Vrijdag 1 mei 2009
Voor het eerst in een week sliep Carrie meer dan twee uur. Ze meende zelfs zeker vier uur onafgebroken slaap te hebben genoten. Ze had Leah naar huis gestuurd, ondanks haar tegenwerpingen. Martha woonde in het personeelsappartement en redderde om Carrie heen alsof ze een terminale patiënte was, iets wat volgens Carrie best het geval zou kunnen zijn – dat haar leven abrupt was geëindigd, maar ze door een wrede speling van het noodlot gedwongen werd door te leven en de nasleep ervan te ervaren. Het zou makkelijker zijn als ik zelf dood was, had ze de afgelopen week zeker duizend keer gedacht. Telkens wanneer ze insliep, probeerde ze zichzelf te dwingen nooit meer wakker te worden.
‘Je bent een juweel, Martha.’ Het was fijn om de goede dingen te zien, al was het maar even.
‘Dit eet je altijd op vrijdag, schat.’
Carrie ging aan tafel zitten en keek naar het fraai gearrangeerde bord met roerei en plakjes Schotse gerookte zalm. Een schaal vers fruit stond naast een pot koffie en een karaf vruchtensap. Carrie dacht niet dat vrijdagen nog ooit hetzelfde zouden zijn.
Ze at een beetje en dronk de koffie om haar bevroren aderen te ontdooien. Het was nog vroeg. Als het half zeven op een normale vrijdagochtend was geweest en ze had een show die ze helemaal niet had voorbereid, zou ze Leah afblaffen door de telefoon en schreeuwend bij de researchers informeren wat er ging gebeuren. Nu dronk Carrie, ondanks het feit dat ze er niet het flauwste idee van had wat er in de show zou gebeuren, rustig koffie en keek door de grote spiegelruit naar een mus die door haar spartaanse tuin wipte. Hij leek teleurgesteld, dacht ze, met zijn leien, granieten en marmeren bouwsels en paden, en had het zo te zien ook niet begrepen op de bamboe en de zeldzame Japanse planten die volgens haar tuinarchitect de enige manier waren om een open stadsruimte in te vullen.
‘Zijn er korstjes, Martha?’ Carrie stond bij het aanrecht en zocht op het blad.
Martha draaide zich om van de gootsteen. ‘Korstjes? Heb je nog trek, schat?’
Daar moest ze om lachen, wat nog steeds pijn deed. ‘Nee, maar de vogel wel.’
Martha maakte zwijgend een witte keramische pot open, haalde er een volkorenbrood van de warme bakker uit en sneed een snee af.
‘Genoeg, schat?’
Carrie knikte en schoof de glazen deur zo geruisloos als ze kon open. Nu zaten er twee mussen. Een ervan vloog meteen weg toen de deur bewoog, maar de tweede bleef stokstijf staan en staarde recht voor zich uit, zij het op zo’n manier dat hij precies in de gaten kon houden wat ze deed. Ze brak het brood in stukjes en gooide er een paar naar buiten. De vogel bleef roerloos zitten. Hoe kan hij zo stil zijn en toch leven? Ze was jaloers op hem. Als ze kon, zou ze zichzelf van binnen uit laten bevriezen en zich nooit meer verroeren.
De mus wipte in de richting van het brood. Carrie verkruimelde de rest van de snee en gooide hem naar buiten. Bij het zien van haar bewegingen verstijfde de vogel opnieuw. Carrie deed een stapje naar buiten. De vogel wipte een meter achteruit en fladderde naar een albasten bal. Carrie en de mus staarden elkaar aan. Hij wilde het brood, Carrie wilde dat hij at. Waarom waren ze dan in deze impasse verzeild geraakt?
‘Het is oké, mus,’ fluisterde ze. Het staartje van de vogel trilde. ‘Ik zal je niets doen, hoewel je dat onmogelijk kunt weten.’ Carrie liep om de broodkruimels heen en leunde tegen de zijkant van het huis. Ze probeerde in de bakstenen te verdwijnen, in de hoop dat de vogel zou nemen waar hij zo hevig naar verlangde.
Kom naar me toe, smeekte ze in haar hoofd.
