TROY

'Je bent niet een van Rye Whiskey's geesten,' fluisterde ik. Ik stak langzaam mijn hand uit en raakte zijn arm aan. Een zacht briesje woei door de tunnels en deed het vlammetje dansen. Het kaarslicht flakkerde over zijn gezicht. Zijn donkere ogen, die normaal de diepte hadden van een bosmeer, leken nog donkerder en dieper.

'Nee,' antwoordde hij, 'al zijn er momenten waarop ik me er een voel.' Een flauwe glimlach speelde om zijn lippen. Hij droeg een witzijden hemd en een strakke zwarte broek, maar in het flakkerende licht van de kaars kreeg het witte overhemd een geelachtige tint.

'Ik begrijp het niet. Wat is er gebeurd? Wat gebeurt er?' Ik hoorde de klank van hysterie in mijn stem. Hij hoorde het ook, want hij pakte mijn hand vast en sloot zijn vingers om mijn palm.

'Laten we teruggaan naar de bungalow,' zei hij zacht, 'dan zal ik je alles vertellen.'

Ik volgde hem door de donkere gangen, met het gevoel of ik in het land van de doden was afgedaald en hem had gered uit de greep van een eeuwige slaap. Samen keerden we terug naar de wereld van licht en leven. Zwijgend liepen we verder, terwijl onze voetstappen achter ons weergalmden en vervaagden in het sponsachtige donker dat elk geluid opzoog. Mijn hart bonsde zo hard dat ik zeker wist dal hij het in mijn vingers moest voelen. Ik verbeeldde me dat ik het leven weer in hem terugpompte, hem met elk moment dat voorbijging terugriep in het leven. Even later waren we in de kelder van de bungalow. Hij deed een stap achteruit om me als eerste de trap op te laten gaan. Ik keek achterom, aarzelde, bang hem te zullen verliezen, bang dat als ik zijn hand losliet de machten van de duisternis hem terug zouden zuigen in de tunnels en in het verleden. Maar hij bleef vlak achter me en deed de deur dicht toen we de bungalow binnengingen.

'Ik wilde juist thee zetten voordat jij kwam' zei hij achteloos. Het leek of de afgelopen twee jaar nooit hadden bestaan en dit gewoon een van mijn amoureuze bezoekjes was. 'Wil je een kop thee?'

'Graag,' zei ik. Ik ging snel aan de tafel zitten, want mijn knieën knikten. Hij liep naar het fornuis en stak het vuur onder de ketel weer aan. Ik keek naar hem terwijl hij de kopjes en de theezakjes te voorschijn haalde. Hij vermeed mijn blik, tot alles op tafel stond. Ik huiverde, en mijn verwarring leek hem te verontrusten.

'Arme Heaven,' zei hij hoofdschuddend.' Ik had zo gehoopt dit moment te kunnen vermijden, en tegelijkertijd heb ik er intens naar verlangd.'

'O, Troy,' zei ik. 'Waarom?'

'Je weet waarom, Heaven,' zei hij hees. 'In je hart heb je het altijd geweten. Maar ik zal het je toch vertellen.'

Hij zuchtte en ging tegenover me zitten. De kraag van zijn witzijden hemd stond open, zodat iets van het zwarte borsthaar te zien kwam. Hij staarde even met gebogen hoofd naar het tafelblad. Toen zuchtte hij diep, streek met zijn lange vingers door zijn golvende haar en sloeg zijn verdrietige ogen naar me op. Hij zag er niet ziek uit, maar hij was magerder en bleker dan ik me hem herinnerde. Zijn haar was wat langer, en krulde nog steeds in zijn hals. Hij zag eruit of hij eeuwenlang was weggesloten van het zonlicht en het leven. Mijn hart ging naar hem uit en ik wilde mijn armen naar hem uitstrekken om hem te troosten en te omhelzen.

'Hier, aan deze tafel, heb ik die laatste brief aan je geschreven,' begon hij, 'om je te zeggen dat Jillian bij me was geweest en me had verteld dat je Tony's dochter was en mijn nichtje, en dat ik me dus realiseerde dat onze liefde onmogelijk was. Ik schreefje dat ik wegging om zonder jou te leren leven. Ik dacht dat ik dat zou kunnen en dat ik dan uiteindelijk kon terugkeren naar Farthinggale om mijn leven voort te zetten zoals het was voordat jij kwam, hoe saai dat leven ook was.'

De ketel floot als om de nadruk te leggen op zijn inleidende verklaring. We zwegen allebei terwijl hij de ketel van het vuur nam en het hete water inschonk. Ik doopte snel mijn theezakje in; ik had hel warme vocht nodig om de ijspegels te smelten die zich in mijn hart hadden gevormd. Na een ogenblik ging Troy weer zitten en ging verder.

'Zoals je waarschijnlijk gehoord hebt, keerde ik inderdaad terug naar Farthinggale toen jij van de universiteit kwamen naar Maine ging. Ik dacht dat ik me in mijn werk zou kunnen begraven en geduldig wachten op mijn negenentwintigste verjaardag en mijn, naar ik geloofde, onvermijdelijke dood vóór mijn dertigste,' zei hij, terwijl hij met een vermoeide blik naar me keek. 'Een dood, moet ik eerlijk bekennen, waar ik langzamerhand naar verlangde. Voor mij was de dood een entree in een nieuwe wereld, een ontsnapping aan de marteling van een leven zonder jou. Want toen ik jou verloor is er zoveel van me gestorven. Ik leefde niet langer in angst voor de dood, maar in kalme verwachting.'

Hij zweeg even en dronk zijn thee. Heel even kwam er een vreemde, berustende glimlach om zijn mond.

