Herfst 2008

Hij wist niet precies hoe lang ze al op het bed lagen. Eén uur, twee, vier, tien? Of misschien maar een minuut. Toch was het heerlijke tijdloze moment met Dayna lang genoeg geweest om zijn hele jeugd door zijn hoofd te laten gaan. Wie weet begon hij verliefd te worden.

Max staarde naar het met nicotine bevlekte plafond van zijn vaders slaapkamer en keerde terug naar een plek die hij zich nog maar amper herinnerde. Hij hield de kostbare herinneringen vast alsof ze gemaakt waren van het dunste kristal of gesponnen uit zuivere zijde.

Zijn ouders moesten anders zijn geweest in die tijd. Zijn vader... niet alleen jonger in jaren, maar ook in de manier waarop hij Max optilde met handen die zo sterk waren dat ze de hele planeet in zijn baan konden houden. Hij vond het het fijnst als ze eerst over zijn ribben gleden, hem stevig kietelden en hem dan over een schouder gooiden en meenamen naar de tuin om te voetballen.

En nu, tja, nu dienden diezelfde handen hoofdzakelijk om een sigaret naar zijn mond te brengen of de muur af te tasten op weg naar de badkamer of de keuken. Soms waren ze stoffig van het krijt van zijn vele colleges en Max was onder de indruk toen hij zag hoe snel ze typten op de speciaal aangepaste computer. Soms, als Max mee mocht naar het kantoor van zijn vader, zag hij ze wild gebaren naar Fiona of zijn collega’s. Nu deed zijn hart pijn als hij aan die handen dacht, beseffend dat ze eigenlijk alleen nog maar wanhoop omklemden.

‘Alles goed?’ Hij dacht dat Dayna in slaap was gevallen. Ze maakte tevreden geluidjes.

‘Ja hoor. Ik lig te denken.’

‘Ik ook,’ zei Max. Hij had weinig herinneringen aan zijn moeder – misschien omdat zij het meest veranderd was, terwijl zijn vader toch blind was geworden.

Haar handen had hij nooit veilig of fijn of beangstigend gevonden. Ze sloeg nooit, maar ze deed ook niet aan knuffels of spelen of... tja, niets eigenlijk, afgezien van de verplichte maaltijden en kleren. Zijn moeder voorzag in alles wat hij nodig had, dus niemand zou ooit kunnen zeggen dat ze haar zoon verwaarloosde. Hun huis was schoon en uitnodigend en zijn moeder was vriendelijk en opgewekt – altijd meester van de situatie.

‘Hebben jullie thuis ooit, je weet wel, heibel?’ vroeg Max. Het werd steeds heter onder zijn hand, die nog steeds op Dayna’s been lag.

Ze stootte een harde lach uit. ‘Reken maar. Je kunt beter vragen of het ooit rústig is, dan kon ik nee zeggen. Alleen maar als Kev zijn roes uitslaapt en mam naar bingo is. Dan speel ik met Lorrell. Ik lees haar voor. Da’s pas rust.’

Dayna was anders dan de andere meisjes die hij kende. ‘Daar krijg je op een gegeven moment anders ook genoeg van, hoor. Als alles gewoon te...’

‘Goed is?’ maakte ze zijn zin voor hem af.

‘Nee, niet goed.’ Max dacht na. Hij snakte er vreselijk naar rechtop te gaan zitten, Dayna tegen zich aan te trekken, haar vast te houden. ‘Te perféct,’ besloot hij. Afgaande op Dayna’s reactie, snapte ze niet wat hij bedoelde, wist ze niet dat hij het over zijn moeder had. Zijn perfecte moeder.

Hij zwoer in stilte dat hij ervoor zou zorgen dat Dayna haar nooit zouden ontmoeten.

‘Ik moet gaan.’ Ze stond op. Max’ hand viel van haar been. Zijn hand tintelde, stuurde schokgolven door zijn arm. Hij wist dat hij zojuist heel even echte perfectie had ervaren.

+++

Hij besloot ook naar huis te gaan; hij voelde zich leeg zonder Dayna. Hij zou te voet gaan in plaats van met de bus. Gelukkig waren ze de wijk zonder problemen uit gekomen – de jongens waren er niet meer – en Dayna zei niet één keer hoe vreselijk ze die vond. Waarschijnlijk omdat haar wijk niet veel beter was. Maar Max moest er steeds aan denken dat hij voortaan niet meer de enige was die het risico liep hier in moeilijkheden te komen. Hij nam zich heilig voor Dayna de volgende keer te beschermen, haar te laten zien dat hij een echte man was. Als ze opnieuw problemen kregen, wilde hij voorbereid zijn.