Toen er niets gebeurde, toen de mus opnieuw opvloog en op de muur ging zitten, raapte Carrie het brood op en gooide het verder de tuin in. ‘Het kan me niet schelen of je het wilt of niet, stomme vogel.’ Ze zette haar voet op de rest van de kruimels en wreef ze in het vochtige plaveisel. ‘Het lag er voor je en je wilde het niet pakken. Dan lijd je maar honger!’
Ze ging terug naar binnen en trok de glazen deur met een klap dicht. Toen ze weer aan de tafel zat en tot bedaren was gekomen, dronk ze haar koffie en dacht na over de show. Ze bad dat Dayna woord zou houden en naar de studio zou komen. En ook dat het meisje haar mond zou opendoen. Carrie wilde geen vastomlijnde aanpak. Ze wilde dat het gesprek zich spontaan ontspon, wat het voor de kijkers alleen maar echter maakte. In werkelijkheid ontbrak het haar aan de geestelijke energie om zich voor te bereiden. Ze zou haar kijkers de ongewone situatie uitleggen, haar gevoelens zo goed mogelijk beheersen en het meisje een gedetailleerd verslag van de gebeurtenissen laten geven. Er was zeker iemand die iets wist, die de hotline van de politie zou bellen. Dat gebeurde altijd. En meestal waren het de triviaalste opmerkingen van de kijkers die de politie in staat stelden een arrestatie te verrichten.
Buiten vloog de mus van de muur en begon het brood op te eten. Even later stonden een stuk of zes vogels de kruimels op te pikken.
‘Ik had ze alleen maar hoeven laten weten dat het er was,’ zei Carrie.
‘Wat zei je, schat?’
‘Max,’ vervolgde ze, afwezig naar de vogels kijkend. ‘Ik had hem moeten laten weten dat ik er was.’ Carrie stond op, pakte haar sleutels en tas, trok een jasje aan en ging voor de halspiegel staan. Een vreemde keek haar aan. ‘En dat heb ik niet gedaan,’ besloot ze. Daarna draaide ze zich om en liep naar haar auto.
+++
‘’t Enige wat ik kan zeggen is dat ik hoop dat we hier verdomme voor betaald krijgen.’ Dayna’s moeder leunde tegen het aanrecht en propte bacon in haar mond.
‘Hoezo, niemand heeft je d’r toch om gevraagd, wel?’ Kev sopte met een snee wittebrood de resten van een ei op. Hij was niet aangekleed. Hij dacht er niet over om met zijn stiefdochter naar de studio te gaan. ‘’t Is allemaal voor nop bij die lui. Ik snap niet waarom je eraan begint.’
‘Omdat ze verdomme die jongen wil helpen, daarom.’
Dit was het eerste woord van medeleven dat ze haar moeder in tijden had horen zeggen, dacht Dayna terwijl ze in haar ontbijtgranen staarde. Ze kon niet eten. Dan zou ze in de studio zeker overgeven.
‘Inderdaad. Dat wil ik heel graag,’ fluisterde ze, maar alleen Lorrell hoorde haar.
‘Dit is mijn baby, mammie,’ zei ze terwijl ze een plastic pop omhooghield. Niemand luisterde. Haar moeder en Kev kibbelden nog steeds over de vraag of Dayna geld zou krijgen om in Reality Check te verschijnen.
Dayna keek haar kleine zusje fronsend aan en legde een vinger op haar lippen.
‘Sst,’ siste het kleine meisje terug.
‘Volgens mij gaat ’t allang niet meer om ’t geld, Kev. Heb je niet gezien hoe van streek onze Dayna de laatste paar dagen is? Ze heeft niks gegeten en elke dag overgeven, niet, meid?’
‘Mmm,’ antwoordde Dayna. Ze wilde alles zo snel mogelijk afwerken: naar de studio gaan, verblind worden door de lampen en door Carrie Kent met haar prachtige kleren en haar laconieke manier van doen. Ze wilde ten overstaan van een brullend publiek aan de schandpaal genageld worden en daarna door hen worden toegetakeld, bloedend en beurs, net als Max.
Waarom had ze in godsnaam ja gezegd?
