4

Wanneer de rechercheurs van de afdeling Moordzaken van het politiekorps van Boston een bezoek wilden brengen aan het forensisch laboratorium, hoefden ze alleen maar een korte wandeling te maken door een aangenaam zonnige gang naar de zuidelijke vleugel van Schroeder Plaza. Rizzoli was die gang al ontelbare malen doorgelopen en had haar blik onderweg vaak uit de ramen laten dwalen naar de probleemwijk Roxbury, waar winkeleigenaren hun etalages ‘s avonds barricadeerden met traliehekken en grote hangsloten, en iedere geparkeerde auto een startonderbreker had. Vandaag was ze echter zo geconcentreerd op het verkrijgen van antwoorden dat ze niet eens een zijdelingse blik naar buiten wierp, maar regelrecht afstevende op kamer S269, het Haar en Vezel Laboratorium.

In dat raamloze vertrek, waar nauwelijks ruimte was voor alle microscopen en de gammatech prisma-gaschromatograaf, zwaaide Erin Volchko de scepter. Afgesloten van zonlicht en uitzicht op de buitenwereld richtte ze haar blik op de wereld onder haar microscooplens en ze had dan ook de vermoeide, licht loensende blik van iemand die te vaak en te lang door lenzen kijkt. Toen Rizzoli binnenkwam, draaide Erin zich meteen naar haar om.

‘Ik heb het net voor je onder de microscoop gelegd. Kijk maar.’

Rizzoli ging zitten en keek door de extra ooglens. Ze zag een haarschacht die horizontaal op het glaasje was gelegd.

‘Dit is de lange, bruine haar die ik heb gevonden op het stuk tape waarmee dokter Yeagers enkels vastgebonden waren,’ zei Erin. ‘Het is de enige haar van dit soort die aan de tape zat. Verder hebben we korte haartjes van het slachtoffer zelf, en één haar van zijn hoofd, die aan de strip zat die op zijn mond was geplakt. Dit is echter een heel andere haar. Eentje die me voor raadselen zet. Hij is niet afkomstig van het hoofd van het slachtoffer, noch komt hij overeen met de haren die we uit de haarborstel van de vrouw hebben gehaald.’

Rizzoli liet het beeld heen en weer glijden om de haar te bestuderen. ‘Het is wel een mensenhaar?’

‘Ja, dat wel.’

‘Waarom kan hij dan niet afkomstig zijn van de dader?’

‘Kijk er nog even naar. Vertel me wat je ziet.’

Rizzoli keek en probeerde zich te herinneren wat ze allemaal had geleerd over forensisch haaronderzoek. Ze wist dat Erin een reden moest hebben om haar systematisch te laten werken; ze kon de onderdrukte opwinding in haar stem horen. ‘Deze haar is licht gebogen, de buigingsgraad is ongeveer nul punt één of twee. En je zei dat hij eenentwintig centimeter lang is.’

‘Wat past bij vrouwenkapsels,’ zei Erin. ‘Nogal lang voor een man.’

‘Gaat het je om de lengte?’

‘Nee. De lengte zegt niets over de sekse.’

‘Waar moet ik me dan op concentreren?’

‘Het proximale einde. De wortel. Valt je daar iets aan op?’

‘Het worteleinde ziet er een beetje bot uit. Als een borsteltje.’

‘Dat is precies het woord dat ik zou gebruiken. We noemen dat een borstelwortel. Het is een verzameling corticale vezels. Door de wortel te bekijken, kunnen we vaststellen in welk stadium van de haargroei deze haar zich bevond. Wil je een gokje doen?’

Rizzoli bestudeerde het bredere worteluiteinde met de glanzende schacht. ‘Er zit iets transparants aan de wortel gekleefd.’

‘Een epitheelcel,’ zei Erin.

‘Dat wil zeggen dat de haar in het groeistadium zat.’

