Vrijdag 1 mei 2009

‘Goedemorgen en welkom bij deze aflevering van Reality Check.’ Haar wangen gloeiden. Ze stond fier rechtop, keek in de camera, haalde diep adem en zei langzaam: ‘Ik ben Carrie Kent, en vandaag zenden we deze show uit onder tamelijk ongewone omstandigheden.’ Opnieuw een ademtocht. ‘Het is geen geheim dat mijn gezin vorige week door een schokkende tragedie is getroffen.’ Ze slikte. ‘Mijn lieve zoon, Max, werd in koelen bloede op zijn eigen school doodgestoken.’ Carrie deed een stapje achteruit. Er was geen spoor van haar normale dynamische stijl, haar flamboyante armgebaren en hoofdbewegingen. Haar gezicht was uitdrukkingsloos.

‘Deze show presenteren is het moeilijkste wat ik ooit heb moeten doen, maar ik wil vanmorgen twee dingen bereiken. Ten eerste, íémand weet iets.’ Carrie boog zich naar voren. De camera zoomde in. ‘Misschien kwam uw zoon in geagiteerde staat of bebloed thuis, of misschien pochte je vriendje over wat hij gedaan had, of vertelde hij wat hij had gezien. In dat geval smeek ik u te bellen. Jullie weten iets. Jullie kunnen helpen. De nummers van de hotline waarmee u rechtstreeks de politie kunt bellen, zullen de hele show lang op het scherm blijven. Uw informatie zal strikt vertrouwelijk worden behandeld en u hoeft geen naam op te geven.’

Toen Carrie zich omdraaide, kreeg ze iets van haar tv-persoonlijkheid terug. Ze liep naar de twee stoelen die schuin tegenover elkaar waren gezet onder de enorme foto van Max.

‘Ten tweede, ik wil alle onwetende, verblinde jongeren die denken dat messen dragen een beschaafde manier van handelen is heel duidelijk maken dat dat gewoon niet zo ís.’ Zwijgend keek ze drie seconden dreigend in de camera, die ze nu niet zag als een venster naar de roem, maar als een opening naar het leven van de miljoenen mensen die naar haar keken. Hij was haar kans om te helpen, om iets echt goeds te doen.

‘In tegenstelling tot wat jullie misschien denken, geeft het dragen van een mes je geen bescherming. En het maakt je niet onoverwinnelijk of dapper of mannelijk. En andere mensen zullen niet tegen je opkijken.’ De snik die Carrie liet ontsnappen was niet bedoeld om medelijden te wekken. Ze kon hem niet onderdrukken. Voorlopig zou ze haar tranen moeten bedwingen. Ze had geen keus. De show was amper begonnen. ‘Het dragen van een mes of een ander wapen bevestigt alleen maar wat voor tuig je bent. Het is een teken van lafheid en de zekerste manier om een leven van pure angst te leiden. Als ik maar één persoon zover krijg dat hij of zij de juiste keus maakt en ons team vandaag belt, als ik maar één persoon zover krijg dat hij zijn mes wegdoet, dan zal ik misschien in staat zijn om verder te leven, hoewel ik hier op mijn benen sta te trillen van verdriet. Dan zou de dood van mijn zoon niet helemaal voor niets zijn geweest. Op dit moment vind ik het erg moeilijk. Dank u.’

Carrie draaide zich om en liep langzaam naar de achterkant van de studio, niet in staat de gedachte dat Max haar keukenmes had gestolen uit haar hoofd te zetten. Ze wist dat ze nog steeds werd gefilmd, maar ook dat de aftiteling over het scherm rolde. Meestal draaiden ze daar een pakkend herkenningsmelodietje bij, maar vandaag zou het stil zijn. Het studiopubliek klapte zoals van tevoren was geïnstrueerd kort en ingehouden, en toen het applaus wegstierf, wendde Carrie zich opnieuw tot de camera.

‘Ik wil u voorstellen aan iemand die de hele afgelopen week erg dapper is geweest. Nog maar enkele dagen geleden was ik me niet eens bewust van haar bestaan. Ze was Max’ vriendin, maar u weet hoe gesloten tieners zijn. Ik wist niets van haar. Triest genoeg was deze jongedame er getuige van dat mijn zoon werd doodgestoken. En opnieuw triest genoeg is ze niet in staat de daders aan te wijzen. Ik heb haar in de show gehaald om naar haar verhaal te luisteren in de hoop dat u, onze kijkers, ons zult kunnen helpen. Na tien jaar deze show presenteren, na tien jaar in andermans leven wroeten, wordt het tijd dat jullie eens in míjn leven gaan graven.

Dames en heren, mag ik u voorstellen, met het opperste respect voor haar verdriet, juffrouw Dayna Ray.’

Opnieuw werd er ingehouden geapplaudisseerd, maar er gebeurde niets. Carrie slikte en wachtte bij de coulissen om Dayna te begroeten. Het kon haar niet schelen hoe zenuwachtig of onzeker ze was om voor de camera’s te verschijnen; ze wilde haar in beeld hebben. Dayna kwam niet. Carrie drukte op haar oortelefoon. Niets.

Toen, na een paar seconden die een uur leken te duren, kwam Dayna eindelijk achter de coulissen vandaan. Carrie zag een glimp van Jess Britton achter haar. Met een geruststellend knikje duwde de rechercheur Dayna zacht in het scherpe licht.

‘Dayna, schat, ik ben je hier zo dankbaar voor.’ Het was een persoonlijk moment en Carrie hield de microfoon van zich af. Ze omhelsde het meisje – een langdurig gebaar dat de kijkers hopelijk zouden herkennen als niet alleen een speciale, maar ook tragische band tussen hun tweeën, maar ook als een oprecht teken van medeleven. Een boezemvriend verliezen – ze probeerde zich voor te stellen dat ze Leah kwijtraakte – was niet zo heel erg anders dan een zoon verliezen.

Dayna tuurde knipperend met haar ogen voor zich uit, kennelijk in een poging te beseffen waar ze was. Carrie wist dat ze al eerder op de set was geweest om rond te kijken en te wennen aan de lampen, de cameraploeg, de camera’s en de honderden studiostoelen, die spoedig met gretige gezichten gevuld zouden zijn. Carrie had er geen moeite mee om alles te negeren, maar besefte dat Dayna beduusd moest zijn. Zelfs als alles meezat, was op de tv komen een slopende ervaring.

‘Ga hier maar zitten, dan kunnen we praten.’ Carrie betrok het publiek er weer bij, alsof ze hen uitnodigde naar hun vertrouwelijke gesprek te luisteren. Voor de twee stoelen stond een laag tafeltje met twee glazen en een karaf water. Carrie schonk in, terwijl Dayna ging zitten. Het meisje leek maar half zo groot als normaal, klein gemaakt door angst en verdriet. Haar benen leken naalddun in de strakke spijkerbroek en haar bovenlichaam ging schuil onder haar jack. Ze probeerde haar gezicht te verbergen door haar schouders op te trekken en haar kin in haar kraag te laten zakken en staarde naar haar schuifelende, in modderige sportschoenen gestoken voeten.

‘We waarderen het allemaal dat je gekomen bent, Dayna. Er is geen makkelijke manier om de antwoorden te geven waar ik je vandaag om moet vragen. Ik hoop dat je er net als ik een beetje troost uit schept dat we dit doen om het beste van deze afschuwelijke situatie te maken. Niemand wil dit doen, jij niet en ik niet en het team onvermoeibare rechercheurs dat dag en nacht in touw is evenmin, maar we móéten. Voor Max. Voor alle andere kinderen die nog niet dood zijn, maar volgende week of volgend jaar misschien wel... We moeten proberen er een eind aan te maken.’

Carrie nam een seconde de tijd om tot zichzelf te komen. Ze nam een slokje water, verschoof op haar stoel en keek Dayna Ray recht in de ogen.

‘Dayna, ik wil dat je me in je eigen woorden vertelt wat er op de ochtend van de vierentwintigste april op je school gebeurde.’

