Proloog
Bruce Wilkinson maakte de overgang van diepste slaap naar klaarwakker zo plotseling dat hij overweldigd werd door een gevoel van angst, als een kind dat wakker schrikt uit een nachtmerrie. Hij had geen flauw benul van de reden waarom hij wakker was geschrokken, maar vermoedde dat het een geluid moest zijn geweest, of een beweging. Hij vroeg zich af of hij soms door iets aangeraakt zou zijn. Hij bleef roerloos liggen, met ingehouden adem, en staarde recht voor zich uit, scherp luisterend. Heel even kon hij zich niet ori�nteren, maar terwijl zijn brein dat wat zich in zijn beperkte blikveld bevond absorbeerde, herinnerde hij zich dat hij zich in het Boston Memorial Hospital bevond: om precies te zijn in kamer 1832. Ongeveer op hetzelfde moment dat hij weer wist waar hij was drong het tot Bruce door dat het nog volop nacht moest zijn. In het hele ziekenhuis heerste nog een drukkende stilte. Bruce was nu meer dan een week geleden in het ziekenhuis opgenomen voor het ondergaan van een open-hart-operatie: er was een bypass bij hem aangelegd. Maar een paar maanden eerder had hij al drie weken in het ziekenhuis moeten doorbrengen om te herstellen van een onverwachts opgetreden hartinfarct. Daardoor was Bruce al helemaal vertrouwd geraakt met de dagelijkse gang van zaken in het ziekenhuis. Dingen als het gepiep van het medicijnwagentje van de zuster die langskwam op de gang, de verre geluiden van een arriverende ambulance, of zelfs de stem van de juffrouw die via het omroepsysteem de naam van een dokter noemde, waren tot de geruststellende verschijnselen gaan behoren. Het was zelfs zo dat Bruce alleen al aan de hand van die bekende geluiden kon zeggen hoe laat het ongeveer was, zonder zijn horloge te hoeven raadplegen. Ze maakten hem duidelijk dat er medische hulp bij de hand zou zijn, in geval van nood Bruce had zich ooit zoveel zorgen gemaakt over zijn gezondheid, hoewel hij aan multiple sclerose leed. De stoornis van zijn gezichtsvermogen die hem vijf jaar geleden had genoopt tot een bezoek aan de dokter was overgegaan, en Bruce had bewust geprobeerd de diagnose uit zijn hoofd te zetten omdat ziekenhuizen en dokters hem enige angst inboezemden. En als een donderslag bij heldere hemel was dat hartinfarct gekomen, zodat hij in het ziekenhuis was beland en nu, een paar maanden later, een zware operatie had moeten ondergaan. De dokters hadden hem verzekerd dat de hartaandoening geen verband hield met multiple sclerose, maar die ontkenning had zijn gezonken moed nauwelijks kunnen opvijzelen. Nu Bruce in het holst van de nacht wakker was geschrokken en niet ��n van de gebruikelijke en geruststellende ziekenhuisgeluiden vernam, leek het ziekenhuis hem een oord van eenzaamheid en dreiging, een oord dat eerder angst dan hoop in hem wakker riep. Deze stilte was ronduit intimiderend, want het leverde hem geen voor de hand liggende verklaring voor het feit dat hij plotseling wakker was geworden. Bruce voelde zich op onverklaarbare manier verlamd door een acuut opgekomen gevoel van angst. Naarmate de seconden voorbijkropen voelde Bruce zijn mond kurkdroog worden, precies zoals hem dat vijf dagen geleden ook was overkomen tijdens het lichamelijke onderzoek dat aan de operatie voorafging. Hij schreef dit toe aan zijn angst terwijl hij roerloos in bed bleef liggen, als een waakzaam dier. Zijn zintuigen spanden zich tot het uiterste in om iedere stoornis op te vangen. Als kleine