Hoofdstuk 13
Ze bleven nog na omdat er publiciteitsfoto’s moesten worden gemaakt van Gus, Jericho en Gabriella die de hand schudden van Dax Girard voor de chopper. Op de achtergrond stond de senator van oor tot oor te grijnzen, en ook Dax’ scharreltje wrong zich in allerlei bochten om op de foto te komen.
Jericho kende Dax wel van naam, maar dit was de eerste keer dat hij de man ontmoette. Vergeleken bij het fortuin dat Girard had geërfd, was het geld van de Bravos een zakcentje. Hij had jarenlang als een avonturier over de wereld gezworven, tot hij Great Escapes was begonnen, een glossy reismagazine.
Het was algemeen bekend dat Dax allerlei soorten voertuigen verzamelde. Als Jericho had geweten dat hij er zou zijn, had hij zich waarschijnlijk niet zoveel zorgen gemaakt over wat de chopper zou opbrengen. Het was helemaal een Girard-ding, dat wil zeggen: het had een krachtige motor en er was er maar één van op de hele wereld.
Pas om vier uur waren ze terug bij Ash en Tessa. Ash stelde nog een slaapmutsje voor, wat met enthousiasme werd begroet.
Misschien met uitzondering van Jericho, die bedacht dat hij eerst Gus en Gabriella nog thuis moest brengen voor hij terug kon naar Marnie. Het was dan ook een verrassing dat Gus en Gabriella iedereen na het drankje gedag zeiden en zonder hem wegliepen. Toen hij hen achterna liep naar buiten gebaarde Gus in de richting van de chauffeur van de limousine, die nog steeds voor de stoep geparkeerd stond. ‘Ash heeft de chauffeur laten wachten. Ga jij maar terug naar de dame in het rood. Wij hebben een lift.’
Jericho omhelsde Gus stevig en zei: ‘Wat een avond, hè?’
‘Je hebt het goed gedaan, jongen,’ zei Gus voor hij zich omdraaide en met zijn hand op Gabriella’s rug naar de auto toe liep. Gabriella keek achterom, zwaaide naar Jericho en keek glimlachend naar Gus. Ze hadden ooit wat met elkaar gehad, een paar jaar geleden, maar nu vroeg Jericho zich af of er nog steeds iets tussen hen was.
Toen hij zich omdraaide, zag hij Marnie staan. Ze stak haar hand naar hem uit. Hij zei Ash en Tessa welterusten, en samen liepen ze naar het gastenverblijf.
Daar aangekomen maakte hij haar jurk aan de achterkant los en trok hem over haar hoofd.
Ze kusten elkaar. En toen bukte ze zich en trok zijn schoenen en sokken uit. Ze liet hem zijn smoking uittrekken en drapeerde hem netjes over de stoel.
‘Je maakt me gek,’ mompelde hij. ‘Weet je dat?’
Ze lachte. ‘Dat is ook wel de bedoeling.’ Er de tijd voor nemend trok ze vervolgens haar beha, slipje en pumps uit.
Eindelijk liep ze naar hem toe. Toen hij haar kuste en samen met haar op bed ging liggen, bedacht hij hoe fijn het zou zijn als de twee weken die hen nog restten eeuwig zouden duren, als Het Einde nooit zou komen.
Natuurlijk duurden de twee weken die daarop volgden niet eeuwig, integendeel, de dagen gingen sneller dan de snelste chopper.
Overdag werkten ze. ’s Avonds reden ze. Iedere nacht waren ze samen. Hij nam niet eens meer de moeite naar huis te gaan midden in de nacht en bleef bij haar tot het licht was.
Het weekend kwam. Ze gingen naar het huisje. Ze vrijden. Ze reden weer naar Austin. Ze praatten en lachten.
En toen was het plotseling haar laatste week. Desiree had gebeld dat ze de maandag daarop weer zou beginnen, precies zoals afgesproken.
Maandag ging voorbij en dinsdag kwam en ging ook voorbij. Veel te snel. Woensdag wilde Gus met hem vergaderen. Dat deden ze in de coffeeshop verderop in de straat.
Gus had zijn laptop bij zich. ‘Kijk hier eens naar.’ Hij draaide het scherm naar Jericho. ‘Zie je die rode lijn, die gaat in een hoek van ongeveer vijfenzeventig graden omhoog. Dat is de verkoop van de giftshop in de afgelopen vijf weken, via de winkel en via de website, die ze prima heeft geüpdatet.’
‘Wat wil je daarmee zeggen?’ vroeg Jericho, hoewel hij precies wist waar Gus heen wilde.