‘Ja. De wortel is licht uitgezet, dus was deze haar laat-anageen. Hij had het einde van zijn groeifase bereikt. Uit die epitheelcel kunnen we misschien het DNA opmaken.’

Rizzoli hief haar hoofd op en keek Erin aan. ‘Ik snap niet wat dit te maken heeft met zombies.’

Erin lachte zachtjes. ‘Dat bedoelde ik niet letterlijk.’

‘Wat bedoelde je dan?’

‘Kijk nog even naar de haarschacht. Volg die vanaf de wortel naar de punt.’

Weer keek Rizzoli door de microscoop en nu bestudeerde ze een donker deel van de haarschacht. ‘De kleur is niet overal gelijk,’ zei ze.

‘Ga door.’

‘Er zit een zwarte ring op de schacht, een klein stukje bij de wortel vandaan. Wat is dat?’

‘Dat heet het distale punt,’ zei Erin. ‘Het punt waarop de vetklier het haarzakje binnengaat. Afscheidingen van de vetklier bevatten enzymen die cellen afbreken, in een soort verteringsproces. Dat is de oorzaak van de zwelling en de vorming van de donkere ring dicht bij het worteleinde van de haar. En dat is wat ik je wilde laten zien. Het distale punt. Dat sluit de mogelijkheid uit dat deze haar afkomstig is van de dader. Hij kan aan zijn kleren hebben gezeten. Maar niet op zijn hoofd.’

‘Waarom niet?’

‘Distale ringen en borsteluiteinden horen bij de postmortale veranderingen.’

Rizzoli hief met een ruk haar hoofd op. Ze staarde Erin aan. ‘Postmortale?’

‘Ja. Deze haar is afkomstig van een ontbindende schedel. De veranderingen in deze haar zijn klassiek en typerend voor het ontbindingsproces. Tenzij jullie moordenaar uit het graf is opgestaan, kan deze haar niet afkomstig zijn van zijn eigen hoofd.’

Het duurde even tot Rizzoli haar stem terug had gevonden. ‘Hoelang moet iemand dood zijn tot zijn haar deze veranderingen laat zien?’

‘Helaas hebben we voor de vaststelling van de postmortale tijdsduur niets aan deze verkleuringen. De haar kan net zo goed acht uur als een paar weken na de intreding van de dood uit de bewuste schedel zijn getrokken. Zelfs haar van lijken die jaren geleden zijn gebalsemd kunnen er zo uitzien.’

‘En als je een levende persoon een haar uittrekt en die een poosje laat liggen? Zouden de veranderingen dan ook te zien zijn?’

‘Nee. Deze ontbindingsveranderingen treden alleen op wanneer de haar aan de schedel van de dode gehecht blijft. De haar móét na het overlijden uitgetrokken worden.’ Erin zag Rizzoli’s verbijsterde blik. ‘Jullie jongen heeft contact gehad met een lijk. Deze haar is aan zijn kleren blijven hangen en aan de tape blijven plakken, toen hij dokter Yeagers enkels vastbond.’

Rizzoli zei zachtjes: ‘Dan heeft hij nóg iemand gedood.’

‘Dat is een mogelijkheid, maar ik heb nog een andere.’ Erin liep naar een tafel en keerde terug met een schoteltje waarop een stukje van de tape lag, met de kleefkant naar boven. ‘Dit stukje tape is van dokter Yeagers polsen afgehaald. Ik wil het je onder uv-licht laten zien. Kun je die schakelaar daar even omdraaien?’

Rizzoli deed wat haar gevraagd was. In de plotselinge duisternis gloeide Erins kleine uv-lamp griezelig blauwgroen. Het was een veel minder sterke lichtbron dan de Crimescope die Mick in het huis van de Yeagers had gebruikt, maar toen de lichtstraal over het reepje tape gleed, kwamen evengoed onthutsende details naar voren. Tape dat op een plaats delict wordt achtergelaten, kan voor een rechercheur een ware schatkist zijn. Vezels, haren, vingerafdrukken, zelfs het DNA van een misdadiger kan in de vorm van huidcellen op de tape achterblijven. In het uv-licht zag Rizzoli stofjes en een paar korte haren. En aan de rand van de tape zag ze iets dat eruitzag als een rij heel korte vezels.