jongen had hij precies hetzelfde gedaan, telkens als hij 's nachts wakker was geworden uit een nare droom. Als hij zich doodstil hield zouden de monsters hem misschien niet opmerken, had hij altijd gedacht. Hij lag nu op zijn rug en kon daarom niet veel van de kamer onderscheiden, vooral niet omdat het enige lichtschijnsel afkomstig was van een klein nachtlampje dat vlak boven de plint onder zijn bed was aangebracht. Het enige dat hij zag was de onduidelijke aansluiting van muur en plafond. Tegen die achtergrond tekende zich het silhouet af van de sterk vergrote schaduw van de buis waaraan zijn infuusfles met bijbehorend slangetje was opgehangen. De infuusfles leek lichtjes te schommelen. In een poging zijn angst te bedwingen begon Bruce notitie te nemen van de signalen in zijn lichaam. In zijn bewustzijn drong zich de grote vraag aan hem op: Is alles in orde met me? Nu zijn lichaam hem in de vorm van dat hartinfarct zo lomp in de steek had gelaten, vroeg hij at of hij soms was gewekt door een nieuwe catastrofe. Zouden de hechtingen misschien hebben losgelaten? Dit was een van de dingen waarvoor hij onmiddellijk na de operatie bang was geweest. Zou die bypass misschien zijn losgeraakt? Bruce voelde zijn slapen kloppen en voelde zich, ondanks een klam gevoel in zijn handpalmen en een wat licht gevoel in zijn hoofd, een gewaarwording die hij in verband bracht met koorts, tamelijk goed. In ieder geval had hij geen pijn, vooral niet de verpletterende, onverdraaglijke gewaarwording van druk waarmee de hartaanval van enkele maanden terug gepaard was gegaan, alsof zijn borst beklemd zat tussen de kaken van een bankschroef. Voorzichtig zoog Bruce wat lucht in zijn longen. Er ontstond geen vlijmende, stekende pijn in zijn borst, hoewel hij de indruk had dat hij zich extra moest inspannen om zijn longen te kunnen vullen. In het halfduister van de ziekenkamer verbrak een rochelende, zware kuch de stilte. Bruce voelde zijn angst heviger worden, maar gaf zich er spoedig rekenschap van dat het slechts zijn kamergenoot was. Misschien had meneer Hauptman al eerder gekucht en was hij daarvan wakker geschrokken, overwoog Bruce enigszins opgelucht. De oude man kuchte opnieuw en draaide zich toen luidruchtig om zonder wakker te worden. Bruce speelde even met de gedachte of hij een zuster zou laten komen om even naar Hauptman te kijken; eerder om h�m, Bruce, de gelegenheid te geven even met iemand te kunnen praten dan omdat hij werkelijk dacht dat er iets aan de hand was. In feite kuchte meneer Hauptman om de haverklap. Het onaangename, koortsachtige gevoel werd intenser en begon zich uit te breiden. Bruce voelde hoe het afzakte naar zijn borst, als een hete vloeistof. Zijn ongerustheid dat er 'van binnen' iets mis moest zijn stak opnieuw de kop op. Bruce probeerde het alarmknopje aan het snoer dat om de zijstang van zijn bed was gewikkeld te lokaliseren. Hij kon zijn ogen bewegen maar had het gevoel alsof zijn hoofd loodzwaar was. Vanuit zijn ooghoeken nam hij een snelle, staccato-achtige beweging waar. Hij richtte zijn blik naar boven en ontwaarde de infuusfles. De beweging die hij had waargenomen werd veroorzaakt door zijn snel druppelende infuus. De druppels in het doseerkamertje volgden elkaar in hoog tempo op, waarbij iedere druppel het schijnsel van het nachtlampje als een opflitsend vonkje weerkaatste. Vreemd! Bruce wist dat zijn infuus uitsluitend was aangebracht als