'Zoals gewoonlijk dacht Tony dat hij mijn depressie kon afkopen. Ik neem het hem niet kwalijk. Ik heb zelfs medelijden met hem, want ik ken de frustratie die hij moet hebben gevoeld. Hij gaf een groot feest, alleen om mij op te vrolijken en me te beletten aan mijn komende verjaardag te denken. Hij beloofde me dat hij ervoor zou zorgen dat ik geen moment alleen was.' Hij lachte. 'Ik moet zeggen dat hij een perfect meisje ervoor gevonden had... ze leek wel een bloedzuiger. Ik moest stiekem wegsluipen om naar de badkamer te gaan.

'In ieder geval,' ging hij verder, 'kon ze mijn onverschilligheid niet verdragen. Blijkbaar had ze altijd succes gehad bij mannen en bezorgde ik haar een grote ergernis en frustratie. Ze werd zelfs beledigend. Hel geeft niet wat ze zei. Ik luisterde niet meer en wilde alleen maar weg van alles en iedereen. Ik had beseft dat mijn terugkeer naar Farthy een vergissing was; ik kon hier niet dicht bij jou leven zonder je te kunnen bezitten. Ik werd nu al achtervolgd door de herinnering aan je stem. Ik zag je overal om me heen. Geen enkel meisje op het feest kon zelfs maar bij jou in de schaduw staan. Het was om gek te worden, en Jillian wist het. Telkens als ik naar haar keek zag ik haar sadistische, voldane glimlach.

'Ik ben nooit van plan geweest om te doen wat ik deed. Ik denk dat ik naar de paarden ging omdat ik gedreven werd door de gelukkige herinnering aan onze ritten samen, maar toen ik bij de stallen kwam zag ik Jillians paard staan, even uitdagend als Jillian zelf. Impulsief besloot ik Abdulla Bar te berijden en dat paard te laten zien dat ook een ander dan Jillian het de baas kon.

'Ik weet dat het dom en onvolwassen was, maar ik was woedend op mijn lot, woedend op een wereld die dergelijke dingen mogelijk maakte. Waarom moest juist ik zoveel verdriet hebben? dacht ik. Waarom, toen ik eindelijk liefde en hoop had gevonden, werden die me ontnomen, en waarom had het lot Jillian uitgekozen om dat te doen? Het was zo onrechtvaardig. Het kon me allemaal niets meer schelen, zeker niet mijn eigen welzijn.

'Ik zadelde het paard en we stormden de stal uit naar het strand. Mijn woede sloeg over op het paard. Hij draafde of hij zelf wegrende voor zijn leven, alsof hij was aangewezen om me van dit aardse bestaan naar het volgende te brengen. Snap je niet,' zei hij, met een blik van opwinding in zijn ogen toen hij zich maar me toeboog, 'toen ik op dat paard reed en de wind door mijn haar streek, en ik de angst voelde in die opengesperde, verwilderde ogen, raakte ik ervan overtuigd dat het paard was voorbestemd om me weg te voeren uit deze wereld, uit mijn ellendige bestaan. Dus leidde ik hem met opzet naar de zee, en het paard stormde naar voren alsof het zelfmoord in de zin had.

'We reden de zee in tot de golven man en paard naar de diepte sleurden. Ik zag het paard achter me worstelen, zijn ogen nog kwaad, uitdagend, en nu ook beschuldigend, omdat ik het tot deze afschuwelijke dood had gedwongen, en even had ik medelijden met het dier en haatte ik mezelf. Ik kon niets aanraken zonder het te vernietigen of kwaad te doen, dacht ik. Ik was voorbestemd om in zee te verdrinken.

'Ik deed mijn ogen dicht,' zei hij, terwijl hij achteroverleunde in zijn stoel en zijn ogen sloot, 'bereid mijn onontkoombare dood te aanvaarden.'

Hij deed zijn ogen weer open, en keek me met sombere blik aan.

'Maar de oceaan is niet te temmen en laat zich niet dwingen om zich te richten naar de wil van de mens. Hij is niemands slaaf, zelfs niet van iemand die zo wanhopig was als ik, zo vastbesloten hem te gebruiken als een instrument van de dood. Telkens als ik onderging tilden de golven me weer op. Ik deinde op en neer, en bleef drijven. Ik werd heen en weer geslingerd en door de golven gedragen. Ik verloor mijn laarzen. Ik zag dat Abdulla Bar naar de kust werd gespoeld, tot hij vaste grond onder de voeten had en naar het strand kon waden.

'Ik sloot mijn ogen en wachtte tot de machtige oceaan, waarnaar ik zo vaak had geluisterd en waarnaar ik 's avonds in alle eenzaamheid had zitten staren, gefascineerd door zijn schoonheid en kracht, me omlaag zou trekken in de kille duisternis.

'In plaats daarvan werd ik heen en weer geslingerd door de golven tot ik bewusteloos raakte. Toen ik wakker werd lag ik languit op het strand. Ik leefde nog; mijn smeekbede om een snelle, pijnloze dood was niet verhoord. Terwijl ik daar lag en medelijden had met mezelf, besefte ik plotseling dat de oceaan in ieder geval enige verlichting had geschonken - hij had me de kans gegeven om als dood te worden beschouwd. Ik kon mijn identiteit en mijn leven in Farthy achter me laten.

'Dus stond ik op en zonder iemand te laten weten wat er met me gebeurd was, zelfs Tony niet - vooral Tony niet - keerde ik heimelijk terug naar mijn bungalow, naar ik meende voor de laatste keer. Ik haalde een paar noodzakelijke dingen en ging toen weg om in de nacht te verdwijnen.'

Hij leunde weer achterover, alsof hij daarmee alles had verklaard. Mijn schrik en verbijstering werden snel verdrongen door woede. O, o, o! Al dat verdriet dat hij had veroorzaakt - me in de waan te laten dat hij dood was. En nu was het te laat. Te laat om bij elkaar te kunnen zijn! Hoe had hij me zo kunnen laten lijden terwijl hij nog in leven was? Al die tijd in leven was geweest!