‘Zie je dat de vezels langs de hele rand doorlopen?’ zei Erin. ‘Ze bestrijken de hele lengte van de tape die van zijn polsen is gehaald en hetzelfde geldt voor die van zijn enkels. Bijna alsof de fabrikant de tape zo heeft gemaakt.’

‘Maar dat is niet zo?’

‘Nee. Als je een rol tape op zijn kant legt, blijft er van de ondergrond waar de rol op ligt, van alles aan de tape kleven. Dit zijn vezels van die ondergrond. Overal waar we ons bevinden, pikken we vezels op van onze omgeving. En die laten we op andere plekken dan weer achter. Dat heeft de dader ook gedaan.’ Erin draaide de lichtschakelaar weer om en Rizzoli knipperde tegen het plotseling felle licht.

‘En wat voor soort vezels zijn dit?’

‘Dat zal ik je laten zien.’ Erin nam het plaatje met de haar weg en legde er een andere voor in de plaats. ‘Kijk even door de tweede ooglens, dan zal ik je uitleggen wat we zien.’

Rizzoli keek door de lens en zag een donkere vezel, opgekruld tot een C.

‘Dit zat aan de rand van de tape,’ zei Erin. ‘Ik heb een heteluchtpistool gebruikt om de verschillende laagjes van de tape van elkaar te scheiden. Dit is een van de donkerblauwe vezels die over de hele lengte van de strip lopen. Nu zal ik je een doorsnede laten zien.’ Erin pakte een dossiermap waaruit ze een foto haalde. ‘Zo ziet het eruit bij scanning door een elektronmicroscoop. Zie je dat de vezel een driehoekige vorm heeft? Dat is om te voorkomen dat er vuil aan blijft hangen. Deze driehoekige vorm is karakteristiek voor tapijtvezels.’

‘Het gaat dus in ieder geval om door de mens gefabriceerd materiaal?’

‘Ja.’

‘Hoe zit het met de dubbele breking?’ Rizzoli wist dat wanneer licht door een synthetische vezel ging, het vaak gesplitst in twee verschillende vlakken naar buiten kwam, alsof het door een kristal scheen. Dat heette dubbele breking. Iedere vezel had een eigen index, die gemeten kon worden met een polariserende microscoop.

‘Deze blauwe vezel,’ zei Erin, ‘heeft een dubbele-brekingsindex van nul komma nul zes drie.’

‘Is dat karakteristiek voor iets in het bijzonder?’

‘Nylon 6-6. Dat wordt veel gebruikt voor tapijten, omdat het vuilafstotend, veerkrachtig en sterk is. Om precies te zijn komen het dwarsdoorsnedepatroon en de infrarode spectrograaf van deze vezel overeen met een Dupont-artikel genaamd Antron, dat wordt gebruikt in de tapijtindustrie.’

‘En het is donkerblauw?’ zei Rizzoli. ‘Dat is niet een kleur die de meeste mensen zouden kiezen voor hun huis. Het klinkt als vloerbedekking voor een auto.’

Erin knikte. ‘Deze kleur, nummer 802 blauw is lange tijd de standaardkeuze geweest voor dure Amerikaanse auto’s. Cadillacs en Lincolns, bijvoorbeeld.’

Rizzoli begreep meteen waar ze naartoe wilde. Ze zei: ‘Cadillac maakt lijkwagens.’

Erin glimlachte. ‘Lincoln ook.’

Ze dachten allebei hetzelfde: De moordenaar is iemand die met lijken werkt.