voorzorgsmaatregel en zo langzaam mogelijk was afgesteld. De druppels hoorden elkaar niet in dit tempo op te volgen. Hij herinnerde zich duidelijk dat hij er nog even naar had gekeken, zoals hij iedere avond had gedaan voor het uitknippen van zijn leeslamp. Hij probeerde zijn hand uit te steken en naar de alarmknop te tasten. Maar hij kon zich niet verroeren. Het leek alsof het signaal vanuit zijn hersenen zijn arm niet bereikte. Nog eens deed hij een poging, met hetzelfde resultaat. Bruce voelde zijn angst omslaan in paniek. Nu wist hij zeker dat er iets verschrikkelijks met hem gebeurde! Hij wist zich omringd door de beste medische zorg die er te vinden was, maar kon er geen beroep op doen. Hij moest alarm slaan; hij moest onmiddellijk geholpen worden! Het was een nachtmerrie waaruit hij niet kon wakker schrikken. Met een ruk tilde Bruce zijn hoofd van zijn kussen en schreeuwde om een zuster. De zwakte van zijn eigen stem verraste hem. Hij had willen brullen, maar bracht niet meer uit dan een gefluister. Tegelijkertijd werd hij er zich van bewust dat zijn hoofd ontzaglijk zwaar aan voelde en dat hij zich tot het uiterste moest inspannen om het omhoog te houden, los van het kussen. De inspanning maakte dat zijn hele lichaam begon te sidderen, zodat het bed rammelde. Met een nauwelijks hoorbare zucht liet Bruce zijn hoofd terugvallen op het kussen, vechtend tegen zijn paniek. Toen hij opnieuw probeerde te schreeuwen hoorde hij slechts een onverstaanbaar hees geluid van ontsnappende lucht, vrijwel zonder stemklank. Wat er mis met hem was werd snel erger, wist hij. Hij had een gevoel alsof er een onzichtbare, loden deken over hem heen lag die hem plat tegen het bed drukte. Zijn pogingen om adem te halen waren niet meer dan armzalige, ongeco�rdineerde blaasbalgbewegingen van zijn borstkas. In doodsangst realiseerde Bruce zich dat hij bezig was te stikken. Op een of andere manier wist hij zijn gedachten genoeg te ordenen om zich de knop te herinneren waarmee hij de verpleegster kon alarmeren. Met ongelooflijke inspanning tilde hij zijn arm op en bracht hem met een ongecontroleerde, rukkende beweging over zijn borst naar de andere kant van het bed, waar zijn vingers tevergeefs de zijstang betastten, op zoek naar het knopje. Het was er niet. Met een laatste krachtsinspanning werkte hij zich op z'n linker zij, rolde door en werd door de zijstang gestuit. Zijn gezicht rustte zwaar tegen het kille chroom dat zijn rechter oog het uitzicht benam, maar voor verdere bewegingen ontbeerde hij de nodige kracht. Zijn linker oog ontwaarde de alarmknop; hij lag op de grond, aan het uiteinde van het als een slang opgerolde snoer. Nu werd het bewustzijn van Bruce overspoeld door wanhoop en panische angst. Maar het drukkende gewicht op zijn lichaam werd zwaarder en verijdelde iedere beweging. In zijn angst veronderstelde hij dat er iets met zijn hart gebeurd moest zijn; misschien waren alle hechtingen losgeraakt. Het gevoel te worden gesmoord werd snel heviger terwijl zijn hersenen wanhopig smeekten om levenschenkende zuurstof. Bruce was echter volkomen verlamd en kon slechts in doodsnood kreunen terwijl hij wanhopig probeerde adem te halen. In weerwil van dit alles bleven zijn zintuigen echter scherp functioneren en bleef zijn bewustzijn pijnlijk helder. Hij wist dat hij bezig was te sterven. Hij hoorde een oorverdovend geluid in zijn oren en kreeg het gevoel razendsnel rond te tollen, gevolgd