'Maar al het verdriet dat je ons hebt aangedaan door ons te laten denken datje dood was? Besef je niet watje mij hebt aangedaan?'

'Ik dacht dat het niets was vergeleken met het verdriet dat je zou hebben als je wist dat ik vlakbij was en we nooit minnaars konden zijn; als je wist hoe ik zelf moest lijden. Ik besefte wel dat het in wezen egoïstisch was, maar toch leek het me beter.

'Het was beter,' ging hij verder, knikkend. 'Zie je dan niet, Heaven, dat jij je leven in de hand hebt genomen en belangrijke dingen hebt gedaan. Misschien, als je dacht dat ik nog leefde, als ik hier in de bungalow was blijven wonen, zou je nooit uit Farthy zijn weggegaan. Misschien zou je net als Jillian zijn geworden. Ik weet het niet. Ik dacht dat ik deed wat het beste was voor ons beiden. Ik hoop dat je dat zult geloven. Het zou te pijnlijk voor me zijn als je me nu zou haten,' zei hij. Zijn donkere ogen keken me angstig aan.

'Ik haat je niet, Troy,' zei ik. 'Ik zou je nooit kunnen haten. Ik haat alleen wat er gebeurd is. Wat heb je gedaan toen je opstond van dat strand?'

'Ik ben gaan reizen.' Hij vouwde zijn handen achter zijn hoofd terwijl hij sprak en de herinneringen ophaalde aan zijn heimelijke bestaan. 'Ik ging naar Italië en bestudeerde de grote meesters van de schilderkunst en de architectuur. Ik ging naar Spanje en Frankrijk. Ik zocht troost in het reizen en in afleiding. Een tijdlang hielp het. Ik putte mezelf uit door van de ene plaats naar de andere te trekken, en toen' - hij zweeg even en richtte zich op, boog zich weer naar me toe - 'op een keer werd ik 's nachts in Engeland wakker. Ik logeerde in een herberg bij Dover Beach. Ik was daarheen gegaan omdat ik voortdurend moest denken aan dat gedicht van Matthew Arnold. Herinner je je dat nog? Ik heb het je eens voorgelezen. Een paar regels achtervolgden me.

'Ah, love, let us be true to one another! for the world, which seems to Iie before us like a land of dreams,

So various, so beautiful, so new,

Hath really neither joy, nor love, nor light,

Nor certitude, nor peace, nor help for pain...

[Ach, liefste, laten we trouw zijn aan elkaar! Want de wereld

die voor ons schijnt te liggen als een land van

dromen,

Zo anders, zo mooi, zo nieuw,

Bevat geen vreugde, geen liefde, geen licht,

Geen zekerheid, geen vrede, geen hulp tegen pijn... |

'Het leek speciaal voor ons geschreven. Ik lag in bed en luisterde naar hel geruis van de zee en meende jouw stem te horen; ik meende te horen datje me riep van de overkant van de oceaan en ik dacht dat het geen zin meer had om nog langer weg te lopen. Ik kón niet meer weglopen. Niet voor jou, niet voor de herinnering aan je gezicht en je stem en je aanraking.

'Die nacht nam ik het besluit om terug te keren en zo nodig de natuur en de goden uit te dagen. Ik zou teruggaan naar jou, om je te smeken bij me terug te komen. Ik was bereid te leven als een uitgestotene, alles en iedereen op te geven als we maar bij elkaar konden zijn, al was het alleen maar om je in mijn armen te houden terwijl de winterse stormen rond de bungalow joegen. Dat zou voldoende zijn, dacht ik, want als ik vóór mijn dertigste zou sterven, zoals ik altijd had gevreesd, zou ik in jouw armen sterven. Dat was waar ik thuishoorde.'

'O, Troy, liefste, liefste Troy, waarom heb je me niet geschreven? Waarom heb je niet geprobeerd je met me in verbinding te stellen?' riep ik uit.

'Dat had geen zin meer. Toen ik dat besloten had was je al verloofd met Logan.'

'Maar hoe wist je dat?' vroeg ik. Hij glimlachte en dronk zijn thee op.

'Vlak voor het huwelijk was ik in Winnerow. Ik kwam vermomd en was zelfs in de drugstore van Logans ouders. Ik hoorde de gesprekken en ontdekte dat je verloofd was. Dus ben ik weggegaan, maar in plaats van te blijven reizen in het buitenland, besloot ik terug te keren naar mijn bungalow om mijn leven hier te beëindigen, en sinds die tijd ben ik hier geweest.

ik heb je huwelijksreceptie gezien in Farthy, ik heb ernaar gekeken achter een van de heggen in de doolhof. Je zag er zo mooi uit en Tony keek zo gelukkig. Ik heb jou en Logan zelfs gevolgd tijdens jullie wittebroodsweken, ik heb jullie uit de verte bespied, gedroomd dat ik degene was die je in zijn armen hield; dat ik het was die je kuste. Even was mijn fantasie zo sterk dat ik je zelfs naast me voelde.

'Het was verkeerd van me, dat weet ik,' zei hij haastig. 'Maar vergeef me, ik kon er niets aan doen.'

'Natuurlijk vergeef ik het je. Ik begrijp hoe moeilijk het voor je moet zijn geweest om me te zien zonder dat ik je zag.' O, mijn eigen Troy, die mij zag trouwen met Logan! Ik kon de gedachte niet verdragen. Waarom was hij niet naar voren gekomen, waarom niet?

