Discussievragen
1. In september 1942 vertrok de 306e Bombardementseenheid met 315 mannen, verdeeld over 35 negenkoppige bemanningen, naar Engeland. Van hen werden er 106 gedood, 88 werden krijgsgevangenen, 10 verlieten de strijd vanwege verwondingen en 9 ontsnapten. Heb je enig idee hoe de mannen met deze verontrustende cijfers omgingen? Welke tactieken gebruikten de personages in dit boek om deze realiteit aan te kunnen? Hoe kunnen mensen van nu dergelijke omstandigheden volgens jou verdragen?
2. Aan het thuisfront ervaart Allie rantsoenering en schaarste. Heb je zelf ervaring met het dagelijks leven in de Tweede Wereldoorlog, of heeft jouw familie ermee te maken gehad? Hoe zou jij dergelijke moeilijkheden aanpakken?
3. De liefde tussen Walt en Allie wordt gevoed door hun brieven. In deze tijd van snelle communicatie en e-mails kunnen we ons moeilijk voorstellen dat een brief er twee tot zes weken over deed om in het buitenland te komen en dat je dus tweemaal zo lang op antwoord moest wachten. Hoe worden de communicatie en de beslissingen van Walt en Allie beïnvloed door deze vertraging?
4. Minder aantrekkelijke mensen worden in onze maatschappij vaak liefdeloos behandeld. In hoeverre worden Allies problemen met haar zelfbeeld veroorzaakt door het feit dat ze een beeldschone moeder heeft die veel waarde hecht aan uiterlijke schoonheid? Hoe wordt de visie die Mary Miller op haar dochter heeft bepaald door de geschiedenis van Agatha Montclair? Welke problemen komen voort uit het feit dat Allie zichzelf als lelijk beschouwt?
5. Zelfmedelijden is niets anders dan verkapte trots, volgens Allie. Ben je het hiermee eens? Waarom, of waarom niet?
6. Beschrijf de relatie van Walt met zijn broers. Welke invloed heeft het op Walt dat hij met Jack en Ray vergeleken wordt? Heb jij in jouw familie soortgelijke problemen opgemerkt?
7. Aan het begin van het verhaal vergelijkt Walt leugens om bestwil met ‘kogellagers in de machine van de maatschappij’, maar tegen het eind noemt hij ze ‘brandbommen waardoor alles verbrandt, smelt en vervormt’. Hoe blijkt dit in het leven van Walt? Welke van deze twee stellingen komt in jouw ervaring het dichtst bij de waarheid?
8. Volgens Allie is zwijgen een goede oplossing voor een dilemma. Kan zwijgen ook fout zijn? Gold dit voor Allie? Voor Walt?
9. Walt beseft dat zijn leugens voortkomen uit trots. Hoe blijkt dat in zijn verhaal? Welke rol speelt trots bij zonde in het algemeen?
10. Als Walt zijn leugen opbiecht aan zijn bemanning, zijn de mannen kwaad op hem. Wat vind je van hun reactie? Is zijn oneerlijkheid in hun ogen erger omdat hij deze lange tijd volgehouden heeft? Pakken ze hem harder aan vanwege zijn geloof?
11. Beschrijf Allies geestelijke leven in haar ouderlijk huis. In welk opzicht is ze veranderd toen ze Betty leerde kennen? Hoe verloopt haar geestelijke groei in de loop van dit boek? Welke rol speelt Walt hierin? En Cressie?
12. Welke factoren (persoonlijkheid, familie, achtergrond) dragen bij aan Allies beslissing om met Baxter te trouwen? Waarom wil Baxter met haar trouwen, denk je? Gaat het hem alleen om haar geld?
13. Allie worstelt met de vraag of ze moet trouwen met een man die haar geloof niet deelt. Hoe denk jij over deze kwestie?
14. In het hele verhaal wordt Allie heen en weer getrokken tussen het eren van haar ouders en het gehoorzaam zijn aan God. Waarom duurt het volgens jou zo lang voordat Allie het aandurft haar ouders te trotseren? Heb jij je ooit heen en weer getrokken gevoeld tussen twee ‘goede’ zaken?
15. Wat offert Walt op? Welke invloed hebben deze opofferingen op de mensen om hem heen?
16. Cressie zegt: ‘Soms kiezen we zelf onze offers’ en Daisy zegt dat je je door het brengen van sommige offers heilig voelt, zonder dat je er heilig van wordt. Hoe zie je dit in Allies leven? En in het leven van Walt? Heb je dat in je eigen leven ook weleens opgemerkt?
17. In 1 Samuël 15:22 staat: ‘Schept de HEER meer behagen in offers dan in gehoorzaamheid? Nee! Gehoorzaamheid is beter dan offers.’ Is dit waar, en zo ja, waarom? Hoe kunnen we dit zien in het leven van Walt en Allie?
18. Wat vind jij van Walts reactie op zijn verwondingen? En van Allies reactie? Hoe zou jij het vinden als jij of iemand van wie je houdt een soortgelijke situatie onder ogen moest zien?
19. Het tweede boek in deze serie gaat over Walts broer Jack en zijn verpleegster, luitenant Ruth Doherty. Wat verwacht je daarvan na wat je over deze personages gelezen hebt?