Rizzoli dacht aan wie er allemaal in contact kwamen met de doden. De politieman en de lijkschouwer die erbij geroepen worden wanneer iemand dood wordt aangetroffen. De patholooganatoom en zijn assistent. De balsemer en de directeur van de rouwkamer. De aflegger die het haar wast en de make-up aanbrengt, zodat de overledene voor de laatste keer getoond kan worden. De doden gaan door de handen van een hele reeks levende bewakers en sporen van die tocht kunnen blijven hangen aan ieder die iets met de dode heeft moeten doen.

Ze keek Erin aan. ‘De vrouw die wordt vermist. Gail Yeager…’

‘Ja?’

‘Haar moeder is een maand geleden gestorven.’

Joey Valentine bracht de doden tot leven.

Rizzoli en Korsak stonden in de helder verlichte aflegkamer van het Whitney Funeral Home and Chapel toe te kijken terwijl Joey iets uitzocht uit zijn make-upkoffertje, dat vol zat met potjes basiscrème, highlighters, rouge en lippenstiftpoeder. Het leek een make-upkoffertje voor acteurs, maar in dit geval hadden de spullen tot doel de grauwe huid van lijken op te fleuren. Uit een draagbare radio kwam Elvis Presleys fluwelen stem die ‘Love Me Tender’ zong. Joey begon boetseerklei aan te brengen op de handen van het lijk om de gaatjes te dichten die waren achtergelaten door de vele infusiekatheters en arteriesecties.

‘Mevrouw Obers lievelingsmuziek,’ zei hij terwijl hij rustig doorwerkte. Af en toe keek hij op naar de drie foto’s die aan de ezel waren gehecht die hij naast de behandeltafel had neergezet. Rizzoli nam aan dat het foto’s waren van mevrouw Ober, hoewel de levende vrouw op de foto’s weinig gelijkenis toonde met het grijze, geslonken lijk waar Joey zijn best op deed.

‘Haar zoon zei dat ze stapel was op Elvis,’ zei Joey. ‘Ze is drie keer in Graceland geweest. Hij heeft dat cassettebandje gebracht zodat ik er tijdens het opmaken naar kan luisteren. Ik mag graag luisteren naar de favoriete muziek van de overledenen, dan voel ik beter aan wie ze waren. Je komt veel over mensen te weten als je luistert naar de muziek die ze mooi vonden.’

‘En hoe zie jij een Elvisfan?’

‘Nou, u weet wel. Beetje opzichtige lippenstift. Getoupeerd haar. Heel anders dan iemand die bijvoorbeeld van Sjostakovitsj houdt.’

‘Naar wat voor soort muziek luisterde mevrouw Hallowell?’

‘Dat weet ik niet meer.’

‘Je hebt haar pas een maand geleden hier gehad.’

‘Ja, maar ik onthoud echt niet van iedereen de details.’ Joey was klaar met het boetseren van de handen en liep naar het hoofdeinde van de tafel, waar hij bleef staan knikken op de maat van ‘You Ain’t Nothing but a Hound Dog’. In zijn zwarte spijkerbroek en Doc Martens zag hij eruit als een kekke jonge artiest die een blanco schildersdoek bekeek, alleen was zijn schildersdoek kil vlees en bestond zijn schildersgerei uit make-upborstels en potten met rouge. ‘Een vleugje Bronze Blush Light, lijkt mij,’ zei hij en hij pakte het gewenste potje rouge. Met een mengstokje begon hij kleuren te mixen op een roestvrijstalen palet. ‘Ja, dit lijkt me wel geschikt voor een oude Elvisfan.’ Hij begon het op de wangen van het lijk te borstelen, helemaal tot aan de haarlijn, waar het zwartgeverfde haar zilveren wortels toonde.

‘Misschien herinner je je de dochter van mevrouw Hallowell,’ zei Rizzoli. Ze pakte een foto van Gail Yeager en liet die aan Joey zien.

‘U kunt hierover beter met meneer Whitney praten. Hij regelt alle begrafenissen. Ik ben alleen maar zijn assistent.’

‘Maar je zult de make-up van mevrouw Hallowell toch wel met mevrouw Yeager hebben besproken? Jij bent degene die haar heeft afgelegd.’