Omdat ze het verdiende.
Er werd op de deur geklopt. Lorrell klauterde van haar stoel en rende de gang in om open te doen. Toen Dayna in de hal keek, zag ze een in het zwart geklede man met een pet op. Hij boog zich naar Lorrell om met haar te praten, en even later draafde haar zusje de keuken weer in.
‘Die meneer heeft een auto voor Dayna,’ zei ze. Haar stem trilde van opwinding en een deel van haar ontbijt liep over haar kin.
‘O nee,’ zei Dayna. ‘Hij is vroeg.’ Ze sprong van tafel en rende de man voorbij, die nog steeds aan de deur stond.
‘Tien minuten, juffrouw,’ riep hij terwijl ze voorbijkwam. ‘Ik zal buiten wachten.’
Dayna holde naar haar kamer om zich voor de derde keer om te kleden, zodat ze haar hele garderobe had afgewerkt. Een spijkerbroek leek niet helemaal gepast, maar meer had ze eigenlijk niet. Ze deed de verschoten broek aan, trok een schoon T-shirt over haar hoofd en deed er een donker jack over. Ze zag er redelijk uit, dacht ze. Gewoon normaal.
Wat dat ook mocht betekenen.
Ze snapte niet waarom iedereen in de wereld haar als anders beschouwde. Haatten ze haar omdat ze in de loop der jaren haar haar met alles geverfd had, van schoenpoets tot chloor? Of omdat ze zeker tien piercings in haar oren had, sommige gemaakt met een passer in een toilethokje als ze zich heel erg beroerd voelde? Of kwam het door haar blauwe nagellak of vele armbanden, of door de manier waarop ze glimlachte of rookte of praatte of lachte of huilde, zoals nu?
‘Hou op, idioot,’ snauwde ze tegen zichzelf. Ze propte wat papieren zakdoekjes in haar zak, pakte haar mobieltje en rende de trap weer af.
‘Mam,’ zei ze hijgend aan de keukendeur. ‘Ik ga.’
‘Maar niet alleen,’ zei haar moeder. Ze kwakte haar lege bord in de gootsteen, griste haar oude jas van de rugleuning van de stoel en stopte haar sigaretten en aansteker in haar zak. Ze drukte een kus op Lorrells hoofdje. ‘Zorg dat je een brave meid voor pappie bent. En zwaai naar je zusje op de tv.’
Met haar ogen half dichtgeknepen tegen de zon, alsof het felle licht hen naar een betere plaats leidde, bleef Dayna even staan voordat ze in de auto stapte.
‘Dank je, mam. Dank je dat je met me meegaat.’
‘Ik zou ’t voor geen goud willen missen, meid,’ zei ze.
Dayna benutte de stilte in de auto, terwijl haar moeder rook uit haar raampje blies, om zich af te vragen of dat kwam doordat haar moeder net als zo veel andere gasten in de show alleen maar haar vijf minuten roem wilde opeisen, zich wilde koesteren in de omgekeerde glorie van het aan de wereld vertellen hoe moeilijk ze het had, of omdat ze echt de waarheid wilde horen.
+++
Carrie zat in de kleedkamer. Haar styliste zocht minder enthousiast dan normaal door de kleren. Eigenlijk was de sfeer in de hele studio bedrukt, en Carrie waardeerde dat. Ze wilde weliswaar niet anders behandeld worden, maar ze kon het lawaai en geraas van het echte leven nog niet goed verdragen.
‘Wat dacht je hiervan?’ opperde de styliste, een leigrijze rok en een blouse met een donker streepje omhooghoudend.
‘Lijkt me niet.’ Carrie had haar haar in rollers. ‘Vandaag moet anders zijn.’ Ze had er genoeg van dat andere mensen haar kleren kozen en haar buik vol van mensen die aan haar gezicht en haar haar plukten, dingen wegveegden of toevoegden en om haar heen dansten alsof ze een hulpeloos kind was. Ze dacht aan het interview waarin ze de man tot de bekentenis had gedwongen dat hij zijn gezin had vermoord. De kleren waren onbelangrijk. ‘Ik hou gewoon aan wat ik aanheb.’
