2

 

De tocht duurde niet lang - niet langer dan een Ogenblik plus een microseconde in het kwadraat. Er gebeurde maar weinig, want in zulk een dunne doorsnede van de tijdsduur is geen zinvolle ervaring mogelijk. Na een reisduur die geen naam mocht hebben bevond Carmody zich dan ook op de grote plaza’s en tussen de vreemde gebouwen van het Galactisch Centrum. Hij bleef doodstil staan en keek naar de drie doffe dwergzonnen die boven zijn hoofd om elkaar heen cirkelden. Daarna keek hij naar de bomen die vage bedreigingen mompelden tegen de groengevederde vogels die zich in hun takken hadden genesteld. Ook zag hij een aantal andere dingen die hij bij gebrek aan associatiemate-riaal niet thuis kon brengen.

‘Wauw!’ zei hij ten slotte.

‘Pardon?’ vroeg de Boodschapper.

‘Ik zei: “wauw”,’ zei Carmody.

‘O, ik dacht dat u “auw” zei.’

‘Nee, ik zei “wauw”. ’

‘Dat heb ik nu wel begrepen,’ zei de Boodschapper ietwat kortaf. ‘Hoe vindt u ons Galactisch Centrum?’

‘Bijzonder indrukwekkend,’ antwoordde Carmody.

‘Dat zal wel,’ zei de Boodschapper achteloos. Tenslotte werd het gebouwd om indrukwekkend te zijn. Persoonlijk vind ik dat het op ieder ander Galactisch Centrum lijkt. De architectonische stijl, zoals u zult hebben opgemerkt, is precies wat men ervan had kunnen verwachten — een typische “gouvemementsstijl­­ en alleen bedoeld om indruk op de plaatselijke kiezers te maken.’

‘Die zwevende trappen zijn anders niet onaardig,’ zei Carmody.

‘Een goedkoop toneeleffect,’ merkte de Boodschapper op. ‘En die geweldige gebouwen...’

‘O ja, de ontwerper ervan heeft rijkelijk gebruik gemaakt van samengestelde, naar hun uitgangspunt terugkerende gebogen lijnen met veranderende verdwijnpunten,’ sprak de Boodschapper, goed ingelicht. ‘Om ontzag in te boezemen, maakte hij ook gebruik van tijdelijke randvervormingen. Niet onaardig, op een voor de hand liggende manier, zou ik zeggen. Het ontwerp van dat groepje gebouwen daar werd in zijn geheel uit een tentoonstelling van General Motors, die op uw planeet werd gehouden, gelicht Het wordt beschouwd als een typisch voorbeeld van Primitief Quasi-moderaisme. Die flitsende lichten in het midden op de voorgrond van de Zwevende Multiscraper is een typisch staaltje van Galactische Barok. Ze hebben geen enkele functie.’ Carmody was niet in staat het gehele gebouwencomplex met éen oogopslag in zich op te nemen. Als hij zijn aandacht op een onderdeel richtte schenen de andere delen van vorm te veranderen. Hoezeer hij zich ook inspande, de huizen bleven wegvloeien uit zijn ooghoeken. (‘Periferale Transmutatie,’ verklaarde de Boodschapper. ‘Die architecten deinsden letterlijk nergens voor terug!’)

‘Wanneer krijg ik mijn Prijs eigenlijk?’ vroeg Carmody. ‘Deze kant op,’ sprak de Boodschapper en bracht hem tussen twee omhoog torenende bouwkundige fantasieën naar een klein rechthoekig bouwwerk dat bijna geheel achter een ondersteboven gekeerde fontein verborgen ging.

‘Dit is het punt vanwaar uit de hele zaak wordt geleid,’ zei de Boodschapper. ‘Recente onderzoekingen hebben aangetoond dat een rechthoekige vorm een kalmerende invloed heeft op het gezichtscentrum van een groot aantal levende organismen. Persoonlijk ben ik nogal trots op dit gebouw. Ik ben namelijk de uitvinder van de rechthoek.’

‘Maak dat je grootje maar wijs,’ zei Carmody. ‘De rechthoek is bij ons al honderden eeuwen bekend.’

‘En wie, dacht u dan wel, liet jullie daar voor het eerst kennis mee maken?’ vroeg de Boodschapper giftig.

‘Trouwens, zo’n geweldige uitvinding is het nu ook weer niet,’ zei Carmody.

‘O nee?’ zei de Boodschapper. ‘Enfin, uit die opmerking blijkt alleen maar hoe weinig u ervan begrijpt. Zoals gewoonlijk verwart u gecompliceerdheid met creatieve zelfexpressie. Is het u niet opgevallen dat de natuur nooit een volmaakte rechthoek produceert? Het vierkant schept geen moeilijkheden - dat moet ik toegeven — en voor iemand die het probleem niet heeft bestudeerd, lijkt de rechthoek uit het vierkant te zijn voortgekomen. Maar dat is niet waar! In feite is het evolutionaire produkt van het vierkant: de cirkel!’

Er verscheen een afwezige blik in de ogen van de Boodschapper.

‘Ik vermoedde al jaren dat er - uitgaande van het vierkant - een andere ontwikkeling mogelijk moest zijn. Lange tijd bestudeerde ik het probleem. Ik werd geobsedeerd door de “gelijkheid” van het vierkant: gelijke zij den gelijke hoeken! Een tijdlang hield ik mij bezig met het veranderen van de hoeken. Het parallellogram is ook een uitvinding van me, maar dat beschouw ik niet als een grote prestatie. Nee, ik vroeg mij af hoe het mogelijk zou zijn deze afschuwelijke gelijkvormigheid te doorbreken.

Toen, op een dag, gebeurde het! In een plotselinge flits van heldere luciditeit besefte ik dat het enige wat ik behoefde te doen het wijzigen van de lengte van twee der evenwijdige zijden was...

Hoe eenvoudig, maar toch: hoe moeilijk! Bevend ging ik aan de slag. Ik moet toegeven dat het een soort obsessie was. Dagen, ja wekenlang, construeerde ik rechthoeken van allerlei afmetingen en vormen. Ik was een soort hoorn des overvloeds van rechthoeken geworden. Opwindende dagen!’

‘Dat zal wel,’ zei Carmody. ‘En wat gebeurde er later? Toen je werk was erkend?’

‘Dat was ook opwindend,’ vervolgde de Boodschapper, ‘maar het duurde eeuwen voordat mijn boodschap au sé-rieux werd genomen. “Héel aardig,” zei men, “maar als het nieuwtje eraf is, wat hou je dan over? Een onvolmaakt vierkant!”

Ik trachtte aan te tonen dat ik een volkomen nieuwe, zelfstandige vorm had ontwikkeld. Men bespotte mij, maar ten slotte werd mijn visioen geaccepteerd. Op het ogenblik zijn er meer dan zeventig miljard rechthoekige constructies in het Galactisch Stelsel die stuk voor stuk zijn gebaseerd op mijn oorspronkelijke rechthoek!’

‘O,’ was alles wat Carmody zei.

Hij betrad het vertrek. Onmiddellijk werden zijn polsen, benen, middel en nek omsloten door stalen banden. Een lange donkere figuur met een haakneus en een litteken op zijn linkerwang kwam op Carmody toe en keek hem aan met een blik die zou kunnen worden omschreven als een ngeling van moordlust en zalvende droefheid.