Een minuut of tien later namen ze afscheid. Zij liep verder in de richting van school en haar wijk en hij excuseerde zich met het smoesje dat hij een afspraak had. Dan dacht ze misschien dat hij echt vrienden had, hoewel hij gewoon naar zijn moeders huis in Hampstead ging. Zijn moeders huis van acht miljoen pond.

Max stak zijn handen in zijn zakken en keek naar de grond terwijl hij snel naar huis liep. In Denningham, zijn laatste school, wist iedereen wie hij was. De zoon van Carrie Kent... Reality Check... de meest sexy tv-persoonlijkheid van Groot-Brittannië, de vrouw die de schermen van de natie elke week domineerde, de ster van de show waar iedereen over praatte, de naam die de kolommen van de roddelblaadjes vulde. Ze was even beroemd als Oprah en even controversieel als Jerry Springer. Maar op die school zaten de zoons van schatrijke zakenlui, lords en buitenlandse prinsen. Als zijn moeder niet beroemd was geweest, zou hij opgevallen zijn als normaal.

‘Hallo?’ riep hij toen hij door de tweede veiligheidsdeur binnenkwam. De eerste was een versterkte stalen traliedeur; als je meer dan drie keer de verkeerde code invoerde, werd automatisch de politie gewaarschuwd. Maar dan was je de gezichtsherkenningscamera’s al voorbij. In de hal schreeuwde Max opnieuw. Hij wist nooit wie er in huis zou zijn. Zijn moeder meestal niet, maar een hoop huishoudelijk personeel, bewakers en dienstmeisjes.

‘Hallo,’ hoorde hij uit de lange witte gang aan het eind van de gigantische, met marmer betegelde hal. Martha. ‘Het eten staat klaar als je wilt, schat. Je moeder is naar Charlbury. Ze komt zondag terug.’

Max liep naar de keuken. Hij voelde zich klein in het reusachtige vertrek. Zijn moeder had de achtermuur laten uitbreken en een glazen serre laten aanbouwen. Die maakte de keuken ongeveer twintig keer zo groot als nodig was. Alles was wit – oogverblindend.

‘Dank je.’ Max ging aan tafel zitten en viel aan op het bord dat Martha voor hem neerzette. Hij gaf haar een glimlach. Had ze de hele middag gewacht tot hij thuiskwam? Hij hoopte van wel. Hij had het idee dat hij meer met de huishoudster praatte dan met zijn moeder. Hij at met smaak. Hij vond Martha aardig. Dat was een lief mens.

Charlbury, dacht hij. Zijn maag trok samen. Daar was hij afgelopen Nieuwjaar voor het laatst geweest, op een cocktailparty van zijn moeder. Hij wist dat hij haar teleurgesteld had door dronken te worden en over te geven in een stenen urn. Toen had ze het probleem ook door haar personeel laten opknappen. Ze hadden hem meegenomen en in een verre slaapkamer opgesloten om te voorkomen dat hij haar nog meer in verlegenheid bracht bij haar beroemde gasten.

‘Lekker. Dank je, Martha.’

Ze glimlachte. Was Martha zijn moeder maar. Die plotselinge gedachte choqueerde hem enigszins, maar gaf hem ook een heerlijk warm gevoel.

‘Heb je die briljante vader van je de laatste tijd gezien?’ Martha veegde haar handen af. De keuken blonk.

‘Die is ook weg,’ zei Max. ‘Conferentie.’ Had een van zijn ouders er ook maar een moment bij stilgestaan dat hij het hele weekend alleen zou zijn? ‘Ik ben een wees.’ Hij grinnikte.

‘Nou, ik blijf tot zeven uur. Roep maar als je iets nodig hebt, lieverd.’

Even dacht Max dat ze hem voordat ze wegging een klopje op zijn hoofd zou geven, maar dat deed ze niet. Hij drukte op de afstandsbediening. Een tv-toestel draaide uit de muur. Sky. Een telefoonquiz. Hoeveel dagen heeft een week? Uw kans om vijfduizend pond te winnen. A) Eén. B) Zeven. C) Driehonderdvijfenzestig.

Max’ mond werd droog. Zijn handpalmen begonnen te zweten en zijn hart begon sneller te kloppen. Hij belde de tarieflijn en luisterde naar de lange boodschap. Daarna liet hij zijn gegevens achter en zei duidelijk dat het antwoord B was. Vervolgens deed hij nog tien keer hetzelfde. Hij at zijn bord leeg, zette het naast de smetteloze witte gootsteen en liep de keuken uit. Afgezien van het besef dat hij vies was vergeleken bij het blinkende wit om hem heen voelde hij weinig. Alleen wist hij op de een of andere manier dat hij deze keer niet zou winnen.