Gezien Carries gemoedstoestand besloot de styliste geen bezwaar te maken. De mensen keken toch wel, ongeacht hoe Carrie gekleed was. Ze keken vanwege de enerverende debatten, de ruzies en de uiteindelijke oplossing. Vandaag zouden ze geheel op de hand van de presentatrice zijn.
‘Goed, spijkerbroek en sweatshirt dan.’ Ze klapte in haar handen als om het begin en het eind aan te geven van een ruzie die er niet zou komen. Toen de styliste de kleedkamer uit liep, meende Carrie haar een gezicht te zien trekken naar de visagiste die net binnenkwam.
‘Ik wil niet moeilijk doen,’ riep ze, maar de vrouw was al weg. ‘Ik wil gewoon dat ze zich op haar gemak voelt, alsof ik... alsof ik haar moeder was.’ Haar stem klonk kleintjes en ze betwijfelde of de visagiste zelfs maar luisterde. ‘Een likje maar. Niks overdrevens.’ Het meisje knikte, kauwde op haar kauwgom en haalde haar borstels tevoorschijn.
+++
‘Is ze er al?’ Het was tien over half negen en Carrie ijsbeerde door Leahs kantoor. Ze rilde – de ene minuut ijskoud en de volgende te warm. Haar botten deden pijn en leken te broos om haar gewicht te dragen, alsof het verdriet van de afgelopen week ze van binnenuit had weggevreten. ‘Heeft iemand dat meisje verdomme al gezien of niet?’
‘Rustig maar, Carrie. Ze komt heus wel.’
‘Maar is ze al in het gebouw?’
‘Sally heeft de chauffeur gebeld. Ze zitten vast in het verkeer. Nog even en ze zijn er.’
Bij dit nieuws begon Carrie nog sneller te ijsberen. ‘En als ze het niet halen? Dan zou ik haar telefonisch kunnen interviewen, niet? Of we zouden de camera’s naar de auto kunnen brengen. Wat er ook gebeurt, dat meisje komt op tv.’
‘Carrie, verwacht niet te veel.’ Leah kwam achter haar bureau vandaan. ‘Ze kan nog steeds terugkrabbelen. En zelfs als ze dat niet doet, dan krijgen we misschien toch geen tips.’
‘Heeft ze een mobieltje? Waarom had ze geen politie-escorte? Kan dat niet geregeld worden?’
‘Rustig. Alsjeblieft.’ Leah pakte haar vast. ‘Je maakt jezelf van streek. Je moet rustig zijn voor de show.’ Leah veegde een lok haar uit Carries gezicht. ‘Als je je nu eens vast ging omkleden en je haar liet doen.’
‘Dat heb ik al gedaan,’ vuurde Carrie terug. ‘Als ik eruitzie zoals altijd in de show, klapt ze zeker dicht. Ik moet haar op haar eigen niveau benaderen.’ Carrie liet zich op het randje van een stoel vallen. ‘En als ze nu tóch dichtklapt? Of als niemand de studio belt?’
‘Carrie, Carrie.’ Leah gaf haar een glas water. ‘Weet je zeker dat je dit wilt doen? Het is nog niet te laat om je terug te trekken.’
‘Natuurlijk wil ik me niet terugtrekken. Ik zie gewoon geen andere manier om verder te gaan. Als ik niet alles op alles zet om gerechtigheid voor Max te krijgen, dan...’ Carrie zweeg. Ze kon zich geen voorstelling maken van de leegheid van haar verdere leven. Ze haatte zichzelf omdat ze het doel van haar leven pas ontdekt had toen het verdwenen was. ‘Dan zal ik onmogelijk met mezelf kunnen leven,’ besloot ze. Ze dacht niet dat dit ook maar een tiende duidelijk maakte van wat ze voelde.
+++
Dennis stond erop dat Jess bij het meisje bleef tot de show begon. Zij had haar ten slotte overgehaald, en als ze op het laatste moment twijfels kreeg, wilde hij op Jess’ overredingskracht kunnen rekenen.
‘Ze zal zich niet terugtrekken,’ zei Jess.
‘Hoe weet je dat zo zeker? Ze is tot nog toe allesbehalve een trouwbare getuige geweest.’