+++

Dayna wist dat ze een nerveuze indruk maakte – dat ze voortdurend haar ogen dichtkneep en aan haar haar friemelde – maar dat kon haar niet bommen. Snakkend naar een sigaret beet ze op haar nagels. Een pilsje zou ook hebben geholpen om dit te doorstaan. In andere shows had ze gasten zien schreeuwen en trappen en vechten en woedend zien weglopen. Soms werden ze zelfs weggesleept. Carrie gebruikte haar charme om hen te kalmeren, hen terug te brengen, hen weer aan de praat te krijgen. Zou zij dat ook kunnen doen, vroeg ze zich af. Gewoon weglopen? Daar had ze de afgelopen dagen vaak genoeg aan gedacht, maar nu ze hier zat, op het punt om door Carrie Kent door de mangel te worden gehaald omdat ze niet echt iets te vertellen had, was het idee nog veel aantrekkelijker. Want ze wist écht niets.

‘Dayna, ik wil dat je me in je eigen woorden vertelt wat er op de ochtend van de vierentwintigste april op je school gebeurde.’

Carrie zette haar glas neer. Dayna pakte het hare. Dat gaf haar nog een paar seconden uitstel. Waarom was ze gekomen?

‘Neem je tijd,’ vervolgde Carrie, maar ze bedoelde duidelijk: ‘Schiet op.’

‘Het was gewoon een normale dag,’ begon Dayna. Het was een raar gevoel als enige aan het woord te zijn met al die mensen erbij. Haar stem leek niet de hare. Ze kon gezichten onderscheiden in het publiek, zag mensen hun hoofd schudden, verschuiven op hun stoel. ‘Ik had zoiets helemaal niet verwacht.’ Ze klonk mat, alsof ze alleen maar over het slechte eten in de kantine praatte of vertelde dat de gymnastiekleraar het goedvond als ze hun snor drukten voor de veldloop.

Maar het was waar; ze had het echt niet verwacht. Zelfs na alles wat zich tussen haar en Max had afgespeeld, leek het nog steeds een griezelfilm die ze niet uit haar hoofd kon zetten.

‘Ik stond vroeg op, hielp mijn kleine zusje om zich aan te kleden en bracht haar naar school. Daarna ging ik naar Milton Park. Alles was gewoon normaal.’

Dayna zag Carrie met een half oog knikken. Het was bloedheet in de studio. Ze wou dat ze dat stomme jack thuis had gelaten.

‘Praatte je met iemand toen je op school kwam?’

‘Nee. Niemand praat met me. Dat wil zeggen, Max wel, maar...’

Dayna’s stem stierf weg. Haar hart bonkte. Alsof ze met blote voeten op glas liep. ‘Ik ging naar wiskunde en, ik bedoel, ik verveelde me rot. Daarna ging ik naar aardrijkskunde, maar toen besloot ik ’m te smeren.’

De lichten schenen in Dayna’s ogen en bemoeilijkten haar het denken. Ze keek naar de metalen rekken met honderden lampen die op haar gericht waren alsof ze op het punt stonden het vuur te openen. Schoten van vuur om me te dwingen de waarheid te vertellen, dacht ze. Maar dat zou ze niet doen. Dat kón niet. Dit was Max’ móéder.

‘Was Max in een van die lessen?’

Net als toen de politie haar ondervroeg, dacht Dayna somber. Daar had ze zich op de een of andere manier doorheen geslagen, maar het was erg zwaar geweest. Was ze hier gekomen om iedereen, inclusief zichzelf, ervan te overtuigen dat ze nog steeds niets wist? Of om op te biechten dat ze te veel wist? Ze waren nog maar pas begonnen en ze wilde nu al weg. God, het enige wat ze wilde, was dat Max weer leefde. Als dát nog niet betekende dat ze aan dezelfde kant stonden...

‘Bij wiskunde,’ hoorde Dayna zichzelf zeggen. Ze dacht aan zijn gekromde rug, terwijl zijn vingers op de rekenmachine tikten. Hij vond wiskunde moeilijk, had hij haar een keer verteld, alsof hij daar om de een of andere reden een aangeboren talent voor zou moeten hebben. Je moet alleen maar doen waar je goed in bent, had ze grinnikend geantwoord. Bijvoorbeeld de prijsvragen. ‘Maar bij aardrijkskunde zag ik hem niet. Het ging over fair trade. Max zei een keer tegen me dat niks fair was.’

Ze voelde het schroeien van Carries blik, veel heter dan de lampen. Ze zei niets, dus ze moest doorpraten. ‘Ik ging patat halen. Ik had niet ontbeten en ik had honger. Ik was niet de enige. Een paar andere meisjes van mijn jaar spijbelden ook.’

Geef ons je geld, herinnerde Dayna zich dat ze zeiden. Ze zag de haat in hun ogen toen ze haar zak leegmaakte. ‘De andere ook,’ zeiden ze, tot ze geen geld meer had. Daarna gingen ze naar binnen en bestelden hun patat. Toen ze weg waren, trok Dayna haar rok op en ritste haar geldgordel open. Ze had een paar pond in kleingeld in haar zakken om de mensen die haar wilden bestelen tevreden te stellen, maar het biljet van tien dat ze uit Kevs portefeuille had gejat zat in de gordel. Ze bestelde patat en slenterde langzaam terug naar school.

‘Ik hoopte Max tegen te komen. We hadden dingen te bepraten,’ ging Dayna verder. Ze voelde zweet op haar bovenlip. Zou die stomme make-up uitlopen als ze haar gezicht afveegde?

‘Bijvoorbeeld?’ vroeg Carrie.

De twee keken elkaar even aan. Een verstard moment. ‘Het ging de laatste tijd niet zo goed tussen ons.’

‘O nee?’ Dit was duidelijk nieuw voor Carrie. Dayna praatte niet met haar moeder over dit soort dingen en Max had de zijne kennelijk ook niet in vertrouwen genomen.

‘Het ging gewoon over iets... iets wat ik gezegd had en wat hij verkeerd had opgevat. Ik wilde dat hij de waarheid wist. En op school waren ze gemeen tegen hem geweest omdat hij met mij ging. Ze verspreidden allerlei geruchten en zo.’

Carrie schudde haar hoofd. Ze keek bezorgd, ontdaan. Dayna dacht niet dat ze het na deze onthulling zou redden. Ze verwachtte dat ze zou schreeuwen of haar bij haar schouders zou pakken en door elkaar zou schudden om antwoorden te krijgen. Maar vreemd genoeg bleef ze kalm en professioneel. Dat vond Dayna nog veel erger.

‘En toen ging ik op het muurtje zitten om mijn patat op te eten, met het idee dat Max daar wel langs zou komen. Ik wilde hem spreken. U weet wel, dingen uitpraten.’

De lampen schenen in haar ogen. Camera’s rolden op grote trolleys langs haar heen. Er waren zo veel mensen... zo veel mensen die naar haar keken.

‘Godverdomme,’ zei hij toen hij voorbijkwam en ze hem riep. Het eerste woord dat hij in tijden tegen haar had gezegd. En zij stak hem alleen maar haar patat toe, alsof dat alles beter zou maken.

‘Hij... begon te dansen,’ zei ze zacht tegen Carrie. ‘In het rond te dansen, en ik wist niet waarom. Hij zwaaide met zijn armen en op een gegeven moment dacht ik dat hij me zou slaan. Ik bedoel, hij was echt gek.’

Dayna hoorde het publiek naar adem snakken. Ze zag Carries keel bewegen toen ze slikte.

‘Ik kalmeerde hem en kreeg hem zover dat hij naast me kwam zitten.’

Dayna voelde de koude korrels van het cement onder haar schoolbroek. Ze schopte met haar hielen tegen de bakstenen om zichzelf wijs te maken dat zij de situatie meester was, terwijl Max in feite aan de touwtjes trok. Ze at de patat. De azijn brandde in een wondje dat ze in de huid van haar onderlip had gebeten.