Joeys blik bleef eventjes rusten op de foto van Gail Yeager. ‘Ze was een erg aardige vrouw,’ zei hij toen zachtjes.

Rizzoli keek hem vragend aan. ‘Was?’

‘Ik heb de nieuwsberichten erover gevolgd. U denkt toch niet dat mevrouw Yeager nog leeft?’ Joey draaide zich om en keek fronsend naar Korsak, die door de behandelkamer slenterde en in kastjes keek. ‘Eh… rechercheur Korsak? Zoekt u naar iets specifieks?’

‘Nee. Ik zat me alleen af te vragen wat voor soort dingen je in een rouwkamer kunt vinden.’ Hij stak zijn hand in een van de kastjes. ‘Is dit een krultang?’

‘Ja. Wassen en watergolven is bij ons heel gewoon. Ook manicures. We doen alles om onze cliënten er zo goed mogelijk te laten uitzien.’

‘Ik heb gehoord dat je erg goed bent in je werk.’

‘Tot nu toe heb ik geen klachten gehad.’

Korsak lachte. ‘Zeker niet van de cliënten natuurlijk.’

‘Van de familieleden. De familieleden waren tot nu toe altijd tevreden.’

Korsak legde de krultang weer weg. ‘Hoelang werk je al voor meneer Whitney? Zeven jaar?’

‘Ongeveer, ja.’

‘Dan ben je hier zeker meteen vanaf de middelbare school gekomen.’

‘Ik ben begonnen als autowasser. Van de lijkauto’s. En ik maakte de behandelkamer schoon. Na een poosje mocht ik ‘s nachts de telefoontjes aannemen wanneer er een lijk afgehaald moest worden. Daarna liet meneer Whitney me helpen bij het balsemen. Nu wordt hij al een dagje ouder en doe ik hier bijna alles.’

‘Dan heb je zeker een afleggersdiploma?’

Een korte stilte. ‘Eh, nee. Ik ben er nooit aan toegekomen om dat aan te vragen. Ik help meneer Whitney gewoon.’

‘Waarom wil je geen diploma? Daar heb je alleen maar baat bij.’

‘Ik ben tevreden met mijn huidige positie.’ Joey wijdde zijn aandacht weer aan mevrouw Ober, wier gezicht nu een gezonde blos had. Hij pakte een wenkbrauwkam en begon bruine kleurstof in haar grijze wenkbrauwen te kammen. Zijn handen bewogen zich met bijna liefhebbende tederheid. Op een leeftijd dat de meeste jongemannen staan te popelen om het ware leven in te duiken, had Joey Valentine ervoor gekozen zijn dagen door te brengen in het gezelschap van lijken. Hij bracht lijken uit ziekenhuizen en verpleeghuizen naar deze schone, fel verlichte kamer. Hij waste ze, droogde ze af, deed hun haar, bracht crèmes en poeder aan om de illusie te wekken dat ze nog leefden. Terwijl hij kleur op de wangen van mevrouw Ober borstelde, mompelde hij: ‘Heel mooi. Ja, dit is heel mooi. U zult eruitzien om te stelen…’

‘Je werkt hier dus al zeven jaar, Joey?’ zei Korsak.

‘Ja, dat heb ik u net verteld.’

‘En je hebt nooit de moeite genomen een aanvraag in te dienen voor een diploma?’

‘Waarom vraagt u daar steeds naar?’

‘Komt dat soms omdat je weet dat je nooit een diploma zult krijgen?’

Joey bleef doodstil staan, zijn hand uitgestoken om lippenstift aan te brengen. Hij zei niets.

‘Weet meneer Whitney dat je een strafblad hebt?’ vroeg Korsak.

Nu keek Joey op. ‘Dat hebt u hem toch niet verteld, hè?’