door misselijkheid en daarna inktzwarte duisternis . . . Al meer dan een jaar had Pamela Breckenridge gewerkt van 's avonds elf tot 's morgens zeven. Niet bepaald werktijden die zich in grote populariteit mochten verheugen, maar het beviel haar. Het verschafte haar meer vrijheid. In de zomermaanden kon ze overdag naar het strand, terwijl ze de avonduren gebruikte om te slapen, 's Winters sliep ze overdag. Lichamelijk kostte de aanpassing haar weinig moeite, zolang ze maar minstens zeven uur slaap per etmaal kreeg. En wat haar werk betrof gaf ze verreweg de voorkeur aan nachtdienst. Minder jachten en jagen. In de dagdienst kreeg je als verpleegster soms het gevoel dat je een soort verkeersagente was, want dan was je voortdurend in de weer met het gereedmaken van pati�nten voor een eindeloze reeks r�ntgenopnamen, cardiogrammen, laboratoriumtesten en operatieve ingrepen. Bovendien was Pamela gesteld op de verantwoordelijkheid die hoort bij zelfstandig werken. Nu ze door de verlaten, halfduistere gang liep hoorde ze alleen de gedempte geluiden van de nacht, het gesis van een beademingstoestel en haar eigen voetstappen. Het was kwart voor vier. Er waren nu geen dokters bij de hand, en zelfs geen hoofdzuster. Pamela deed samen met twee andere verpleegsters nachtdienst op de afdeling, allebei geroutineerde veteranen. Gedrie�n hadden ze geleerd alle mogelijke crisissituaties de baas te worden. Toen Pamela de deur van kamer 1832 passeerde bleef ze staan. Toen de hoofdzuster van de avondploeg de afdeling had overgedragen, had ze Pamela gezegd dat de infuusfles van pati�nt Wilkinson waarschijnlijk leeg zou komen, zodat het noodzakelijk kon zijn hem te vervangen door een nieuwe fles D5W. Pamela aarzelde. Waarschijnlijk zou ze het wel kunnen afschuiven op een collegaatje, maar ze stond nu eenmaal voor de deur en was niet geneigd op haar strepen te staan. Ze besloot het zelf even te doen. In de schaars verlichte kamer werd ze verwelkomd door een rochelend hoestgeluid, wat maakte dat ze zelf haar keel wilde schrapen. Stilletjes glipte ze om Wilkinsons bed heen. Het vloeistofpeil in de infuusfles was laag en ze schrok toen ze zag hoe snel het infuus druppelde. Op het nachtkastje stond al een nieuwe fles D5W klaar. Terwijl ze de fles verving en de dosering opnieuw afstelde, voelde ze iets hards onder haar voet. Ze keek omlaag en ontdekte de alarmknop. Pas toen ze zich bukte om hem op te rapen, keek ze in de richting van de pati�nt en zag dat zijn gezicht op de zijstang van het bed rustte. Er was iets niet in orde. Voorzichtig rolde ze Bruce terug op zijn rug. In plaats van de verwachte weerstand voelde Pamela dat zijn lichaam slap was als een ledepop. Zijn hand bleef in een onnatuurlijke houding over zijn borst liggen. Ze boog zich over hem heen. Deze pati�nt ademde niet! Met de efficiency die de vrucht is van langdurige routine drukte Pamela de alarmknop in, knipte het licht boven het bed aan en trok het bed weg van de muur. Onder het schelle neonlicht zag ze dat de huid van Bruce Wilkinson de donkere, grijsblauwe kleur had van kostbaar Chinees porselein, een teken dat hij om een of andere reden geen adem had kunnen krijgen en gebrek had gekregen aan zuurstof. Onmiddellijk boog Pamela zich over hem heen, trok met haar linker hand zijn kin achterover, bedekte zijn neus met haar rechter hand en blies met kracht lucht in zijn mond. Ze had gerekend op een blokkade van de luchtpijp maar