‘Was de bende er toen ook al? Werd Max bedreigd?’

Dayna hoorde Carries woorden in haar hoofd, maar ze zat weer op het muurtje, brandde haar tong, rook Max’ aftershave en voelde de volslagen troosteloosheid in haar binnenste vanwege wat ze had gedaan.

‘Nee,’ antwoordde ze. ‘De bende was er nog niet.’ Ze wist dat Carrie wilde dat ze zo snel mogelijk ter zake kwam en de dader noemde, de telefoons liet rinkelen. Blauwe ogen of zwart haar of een litteken op zijn wang? Adidas-sportschoenen of gescheurde spijkerbroek, een zichtbare tatoeage of een beschrijving van een kettinkje om zijn hals? Alles wat van nut zou kunnen zijn.

Zou ze het allemaal kunnen verzinnen? Zou het haar lukken om voor de camera’s in een rechtstreekse tv-uitzending te liegen? Dat was ze immers van plan.

Dayna had opnieuw het gevoel dat ze zweefde. Alles had zich de afgelopen week in haar opgestapeld. Ze had amper geslapen of gegeten en had haar dorst gelest met bier of cola en alles wat haar hielp haar holle maag te vullen en de waarheid te verdringen.

Stond ze of zat ze? Op het schoolterrein of in de tv-studio?

Ze deed een stap naar voren, maar voelde de grond niet meer. Misschien zat ze nog op het muurtje. Ja, het muurtje. Daar stond Max, die er weer af gesprongen was en heel geagiteerd op en neer danste.

‘Ik vertelde hem wat ik gedaan had,’ zei Dayna. Tegen wie praatte ze? Carrie? Max? Ze wilde huilen, maar dat ging niet. ‘Ik was zo kwaad dat ik het tegen hem schreeuwde. Ik zei dat ik gedaan had wat hij wou.’

‘Wat wilde Max dan?’ Dat mens weer, Carrie, die haar neus in haar zaken stak. ‘Vertel me wat je bedoelt, Dayna.’

Een lange stilte, uitsluitend verbroken door een auto in de straat buiten de school, het ritmische bonken van haar schoen tegen de muur, het hoestje van iemand in het publiek.

‘Over de baby,’ fluisterde ze. Opnieuw dat ingehouden koor om zich heen. Geschoktheid en ongeloof. Toen de grote ogen van de vrouw naast zich, alsof zij ook in die vreemde, emotieloze staat verkeerde.

‘De baby? Welke baby, Dayna? In godsnaam, vertel alsjeblieft.’

Ze voelde een hand op haar arm. Van Max of van zijn moeder? Dayna herinnerde zich dat Max haar beetgreep. Hij was kwaad en ruw.

‘Je hebt onze baby vermoord,’ zei hij op zo’n manier dat Dayna niet wist of hij schreeuwde of fluisterde.

Toen liep ze ergens, ze wist niet waar... naar het licht. Iemand liep achter haar aan. Ze draaide zich met een ruk om, haar ogen groot en zoekend als een dier in een val. ‘Al dat verdriet in me,’ zei ze. ‘Ik wilde alleen maar dat het wegging.’

‘Vertel me over de baby, Dayna.’ Een vrouwenstem – ietwat trillend, vingers die zich om haar arm klemden. Dayna staarde in Carrie Kents ogen, verlicht door de scherpe lampen om hen heen. Max’ móéder. Dat ontlokte Dayna een glimlach. Max was echt overal.

‘We waren minnaars,’ zei ze. Geroezemoes uit het publiek, meteen weer afgebroken. ‘Ik hield van hem, maar stel je voor.’ Dayna hoorde iemand lachen. Het duurde even voordat ze besefte dat ze dat zelf was. ‘Ik heb het niet één keer tegen hem gezegd.’

‘Hadden jullie onbeschermde seks?’

Dayna knikte, precies zoals toen Max op haar lag. ‘U zegt altijd dat dat moet, niet?’ Dayna’s geest was vaag, onwerkelijk.

‘Wát?’ zei Carrie verontwaardigd.

‘Anticonceptie gebruiken.’ Dayna trok zich los. Ze had er genoeg van gecommandeerd te worden. ‘Nou, wij niet, oké? En ik werd zwanger. Zwanger van Max.’

‘O god...’ was het enige wat Dayna boven de onthutste geluiden van het publiek uit hoorde. Ze vond het fijn dat ze iedereen zo’n schok had bezorgd. Een goede inleiding op wat er nog ging komen.

‘Ik bedoel, u zaagt altijd maar door over tienerzwangerschappen en onverantwoorde seks. Maar stel je voor, uw eigen zoon deed het ook, recht onder uw neus.’ Dit te zeggen gaf haar hetzelfde gevoel als toen ze die jongen zijn sigaretten afnam, een gevoel van macht dat haar in staat stelde op dezelfde manier door de studio te benen als ze Carrie Kent had zien doen om haar gasten te intimideren. Ze draaide zich met een ruk om en keek Carrie boos aan. De camera’s volgden al haar bewegingen.

‘Wat vindt u daarvan?’ beet ze haar toe.

‘Ik... Ik...’ Carrie zweeg, raakte haar oortelefoon aan. ‘Wanneer wordt hij geboren?’ vroeg ze zo zacht dat Dayna vrijwel moest liplezen. ‘Max’ baby...’ fluisterde ze.

‘Het probleem is,’ vervolgde Dayna, in de lens van de dichtstbijzijnde camera kijkend, ‘dat het niet zo simpel ligt.’

Ze herinnerde zich zijn gezicht, zoals het vertrok terwijl hij sprak, de uitdrukking van volslagen verlies en troosteloosheid. ‘Ik meende het godverdomme niet echt. Ik wilde niet dat je het weg liet halen, maar je strooide al die dingen over me rond. Ze zeiden dat je met iedereen naar bed was geweest, dat je een ordinaire slet was. En dat je de pest aan me had. En ik haatte je terug.’

Dayna herinnerde zich dat ze haar schouders ophaalde. Dat was makkelijker dan hiernaar te luisteren. Ze wilde hem vertellen dat ze haar ook pijn hadden gedaan, dat iemand hen samen uit het ketelhuis had zien komen. Dat ze haar leugens hadden afgedwongen, dat, als ze niets had gezegd, ze toch andere leugens zouden hebben verspreid. Zo waren ze nu eenmaal. Dat deden ze altijd. Haar leven en hun leven. Gecombineerde ellende.

‘Ik heb het nooit met iemand anders gedaan,’ was alles wat Dayna kon uitbrengen. Max geloofde haar niet. Zijn gezicht vertrok tot een tronie die ze nog nooit had gezien: een mengeling van woede en wantrouwen van een intensiteit die haar beangstigde. Voor het eerst sinds ze hem kende, was ze bang van hem.

‘Hoe voelde het, hè, om het weg te laten rukken?’ Als een gekooid dier liep hij langs de hele lengte van het muurtje heen en weer. Zijn hoofd ging op en neer, zijn vuisten waren gebald.

‘Max... alsjeblieft.’ En toen zag ze hen, herinnerde ze het zich. Vier, vijf jongens? Vanuit een ooghoek zag ze hen langs de afrastering tussen de school en de straat lopen. Haar blik ging van hen naar Max en weer terug.

‘Het was een groepje, ik weet niet. Max en ik maakten ruzie toen ik hen aan zag komen,’ zei ze duidelijk tegen Carrie. Dat was een slimme manier om terug te keren naar het onderwerp waarover iedereen wilde horen.

‘Wie?’ vroeg Carrie. Er stonden tranen in haar ogen. Ze had zich weer op haar stoel laten zakken. Ze nam een slokje water.

‘De bende. Ze waren uit op heibel.’

‘Zag je wat voor kleren ze droegen?’

‘Hun vaste uniform. Trainingsbroek. Sportschoenen. Hoodies.’