'Het was moeilijk, ontzettend moeilijk.' In zijn donkere ogen verscheen voor het eerst een flits van leven, ik wilde dat je me zag; ik probeerde de moed daartoe op te brengen,' zei hij. 'Vannacht, wetend dat Logan er niet was, ging ik naar je kamer toen je terugkwam van je uitstapje met Tony.'

ik heb het gemerkt vannacht, al wist ik niet dat jij het was. Ik werd wakker en heb geroepen, omdat ik een gedaante zag in het donker.'

Hij staarde me even aan.

'Waarom ben je vandaag hier gekomen?' vroeg hij zacht. 'Omdat je dacht dat ik het kon zijn?'

'Nee. Ik voelde me of ik gehypnotiseerd was, maar ik wist niet dat ik jou zou vinden. Toen ik besefte dat er iemand was, dacht ik dat Tony iemand had aangenomen om hier te werken. Ik dacht dat hij tegen me had gelogen en ik wilde die man zien en spreken, en toen had ik plotseling het gevoel dat ik in aanwezigheid was van iets spiritueels, misschien in aanwezigheid van een geest.'

ik ben geen geest, Heaven. Niet meer.' Hij staarde me aan. 'Je bent veranderd, ouder geworden, wijzer. Je schoonheid is gerijpt. Ik beef helemaal nu ik zo dichtbij je ben en je stem hoor.'

Hij boog zich naar voren en strekte zijn hand uit om mijn gezicht aan te raken. Ik trok me niet terug, maar voelde zijn vingers niet op mijn huid. Langzaam leunde hij weer achterover.

ik voel me net een kleine jongen die gefascineerd is door een vuur en het wil aanraken, ook al weet ik dat het me alleen maar pijn zal doen.'

'O, Troy,' zei ik. De warme tranen drupten uit mijn ooghoeken en zigzagden over mijn wangen. Hij strekte weer zijn hand uit en deze keer voelde ik zijn vingertoppen over mijn huid strelen. Ik sloot mijn ogen.

'Hoeveel keren kan ik je verliezen, Heaven? Is dit weer een andere manier van het lot om me te kwellen?'

Ik kon geen woord uitbrengen. Hij gaf me een zakdoek en ik bette mijn gezicht. Mijn gesnuf bracht een glimlach op zijn gezicht en toen een zacht, vriendelijk lachje. Ik schudde mijn hoofd toen ik besefte wat dit allemaal betekende.

'Kom mee naar de zitkamer,' zei hij. 'Daar is het comfortabeler.'

Ik knikte en liep naar de bank. Net als vroeger ging hij op het kleed liggen en keek naar me op, met zijn handen achter zijn hoofd gevouwen.

'Troy,' zei ik hoofdschuddend. 'Ik kan niet geloven dat dit geen droom is, dat je werkelijk daar ligt en naar me opkijkt zoals je vroeger deed.'

ik weet het.'

'Wanneer wist Tony datje nog leefde?' vroeg ik.

'Eigenlijk pas kort geleden. Ik verbaasde me toen ik terugkwam dat de bungalow nog net zo was als ik hem had achtergelaten. Ik besefte dat Tony geweigerd had mijn dood te aanvaarden. Wat ironisch, dacht ik, en natuurlijk realiseerde ik me wat voor verdriet ik hem moest hebben gedaan. Het maakte het me nog moeilijker naar hem toe te gaan om mijn list op te biechten. Ik heb het een paar keer vergeefs geprobeerd.'

'Je zwierf 's nachts door het huis,' zei ik. Ik begreep nu wat de bedienden bedoelden, en dat het geen inbeelding was geweest van Rye Whiskey toen hij dacht dat geesten van de doden rondspookten in de donkere gangen van Farthy.

'Ja. Ik ben zelfs achter de piano gaan zitten, in de hoop dat hij me daar gewoon zou vinden, maar toen hij niet snel kwam, zonk de moed me in de schoenen. Ik dacht dat ik was herkend door de bedienden, maar ik denk dat ze bang werden toen ze mijn gezicht en lichaam zagen in die halfverlichte gangen.'

'Je hebt geen idee hoe erg,' zei ik.

'En toen, op een nacht, toen jij in Winnerow was, kwam ik Jillian tegen vlak bij haar suite. Haar verpleegster was blijkbaar in slaap gevallen en ze liep in haar eentje rond. Ik zal die uitdrukking op haar gezicht nooit vergeten.' Hij ging rechtop zitten en herinnerde zich dat moment weer. 'Haar gezicht leek oud te worden voor mijn ogen. Ze verloor elke gelijkenis met de jeugd waaraan ze zich in haar waanzin had weten vast te klampen. "Nee," zei ze, "het was mijn schuld niet. Je kunt het mij niet verwijten. Ik deed wat ik moest doen."

Hij draaide zich naar me toe; zijn ogen waren verdrietig. Hij had medelijden met anderen en wilde niemand kwetsen, zelfs niet de mensen die hem met opzet verdriet hadden gedaan. O, Troy, dacht ik, je bent te goed voor deze wereld.

ik strekte mijn hand naar haar uit en riep haar. "Jillian, het is in orde," zei ik, maar ze was doodsbang en liep voor me weg. Ik geloof dat ze me daarna nog een keer gezien heeft achter het raam van haar slaapkamer toen ik door de doolhof liep.'

'Maar Tony wist het nog steeds niet?'

'Kort daarna kwam hij in de bungalow. Ik denk dat Jillian iets tegen hem gezegd heeft of tegen de verpleegster en dat hij daarom aan mij dacht en hier kwam. Ook al had hij de bungalow in de oude toestand gehandhaafd, toch kwam hij blijkbaar niet vaak hier.'

'Hij maakte een altaar van de bungalow,' fluisterde ik, en hij knikte.