zag tot haar verbazing meteen Bruces borst moeiteloos uitzetten. Blijkbaar bevond het voorwerp dat de verstikking had veroorzaakt zich niet meer in zijn luchtpijp. Ze probeerde zijn pols te voelen: niets. Ze probeerde het nog eens, maar nu bij de grote halsslagader: opnieuw niets te voelen. Ze trok het kussen onder zijn hoofd vandaan en liet haar handpalm met een harde klap op zijn borstbeen neerkomen. Toen boog ze zich opnieuw over hem heen en vulde zijn longen met lucht. Haar twee collega's kwamen gelijktijdig de kamer binnen hollen. Pamela zei slechts ��n woordje: 'Code.' Ogenblikkelijk kwamen ze in actie, een tot in de perfectie gedrild team. Rose gaf onmiddellijk een dringende melding door aan de omroepkamer, terwijl Trudy de stevige plaat multiplex van zestig bij negentig centimeter pakte, die gebruikt werd voor het ondersteunen van een pati�nt tijdens de toepassing van hartmassage. Zodra de plaat onder de pati�nt lag klom Rose op het bed en begon met beide vuisten ritmisch op zijn borstbeen te drukken. Na telkens vier samendrukkingen vulde Pamela zijn longen met lucht. Intussen was Trudy hollend onderweg om de cardiograaf en het toestel voor de toediening van elektrische schokken op te halen. Vier minuten later, toen de assistent Jerry Donovan de kamer binnenstapte, hadden Pamela, Rose en Trudy de pati�nt al aangesloten op de cardiograaf en was het filmpje al bijna klaar. Helaas vertoonde de strook grafiekpapier niet meer dan een vlakke, eentonige lijn. Daar stond echter het positieve feit tegenover dat de grijsblauwe kleur van de pati�nt iets lichter was geworden.Zodra Jerry de vlakke lijn op de ECG-strook had gezien en wist dat ieder spoortje van elektrische activiteit in de hartspier ontbrak, sloeg hij de pati�nt hard op de borst, net als Pamela zo�ven had gedaan. Geen reactie. Hij bekeek de pupillen: sterk vergroot en star. Achter Jerry was een co-assistent opgedoken, Peter Matheson; deze klom op het bed om Trudy af te lossen. In de deuropening stond een medisch student met een verfomfaaid uiterlijk en tamelijk lang haar. 'Hoe lang is dit al zo?' vroeg Jerry Donovan. 'Er zijn nog geen vijf minuten verstreken sinds ik hem zo heb aangetroffen,' antwoordde Pamela. 'Maar ik heb geen idee wanneer zijn hart tot stilstand is gekomen. Hij lag niet aan de monitor. Zijn huid was donkerblauw.' Jerry knikte. Heel even overwoog hij of het zin had verder te gaan met pogingen de levensgeesten op te wekken. Hij vermoedde dat de hersendood al was ingetreden. Maar hij was het nog niet helemaal eens met zichzelf; en het was trouwens gemakkelijker door te gaan. 'Twee ampullen bicarbonaat en wat epinefrine,' snauwde hij, terwijl hij een endotracheale slang van het instrumentenwagentje nam. Hij posteerde zich achter het bed en liet Pamela nogmaals de pati�nt beademen. Toen voerde hij de laryngoscoop en de endotracheale slang in de luchtpijp. Hij sloot er een adembalg op aan en verbond die met de zuurstofkraan in de muur. Hij legde zijn stethoscoop op de borst van de pati�nt en verzocht Peter heel even op te houden met de hartmassage, alvorens de adembalg samen te drukken. De borstkas van Bruce Wilkinson zette onmiddellijk uit. 'Zijn luchtpijp is tenminste vrij,' zei Jerry tegen niemand in het bijzonder. Achtereenvolgens werden het bicarbonaat en de epinefrine toegediend. 'Laten we hem wat calciumchloride geven,' zei Jerry, toekijkend hoe de blauwe gelaatskleur van Bruce langzaam plaats maakte voor de normale roze huidskleur. 