‘Herkende je iemand?’ Carrie boog zich naar haar toe. Dayna kon haar wanhoop bijna ruiken. Plotseling kreeg ze het gevoel dat dit háár show was en Carrie haar gast.

Ze wendde zich naar de camera. ‘Ik weet het niet zeker,’ zei ze vaag terwijl ze haar ogen samenkneep. Ze kon het tafereel makkelijk ophalen – ze had de hele week niets anders gedaan dan die minuten herleven die zich tot dagen leken uit te rekken.

‘Max,’ wist ze nog dat ze zei, hem met een knikje naar de bende waarschuwend. ‘Achter je.’

Max was even afgeleid en draaide zich om, maar toen wendde hij zich met hernieuwde razernij tot Dayna. De jongens leken hem geen enkele angst in te boezemen.

‘Zal ik je es wat vertellen?’ zei hij. Hij ging vlak voor haar staan en drukte haar benen tegen het muurtje met zijn gewicht.

Dayna haalde haar schouders op, keek opnieuw achter hem. Ze waren bijna door de poort. Ze hadden hen gezien, keken naar hen. ‘Doe maar.’ Max’ gedrag beviel haar totaal niet. Ze voelde zich bedreigd. Hij trok zijn tas hoger op zijn schouder en gaf er een klopje op. Ze wist wat erin zat. ‘Ik ben niet bang meer.’

‘Dat is fijn, Max.’ Dayna speelde mee. Ze had hem niet moeten aanspreken. Had moeten accepteren dat het afgelopen was. Over een paar maanden zou ze eindexamen doen en van school gaan. Ze pakte een stukje patat en wilde het in haar mond steken, maar Max griste het bakje uit haar hand en smeet het over het asfalt. De patat vloog overal heen. Een van de bendeleden bij de schoolpoort klapte langzaam in zijn handen. Een andere jongen lachte en stootte een lijzige juichkreet uit.

‘Kijk godverdomme voor je,’ schreeuwde Max tegen hen.

‘Max, niet doen,’ zei Dayna dringend. ‘Rustig. We zullen een joint roken.’ Met trillende vingers stak ze hem aan. ‘Hier.’ Ze stak hem de joint toe. Hij gaf toe aan de verleiding en ging naast haar op het muurtje zitten, en keek met samengeknepen ogen door de rook naar de bende. De jongens porden elkaar. ‘Ja, zie godverdomme maar dat je naar school komt, man,’ hoorde ze een van hen zeggen.

‘Ik bedoel, het was echt eng,’ zei Dayna tegen Carrie. ‘Zij met z’n allen en wij alleen. We probeerden normaal te doen. Maar als we naar school gingen, zouden we langs hen moeten. We hadden meteen moeten gaan toen ik hen zag. Het is allemaal mijn schuld.’ Ze zag Carrie nadenken over haar woorden, maar de vrouw ging stug door met haar show. Ze gaf statistieken en cijfers voor steekwapenincidenten. Hoeveel tieners er alleen al in Londen waren doodgestoken. Hoeveel arrestaties er waren verricht. Dayna kon het amper geloven. Daarna zei ze tegen de kijkers dat ze na de reclame terug zouden komen.

Plotseling hing Carries gezicht vlak voor het hare. Ze rukte de oortelefoon uit haar oor. Eén vrouw werkte met een grote borstel aan haar make-up, een tweede aan haar haar. Ze sloeg ze van zich af.

‘Hoe bedoel je... de báby?’

Dayna antwoordde niet. Was niet bij machte. Schuldgevoelens snoerden haar keel dicht. Met zwijgen zou ze de pauze doorkomen. Ze staarde Carrie wezenloos aan, liep terug naar haar stoel, ging zitten en nam een slokje water. Ze luisterde naar het opgewonden gepraat van producers en cameramensen en allerlei andere mensen die zich door de studio haastten. Onder de vele stemmen hoorde ze die van Carrie. Waaróm, waaróm, waaróm, vroeg ze voortdurend. Toen iemand vroeg of ze verder wilde gaan met de show, explodeerde ze. ‘Dertig seconden,’ hoorde Dayna. Nog meer commotie en toen stilte. Iemand telde af. Carrie stond midden in de studio.

‘We zijn weer terug bij Reality Check. Ik praat met Dayna Ray, vriendin van mijn zoon Max, die vorige week is doodgestoken. Ik smeek u, de kijkers thuis, de hotline van de politie, waarvan de nummers op uw scherm staan, te bellen als u iets weet wat van nut kan zijn. Misschien woont u in de buurt van Milton Park en hebt u daar op de ochtend van de vierentwintigste april een groepje jongeren rond zien hangen. Of misschien gedroeg uw zoon zich vreemd of hebt u bloed op zijn kleren gevonden. Hoorde u uw tiener zijn vrienden over de telefoon over het incident vertellen? Of misschien was je er zelf bij betrokken. Ongeacht uw connectie met het gebeuren, ongeacht hoe klein, ik smeek u te bellen. De informatie is strikt vertrouwelijk en u hoeft geen naam op te geven. Maar voor we naar onze gast terugkeren, wil ik u een kort filmpje laten zien over steekwapenincidenten in Londen.’

Iedereen keek roerloos naar het filmpje, dat ook in de studio werd vertoond. Carrie stond fier rechtop, terwijl beelden van haar zoon voorbijtrokken onder begeleiding van de emotioneelste muziek die Dayna ooit had gehoord. De gezichten van andere tieners – zwart, blank, Aziatisch – trokken over het scherm. Allemaal vermoord. Allemaal doodgestoken. Allemaal in het afgelopen jaar. Er waren beelden van de school, van de werkzaamheden van de forensische dienst, zelfs een foto van Max’ slaapkamer. De resten van zijn leven. De film was afgelopen.

‘En nu...’ Carrie haalde diep adem. ‘... terug naar Dayna.’ Ze liep met grote stappen naar haar toe en keek haar woedend aan. Toen ze ging zitten en haar gezicht weer in beeld kwam, verdween de strenge blik. ‘Wanneer besefte je dat jullie problemen met de bende zouden krijgen, Dayna? Je moet vreselijk bang zijn geweest.’ Ze had duidelijk besloten de baby voorlopig te laten rusten.

‘Wat ik al zei, we zaten alleen maar te roken. Ik had Max een beetje gekalmeerd. Toen kwamen die jongens het schoolterrein op en begonnen te schreeuwen. Twee van hen hadden heel donker en warrig haar. Het stak onder hun hoodies uit. Een van hen zat onder de puisten en de andere had van die afschuwelijke ogen. Zo eng. Max had gezegd dat hij zich niet meer zou laten koeioneren. Dat hij niet bang meer was. Ik was trots op hem.’

Dayna zag Carries gezicht zachter worden en haar ogen even dichtgaan.

‘Hé, klootzak,’ riep een van de bendeleden. Ze hingen nog steeds bij de schoolpoort. Ze rookten, en een van hen had een blikje in de hand.

‘Hé, au!’ zei ze toen Max haar arm omdraaide. ‘Waarom doe je dat?’

‘Moordenares,’ zei hij giftig, het geroep van de bende negerend.

‘Hou op... maar je zei toch... nee!’

Max trok haar van het muurtje. Hun armen raakten met elkaar verstrengeld en Dayna probeerde zich los te maken uit Max’ ijzeren greep. Hij was door het dolle heen. De joint hing in zijn mond terwijl hij haar uitschold. Toen hoorde ze gejuich en geklap. Drie bendeleden kwamen naar hen toe, de poort binnen gelokt door de ruzie, altijd tuk op heibel. De anderen waren verveeld doorgelopen. Dayna wist niet meer voor wie ze banger was, voor Max of voor hen.

‘Alsjeblieft, hou alsjeblieft op...’ Ze begon te huilen. Dit kon helemaal niet. Ze wilde met hem praten, met hem redeneren, hem uitleggen wat er gebeurd was. Het was allemaal zo oneerlijk. Ze had geen kans gekregen. Het had zo simpel moeten zijn, maar zijn ogen waren rood van razernij en hij kauwde op de joint als een monster.