‘Misschien zou ik dat moeten doen. De manier waarop jij dat arme meisje de stuipen op het lijf hebt gejaagd…’

‘Ik was pas achttien. Het was een vergissing –’

‘Een vergissing? Hoe bedoel je? Heb je door het verkeerde raam gegluurd? Het verkeerde meisje bespied?’

‘Ze zat bij me op school! Ik kende haar!’

‘O, bespied je dan alleen meisjes die je kent? Heb je nog meer dingen gedaan? Dingen waarvoor je nooit gepakt bent?’

‘Het was een vergissing!’

‘Ben je ooit een huis binnengeslopen? Naar de slaapkamer gegaan? Om iets mee te pikken? Een beha, een mooi slipje?’

‘Jezus.’ Joey staarde naar de lippenstift die hij op de grond had laten vallen. Hij zag eruit alsof hij doodmisselijk was.

‘Gluurders staan erom bekend dat ze makkelijk overstappen op andere dingen,’ zei Korsak onverbiddelijk. ‘Slechte dingen.’

Joey liep naar de draagbare radio en zette hem uit. In de stilte die volgde, bleef hij met zijn rug naar hen toe staan. Hij staarde uit het raam naar de begraafplaats aan de overkant van de weg. ‘Jullie willen mijn leven ruïneren,’ zei hij.

‘Nee, Joey, we willen alleen maar open en eerlijk met je praten.’

‘Meneer Whitney weet er niks van.’

‘En hij hoeft het ook niet te weten te komen.’

‘Tenzij?’

‘Waar was je afgelopen zondagavond?’

‘Thuis.’

‘In je eentje?’

Joey zuchtte. ‘Ik weet waar u naartoe wilt. Ik weet waar u op uit bent. Maar eerlijk, ik kende mevrouw Yeager verder helemaal niet. Ik heb alleen maar haar moeder afgelegd. En dat heb ik heel mooi gedaan. Dat zei iedereen na de begrafenis. Dat ze er zo levend uitzag.’

‘Mogen we even in je auto kijken?’

‘Waarom?’

‘Gewoon, even kijken.’

‘Liever niet, maar u zult het evengoed wel doen.’ ‘Alleen als jij het goedvindt,’ zei Korsak. ‘Voor medewerking zijn twee partijen nodig.’

Joey bleef uit het raam staren. ‘Kijk, weer een begrafenis,’ zei hij zachtjes. ‘Ziet u al die limousines? Als kind vond ik het al leuk om naar begrafenisstoeten te kijken. Prachtig zijn die. Zo beschaafd. Het is het enige wat de mensen nog op de juiste manier doen. Het enige wat ze nog niet hebben verpest. In tegenstelling tot huwelijken, met al die stomme dingen zoals uit vliegtuigen springen of live op tv een aanzoek doen. Bij begrafenissen tonen we tenminste nog respect voor hoe het hoort…’

‘Je auto, Joey.’

Joey draaide zich om. Hij liep naar een van de kastjes, trok een la open en haalde er een sleutelbos uit, die hij aan Korsak gaf. ‘De bruine Honda.’

Rizzoli en Korsak stonden op het parkeerterrein en keken neer op de donkerbruine bekleding van de kofferbak van Joey Valentine’s auto.

‘Shit.’ Korsak sloeg het deksel met een klap dicht. ‘Ik ben nog niet klaar met die jongen.’

‘Je hebt geen enkel bewijs dat hij het heeft gedaan.’

‘Heb je op zijn schoenen gelet? Volgens mij maat 46. En de lijkwagen heeft donkerblauwe bekleding.’

‘Dat hebben duizenden auto’s. Daarom is hij nog niet de dader.’

‘Nou, de oude Whitney is het zéker niet.’ Joey’s baas, Leon Whitney, was zesenzestig.

‘We hebben het DNA van de dader,’ zei Korsak. ‘We moet alleen dat van Joey nog hebben.’

‘Denk je nu werkelijk dat hij voor jou in een bekertje zal spugen?’

‘Als hij zijn baan wil houden, zal hij voor mij opzitten en pootjes geven.’