'Hoeveel?' vroeg Trudy, die achter het instrumentenwagentje stond. "Vijf cc van een tien-procents oplossing.' Hij wendde zich tot Pamela en vroeg: "Waarom ligt hij hier?' 'Open-hart-operatie,' zei Pamela. 'Een bypass.' Rose had het pati�ntendossier meegenomen en Pamela opende de map. 'Hij is vier dagen terug geopereerd. Hij scheen goed vooruit te gaan.' 'Maar nu toch niet meer,' zei Jerry. Hoewel de huidskleur van Bruce nu bijna normaal was, bleven zijn pupillen onnatuurlijk vergroot en was de ECG-lijn nog altijd vlak. 'Dat moet een flink hartinfarct zijn geweest,' zei Jerry. 'Of anders longembolie. Zei je niet dat hij al blauw was toen je hem vond?' 'Donkerblauw,' bevestigde Pamela. Jerry schudde het hoofd. Noch een hartinfarct, noch een longembolie kon zo'n krachtige cyanose hebben veroorzaakt, zo'n sterke blauwverkleuring van de huid. Zijn overpeinzingen werden verstoord door de binnenkomst van de assistent-chirurg, die nog half scheen te slapen. Jerry zei hem in korte trekken wat hij had gedaan. Onder het spreken drukte hij de lucht uit het spuitje epinefrine en stak de naald loodrecht in de borst van de pati�nt. Op het moment dat de naald door een hard vlies drong veroorzaakte dat een duidelijk hoorbaar knapgeluid. Het enige andere geluid dat te horen was werd geproduceerd door de cardiograaf, die nog steeds een strookje met een vlakke grafieklijn uitbraakte. Toen Jerry de plunjer van de injectiespuit terugtrok vulde de kamer zich met bloed. Nu hij wist dat de naald in het hart was doorgedrongen duwde Jerry de plunjer omlaag. Hij beduidde Peter dat deze verder kon gaan met de hartmassage, geassisteerd door Rose die het vullen van de longen voor haar rekening nam. Het hart reageerde nog steeds niet. Toen Jerry het cellofaan van een steriel verpakte pacemaker-elektrode verwijderde wenste hij dat hij niet aan de hele toestand was begonnen. Intu�tief wist hij dat de pati�nt al t� ver heen was. Maar nu hij er eenmaal aan begonnen was zou hij het moeten afmaken ook. 'Ik heb een catheter nummer veertien nodig,' zei hij. Hij bevochtigde een gaaskussentje met betedine en begon de invoer- lokatie aan de linkerkant van de hals te ontsmetten. 'Zal ik dat misschien even voor je doen?' vroeg de assistentchirurg, die voor het eerst zijn mond opendeed. 'Och, ik denk dat we de zaak wel in de hand hebben,' zei Jerry, in een poging meer vertrouwen uit te stralen dan hij van binnen bespeurde.Pamela hielp hem bij het aantrekken van steriele handschoenen. Ze stonden juist op het punt de pati�nt te overdekken met een steriel laken toen er een gestalte in de deuropening verscheen die zich dadelijk langs de medisch student wrong. Jerry's aandacht werd getrokken door de opvallende reactie van de assistent-chirurg: de kontlikker deed zo ongeveer alles, behalve stram salueren. Zelfs de verpleegsters hadden zich merkbaar opgericht toen Thomas Kingsley, de voornaamste hartchirurg van het Boston Memorial, de kamer in stapte. Hij was gehuld in steriele kleding en kwam blijkbaar regelrecht uit de operatiezaal. Hij stapte naar het bed en legde zacht een hand op de onderarm van Wilkinson, alsof hij alleen al door middel van handoplegging de moeilijkheid kon doorgronden. 'Waar ben je mee bezig?' vroeg hij Jerry. 'Ik wil een pacemaker intraveneus aansluiten,' zei Jerry, zowel geschokt als onder de indruk van dr. Kingsleys komst. In de regel bemoeiden stafleden zich niet met een hartstilstand, laat staan in het holst van de nacht. 