En toen lag ze op de grond, geschrokken en verdwaasd. Het asfalt schramde haar handpalmen. Ze keek naar hem op.

‘Ik dacht dat we iets met elkaar hadden, jij en ik. Ik dacht dat je... dat je van me hield.’ Max beefde. Hij rukte de tas, die diagonaal voor zijn lichaam hing, van zijn schouder, rukte aan zijn kleren, zijn haar. Had hij iets geslikt? Dit was niet de Max die ze kende.

‘Moet je zien, man, die magere klootzak heeft ’m om.’ Er werd gelachen. Dat maakte Max alleen maar razender.

Alles gebeurde in slow motion. De wereld was wazig. Onecht. Alsof de tijd krankzinnig was geworden. Max stak een hand in zijn tas.

‘Het was vreselijk,’ zei Dayna tegen Carrie. Ze moest voorzichtig zijn. Ze mocht geen enkele fout maken. Ze was op tv. Ze dacht aan Max en bad voor zijn ziel. De lampen in de studio waren zo fel.

‘Wat bedoel je, Dayna?’ vroeg Carrie.

‘De bende, ze omsingelden hem. Een van de jongens trok een mes.’

‘O god,’ hoorde ze Carrie fluisteren. ‘En wat gebeurde er toen?’ Doodse stilte in de studio.

‘Ze schreeuwden. Ze scholden Max uit, joegen hem echt op stang. Max werd zo kwaad dat ik bang was dat hij zou exploderen.’ Dayna’s maag trok samen van verdriet toen ze eraan dacht. Ze sloeg voorover en barstte in snikken uit. Dit liep helemaal verkeerd. Het kon haar niet bommen dat ze op tv was. Wie haar zag of wat ze zei. Haar verhaal kon haar ook niet meer schelen, want ze was totaal in de war en haar buik deed zeer en het besef dat Max was gestorven zonder de waarheid te weten was haar bijna te veel.

Het was allemaal haar schuld.

‘O, alsjeblieft, niet doen,’ zei ze. Ze probeerde opnieuw overeind te komen, maar Max zette zijn voet tegen haar buik en duwde haar terug.

Toen zag ze iets blinken in zijn vuist. Het mes. Hij had het uit zijn tas getrokken en richtte het op haar.

‘Nee...’ gilde ze, zich opzij gooiend. De jongens stonden om hen heen, schreeuwend, tuk op een vechtpartij. Op de een of andere manier slaagde ze erin overeind te krabbelen en wankelde achteruit. Max volgde haar met het mes in zijn uitgestoken hand.

‘Hé, rustig aan, man,’ riep een van de bendeleden. ‘Straks maak je nog brokken met dat ding.’

Max negeerde hen. Dayna, die probeerde uit te brengen wat ze hem te vertellen had, negeerde hij ook. Maar zijn ogen waren groot en star, en alle zachte fluwelen warmte die ze vroeger uitstraalden was opgedroogd en verhard. Max was ten einde raad.

Ze voelde een strelende hand op haar rug. ‘Oké, meid, neem je tijd. Dus de bende had jou en Max omsingeld. Bedreigde de jongen Max met het mes? Wat zei hij? Weet je nog hoe hij eruitzag?’

Dayna keek op. Er lagen papieren zakdoekjes op het tafeltje, en ze pakte er een alsof ze in iemands huiskamer zat in plaats van in een tv-uitzending. Als ze daar te diep over nadacht, zou ze overgeven. Ze snoot haar neus. ‘Het... ik bedoel, daarna wordt alles wazig. Er gebeurden allerlei krankzinnige dingen...’

Die rechercheur, Jess, had Dayna over de arrestatie verteld; dat Warren Lane door de politie was opgepakt, maar vervolgens weer was vrijgelaten. Iedereen kende Warren: een eersteklas loser die om de haverklap vastzat. Hij had auto’s gestolen, drugs gedeald, het postkantoor overvallen. En volgens iedereen was hij ook nog oliedom. Maar was hij wel zo dom, dacht Dayna, en ze dacht aan zijn gezicht dat ze die afschuwelijke morgen in het groepje had gezien.

Hij was bij meer pleeggezinnen weggelopen dan hij kon tellen, en iedereen wist dat hij buiten sliep. Hij kwam alleen maar naar school als hij een gratis maaltijd nodig had of de douches en de wc wilde gebruiken. Dayna wist dat hij er die morgen bij was. Hij had zijn capuchon opgezet om zijn gezicht te verbergen, maar het was hem wel degelijk. Ze wist ook waarom hij zich had laten arresteren. Dat was evenmin een geheim. Laat je oppakken en opsluiten. Dat betekende de eerstvolgende twintig jaar een dak boven zijn hoofd en gratis eten. Jongens als hij gaven er de voorkeur aan in de bajes te zitten.

Zou ze zeggen dat hij het had gedaan?

Haar hand greep instinctief Max’ pols toen het mes zich naar haar toe bewoog. Ze geloofde geen seconde dat hij haar echt zou steken. Dat was immers onmogelijk.

‘Max was gewoon niet zichzelf,’ zei ze tegen Carrie. Dat kon ze met een gerust hart zeggen. Ze begon opnieuw te huilen. Carrie wachtte geduldig af.

Gillend krabde Dayna Max met haar vrije hand in zijn gezicht. Dat bracht hem even tot zichzelf: de haat op zijn gezicht veranderde in verbijstering toen hij zich afvroeg waar hij was, wat hij deed, waarom hij in vredesnaam vocht met het meisje van wie hij hield.

Zijn hand ontspande zich. Hij liet het mes los. Het kletterde op het asfalt.

‘Hé, man, rustig, oké? Straks gebeuren er nog ongelukken.’ Warren Lane kwam dichterbij en raapte het mes op. ‘Mooi,’ zei hij, terwijl hij aan het heft voelde en met zijn duim over het lemmet streek. ‘Je wil je meisje echt niet doodsteken, man. Neem dat maar van mij aan.’ Lachend zwiepte Warren met het mes. ‘De nor is geen plaats voor zo’n mager klerelijertje als jij, man.’ Hij lachte opnieuw. Zijn rokersstem maakte hem tien jaar ouder dan hij was. Hij draaide zich om en deed een gespeelde uitval naar zijn vrienden. De andere jongens deinsden achteruit.

Hij wendde zich tot Dayna. ‘Ik kan dit beter aan jou geven, niet?’ Hij stak haar het mes toe met het heft naar voren, alsof hij erop vertrouwde dat ze er niets doms mee zou doen. ‘En zorg voor die gozer van je, want die heb ’t flink op z’n heupen vandaag.’

‘Max was echt van streek omdat, u weet wel, vanwege de baby en zo. Hij had gezegd dat ik het weg moest laten halen. Ik ging naar het ziekenhuis...’

‘Wéghalen?’ Carrie pakte Dayna’s polsen en draaide haar om, zodat ze elkaar aankeken. Hun ogen waren centimeters van elkaar. Dayna zag hetzelfde verdriet in Carries ogen als ze bij Max had gezien.

‘Je hebt godverdomme onze baby vermoord,’ beet hij haar toe. Het mes was lang en vlijmscherp en Dayna drukte het met de punt omlaag tegen haar been. ‘Dus wat nu, vertel me dat eens? Vertel me godverdomme eens wat er nog over is.’ Speeksel schuimde op zijn lippen. ‘Ik heb niks in mijn leven. Zelfs jou niet meer. Zelfs geen godverlaten baby die we niet wilden en die jij vermoord hebt.’

‘Ik was zo kwaad op hem toen hij zei dat ik het weg moest laten halen. Alsof hij het zomaar weg kon gooien. Alsof hij míj zomaar weg kon gooien.’

Carrie liet haar los. Dayna wist dat ze op tv geen geweld kon gebruiken. Maar het was bijna alsof ze niet meer op tv waren. Die tijd lag achter hen. Ze waren allebei in hun eigen hel, één persoon die de waarheid verhulde en één persoon die haar zocht.