'Maar die dag kwam hij. Ik hoorde hem naderen. Ik kon het niet opbrengen hem bij de deur te begroeten. Ais een lafaard verborg ik me in die kast. Ik zag hem binnenkomen en om zich heen kijken. Hij liep naar de schommelstoel bij de haard en bleef ernaast staan, met zijn hand op de rugleuning, en wiegde hem zachtjes heen en weer. Ik denk dat hij zich verbeeldde dat ik erin zat. Toen draaide hij zich om en wilde weggaan.

' Maar, weet je, in de tijd dat ik hier was kon ik niet beletten... ik was met nieuw werk begonnen. Het leek zo natuurlijk voor me. Ik was in de bungalow. Het gereedschap was er; het materiaal was er. Ik had ideeën, dus werkte ik. Hij zag het nieuwe speelgoed en liep ernaar toe. Hij betastte het even, en hij keek als een goudzoeker die eindelijk een goudader heeft ontdekt. Toen hief hij zijn hoofd op en draaide zich met een ruk om. "Troy," riep hij. "Troy."

'Al mijn angst viel van me af. Ik zag hoe gelukkig hij keek en kon de waarheid niet langer voor hem verbergen. Je weet hoe de verhouding tussen mij en Tony is geweest nadat mijn moeder was gestorven voordat ik een jaar oud was en mijn vader toen ik nog geen twee was. Tony was vader en moeder voor me. Hij was mijn wereld. Ik aanbad hem en hij hield van me, beschermde me, verpleegde me als ik ziek was. Hel veranderde pas toen hij met Jillian trouwde. Ik was jaloers op haar en zij op mij.

'Maar toen ik zijn gezicht zag bij het vermoeden dat ik misschien nog leefde, haatte ik mezelf dat ik het zo lang voor hem verborgen had gehouden. Ik kwam uit de kast te voorschijn.'

'Wat deed hij toen?' vroeg ik ademloos.

'Hij barstte in tranen uit en omhelsde me. We klampten ons een tijdje aan elkaar vast en toen we wat gekalmeerd waren, vertelde ik hem het verhaal dat ik jou net heb verteld.'

'En hoe reageerde hij daarop?'

'Eerst was hij kwaad, net als jij. Ik bleef me verontschuldigen en probeerde hem mijn beweegredenen duidelijk te maken. En na een tijdje begreep hij het.'

'Maar hij nam je niet mee naar het grote huis en hij heeft mij niet verteld dat je nog leefde.'

'Nee. We hebben elkaar een belofte gedaan.'

'Een belofte?'

'Natuurlijk vertelde hij me alles over jou, over je huwelijk, en dat Logan bij Tatterton Toys werkte en hij je had overgehaald om terug te komen in Farthy. Hij is bang dat je hem weer in de steek zult laten, en ik kan het hem niet kwalijk nemen. Als jij weggaat, wat heeft hij dan nog? Jillian is volslagen gek, en ik zal hier niet veel langer meer blijven.'

'Wat heb je hem beloofd?' vroeg ik.

'Dat ik bij jou uit de buurt zou blijven, om je huwelijk en je leven in Farthy niet te verstoren. En eerlijk gezegd, Heaven, al verlangde ik nog zo naar je, en al wilde ik nog zo graag met je praten en je terugzien, het leek mij ook beter. Tony beloofde mijn bestaan voor iedereen geheim te houden, zodat ik mijn nieuwe leven kon blijven leiden.

ik zou me ergens anders gaan vestigen en mijn werk doen onder een andere naam. Het is voor ons allebei pijnlijk, maar we weten waarom die opoffering noodzakelijk is.'

Hij keek naar me op. Zijn donkere ogen smeekten om begrip. Ik knikte langzaam; er gingen zoveel dingen door mijn hoofd.

ik begrijp het,' zei ik. 'Dus toen besefte hij ook dat Jillian geen wartaal uitsloeg toen ze zei dat ze geesten gezien had.'

'Ja.'

'En dat verklaart waarom hij zich niet zo bezorgd maakte over het feit dat ze zo veranderd was. Hij raakte niet in paniek, omdat hij wist dat ze niet echt achteruit was gegaan. Het voorschrijven van kalmerende middelen was het beste wat ze onder de omstandigheden konden doen. Het voorkwam dat ze steeds meer over jou ging praten en wegzakte in haar waanzin.'

'Het kan me niet schelen,' zei Troy, met een plotselinge onkarakteristieke minachting in zijn stem. 'Jillian heeft nooit iets om me gegeven. Ze wachtte op de kans om me zo diep mogelijk te kwetsen. Wat er met haar gebeurd is, is niet meer dan gerechtigheid. Ik wil haar niet nog meer verdriet doen, maar ik wil evenmin medelijden met haar hebben. Ik geloof dat Tony er nu net zo over denkt.'

'Misschien,' zei ik. We staarden elkaar aan. Opnieuw werd ik in Troys wereld getrokken en raakte de realiteit op de achtergrond. Hier in dit veilige, gezellige en warme huis vond ik alleen maar schoonheid en liefde. Zijn zachte, donkere ogen liefkoosden me. Ik voelde mijn lippen naar de zijne toe getrokken, maar ik verzette me ertegen. Logans beeltenis danste voor mijn ogen. Logan. Mijn echtgenoot, mijn eeuwige, ware liefde.

'O, Heaven,' zei Troy, alsof hij mijn gedachten kon lezen en begrijpen. 'Hoe komt het toch dat ons geluk zoveel anderen ongelukkig moet maken?'

ik weet het niet. We zijn een speelbal van het lot.' Ik stond op en liep naar het raam dat uitkeek op de doolhof. Mijn hart was vervuld van liefde voor twee mannen. Lange tijd bleef het stil. 'Logan is zo enthousiast over zijn nieuwe leven,' zei ik tenslotte. 'Hij is nu in Winnerow om toe te zien op de bouw van de nieuwe fabriek.'