Gus wierp hem een zijdelingse blik toe, maar hij zei niets. ‘We kunnen de opslagruimte aan de voorkant voor haar vrijmaken, dan kan ze Desiree helpen bij de balie en de verkoopafdeling gaan leiden. Volgens mij zal ze vanaf het begin haar eigen salaris terugbetalen. Ze heeft er gevoel voor. Ik voorspel je dat we over een jaar een forse winst van achtduizend dollar behalen, en ik heb het ook al met haar over uitbreiden gehad en de naamsbekendheid verbeteren. Met Marnie Jones aan boord zal het ons voor de wind gaan.‘
Het klonk goed, vond Jericho. Veel te goed. Hij moest zijn kaken op elkaar houden om te voorkomen dat hij tegen Gus zou zeggen: ja natuurlijk, waarom vraag je niet wat zij ervan vindt…
Hij moest niet vergeten dat dit niet de bedoeling was. Dat Marnie een paar dingen te doen had. Marnie moest naar huis gaan en een lang gesprek hebben met die aardige vriend van haar, die erachter was gekomen wat een rund hij was geweest en haar terug wilde. Het zou niet juist zijn om te proberen haar in Texas te houden.
‘Nee.’ Hij schoof de laptop weer in Gus’ richting. ‘Laat haar gaan,’ zei hij.
Hoofdschuddend keek Gus hem aan. ‘Ik dacht dat je geen stomme dingen meer deed.’
‘Ik doe wat ik moet doen.’
‘Dat doe je om de dooie donder niet. Je doet stom.’
‘Gus, hou op. Laat haar gaan.’
Gus zei niets meer.
Jericho wist dat zijn vriend echt kwaad op hem was. Na de vergadering in de coffeeshop trok hij zich terug in zijn kantoor met alleen zijn pitbulls als gezelschap.
Jammer, maar Gus zou er wel overheen komen.
En Marnie zou naar huis gaan.
Dat was goed voor haar, echt goed, daar was hij van overtuigd.
Vrijdagnacht barstte de bom.
Het begon nadat ze hadden gevrijd en ze in bed lagen. Hij had zijn arm om haar heen geslagen en zij lag met haar hoofd op zijn schouder. De wereld rook naar appels en regen en hij voelde zich goed, tevreden. Het lukte hem aardig om niet aan haar vertrek te denken.
Want dat kwam nu wel heel dichtbij. De volgende dag zou haar laatste zijn bij San Antonio Choppers.
‘Ik heb zitten denken…’ begon ze.
Dat klonk niet goed. Ik heb zitten denken… Dat klonk alsof ze wilde beginnen over het onderwerp dat hij per se wilde vermijden.
‘Ik heb geweldig werk verricht bij San Antonio Choppers,’ vervolgde ze.
Dat kon hij niet ontkennen. ‘Ja, dat heb je inderdaad.’
‘Ik heb de cijfers flink opgeschroefd.’
Hij lag doodstil. Alsof hij door niet te bewegen haar ervan kon weerhouden te zeggen wat ze wilde gaan zeggen.
Geen schijn van kans dus. Trots vertelde ze hem wat hij al wist. ‘Ik heb mijn salaris terugverdiend doordat er zoveel meer verkocht is in de giftshop. Wist je dat?’
‘Ja, dat wist ik.’ Met zijn vinger streek hij over de zachte huid van haar arm. Misschien dat als hij met haar zou vrijen voor ze verder kon gaan…
Maar ze ging al verder. ‘Ik zat te denken dat jullie je het misschien wel kunnen permitteren om mij in dienst te nemen én Desiree te behouden.’
‘Marnie –’
Ze ging zo liggen dat ze op haar elleboog kon steunen. ‘Ik meen het serieus. Denk erover na. Ik bedoel, zeg niet automatisch nee. Denk na over wat ik heb gezegd. Ik ben dol op deze baan. Ik weet dat we hebben gezegd – en dat heb ik ook altijd aangenomen – dat ik terug zou gaan naar Californië als deze baan erop zat, maar weet je, ik moet gewoon ophouden met mezelf voor de gek te houden. Ik kan net zo goed toegeven dat ik niet weg wil. En als ik geld voor jou en Gus kan verdienen en ook nog genoeg kan verdienen om van te leven, dan is het een win-winsituatie voor iedereen.’
‘Kom op, Marnie. Je kunt beter.’
Ze rolde boven op hem, omvatte zijn gezicht en kuste hem. ‘Waar heb je het over? Beter? Beter bestaat niet. Ik heb het hier naar mijn zin. Geweldig naar mijn zin. Plotseling leid ik een leven waarvan ik alleen maar had kunnen dromen.’