‘Ik heb haar over die jongen van Plummer verteld. Dat zijn moeder helemaal in de vernieling lag toen haar zoon vermoord was.’
‘En kon dat haar één zier schelen?’ Dennis parkeerde de auto op zijn vaste plaats bij de studio. Hij was blij dat er nog iets hetzelfde was in een wereld waarin alles veranderd leek.
‘Ze dacht er heel diep over na. Ze snapte dat de publiciteit de politie geholpen had de moordenaars te pakken. En ik zei ook dat een lid van de betrokken bende had toegezegd om incognito en met vervormde stem in Carries show te komen, maar dat ze zich op het laatste moment had bedacht. Ik bood haar ook anonimiteit aan, maar dat weigerde ze. Ze is anders dan andere meisjes, Dennis. Ik heb maar een uur met haar gepraat, maar ja, ze lijkt ouder dan ze is. Wijzer op een naïef soort manier, alsof alles wat ze meegemaakt heeft haar... anders heeft gemaakt.’
‘Anders. Dat mag je verdomme wel zeggen,’ gromde Dennis. Hij wreef in zijn nek en rekte hem uit tot hij kraakte. ‘Er knaagt al een hele tijd iets diep in mijn binnenste over heel deze toestand, Jess, en zal ik je eens wat vertellen? Het zit niet zo diep meer.’
‘Het enige wat aan jou knaagt, Dennis, is de noodzaak om zo snel mogelijk iemand te arresteren. De druk vreet aan je, niet een of ander moreel besef van je verplichtingen aan de gemeenschap...’
‘Waag het niet om ook maar ooit te suggereren dat morele overwegingen me niet interesseren, rechercheur. Dit is toevallig de zoon van een dierbare... een goede vriendin. Moreel besef en statistieken en de hoge omes, of laat staan de gemeenschap zoet houden, komen niet eens in de buurt van Carrie te zien lijden omdat een of andere etter besloot haar zoon op het schoolplein dood te steken.’ Dennis klikte zijn veiligheidsriem los en gooide het portier open. Zijn gezicht was vuurrood en hij hapte naar adem alsof hij dreigde te stikken. Besefte Jess dat dit allemaal een rookgordijn was voor hoe hij zich voelde tekortschieten?
‘Zó dierbaar, hè?’ Jess sloot haar portier met een fractie van de kracht waarmee Dennis het zijne had dichtgesmeten. Hij zei niets toen ze naast elkaar door de bewaking van het mediacentrum liepen en het gebouw binnengingen waar ze Carrie en haar team zouden vinden.
Inderdaad, zó dierbaar, dacht hij.
+++
Dayna wilde met haar hand over het koele leer van de achterbank van de auto glijden en die van haar moeder pakken. Ze wilde tegen haar borst gedrukt worden, met haar hoofd tegen haar schouder, en horen dat alles goed zou komen, terwijl ze de ellende die zich in haar had vastgebeten eruit gooide. Ze was doorlopend misselijk en had permanent hoofdpijn. Ze sliep slecht, en als ze sliep, zag ze Max in haar dromen keer op keer door zijn knieën zakken – terwijl het bloed geruisloos uit zijn lichaam stroomde – en ten slotte op zijn zij op de grond vallen en zijn laatste adem uitblazen.
‘Mam,’ fluisterde ze.
‘Wat?’ Ze wendde zich af van het open raampje. Rook kwam tussen haar lippen vandaan toen ze praatte.
‘Ik ben bang.’
Dayna’s moeder staarde haar aan, bijna geschokt dat haar dochter een dergelijke emotie zelfs maar kon overwegen.
‘Denk maar aan het geld, kind. Dan valt het best mee. Dat zul je zien.’ Er ging inderdaad een hand naar Dayna toe, maar alleen maar om haar een speels kneepje in haar dij te geven.
‘Ik krijg geen geld, mam. Dat weet je toch. Ik doe dit om Max te helpen.’
Haar moeder gromde alleen maar. Ze geloofde duidelijk niet dat ze er niet beter van zou worden.