'Tony heeft me alles verteld. Het lijkt me een prachtig project. Ik heb er zelfs over gedacht een of twee nieuwe stukjes speelgoed bij te dragen.'

'Heus?' Ik draaide me naar hem om en bedwong met moeite mijn tranen. 'Logan houdt zoveel van me,' zei ik. 'Hij voelt al mijn stemmingen aan. Hij was bij me toen ik liefde en troost nodig had. Hij was er altijd als ik behoefte aan iemand had.'

ik weet het,' zei Troy. 'Heaven, ik wilde jou niet nog meer verdriet doen. Als ik niet zo zwak was geweest, zou ik zijn weggegaan voor je me ontdekt had en zou ik Tony's plan hebben gevolgd. Zoals meestal is hij de verstandigste. Nu heb ik alleen maar bereikt dat jij over je toeren bent geraakt. Het schijnt dat ik de mensen die ik liefheb altijd verdriet doe.'

'Nee, Troy, zo mag je niet denken,' zei ik, terwijl ik naar hem toeging, ik heb geen verdriet; en ik zal ook geen verdriet hebben, dat beloof ik je.'

Hij knikte, al wisten we allebei dat het niet waar was. Waarom moesten we onszelf toch zo vaak bedriegen in het leven? vroeg ik me af. Waarom moesten we zo vaak in een illusie leven, om gelukkig te kunnen zijn?

'Ik ga nu toch gauw weg.'

'Wanneer?'

Hij stond op en liep langzaam naar de voordeur. 'Dat zal ik je niet vertellen en ik vertel je ook niet waar ik naar toe ga. Dwing me daar niet toe,' zei hij met een tedere glimlach, 'Laten we dit beschouwen als een intermezzo, een geschenk van de goden, een paar ogenblikken die we de dood hebben ontstolen, en het daarbij laten. Zeg niet tegen Tony watje ontdekt hebt. Hij hoeft niet te weten dat ik mijn belofte heb verbroken.'

'Natuurlijk vertel ik het hem niet. Maar, Troy, verwacht je nu heus dat ik gewoon de deur uitwandel en je vergeet?'

'Nee, ik verwacht niet datje me vergeet, maar het is beter datje aan me denkt zoals ik was... weg. Gek,' zei hij, en zijn glimlach werd breder, 'ik heb mijn dertigste verjaardag achter de mg, en ik leef nog steeds. Je schijnt toch gelijk te hebben gehad met je optimisme.'

We staarden elkaar aan.

'Troy...'

'Als ik je nu kus, laat ik je nooit meer gaan en veroorzaken we alleen nog maar meer droefheid en tragedies, want jij zult een leven en een huwelijk verliezen dat goed en produktief belooft te zijn, en dat vervangen door een verboden, zondige liefde, die alleen maar je eigen egoïstische genot dient. Dat weet je evengoed als ik,' zei hij. Ik knikte en boog mijn hoofd. Hij legde zijn hand onder mijn kin. ik wil je glimlachend in mijn herinnering houden,' zei hij.

Ik lachte door mijn tranen heen. Hij deed de deur van de bungalow open en ik liep naar buiten. Hij bleef even naar me staan kijken en toen deed hij de deur dicht. De tranen stroomden over mijn wangen. Ik klemde mijn handen tot vuisten en holde het pad af naar de doolhof en rende als een wild en dol geworden dier door de gangen, als Abdulla Bar, die met rode en verwilderde ogen de zee inholde. Ik schreeuwde en bleef niet staan tot ik uit de doolhof te voorschijn kwam en naar Farthy keek.

Ik wreef de tranen weg met mijn vuisten en liep door. Ik stond slechts één keer stil om naar Jillians raam te kijken. Ze zat er weer en keek naar buiten met een voldane uitdrukking op haar gezicht. In haar waanzin kende ze de pijnlijke waarheden, waarheden die jaren geleden waren begonnen toen mijn moeder een zondige liefde was begonnen met Tony, waarvan de tentakels zich tot aan onze dood als lianen door ons leven zouden slingeren.

Ik was van plan rechtstreeks naar mijn suite te gaan om te rusten, maar Curtis begroette me met het nieuws dat Logan gebeld had. Met zijn gebruikelijke stijfheid overhandigde Tony's butler me in de gang een stukje papier met Logans boodschap. Het leek wel of hij sinds Logans telefoontje in de gang had staan wachten tot ik thuis zou komen.

'Meneer Stonewall heeft twee keer gebeld, mevrouw Stonewall. De laatste keer was een paar minuten geleden. Hij heeft gevraagd of u dit nummer wilt bellen.'

'Dank je, Curtis,' zei ik. Ik liep naar de zitkamer, nam de gouden antieke

telefoon op en draaide hel nummer. Mijn handen beefden. Een man gaf antwoord.

'Meneer Stonewall? Ja, mevrouw. Ik verbind u door,' zei hij. Ik hoorde geroezemoes op de achtergrond - mensen die luidkeels met elkaar praatten, een schrijfmachine die ratelde, nog een telefoon die rinkelde, en het geluid van bulldozers en andere bouwmachines vlak bij een raam.

'Heaven, waar was je?' vroeg Logan, zodra hij aan de lijn was.

ik heb buiten gewandeld.' Ik verlangde er wanhopig naar hem te zien, hem dicht bij me te voelen. 'Wat is dat voor lawaai?'

'O, dit is mijn hoofdkwartier,' zei hij, met zo'n duidelijke trots in zijn stem, dat ik me kon voorstellen hoe hij zijn schouders naar achteren trok, glimlachend en met opgeheven hoofd, ik heb een caravan ingericht op het terrein van de fabriek. En ik heb een secretaris, de man die de telefoon aannam. Misschien herinner je je hem nog - Frank Stratton, Steve Strattons jongste zoon. Stratton's Lumber company,' voegde hij eraan toe, toen ik niet reageerde.