Ze keek over de van de hitte zinderende weg naar het kerkhof, waar de begrafenisstoet nu statig naar de uitgang reed. Nadat de doden zijn begraven, gaat het leven door, dacht ze. Welke tragedie er ook heeft plaatsgevonden, het leven moet doorgaan. En ik ook.

‘Ik kan hier niet nog meer tijd voor vrijmaken,’ zei ze.

‘Wat?’

‘Ik heb mijn eigen zaken. En volgens mij heeft de zaak-Yeager niets te maken met Warren Hoyt.’

‘Drie dagen geleden dacht je daar heel anders over.’

‘Dan had ik het mis.’ Ze liep over het parkeerterrein naar haar auto, maakte het portier open en draaide de raampjes naar beneden. Golven hitte sloegen tegen haar aan vanuit het gloeiend hete interieur.

‘Heb ik iets verkeerds gezegd?’ vroeg hij.

‘Nee.’

‘Waarom kap je er dan mee?’

Ze stapte in de auto. De stoel brandde door haar broek heen. ‘Ik heb een jaarlang geprobeerd de Chirurg uit mijn hoofd te krijgen,’ zei ze. ‘Ik moet hem loslaten. Ik zie overal zijn invloed, en daar moet ik mee ophouden.’

‘Weet je, soms is je eigen instinct het betrouwbaarst.’

‘Soms heb je niet meer dan dat. Een gevoel in plaats van feiten. Het instinct van een politieman is niet heilig. Wat is een instinct eigenlijk? Hoe vaak komt het niet voor dat we er met ons “gevoel” helemaal naast zitten?’ Ze startte de motor. ‘Te vaak.’

‘Het komt dus niet door mij?’

Ze knalde het portier dicht. ‘Nee.’

‘Zeker weten?’

Ze keek hem door het open raampje aan. Hij stond te knipperen in de felle zon, zijn ogen toegeknepen tot spleetjes onder een pluizige streep wenkbrauwen. Op zijn armen groeiden donkere haren, dik als een vacht, en door de manier waarop hij erbij stond, met zijn heupen naar voren en afzakkende schouders, deed hij haar denken aan een uitgezakte gorilla. Nee, hij had niets verkeerds gezegd, maar ze kon niet naar hem kijken zonder een licht gevoel van afkeer.

‘Ik kan hier gewoon niet nog meer tijd voor uittrekken,’ zei ze. ‘Je kent dat wel.’

Terug achter haar bureau concentreerde Rizzoli zich op de paperassen die zich daar hadden opgestapeld. Bovenop lag het dossier van de Vliegtuigman, van wie ze nog steeds niet wisten hoe hij heette en wiens gebroken lichaam in het mortuarium lag zonder dat er iemand voor was gekomen. Ze had dit slachtoffer al te lang verwaarloosd, maar toen ze het dossier opende en de autopsiefoto’s bekeek, dacht ze weer aan de Yeagers en de man die haren van een lijk aan zijn kleding had zitten. Toen ze de lijst las van de vliegtuigen die op Logan Airport waren opgestegen en geland, zag ze het glimlachende gezicht van Gail Yeager voor zich, op de foto op het nachtkastje. Ze dacht aan de rij foto’s van vrouwengezichten die een jaar geleden in de vergaderzaal aan de muur had gehangen, toen de speurtocht naar de Chirurg in volle gang was geweest. Ook die vrouwen hadden gelachen, hun gezichten laten vastleggen toen ze nog warm vlees waren, toen het leven nog in hun ogen sprankelde. Ze kon niet aan Gail Yeager denken zonder zich de doden ter herinneren die haar voor waren gegaan.

Ze vroeg zich af of Gail zich al bij hen had gevoegd.

Haar pieper trilde aan haar riem, als een elektrische schok. De eerste waarschuwing voor een ontdekking die haar dag op zijn grondvesten zou doen schudden. Ze pakte de telefoon.

Even later stormde ze het gebouw uit.