Toen er eindelijk schot in het verkeer kwam, keek Dayna naar buiten en ze zag Londen veranderen van haar grimmige wijk in onbekende straten vol dure auto’s en exclusieve winkels en hotels. In de grond was haar moeder precies hetzelfde als die treiters op school. Ze deden alles om er beter van te worden, soms financieel, soms om zich sterk te voelen en soms, wist ze, omdat ze gewoon niet anders konden. Soms was het een kwestie van doden of gedood worden. Zo simpel. Ze geloofde niet dat haar moeder ooit iets als ambitie of trots had gevoeld. Net als de kinderen op school probeerde ze alleen maar binnen te halen wat ze kon.
Het mediacentrum was het grootste gebouw dat Dayna ooit had gezien. Het was opgetrokken uit dezelfde saaie jarenzeventigbaksteen als haar school, maar slaagde er op de een of andere manier toch in om een moderne en verzorgde indruk te maken, met zijn twee glazen vleugels aan weerszijden van het oudere stuk met de gebogen voorgevel. Ze keek naar de zich haastende mannen en vrouwen op het goed onderhouden plein waar de auto geparkeerd stond, en vond dat het er echt uitzag als een knooppunt van informatie en vermaak. Wat zou ze graag een stukje van zo’n wereld zijn.
Langzaam duwde ze het portier open. De chauffeur hielp hen uitstappen en vertelde haar moeder waar ze moest zijn. Dayna luisterde, want haar moeder had het te druk met haar peuk uitmaken op de grond. De chauffeur kuchte en gaf Dayna een knipoogje. Ze voelde zich tegelijkertijd bedroefd en belangrijk.
‘Dag, en bedankt,’ riep ze toen ze samen met haar moeder door de draaideur naar binnen ging. Ze zagen een receptie met een lange balie, waarachter een vrouw zat die hen al toelachte. Enkele minuten later hadden ze allebei een plastic mapje aan een koord om hun nek hangen en een plattegrond in de hand om hen naar studio vier te brengen.
Op het moment dat ze alleen in de lift stonden, zei Dayna dat ze het niet kon doen. Dat ze het niet wílde.
‘Doe godverdomme niet zo stom. Mijn dochter op de televisie.’
Maar Dayna begon woest op knoppen te drukken, sloeg met haar vuist op de noodrem en beukte met haar hoofd tegen de wand. ‘Nee!’ gilde ze, maar toen een stem via de intercom vroeg wat er aan de hand was, antwoordde ze heel duidelijk: ‘Niks. Alles in orde.’ Waarop de lift zich weer in beweging zette.
+++
Carrie kreeg te horen dat Dayna eindelijk in het gebouw was. ‘Maar niet in de studio, wel? Heeft iemand haar al gezien?’
Leah was aan de telefoon en stak een hand op om Carrie te beduiden niet te praten. ‘Oké, dank je. Dat is fantastisch.’ Ze hing op. ‘Ze zijn net aangekomen. Kom, dan gaan we.’ Leah zag de verandering in Carries ogen, de manier waarop haar pupillen veranderden van bezorgde spleetjes tot zwarte schijven die haar innerlijke beroering verrieden. Ze wist dat Carrie even weinig zin in deze show had als het meisje, maar de kans dat de politie na afloop informatie kreeg was groot, vooral met het oog op het schrijnende materiaal dat ze gingen uitzenden.
‘Heb je de trailers geregeld?’ vroeg Carrie.
‘Acht stuks tijdens de ontbijtshow en tussen de nieuwsbulletins van vanochtend.’ Leah keek op haar horloge en glimlachte flauwtjes. ‘Ik hoop dat het werkt, Carrie, eerlijk waar.’ Ze waren al zo lang bevriend; Leah kon er niet tegen Carrie in deze staat te zien. Na een snelle knuffel gingen de twee vrouwen op weg om Dayna te zoeken, ongetwijfeld in de gastenkleedkamer, ongetwijfeld op haar nagels bijtend en zich afvragend of ze ervandoor kon gaan en kon rennen voor haar leven.