'Zo te zien een volledige hartstilstand,' merkte dr. Kingsley op, terwijl hij een gedeelte van het ECG-filmpje door zijn handen liet glijden. 'Nergens een spoor van een AV-blokkade. De kans dat je met een intraveneus aangesloten pacemaker iets zult bereiken is oneindig klein. Volgens mij verspil je je tijd.' Op dat moment betastte Kingsley de dijslagader van de pati�nt. Hij keek op naar Peter, die op dat moment hevig transpireerde van inspanning, en zei: 'De pols is anders krachtig genoeg - je doet geen half werk, dat moet ik je nageven.' Hij wendde zich tot Pamela. 'Nummer acht, graag.' Onmiddellijk hield Pamela hem de eerste steriele handschoenen voor. Terwijl hij ze aantrok vroeg hij om het lancet dat op het instrumententafeltje gereed lag. 'Zou jij het verband even willen verwijderen?' vroeg hij Peter. Tegen Pamela zei hij dat hij een zware gesteriliseerde schaar nodig had. Peter keek Jerry vragend aan, staakte toen zijn massage en verwijderde het enorme verband van gaas en kleefpleister dat de borst van de pati�nt bedekte. Dr. Kingsley kwam dicht naast het bed staan en inserteerde zonder verdere aarzeling het puntje van het lancet in het boveneinde van het genezende litteken, waarna hij met een resolute beweging de hele operatiewond opnieuw openkerfde. Met duidelijke knapgeluidjes sneed hij de transparante hechtingen van blauwe nylonvezel door. Peter liet zich intussen van het bed glijden om hem niet te hinderen. 'Schaar,' zei dr. Kingsley bedaard, terwijl de anderen hem in gespannen zwijgen op de vingers keken. Dit was het soort ziekenhuissc�ne waarover ze vaak hadden gelezen, maar nog nooit met eigen ogen hadden aanschouwd. Dr. Kingsley knipte een voor een de hechtingen door waarmee het bij de hartoperatie gekliefde borstbeen bijeen werd gehouden. Daarna stak hij beide handen in de wond en trok met kracht het borstbeen uiteen, wat een scherp knappend geluid veroorzaakte. Jerry Donovan probeerde een blik in Bruce Wilkinsons borstkas te werpen, maar dr. Kingsley benam hem het uitzicht. Het enige dat Jerry kon zien, was dat er geen spoor van een bloeding optrad. Dr. Kingsley wurmde zijn hand met uitgestrekte vingers in de wond en omsloot de hartpunt met zijn handpalm, waarna hij ritmische knijpbewegingen begon te maken. Onderwijl beduidde hij Rose telkens met een hoofdknikje wanneer zij de longen met zuurstofrijke lucht moest vullen. 'Controleer nu de pols eens,' zei dr. Kingsley. Gehoorzaam deed Peter een stap naar voren. 'Krachtig,' meldde hij. 'Ik zou graag wat epinefrine hebben,' zei dr. Kingsley. 'Maar het ziet er niet al te gunstig uit. Volgens mij is de hartstilstand bij deze pati�nt al een poosje terug ingetreden.' Jerry Donovan overwoog of hij zou zeggen dat hij diezelfde indruk had opgedaan, maar zag er toch maar vanaf. 'Bel even om een EEG,' vroeg dr. Kingsley zonder de massage van de hartpunt te onderbreken. 'Het lijkt me beter om na te gaan of er �berhaupt nog hersenactiviteit is.' Trudy liep naar het telefoontoestel. Intussen spoot Kingsley de epinefrine in, maar hij zag dat het geen enkele uitwerking had op het cardiogram. 'Wie behandelt deze pati�nt?' vroeg hij. 