eindelijk waren de Willies en Winnerow één.
Plotseling zag ik Fanny in haar strakke blauwe jurk over de dansvloer schuiven en Logans partner op de schouder tikken. 'Maak plaats voor de schoonzuster, voor de getuige!' schreeuwde Fanny, zodat iedereen het kon horen. Ze sloeg haar armen om Logans hals, drukte haar boezem tegen zijn borst, legde haar handen op zijn billen en zwaaide mijn verbaasde Logan rond over de dansvloer. Toen de muziek stopte, kondigde ze aan: 'En nu is het tijd om de bruidegom te zoenen.' Ik zag haar tong tussen haar lippen te voorschijn komen en in Logans mond verdwijnen.
Eindelijk rukte Logan zich los uit haar greep, maar Fanny's lach klonk boven de muziek uit en luidde de alarmklok om me te waarschuwen. Ik hoorde het. Maar dit was mijn dag, en die liet ik niet door Fanny, door niets of niemand, bederven.