+++

Max snakte ernaar Dayna weer te zien. Hij kon de echte, levende persoon wier warme, stevige vlees hij onder de stof van haar spijkerbroek had gevoeld niet uit zijn hoofd zetten, evenmin als de gedachte dat ze hem echt aardig leek te vinden. Tot dusver hadden ze samen gepicknickt, had ze zijn hut gezien, had hij haar een cadeautje gegeven, waren ze samen naar de bioscoop geweest en hadden ze languit op het bed van zijn vader gelegen. Max maakte bijna een flikflak van opwinding.

Sinds Martha’s vertrek de dag daarvoor had hij met niemand gesproken. Ze was verontwaardigd het huis uit gegaan met zakken kleren van zijn moeder voor de kringloopwinkel. Het regende. Hij nam zijn Coco-Pops mee naar de salon – het vertrek dat zijn moeder reserveerde voor belangrijke gasten, voor het drinken van een aperitief voor het eten, en voor belangrijke vergaderingen – en ging op de met damast beklede salonbank zitten om te eten. Hij morste chocolademelk op de stof en veegde die af met de mouw van zijn badstoffen ochtendjas.

Het was een saai vertrek, dacht hij, om zich heen kijkend. Geen tv, zelfs geen boeken. Hij staarde naar de schilderijen die zijn moeder had gekozen. Enorme doeken met felle kleuren, abstracte vormen – een naakt lichaam, vroeg hij zich af – hingen in alle hoeken en nissen. Het grootste hing boven de open haard, een chocoladebruin met blauw gestreepte massa verf die... helemaal niets voorstelde. Max had er geen idee van hoeveel ze gekost hadden. Hij begreep helemaal niets van zijn moeder.

Hij ging terug naar de keuken en trok de koelkast open. Daar stond niets in wat hij lekker vond. Bakjes bessen, borden salade, in waspapier gerolde stukken ongewoon vlees naast kazen die te bizar leken om te eten, en de gebruikelijke collectie patés, vis en onherkenbaar fruit. Hij had nog steeds honger. Hij had trek in een vleespastei. Of patat met worst.

Hij trok zijn telefoon uit zijn zak.

Ga je mee?

Binnen enkele seconden kreeg hij bericht terug. OK. Waar?

Patatzaak bij school

OK x

Ze had er een kus bij gezet. Een kús. Die sms zou hij voorlopig niet wegdoen. Hij rende naar zijn kamer en trok snel een spijkerbroek, een T-shirt en een sportjack aan. Hij poetste zijn tanden, wreef wat spul uit een spuitbus in zijn haar, liet het puistje op zijn kin liever met rust en rende met twee treden tegelijk de trap af, terug naar de keuken. Hij was plotseling opgewonden, alsof vandaag de beste dag van zijn leven zou worden.

Ze zouden patat eten, misschien naar de afvoersloot gaan, afval naar de voorbijrazende treinen gooien. Daarna zou hij voorstellen naar zijn hut te gaan, naast elkaar op de autostoel te gaan zitten, schouder tegen schouder... en dan... hij snakte er zo naar Dayna te kussen dat zijn keel er pijn van deed.

Bij al die verwarde bedachten, onder de begeerte, de opwinding, de angst dat hij het zou verpesten, iets verkeerds zou zeggen, zag Max tot zijn verbazing dat hij de keukenla open had getrokken. Hij gleed soepel naar buiten en onthulde een schone houten binnenkant met perfect gemaakte gleuven waarin twaalf messen van de hoogste kwaliteit lagen. Zijn moeder kocht alleen maar het beste van het beste.

Alleen maar een kleintje, dacht hij. Al was het slechts om de dozen van zijn prijzen open te maken.

Hij streek over de messen. Zijn hart klopte sneller, alsof hij op een dodelijke xylofoon speelde. Zijn vingers gleden over elk kleurig heft.

Dit.

Hij trok het uit zijn gleuf.

Hij ging met zijn duim over de snede. Het was vlijmscherp.

Met zijn heup duwde hij de la dicht, strak naar de vijftien centimeter glanzend kwaliteitsstaal kijkend. Hij voelde zich nu al beter, veiliger.

Max stopte het mes in het vakje met de rits van de bruine leren tas die hij over zijn schouder droeg. Toen hij het huis uit liep, voelde hij zich meer mans dan ooit.