'Dokter Ballantine,' antwoordde Pamela. Dr. Kingsley boog zich voorover en tuurde in de wond. Jerry vermoedde dat hij zich wilde overtuigen van de kwaliteit van de verrichte ingreep. Het was in het ziekenhuis een publiek geheim dat, als er cijfers zouden worden gegeven voor chirurgische bekwaamheid, dr. Kingsley een 10 zou krijgen, terwijl dr. Ballantine - in weerwil van zijn positie als hoofd van de afdeling Hartchirurgie - het niet verder zou brengen dan een magere 3.Plotseling hief dr. Kingsley het hoofd op en staarde de medisch student aan alsof hij hem nu pas voor het eerst opmerkte. 'Waaruit is op dit moment af te leiden dat dit geen geval is van een AV-blokkade, dokter?' Alle kleur trok weg uit het gezicht van de medisch student. 'Ik - ik zou het niet weten,' bracht hij eindelijk uit. 'Met zo'n antwoord kun je niet stuk,' glimlachte dr. Kingsley. 'Ik wou maar dat ik als student het lef had gehad toe te geven dat ik iets niet wist.' Hij wendde zich tot Jerry en vroeg: 'Hoe staat het met z'n pupillen?' Jerry liep om het bed heen en tilde de oogleden van Wilkin- son een voor een op. 'Geen reactie. Nog even star.' 'Dien nog maar een ampul bicarbonaat toe,' beval dr. Kingsley hem. 'Ik neem aan dat je hem al wat calcium hebt gegeven.' Jerry knikte. Gedurende de eerstvolgende paar minuten bleef het stil, terwijl dr. Kingsley het hart bleef masseren. Toen verscheen er een laborante in de deuropening; ze had een ouderwetse encefalo- graaf bij zich. 'Ik wil graag weten of er nog enige hersenactiviteit te bespeuren is,' zei dr. Kingsley. De laborante bracht de hoofdelektrodes aan en schakelde de encefalograaf in. De grafieklijnen waren al even vlak als die op het cardiogram. 'Jammer, dat was het dan wel,' zei dr. Kingsley. Hij trok zijn hand terug uit de borstkas van Bruce Wilkinson en ontdeed zich van de operatiehandschoenen. 'Het lijkt me verstandig dat iemand dokter Ballantine waarschuwt. Bedankt voor jullie hulp.' Hij beende de kamer uit. Na zijn vertrek duurde het even voordat iemand iets zei of zich verroerde. De EEG-laborante was de eerste, door verlegen te kennen te geven dat ze maar weer terug zou gaan. Ze maakte de elektroden los en duwde haar encefalograaf de kamer uit. 'Zoiets heb ik nou nog nooit meegemaakt,' zei Peter, starend naar het gapende gat in de borstkas van de dode. 'Ik evenmin,' viel Jerry hem bij. 'Wat je noemt adembenemend.' Beide mannen stapten dichter naar het bed toe en bestudeerden de wond. Jerry schraapte zijn keel. 'Ik weet niet wat je harder nodig hebt om op die manier iemand open te kunnen snijden: bekwaamheid of zelfvertrouwen.' 'Allebei,' zei Pamela, terwijl ze de stekker van de cardiograaf uit het stopcontact trok. 'Als jullie je nou eens netjes terugtrokken, dan krijgen wij de kans de zaak hier een beetje aan kant te brengen. Tussen haakjes, er is iets dat ik bijna zou vergeten te zeggen. Op het moment dat ik meneer Wilkinson zo aantrof druppelde zijn infuus als een razende. En dat terwijl het zo langzaam mogelijk afgesteld had behoren te zijn.' En schouderophalend voegde ze eraan toe: 'Ik weet niet of het wel of niet belangrijk is, maar het leek me verstandig er toch maar melding van te maken.' 'Bedankt,' zei Jerry afwezig. Hij had niet echt geluisterd. Voorzichtig stak hij zijn wijsvinger in de open wond en raakte er het hart van Bruce Wilkinson mee aan. 'Er wordt beweerd dat dr. Kingsley een arrogante schoft is,' zei hij, 'maar er is ��n ding dat ik zeker weet: als ik morgen een bypass nodig heb, zou ik het hem laten doen.' 'Amen,' zei Pamela hartgrondig, terwijl ze Jerry wegduwde van het bed om zich over de dode te ontfermen.