‘Max, wees alsjeblieft rustig,’ smeekte Dayna. De andere jongens begonnen hem weer te jennen. Dat deden ze altijd; daar waren ze op geprogrammeerd.

‘Vertel me godverdomme niet dat ik rustig moet zijn.’ Maar het gekke was, herinnerde ze zich, dat Max juist doodkalm was toen hij dat zei. Een seconde lang, in dat heerlijke moment voor het gebeurde, geloofde ze dat hij voor rede vatbaar zou zijn, dat ze hem zou kunnen vertellen wat ze gedaan had, zodat ze weer naast elkaar konden gaan zitten en konden praten en elkaar konden omhelzen en deze druilerige rotmorgen konden vergeten. God, ze zouden naar de keet kunnen gaan en een paar prijsvragen doen, een joint roken, wat eten.

‘Ik had het mes in mijn hand!’ schreeuwde Dayna tegen Carrie. De studio snakte collectief naar adem.

‘Wat? Hoe?’ vroeg Carrie ongelovig.

Het had goed moeten aflopen; de afloop had moeten zijn dat Warren en zijn makkers wegslenterden om elders heibel te schoppen. De afloop had moeten zijn dat Max zijn hand op haar buik legde en zijn gezicht in haar hals drukte om haar te vertellen over zijn plannen, over hoeveel hij van haar hield. Daar had ze op gehoopt toen ze in dat ziekenhuisbed lag en de anesthesist grapjes maakte om haar op haar gemak te stellen. De lampen boven haar hoofd verblindden haar. De verpleegsters kletsten. Ze pakten haar pols en zeiden dat ze iets kouds in haar arm zou voelen en dan tot honderd moest tellen.

‘Ik heb het niet laten doen. Ik kon het niet,’ zei Dayna, en ze kwam plotseling van haar stoel. Ze moest lopen. Ze liep de treden van het podium af. Ze was verstijfd van angst.

‘Maar ik kreeg niet de kans om het Max te vertellen.’ Met een ruk draaide ze zich naar Carrie, die eveneens was opgestaan. ‘Hij stierf terwijl hij dacht dat ik onze baby vermoord had.’ Dayna gooide haar hoofd achterover en snikte het uit.

Carries ogen waren groot en straalden iets uit wat Dayna doodsbang had moeten maken. Was ze kwaad, blij, zou ze haar slaan, haar omhelzen?

‘Dus je bent nog steeds zwanger?’ Dit nieuws woog zwaarder dan al het andere. Carrie liep naar haar toe – voorzichtig, alsof de waarheid zelf een wapen was. ‘En hoe bedoel je dat je het mes in je hand had?’

Dayna kneep haar ogen dicht en sloeg haar handen voor haar gezicht. Gesmoorde snikken ontsnapten haar.

Het was een lang mes, een keukenmes. Het scherpste dat ze ooit had gezien. Hetzelfde mes als waarmee Max die jongens in het park had bedreigd. Die hadden zich inderdaad snel uit de voeten gemaakt. Max voelde zich er veilig mee, meester van de situatie. Het zou er altijd zijn als hij het nodig had. Koud, onfeilbaar, zeker.

Toen opnieuw een worsteling, ditmaal zo snel dat ze niet wist wat er gebeurde.

‘Max, nee! Wat doe je?’ gilde Dayna. Ze dacht dat alles voorbij was, maar hij sprong op haar af, overrompelde haar, koos voor de verkeerde afloop.

Dayna haalde diep adem.

De camera’s, het publiek en de lampen interesseerden haar niet.

Ze zweette.

‘Ik heb Max vermoord,’ zei ze ijzig.

Alles was stil. In haar hoofd. Buiten haar hoofd. Er was niets meer.

Alles was verdwenen alsof het nooit had bestaan.

Carries gezicht verstarde. Daarna trokken haar voorhoofd en ogen samen in een ongelovige frons. Ze stak haar hand uit, probeerde iemand, iets, te pakken. Ze wist niet wat ze deed. Ze wankelde.

Toen de vloedgolf van geschokte verbijstering door het publiek.

Nee...

Het ene woord was een kogel. Carrie volgde langzaam in zijn pad.

‘Ik heb Max vermoord,’ herhaalde Dayna toonloos. ‘En nu heb ik er spijt van.’

Ze hoorde de woorden, maar sprak ze niet zelf uit. ‘Zo’n spijt, zo’n spijt.’

Carrie kroop naar Dayna. ‘Spíjt is niets.’ Carrie, totaal verward, zwetend, rood aangelopen, glazig van blik, keek hulpeloos om zich heen. Ze keek naar de coulissen. Leah praatte in haar radio. Dennis stond er ook en fluisterde iets tegen die vrouwelijke rechercheur. Twee bewakers kwamen het podium op, staken een arm onder Dayna’s oksels, sleepten haar terug naar haar stoel en dwongen haar te gaan zitten. Ze bleven naast haar staan. Ze rilde. Zo koud.

‘Ik heb Max vermoord,’ zei ze opnieuw om er zeker van te zijn dat iedereen het wist. Ze legde beide handen op haar buik alsof ze de baby wilde beschermen tegen wat er nu ging gebeuren.

Carrie stond midden op het podium met haar armen slap langs haar zij. Haar nek was amper in staat haar hoofd op te houden. Ze kon niet praten of huilen.

Dayna slikte en staarde voor zich uit. Die politieman kon haar elk moment arresteren. Ze zou zeggen dat ze Max stak toen hij naar haar toe sprong om het mes te pakken, dat het zelfverdediging was, dat ze de waarheid al die tijd had verzwegen en leugens had verteld. Haar vingerafdrukken stonden op het mes. Ze had een motief, ze hadden ruzie gekregen over de abortus. Er was geen weg terug meer.

Ze was bereid haar straf te ondergaan. Max geloofde dat ze het kind had laten weghalen. Alles was haar schuld.

Voordat ze wist wat er gebeurde, had hij het mes uit haar hand gegrist. Ze verloor haar greep op het koude handvat.

‘Max, hou op!’

Hij danste naar achteren. Zijn gezicht was vertrokken door de demonen in zijn hoofd.

De jongens begonnen hem opnieuw uit te jouwen, te sarren, uit te schelden voor een loser die beter naar huis kon oprotten.

Dayna draaide met uitgestrekte hand om hem heen. Ze moest het mes terug zien te krijgen.

Grauwend en schreeuwend wankelde Max wijdbeens, half door zijn knieën gezakt en met gebogen rug in het rond. Hij schreeuwde dingen die ze niet verstond – niet wílde verstaan – en toen hief hij zijn gezicht naar de hemel en smeekte om hulp. Hij huilde.

Dayna keek eveneens omhoog, alsof de hemelen het antwoord bevatten waarnaar ze zochten. Want ze waren op een soort speurtocht geweest, en gedurende de paar korte maanden waarin ze samen het verdriet en de verrukkingen van de jeugd, van in-leven-zijn, van het ánders-zijn − hoewel ze als puntje bij paaltje kwam precies hetzelfde waren als de rest − hadden ondergaan, was hun levensweg samengevallen.

Wie, vroeg ze zich gedurende die paar korte seconden dat ze naar de staalgrijze wolken staarde af, bepaalt ons lot?

Ze sloeg haar blik weer neer, langzaam en weloverwogen. Niets was echt meer.

Maar alles veranderde toen Max het mes in zijn maag dreef.

Zijn ogen puilden uit, zwemmend in tranen.

Hij bleef Dayna aankijken terwijl hij de pijn proefde.

Eén grote golf die hem overspoelde. Alle ellende van zijn leven gebundeld in één diepe wond.

‘O god, néé!’

Max trok het mes eruit. Heet bloed stroomde uit zijn lichaam.

Dayna gilde.