'Het klinkt of je het erg druk hebt,' zei ik.

'Het loopt voortreffelijk. O, Heaven, ik wou dat je mee was gegaan op deze reis, dan had je zelf kunnen zien hoeveel vorderingen we maken. We zijn al over de helft, en ik heb twee mannen gevonden in de Willies die een Madonna kunnen snijden uit een berketak;'

'Geweldig,' zei ik. Ik probeerde mijn stem enthousiast te doen klinken, maar verkeerde nog steeds in een shocktoestand. Ik kon alleen maar aan Troy denken. Troy die nog leefde!

ik heb je gebeld om te zeggen dat ik vandaag nog niet thuis kan komen. Ik zal hier moeten blijven tot het weekend. Er zijn nog te veel problemen.'

'O, Logan.'

ik weet het. Ik was niet van plan je zo lang alleen te laten, maar niemand durft een besluit te nemen als ik er niet ben,' zei hij. 'Waarom kom je niet hier naar toe!'

Ik dacht even na. Misschien moest ik nu meteen weggaan, naar de veilige haven vluchten van Logans armen, waar Troy slechts een vage herinnering zou zijn. Maar toch... maar toch... meer dan ooit wilde ik nu in Farthy blijven.

'Ach nee, het is immers maar anderhalve dag,' zei ik zo beheerst en opgewekt mogelijk.

'Je bent van streek. Het spijt me. Ik vind het ook afschuwelijk dat ik niet bij je kan zijn, maar dan denk ik maar weer dat ik het allemaal voor jou doe.'

'Je bent een gladde prater, Logan Stonewall,' zei ik.

Hij lachte, ik sprak Tony vanmorgen. Hij vertelde me dat jullie gisteravond zo'n goed toneelstuk hebben gezien.'

'Ja.'

'Het spijt me dat ik niet mee kon, maar ik beloof je dat zodra dit klaar is-'

'Doe geen beloftes, Logan, Neem elke dag zoals hij komt en gaat,' zei ik. Er viel even stilte.

'Je stem klinkt zo triest, Heaven. Wat is er? Ik bedoel, behalve het feit dat ik niet kan komen?'

'Niets,' zei ik haastig. 'Ik wil alleen niet teleurgesteld worden.'

'Natuurlijk. Dat begrijp ik,' zei hij. 'Mams en paps laten je groeten.'

'Bedank ze voor me. Heb je Fanny nog gezien?'

'Fanny? Nee. Ze is... ik geloof dat ze deze week weg is met Randall Wilcox.'

'Gaat ze nog steeds met hem?'

'Afwisselend,' zei hij snel. ik bel je vanavond. En vergeet niet dat ik heel erg veel van je hou.'

ik zal het niet vergeten,' beloofde ik. Toen ik de hoorn had neergelegd bleef ik zitten en staarde naar de piano.

Verward en gedeprimeerd stond ik op en ging naar mijn suite. Ik moet meteen in slaap zijn gevallen, want toen ik wakker werd was het bijna donker en werd er zachtjes op mijn deur geklopt. Het was Tony.

ik hoorde van de bedienden dat je de hele dag in je suite bent geweest. Je bent zelfs niet komen lunchen. Is er iets?' vroeg hij, met half dichtgeknepen ogen. Ik wendde mijn blik af, bang dat Tony in mijn hart zou kunnen kijken en daar het beeld van de levende Troy zou zien. Zou ik mijn belofte aan Troy kunnen houden om Tony niet te vertellen dat ik Troy had gezien? Hoe zou ik me argeloos tegen Tony kunnen gedragen in het besef dat hij had geweten dat Troy leefde, maar het voor mij had verzwegen? Ik nam het hem kwalijk dat hij me de waarheid niet had verteld, maar begreep ook dat hij alleen maar probeerde me te beschermen.

'Een zomerverkoudheid,' zei ik. ik heb een paar aspirientjes genomen en ben in slaap gevallen.'

'Je moet gisteravond kou hebben gevat toen we uit het theater kwamen. Voel je je nu weer wat beter?'

'Een beetje.'

is het hier warm genoeg?' Hij keek om zich heen in de zitkamer.

'O, ja.'

'Goed,' zei hij. Hij leek niet helemaal op zijn gemak, zoals hij in de deuropening stond, maai- ik had hem niet gevraagd binnen te komen. Het enige wat ik wilde was de deur dicht doen en weer naar bed gaan. 'Je hebt Logan gesproken, neem ik aan.'

'Ja. Alles schijnt goed te gaan.'

Tony haalde zijn schouders op. 'Er zijn een paar probleempjes. Ik denk dat ik er morgen voor één dag naar toe vlieg. Ga je mee?'

'Nee, ik denk het niet. Als het mooi weer is blijf ik hier wat in de zon liggen.'

'Oké. Kom je beneden voor het eten?'

' Vind je het niet erg om me wat boven te laten brengen? Ik eet vanavond liever in mijn suite. Ik voel me nog niet helemaal in orde.'

Hij trok zijn wenkbrauwen op en bekeek me nog aandachtiger. Nu ziet hij natuurlijk wat ik heb ontdekt, dacht ik. Ik kon mijn gezicht nooit zo goed in de plooi hadden als hij. Ik leek meer op Jillian: mijn emoties waren voor iedereen zichtbaar, mijn ogen en mond verrieden mijn gevoelens.

'Zal ik dokter Mallen vragen even langs te komen?' vroeg hij.

'Nee, nee, dat is echt niet nodig.'

'Maar-'

ik beloof je dat als ik me morgenochtend niet beter voel, ik hem zal laten komen,' zei ik snel.

