46

 

 

 

Antioch

 

‘Morgen?’ Betty sloeg haar hand voor haar mond toen het slapende kindje in haar armen begon te draaien. ‘Morgen?’ fluisterde ze. ‘Je blijft toch wel langer?’

 Allie glimlachte verontschuldigend naar Betty, die in de schommelstoel zat. ‘Het spijt me. Morgen is het beste.’

 Betty trok een pruillip. ‘Ik wil graag dat je langer blijft, maar het is zeker moeilijk voor je om hier te zijn.’

 ‘Ik wil opnieuw beginnen.’

 ‘Dat kan ik je niet kwalijk nemen. Ik kan nog steeds niet geloven dat Walt zo onbeschoft tegen je was. Wat een misbaksel. Als het aan mij ligt, zeg ik nooit meer een woord tegen hem.’

 ‘Zeg dat alsjeblieft niet. Hij heeft zijn vrienden nu meer dan ooit nodig.’

 Betty tikte de kleine Judith zachtjes op haar achterste. ‘Je bent te goed voor hem.’

 Nu werd Allie nog verdrietiger. ‘Nee, het is andersom.’

 ‘Ach, jij bent verliefd op hem.’

 ‘Dat gaat wel over.’ Allie liep naar de kinderkamer. Aangezien de baby nog steeds in een wieg op de slaapkamer van haar ouders sliep, logeerde Allie op een veldbed in haar kamertje. ‘Waar is George?’

 ‘Bij Helen. Haar kraan lekte.’ Betty liep haar eigen slaapkamer in en legde het kindje in haar wieg.

 Allie deed haar koffer open en haalde haar bruidsmeisjesjapon uit de kast; wat sentimenteel dat ze die had meegenomen. Betty kwam naast haar staan, vouwde een andere japon op en legde die in de koffer.

 ‘Wat is dit?’ Betty haalde het modelvliegtuigje uit de koffer. ‘Lieve help. Heeft Walt dit gemaakt?’

 ‘Ja. Zeg alsjeblieft niet tegen hem dat je het gezien hebt. Het is al erg genoeg dat hij mijn brief gelezen heeft en weet dat ik van hem hou. Ik wil liever niet dat hij weet dat ik al zijn brieven en cadeautjes gehouden heb.’

 ‘Maak je geen zorgen, lieverd, ik zal niets zeggen.’ Betty draaide aan een kleine propeller. ‘Dit is echt iets bijzonders.’

 ‘Ja, hij maakt prachtige dingen, hè? Voor zijn familie en...’ Plotseling zweeg ze; met een kleerhanger in haar hand draaide ze zich om.

 Betty trok een wenkbrauw op. ‘Vrienden? Dat dacht ik niet. Niet voor George of voor Art. En bij zijn ouders heb ik ook geen modelvliegtuig gezien.’

 Met bevende hand liet Allie de japon met de lelie van de hanger glijden. Blijkbaar had hij het te druk gehad om er meer te maken. Maar waarom was zij de eerste geweest?

 ‘Wat heeft hij je nog meer gegeven?’ Betty gluurde in de koffer.

 ‘Deze ketting.’ Ze voelde aan het kruisje om haar hals. Hoe Walt ook over haar dacht, het kruisje was een symbool van haar geloof; ze weigerde dit in een la te verbergen. ‘En deze muziekdoos heeft hij ook gemaakt.’ Ze legde de japon in de koffer en haalde de piano tevoorschijn uit de trui waarin ze hem gewikkeld had.

 Betty hapte naar adem. ‘Wat prachtig!’ Ze draaide de piano om, las het opschrift en keek Allie met grote ogen aan. ‘Geen wonder dat je verliefd op hem geworden bent. Ik had nooit gedacht dat ik zoiets ooit over Walt zou zeggen, maar... dit is heel romantisch.’

 ‘Nee.’ Allie keek haar streng aan, pakte de cadeautjes terug en borg ze weer op in de koffer. ‘Gewoon een uiting van vriendschap.’

 Betty zwaaide met twee dikke stapels enveloppen, bijeengehouden door linten. ‘Dat is een bijzondere vriendschap.’

 ‘Was.’ Allie zuchtte en pakte de brieven terug. ‘Ja, het was een geweldige vriendschap. Zou je nu willen ophouden met uitpakken wat ik ingepakt heb?’

 De voordeur werd luidruchtig opengemaakt en er klonken lachende stemmen in de gang.

 Betty stak haar hoofd om de hoek van de deur. ‘George Anello, je maakt de baby wakker.’

 ‘Sorry.’ George liep op zijn tenen door de gang, deed de deur van de slaapkamer dicht en stapte de kinderkamer in. ‘Hallo, lieveling. Hallo, Allie. Dit nieuws moet je gewoon horen.’

 Allie was niet bepaald in de stemming voor een gezellige bijeenkomst, maar George pakte Betty en haar bij de hand en trok hen mee naar de kleine zitkamer. Bij de open haard stonden Art Wayne en Dorothy Carlisle.

 Helen Carlisle doorzocht het bureautje in de hoek van de kamer; Jay-Jay, haar eenjarige zoon, omklemde haar been. ‘Betty, wat ben je toch een rommelpot. Waar heb je het papier verstopt?’

 Dorothy wuifde haar schoonzus weg. ‘Wacht even. Laat mij het nieuws nou vertellen.’

 ‘Als ik jou de kans geef, krijg ik er geen woord meer tussen.’ Art keek met evenveel aanbidding als anders, maar zonder zijn gebruikelijke angst, op Dorothy neer.