Max stak zichzelf opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw. Hij was dubbelgeslagen, hield het mes met beide handen vast en stak het omhoog in zijn onderbuik. Zijn handen, zijn gezicht, zijn kleren, zijn voeten, de grond... binnen enkele seconden was alles rood van het bloed.

‘Shit!’ schreeuwde iemand.

‘Verrekte verrader,’ riep Lane tegen zijn makkers.

Dayna keek hem verdwaasd aan. Ze vroeg zich af wat hij bedoelde, en hoopte dat ze hulp gingen halen, dat ze alles weer goed zouden maken.

Dat deden ze niet. Ze renden weg. Hun glimmende sportschoenen blonken in het onzekere licht. Er was niemand anders in de buurt.

Langzaam zakte Max door zijn knieën. Dayna gilde opnieuw, maar er kwam geen geluid uit haar mond. Gebiologeerd keek ze toe hoe de beeldschone, magere, intelligente, hopeloze Max op de grond zakte. Zijn hoofd sloeg tegen het asfalt.

Dayna snelde naar hem toe. ‘Niet doodgaan,’ smeekte ze. O god, o god, o god...

Ze hoorde rennende voetstappen. Ze legde haar handen op Max’ buik, maar kon het bloeden niet stelpen. Hij snakte naar adem en iets in hem borrelde omhoog en zakte amechtig weer weg.

‘Help!’ krijste Dayna. Ze sprong overeind. Het schoolterrein was troostelozer dan ooit. De bende was verdwenen. Ze zocht haar mobieltje en belde de ziekenwagen.

‘Ik kan niet zonder jou leven,’ riep ze terwijl ze probeerde het bloed dat uit zijn lichaam stroomde te stelpen. Max leek leeg te lopen. ‘Ik wíl niet zonder jou leven.’

Het was allemaal haar schuld. Als zij hem niet voor de gek had gehouden, hem niet had willen straffen door hem wijs te maken dat ze het kind had laten weghalen, zou hij niet zo doorgeslagen zijn.

Wat had ze gedaan?

‘Stop,’ zei iemand. Die vrouw Leah kwam met grote stappen het podium op.

Dayna keek met grote ogen op. Ze beet op haar lip.

‘Carrie, het is oké, het is oké,’ zei Leah. ‘We zitten niet meer in de uitzending. Al niet sinds het filmpje. Ik besloot een herhaling uit te zenden toen de situatie penibel werd.’ Ze trok Carrie tegen zich aan en keek Dayna kwaad aan over haar schouder. ‘De telefoons staan roodgloeiend. Je hebt het fantastisch gedaan.’

‘Ik... begrijp het niet,’ zei Carrie. Haar stem was zwak.

‘Dat hoeft ook niet.’ Plotseling stond Dennis Masters naast Dayna Hij rook naar zweet en koffie. ‘Dom kind,’ mompelde hij. ‘Zorg voor haar, rechercheur,’ zei hij tegen Jess.

Dayna fronste haar voorhoofd. Waar hadden ze het over?’

‘Ik heb Max vermoord. Het is mijn schuld dat hij dood is,’ zei ze opnieuw. De woorden brandden haar lippen. Ze zag Carrie in elkaar krimpen terwijl Leah haar meenam. Haar gezicht was een landkaart van wanhoop en verdriet.

‘Goed geprobeerd,’ zei Dennis tegen haar. ‘Maar je bent te laat. Warren Lane heeft al bekend. Hij belde kort na het begin van de show. Een wagen is onderweg om hem op te halen.’

Dayna trok een gezicht. Ze snapte het niet. Waar had hij het over?

‘Tussen ons gezegd en gezwegen, meid...’ Dennis liet zich op zijn hurken zakken. Jess was weggelopen om haar telefoon te beantwoorden. ‘... ik wéét hoe het echt zit.’

Dayna wilde hem trappen, slaan en stompen tot hij haar geloofde, maar ze kon alleen maar blijven zitten, met haar schouders opgetrokken tot haar oren en haar gezicht verborgen achter de kraag van haar jack.

‘Die kleine verklikkers Samms en Driscoll meenden hun makker Lane problemen te moeten besparen door alles op te biechten. Ze hebben me precies verteld wat er gebeurd is, en hun verhaal klopt met de nieuwe forensische en sectierapporten.’

‘Ik heb Max vermoord. Het is mijn schuld dat hij dood is,’ herhaalde Dayna werktuiglijk.

‘Nee, meid. Dat heb je niet.’ Dennis zuchtte. Hij legde een hand op haar arm. ‘Maar Lanes bekentenis zal de weg plaveien naar de gevangeniscel waar hij altijd van gedroomd heeft.’

Dayna’s gezicht werd beurtelings rood en bleek en vertrok van schrik. ‘Nee... nee... u begrijpt het niet...’

‘Maar zie je, ik heb een klein probleem.’ Dennis draaide zich verder om, zodat hij met zijn rug naar de studioploeg zat. Hij kwam dichterbij. ‘Mijn agenten zijn op weg om Warren te arresteren. Het Openbaar Ministerie zal hem aanklagen en na een kort optreden voor de rechter draait hij de nor in. Daar komt de kleine etter voorlopig niet uit, dus ik ben hem kwijt. En de hoge omes zijn tevreden omdat onze statistieken voor geweldsmisdrijven er plotseling stukken beter uitzien. Onze enige problemen zijn Samms, Driscoll en... jij, natuurlijk.’

Dayna snakte naar adem. Waar had hij het over? Ze kon hem niet volgen.

‘Als je niet gearresteerd wilt worden omdat je de tijd van de politie verspilt en de rechtsgang belemmert, dan adviseer ik je om je gedeisd te houden. Bijvoorbeeld door je best te doen een brave meid op school te zijn en zo goed mogelijk voor de baby te zorgen zodra die geboren wordt.’ Dennis glimlachte – een poging om zijn angst te verbergen voor het geval ze protesteerde, besloot Dayna – en toen stond hij op en strekte kreunend en krakend zijn rug.

Nee... néé... zo was het niet bedoeld. Dat ze voor Max de gevangenis in ging, was één ding. Dat was haar persoonlijke hel – een gepaste straf. Maar opgesloten worden omdat deze politieman haar een loer had gedraaid, was iets heel anders.

Ze dacht snel na. Het zou zeker zoete wraak voor Max en haar zijn als mensen als Warren Lane achter de tralies verdwenen. Hij en zijn bende hadden hun leven de afgelopen jaren tot een hel gemaakt.

‘En die andere twee... Driscoll en zijn vriend?’ vroeg Dayna. ‘Niemand anders heeft gezien wat er gebeurde. De rest van de bende was al vertrokken.’

‘Die heb ik hetzelfde verteld als jij. Ze kunnen veroordeeld worden voor het achterhouden van bewijsmateriaal of hun bek houden en opdonderen. Wat denk je dat ze kozen?’ Dennis lachte. Dayna had hem nooit aangezien voor een kwaadaardige man.

‘En Max’ moeder?’ vroeg Dayna. ‘Weet zij het?’

Dennis was al weggelopen, maar nu bleef hij staan en kwam terug. Hij keek haar strak aan. ‘Wat denk je?’

Dayna voelde zich plotseling twintig jaar ouder. Een vreselijk gevoel. Ze wilde weer kind zijn. Haar hoofd bonkte en ze wilde weg uit die rare droomwereld waarin ze al een week leefde.

Het enige wat ze had willen doen was Max beschermen, en nu was dit allemaal gebeurd. Hoe kon ze hem in hun herinnering laten voortleven als de jongen die was doorgeslagen en zichzelf had doodgestoken? Ze kon het niet verdragen dat zij onderdeel was van het lelijke mengsel dat hem daartoe had gedreven. Ze had de afgelopen week vaak overwogen om naar hem toe te gaan, waar hij ook was, maar ze wist dat ze daar nooit het lef voor zou hebben – niet nu iemand anders afhankelijk van haar was.

Ze kneep haar ogen dicht, maar zag alles nog steeds, in alle geuren en kleuren, in haar hersenen geëtst. Het zou nooit meer weggaan.