‘We waren van plan –’
Ze snoerde hem de mond met nog een kus. ‘Luister. Plannen kunnen veranderen. En daarom dacht ik… stel dat ik nou eens met Gus ga praten.’
Hij pakte haar armen vast. ‘Marnie, je luistert niet.’
‘Jij luistert niet.’
‘Nee, Marnie,’ zei hij hard. En toen zei hij het nog eens. ‘Nee.’
Ze keek hem aan, met trillende onderlip. ‘Laat me los.’ Hij liet haar los. Ze gleed van hem af en ging op haar rug liggen. Seconden gingen voorbij zonder dat ze wat zeiden. Toen zei Marnie bijna fluisterend: ‘Gewoon zo? Gewoon… nee?’
‘Marnie, het is niet goed voor je.’
‘Jij hebt niet te beslissen wat goed voor me is, dat doe ik zelf.’
‘Marnie…’ Hij reikte naar haar.
Ze schoof nog wat verder van hem vandaan. ‘Niet doen. Gewoon niet doen, oké?’
De woorden zaten voor in zijn mond en wilden er per se uit. Ik hou van je, wilde hij zeggen, jij bent alles wat ik wil, alles waarvan ik ooit heb gedroomd. Maar hij zei ze niet. Ze kon beter. Ze zou beter. Daar zou hij voor zorgen.
Ze had haar hoofd afwachtend naar hem toegekeerd.
Hij keek haar recht aan en zei op effen toon: ‘Het is een slecht idee.’
‘Waarom?’
‘Je moet terug naar huis, om de boel recht te zetten.’
‘Recht te zetten? Wat?’
In geen honderd jaar zou hij de naam van die idioot uitspreken. ‘Luister, ik heb je gezegd dat ik niet voor de lange termijn ben.’
Tranen glinsterden in haar grote blauwe ogen, maar ze hield het droog en ademde bibberig in. ‘Ja, dat klopt, dat wist ik.’
Hij haatte zichzelf, maar hij wist absoluut zeker dat hij iets goeds aan het doen was. Nadat hij was gaan zitten, duwde hij de lakens weg. ‘Ik ga.’ Hij slingerde zijn benen over de rand van het bed.
‘Gewoon zomaar, dus,’ zei ze, zacht, heel zacht. ‘Je loopt gewoon weg. Is het nu over en uit?’
Hij draaide zich niet naar haar om. In plaats daarvan staarde hij nietsziend naar de tegenoverliggende muur. ‘Ja. Gewoon zo,’ zei hij, ervan overtuigd dat hij het zou doen ook.
Niet bij Marnie. Ze ging zitten. ‘Ik vind dat je je om moet draaien en me aan moet kijken als je me dumpt.’
‘Zo is het niet. Dat weet je.’
‘O, ik denk dat ik zo langzamerhand wel weet wanneer een vent me dumpt. Kijk me aan,’ gebood ze.
Dus draaide hij zich om en keek haar aan.
Ze zat kaarsrecht in bed, haar borsten bedekkend met het laken. ‘Het punt is dat ik al met Gus gepraat heb.’
Daar dacht hij even over na. Had hij moeten weten dat ze dat al gedaan had? Hij haalde zijn schouders op. ‘En wat zei Gus?’
‘Je weet wat hij zei.’
‘Zeg het me toch maar.’
‘Hij zei dat hij het er al met je over had gehad om me aan te nemen en dat hij gezegd had dat ik geld voor jullie kon verdienen.’
Hij wilde niet wegkijken. ‘Hé, geld is niet alles.’
‘Gus zei dat je nee zei, en aangezien jullie partners zijn, moeten jullie het er allebei over eens zijn dat jullie me willen hebben.’
‘Dat klopt.’
Ze maakte een onbestemd geluid. Het had een lach kunnen zijn of iets somberders. ‘En jij gaat er niet mee akkoord.’
‘Nee.’
‘Maar –’
‘Nee, Marnie.’
Met een klein stemmetje ging ze verder. ‘Ook al wil je geen relatie met me, dan zie ik niet in waarom ik niet zou –’
‘Hou op. Geef het op. Het is niet bespreekbaar. Vergeet het en ga terug naar Californië.’
Het werd stil. Minutenlang, leek het wel. Uiteindelijk knikte ze. ‘Nou, goed. Als jij dat wilt, ga ik weg.’
Zonder nog wat te zeggen stond hij op, trok zijn kleren aan en verliet haar voor de laatste keer.