 Toen pas zag Allie dat Art en Dorothy hand in hand stonden.

 ‘O, lieve help.’ Betty liet zich in een gemakkelijke stoel zakken. ‘Je gaat me toch niet vertellen –’

 Art grijnsde. ‘Vanmorgen heb ik mijn oproep voor het leger gekregen.’

 ‘O nee,’ zuchtte Betty.

 ‘Nee, ik wil graag. Dat weet je best. Vooral na wat Jim en nu Walt overkomen is.’

 Onwillekeurig keek Allie naar Helen, die nog fanatieker in het bureau begon te rommelen. Die arme ziel. Het was nog maar acht maanden geleden dat Jim omgekomen was.

 ‘Toen ben ik in actie gekomen.’ Art glimlachte, zodat zijn bruine snor nog verder omhoogkwam. ‘Tussen de middag ben ik bij Della’s Kleermakerij binnengelopen.’

 ‘Zonder zelfs maar gedag te zeggen,’ zei Dorothy. ‘Gewoon meteen –’

 ‘Sst. Mijn verhaal.’ Art duwde zijn wijsvinger op haar mond. ‘Ik heb gezegd wat ik al jaren geleden had moeten zeggen: “Dorothy, ik hou van je. Ik heb altijd van je gehouden en ik zal nooit van iemand anders houden. Ik kan niet de oorlog in zonder te weten of jij ook van mij houdt.”’

 ‘Arthur Wayne!’ zei Betty. ‘Al die jaren –’

 Dorothy zette haar vrije hand in haar zij. ‘Wil je niet weten wat ik zei?’

 Betty lachte. ‘Dat kunnen we wel raden.’

 Allie knikte; haar ogen waren vochtig van ontroering omdat hun verhaal, in tegenstelling tot het hare, een happy end had.

 ‘Nee, dat kun je niet raden,’ zei Dorothy. ‘Goed, ik was even overdonderd, maar daar kwam ik snel weer overheen. Ik zei: “Je hebt me nooit ook maar één reden gegeven om van je te houden.” Dus toen...’ Ze bloosde, wat haar heel aantrekkelijk maakte.

 Art liet zijn arm om haar middel glijden en trok haar tegen zich aan. ‘Toen heb ik haar beetgepakt en haar gekust en haar een reden gegeven om van me te houden.’

 Dorothy bloosde nog dieper. ‘Ja. Dat klopt.’

 ‘Arthur Wayne!’ zei Betty. ‘Je bent een echte romanticus. Ongelooflijk. Net als –’ Geschrokken keek ze Allie even aan. ‘Ongelooflijk.’

 Allie omklemde de stang van een koperen schemerlamp. ‘Net als Walt,’ had Betty willen zeggen.

 ‘Wacht maar tot je de rest hoort.’ George ging op de armleuning van Betty’s stoel zitten tot ze hem een mep op zijn achterste gaf.

 ‘We gaan trouwen,’ zei Art. ‘Morgen.’

 Betty slaakte een gilletje, sprong op en omhelsde eerst Dorothy en daarna Art. ‘Maar hoe dan? Dat kan toch niet zo snel.’

 ‘Wel als je de juiste mensen kent.’ Art trok zich los uit Betty’s omhelzing. ‘Jouw vader heeft de verplichte bloedonderzoeken gedaan, rechter Llewellyn heeft zijn invloed aangewend op het stadhuis en dominee Novak zei dat hij het huwelijk wil inzegenen. Ik heb nog twee weken voordat ik onder de wapenen geroepen word, en ik wil die tijd doorbrengen als getrouwd man.’

 ‘Werk aan de winkel.’ Helen concentreerde zich op het papier dat ze op het bureau gelegd had. ‘Moeder bakt de taart. Ik heb Dorothy mijn... mijn japon geleend.’

 De trilling in haar stem raakte Allie diep. Door haar eigen liefdesverdriet en het verlies van haar ouders en haar geborgenheid begreep ze een fractie van Helens pijn. En door naar San Francisco te vluchten hoopte ze troost te vinden, net zoals Helen troost zocht in hard werken.

 ‘George is ceremoniemeester. Ray Novak wil wel voor hem invallen op school. Arts neef ook.’ Helen schreef in volle vaart door. ‘Ik heb mijn japon van Betty’s trouwerij nog. Betty, mevrouw Carlisle wil jou wel een japon uit haar winkel lenen. Allie, heb jij iets om aan te trekken?’

 ‘Ik?’ Ze keek verbijsterd naar Helens blonde achterhoofd.

 ‘O, alsjeblieft,’ zei Dorothy. ‘Het komt zo geweldig uit dat je hier nu bent.’

 ‘Jij hebt die japon van mijn bruiloft bij je,’ zei Betty.

 In een flits zag Allie de trouwfoto voor zich, een foto die Walt nog vaak zou zien. Zou hij zien dat ze naar hem smachtte en denken dat ze zich opdrong in zijn vriendenkring? Ze wist een beleefd glimlachje op te brengen. ‘Het spijt me, maar ik heb tegen Louise gezegd dat ik morgen bij haar intrek.’ Ze zag meteen in dat dit excuus niet zou werken.

 ‘Je zult in elk geval moeten blijven voor de bruiloft,’ zei Dorothy.

 Betty wenkte Allie naar zich toe en fluisterde haar in het oor: ‘Maak je geen zorgen. Hij weigert uit het ziekenhuis te komen.’

 Allie glimlachte, dankbaar voor haar discretie. Daarna omhelsde ze Dorothy. ‘Natuurlijk wil ik wel. Wat een eer!’