In blinde paniek had Dayna voor de komst van de ziekenwagen en de politie het mes onder Max’ been uit gehaald en onder haar vest gestopt. En toen kwam iedereen tegelijk. Ambulancepersoneel, politie, leraren en leerlingen – de drukte en het lawaai! Meneer Denton pakte haar arm, schreeuwde haar vragen toe en belde de directeur, en toen had ze ongezien weten te ontsnappen. Ze rende en rende, zonder te weten waarheen. Ze kwam bij de afvoersloot, hijgend, in paniek, hysterisch huilend. Ze trok een plastic zak uit het water, wikkelde het mes erin en gooide het in een afvoerbuis. Daar zou het nooit gevonden worden.

Achteraf besefte ze dat Denton de politie moest hebben verteld dat zij Max had gevonden. De reden waarom ze niet aan dat ter plekke bedachte verhaal had vastgehouden, was dat een van de jongens zeker zijn mond voorbij zou praten. Maar ze had zich vergist. Ze hadden niets gezegd. Ze had moeten weten dat dit altijd zo was, dat dit hun natuur was. Dat ze altijd één lijn trokken, hun soort. Mondje dicht, geen woord tegen de politie of betaal de prijs. Gewoon de wet van de bendes. Behalve Warren Lane, natuurlijk, die had besloten dat hij weer naar de gevangenis wilde. Iets in Dayna kon dat volkomen begrijpen.

De studio gonsde van mensen, van stemmen, van geruchten en gissingen. Dayna zag Carrie die dag niet meer terug. Jess bracht haar naar huis. Ze liet de motor lopen toen ze voor het huis tot stilstand kwamen. ‘Denk je dat het zal gaan?’ vroeg ze.

‘Ja hoor,’ zei Dayna, maar ze bedoelde het tegenovergestelde. Haar huis zag er koud, donker en onaanlokkelijk uit. ‘Ik red me wel.’ Ze vroeg zich af of haar moeder al thuis was. De bewakers hadden haar tijdens de show kennelijk buiten de deur gezet. Dayna stond op het trottoir en keek de wegrijdende politiewagen na. Ze legde allebei haar handen op haar buik. Ze wilde de baby alles over zijn vader vertellen.

+++

Meteen toen hij de knop van de afstandsbediening indrukte, wist hij dat hij geen nacht meer in dit appartement kon doorbrengen. De tv ging uit. Buiten hoorde hij kinderen schreeuwen.

‘Ik moet naar de studio,’ zei hij zacht. Hij moest bij Carrie zijn. Luisteren naar haar ondervraging van het meisje over de dood van hun zoon, zich een voorstelling maken van het filmpje, zich afvragen waarom de show onverwacht werd afgebroken voor een herhaling... al die dingen waren nog pijnlijker dan alles met zijn eigen ogen zien. Hij belde Fiona.

Toen ze aankwamen, zat Carrie in haar kleedkamer. Ze weigerde op te staan, kón niet opstaan, zei ze tegen hem na iedereen te hebben weggestuurd. Ze waren alleen.

‘Ze hadden het niet moeten toestaan,’ zei hij. ‘Ik zou het niet toegestaan hebben.’ Hij trok haar tegen zich aan, voelde de warmte van de felle lampen boven de spiegel op zijn wangen.

‘Maar ik kon toch niet niks doen?’ antwoordde Carrie. Brody schudde zijn hoofd, terwijl hij het hare tegen zijn schouder drukte. Hij begreep haar volkomen, dacht hij, terwijl hij zijn eigen futiele pogingen om zijn zoon te helpen voor de geest haalde. Ze waren allebei machteloos geweest. Hij vroeg zich af of hij en zij samen genoeg zouden zijn geweest om Max te redden, of ze samen zouden hebben gezien wat daarvoor nodig was.

‘Een jongen heeft bekend,’ zei Carrie verbitterd. Dat wist Brody niet. ‘Maar zal ik je eens iets vertellen.’

Vertel maar, dacht hij, maar ik weet het al.

‘Het verandert niks. Het interesseert me niet of die jongen de gevangenis in gaat. Het interesseert me niet wie het gedaan heeft.’ Carrie duwde hem weg, hield hem op armlengte van zich af, alsof dat hem zou helpen het verdriet te zien waarvan hij wist dat het over haar hele gezicht geschreven stond. ‘Het ergste is dat zulke dingen ons soort mensen niet overkomen, Brody. We zijn er nooit op voorbereid. We denken dat onze omstandigheden ons automatisch immuun maken.’ In de korte stilte die daarop volgde, dachten ze allebei na. ‘Maar dat is niet zo. Dat is een illusie. Uiteindelijk zijn we allemaal hetzelfde.’

Na zijn vertrek uit de studio bracht Fiona hem naar een motel. Hij weigerde nog één nacht in zijn appartement door te brengen. Ooit had hij gedacht dat het wonen in die wijk hem onderdeel zou maken van een vertrouwde wereld die op slag was verdwenen; nu wist hij niet meer of hij zou kunnen leven met het kristalheldere inzicht dat dit hem gegeven had. Hij zwoer dat hij nooit meer terug zou gaan. Het was geen plek voor hem. En het was geen plek geweest voor zijn zoon. Zoals Carrie al zei, zulke dingen overkwamen hun niet.

+++

Leah vond haar alleen in de kleedkamer, met alleen nog een vleugje van Brody’s aanwezigheid in de lucht. Het studiopersoneel was naar huis en de rechercheurs waren vertrokken. Leah hurkte naast de draaistoel waarop Carrie naar zichzelf in de helder verlichte spiegel zat te staren.

‘Tijd om naar huis te gaan, schat,’ zei ze.

Carrie had een aantal gelinieerde, aan beide kanten volgekrabbelde pagina’s in haar slappe hand. Aan de randen liep de inkt uit in ronde vlekken – tranen, dacht Leah bij het zien van Carries rode ogen.

‘Dit is Max’ opstel,’ zei ze. ‘Zijn leraar gaf het aan me toen ik naar zijn huis ging. Ik stopte het in mijn tas. Ik kon het niet meteen lezen.’

Leah pakte het aan. ‘Romeo en Julia,’ zei ze met een flauw glimlachje. ‘Doet me denken aan onze examens vroeger.’

‘Lees het,’ zei Carrie. Ze draaide haar hoofd, alsof haar blik afwenden het verdriet zou verzachten. ‘Lees de laatste alinea.’

+++

Zijn wij vandaag de dag dan zo anders, in een wereld die zo ver verwijderd is van die van Romeo en Julia, die streden voor hun liefde? Als een jongen van een meisje houdt, er zo hevig naar verlangt bij haar te zijn dat hij zijn halve leven voor haar verborgen moet houden, maar toch smelt als hij zelfs maar een seconde in haar ogen kijkt; als diezelfde jongen zijn liefde voor haar wil uitschreeuwen maar onder het gewicht van anderen verpletterd wordt, is het dan juist dat zijn straf de dood is? Ja, zeg ik. Ik zeg dat zelfs het absolute einde hem niet in de weg zal staan. Zelfs het noodlot zal niet tussenbeide komen als zo’n rauwe, jonge, van meet af aan gedoemde liefde de kans krijgt haar beloop te hebben. Onze wereld bestaat nog steeds uit licht en donker, goed en slecht, wij en zij. Zonder deze dingen zou dit een somber oord zijn. Zonder deze dingen zou ik helemaal niet hebben geleefd.

+++

‘O, Carrie,’ zei Leah. ‘Max was een verbazende jongen.’

Dat was alles. Meer woorden waren niet nodig. De vrouwen omhelsden elkaar en liepen het mediacentrum uit. Leah bracht Carrie naar huis en liet haar op haar verzoek alleen achter om te wachten tot het gevoel van verdoving verdwenen was, te wachten tot − zoals ze wist dat op een goede dag zou gebeuren − het licht weer terug zou komen.