+++
Carrie had er geen idee van wat ze ging zeggen of hoe ze zou beginnen. Geen idee hoe ze zou afsluiten of wat er tussen het begin en het einde zou gebeuren. Zij en Dayna zouden alleen op het podium zijn, daarna zou er een filmpje van een kwartier volgen over steekwapenincidenten in Londen, en ter afsluiting beelden van de plaats van de misdaad op Milton Park. Het productieteam stelde Carrie altijd voor verrassingen en ditmaal hadden ze zichzelf overtroffen. Ze hadden maar vierentwintig uur nodig gehad om de korte film te maken. Ze stond hier niet in haar eentje voor, hield ze zichzelf voor, hoe vreselijk het ook was om ’s nachts alleen – écht alleen – in bed te liggen, wachtend op het licht. De aanwezigheid van haar team en Leah gaf haar enige troost. Alleen... haar gedachten haperden net als haar voeten toen ze de kleedkamer binnenging... alleen was haar dat nooit echt opgevallen.
‘Dank je,’ waren Carries eerste woorden tegen de spiegel die het beeld van een hoogst benauwde jongedame weerkaatste. Ze probeerde te glimlachen, maar haar gezicht toonde alleen maar medelijden en hartzeer. Het meisje haalde haar schouders op. Carrie liep naar Dayna’s stoel. Haar haar was achterovergekamd en werd met een badstoffen band op zijn plaats gehouden.
‘Ik zei dat ik geen make-up wou. Dat ik al mascara op heb.’
‘Dat is voor de lampen,’ legde Carrie uit. ‘Die zijn zo sterk dat je net een lijk...’ Ze wou dat ze niet zo abrupt had gezwegen. Dayna pulkte aan haar nagels. ‘Alleen maar wat foundation, oké, om je een beetje kleur te geven.’
Dayna knikte. ‘Moet dit?’
‘Allicht moet dit, verdomme,’ zei een ruwe stem aan de andere kant van de kleedkamer. Dayna’s moeder. Carrie herinnerde zich de vrouw van toen ze bij haar aan de deur waren geweest.
‘Mevrouw Ray,’ zei Carrie. ‘Fijn dat u gekomen bent.’
De vrouw stond op en liep als een man op Carrie af. ‘Ik wil er niks van horen, van “ik doe ’t niet”. We hebben ’t geld hard nodig. Dat heb ik goed tegen d’r gezegd.’
‘Ik ben bang dat ze geen geld krijgt, mevrouw Ray. De show betaalt de gasten niet.’ Carrie beduidde de visagiste met een knikje dat ze door moest gaan. De moeder bleef besluiteloos staan. Ze stonk naar rook.
‘Dan gaan we. Kom op, Dayna.’ Ze trok aan de mouw van haar dochter.
‘Ma-ham.’ Dayna trok zich los. ‘Ik doe het, oké?’
‘Ja, nee, ja, nee. Je moet verdomme wel weten wat je wilt, kind.’ De felheid waarmee de moeder haar dochter aanspoorde de show niet voor niets te doen, maakte het meisje alleen maar vastbeslotener.
‘Mevrouw Ray,’ kwam Leah tussenbeide. ‘Als u met me meekomt, kunnen we misschien over de vergoeding praten.’
Na een triomfantelijk knikje naar Carrie liet Dayna’s moeder zich meetronen.
Tien minuten later zei Leah: ‘Ik heb haar samen met een bewaker in de artiestenfoyer gezet en tegen hem gezegd dat ze er niet uit mag tot iemand haar komt halen. Dat zou haar een poosje rustig moeten houden.’
Carrie was haar dankbaar. Het enige wat ze wilde, was zich op Dayna concentreren en haar de waarheid ontfutselen. Een zo gedetailleerd mogelijk verslag van de gebeurtenissen zou niet alleen herinneringen bij de kijkers kunnen losmaken – iemands zoon moest thuisgekomen zijn met bloed aan zijn handen, iemands vriendje moest humeurig en afstandelijk zijn geweest – diep in haar hart hoopte ze ook dat het haar enige innerlijke rust zou geven. Het feit dat ze niet eens meer wist wanneer ze haar zoon voor het laatst had gezien, dat ze er geen idee van had hoe de laatste ochtend van zijn leven verlopen was, maakte haar kapot − elke dag iets meer.