'Goed dan. Ik zal tegen Curtis zeggen dat hij je eten boven brengt. Maar ik zal me eenzaam voelen,' ging hij glimlachend verder. 'Je weet wat het wil zeggen om in die grote kamer te eten met Curtis vlak achter je, wachtend tot je een lepel laat vallen.'

Ik lachte. Ik wist het maar al te goed!

'Dat is beter. Ik kom later op de avond nog even bij je kijken,' beloofde hij en ging weg.

O, Tony, dacht ik, toen hij de deur dichtdeed, ik weet niet of ik medelijden met je moet hebben of je haten. Ik voelde me als iemand in een draaimolen; alle paarden bewogen voortdurend op en neer en in het rond; niets stond ook maar een seconde stil om een rustpunt te verschaffen, zodat je weer stevige grond onder de voeten kon voelen. Er werd aan alle kanten aan mijn gevoelens getrokken en ik werd rondgedraaid, tot ik me duizelig voelde.

Ik wilde alleen zijn om te proberen de dingen op een rijtje te zetten, en toch was ik bang om alleen te zijn. In de stilte van mijn slaapkamer vocht ik tegen de gedachten aan Troy, gedachten die nu meer verboden waren dan ooit tevoren. In dit bed, in Logans armen, met zijn kussen op mijn lippen en wangen, had ik hem liefde en trouw beloofd. Het leek een afschuwelijk verraad in ditzelfde bed te liggen met het visioen van Troy voor ogen, van Troys lippen, Troys omhelzingen, terwijl de geur van Logans after-shave nog in de lakens hing.

Ik probeerde de beelden van Troy terug te dringen, ik probeerde me Logan voor te stellen toen hij voor het eerst in Winnerow kwam, want geen enkele vrouw kan een eerste liefde, een jeugdliefde, vergeten. Die heeft een bijzondere, eeuwigdurende charme. Zelfs als ik een oude vrouw zou zijn, ouder dan Jillian, ouder dan oma, zou ik in mijn schommelstoel zitten en me die bijzondere opwinding herinneren die ik voelde toen mijn hart voor het eerst geraakt werd door de verliefde blik, de aanraking van een jongen. Dergelijke herinneringen kunnen het eenzaamste hart verwarmen en de droefste ogen opvrolijken. Ze waren als de jaarlijks terugkerende vruchten - appels, perziken, pruimen - die jaar najaar aan de bomen groeiden.

Zo was hel ook tussen Logan en mij, toen we allebei nog jong waren in de Willies. Ik kon de beelden uit mijn geheugen putten en me Logan weer voorstellen zoals hij was toen ik hem die eerste keer op school ontmoette, in zijn grijsflanellen broek met de scherpe vouw, zijn helgroene trui over een wit overhemd en een grijs met groen gestreepte das. Niemand op school kleedde zich als Logan Stonewall.

Ik kon nog mijn broer Tom horen toen hij ons aan elkaar voorstelde.

'En dit is mijn zusje, Heaven Leigh.' Er lag een trotse klank in Toms stem.

'Wat een mooie naam,' zei Logan. 'Hij past goed bij je. Ik geloof niet dat ik ooit mooiere, blauwe ogen heb gezien.'

We keken elkaar diep in de ogen toen hij dat zei, en het leek het of er een gongslag weerklonk die we ons hele leven zouden blijven horen.

Logan Stonewall, mijn knappe, eerste vriendje, die had wat niemand van ons in de bergen bezat - stijl.

Lange tijd wist ik dank zij die herinneringen mijn gevoelens en de verleidingen buiten te sluiten. Curtis bracht mijn eten en ik at het meeste ervan op. Later kwam Tony, zoals hij had beloofd, om te zien hoe het met me ging. In de overtuiging dat het alleen maar een lichte kou was ging hij weg, na me te hebben verteld dat hij de volgende ochtend vroeg naar Winnerow zou vertrekken.

ik zie je niet meer voor ik wegga, maar ik bel je in de loop van de dag om te horen of alles goed met je gaat.'

Hij bleef even staan voordat hij me welterusten wenste, alsof hij nog iets wilde zeggen of vragen, maar hij zweeg.

'Welterusten,' zei hij toen.

Ik deed de deur achter hem dicht en probeerde weer afleiding te zoeken in gelukkige herinneringen.

Maar deze keer pleegden ze verraad. In plaats dat ik me de heerlijke dagen herinnerde met Logan, dacht ik aan Troy die naar de diploma-uitreiking van de Winterhaven School kwam. Ik was diep teleurgesteld geweest toen ik hoorde dat Jillian en Tony die dag in Londen zouden zijn. Niemand zou getuige zijn van mijn succes, dat zo onbereikbaar had geleken toen ik nog in de Willies woonde.

Achter elkaar kwamen de geslaagden binnen om hun plaats in te nemen. Ik was de achtste in de rij en zag aanvankelijk alleen maar een wazige vlek van onbekende gezichten. Toen zag ik Troy zitten, die trots en blij naar me keek. Ik voelde me intens gelukkig, omdat Troy was gekomen en verscheidene directieleden van Tatterton Toy met hun gezinnen had uitgenodigd om voor mijn familie te fungeren.

'Had je echt gedacht dat ik niet zou komen?' had hij plagend gevraagd, toen we die avond na het schoolbal naar huis reden, ik heb nog nooit een meisje gekend dat harder een familie nodig had dan jij, dus wilde ik je meteen maar een heel grote familie geven.'

Ik had hem toen al willen omhelzen. Ik geloof dat ik toen voor het eerst besefte dat ik verliefd op hem werd.

Ik herinnerde me dat we rustig in de tuin hadden gewandeld en gepraat, lol het begon te regenen, en hoe hij die avond voor me was gevlucht. Toen ik hem had gevraagd waarom hij zo vroeg wegging, vertelde hij me dat het was omdat ik jong en gezond was en vol dromen die hij onmogelijk kon delen.