Het was gebeurd, precies zoals hij had verwacht. Het Einde was dan uiteindelijk toch gekomen.
Marnie begreep er niets van. Hoe kon dit nou? Op de een of andere manier was dit met Jericho erger dan toen Mark het met haar uit had gemaakt.
Het sloeg nergens op dat het erger was. Mark was haar beste vriend geweest. Ze hadden jaren samengewoond. Ze had gedacht dat Mark de man was met wie ze zou trouwen.
En toch…
Dat ze Jericho kwijtraakte was erger. Ze had het gevoel dat haar hart weer brak, in duizenden stukjes, en dat het nooit meer gemaakt kon worden.
Ze probeerde zichzelf voor te houden dat ze belachelijk deed. Ze had al die tijd geweten dat dit zou gebeuren. Jericho had haar gezegd hoe het zou zijn en zij had dat geaccepteerd.
Sommige dingen waren nu eenmaal niet voor altijd, en dat was juist het mooie eraan, dat moest ze niet vergeten. Soms was een liefdesrelatie als een bloem. In korte tijd opbloeien en dan sterven. En doordat het maar zo kort duurde, waardeerde je het des te meer.
Het punt was dat het als iets tijdelijks bedoeld was, maar op de een of andere manier, zonder dat ze het door had gehad, was ze eraan gaan denken als iets wat voor altijd zou zijn. Stom, maar zo was het nu eenmaal.
Vroeg in de ochtend ging ze naar het huis van haar zus en vertelde Tessa en Ash dat ze de volgende dag zou vertrekken. Ash keek alsof hij met stomheid was geslagen.
Tessa pakte alleen maar haar hand en leidde haar naar het gastenverblijf. Binnen sloot ze de openslaande deuren en leunde ertegenaan. ‘Ik wou dat je bleef.’
Marnie schudde haar hoofd. ‘Nee, echt, ik moet gaan.’
‘Is er iets gebeurd tussen jou en Jericho?’
‘Nee, niets, dit wisten we van het begin af aan.’
Tessa deed waar ze zo goed in was. Ze stak haar armen naar haar uit.
Marnie liep naar haar toe en hield haar stevig vast. Toen ze eindelijk losliet, bood ze Tessa een kop thee aan. Ze dronken een kopje. Tessa vroeg of ze wilde komen als de baby er was, wat Marnie beloofde.
‘En vanavond, kom je dan eten?’
‘Ik zal er zijn.’
Toen Tessa weg was, ging de telefoon.
Het was opa Oggie. Marnie vertelde hem dat ze de volgende dag naar huis zou gaan.
Haar grootvader begon te grinniken. Waarom wist ze niet. Soms kon hij vreselijk irritant zijn. Nadat hij uit was gegrinnikt, schreeuwde hij: ‘Wat zeggen ze ook alweer? Eigen haard is goud waard, want zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens?’
Was hij seniel aan het worden, vroeg ze zich onwillekeurig af. ‘Opa, ik moet nu gaan. Ik moet nog één dag werken, en als ik nu niet ga, kom ik te laat. Ik zie u dinsdag of woensdag.’
Haar grootvader zei niets. Waarschijnlijk omdat hij al had opgehangen.
Hoewel ze tegen haar grootvader had gezegd dat ze naar haar werk moest, dacht ze erover om niet te gaan. Tenslotte was het haar laatste dag en betwijfelde ze of ze het erg zouden vinden als ze er ietsje eerder mee zou stoppen. Gus zou het in ieder geval wel begrijpen. En Jericho zou waarschijnlijk opgelucht zijn.
Maar nee. Ze had beloofd dat ze er zou zijn tot Desiree terug zou komen. Zelfs nu haar domme hart in duigen lag, zou ze zich aan haar woord houden. Deze keer zou ze niet instorten. Ze zou niet al haar spullen in de auto smijten en ervandoor gaan. Ze zou niet over haar toeren raken.
Ze was sterk.
Trouwens, het was maar voor een halve dag. Hoe moeilijk kon dat nou zijn?
Heel moeilijk, zo bleek.
De hele ochtend had ze een knoop in haar maag en was ze met haar gedachten niet bij het werk. Ze bleef maar verwachten dat Jericho wel naar haar toe zou komen, wat niet gebeurde.
Om twaalf uur, toen ze klaar was met haar werk, kwam Little Ted met een taart naar haar toe.
Een afscheidstaart.
Ook de andere monteurs kwamen afscheid nemen, net als Gus en de pitbulls Chichi en Dave. Gus hield een kleine toespraak over dat iedereen haar zou gaan missen. Er werd geklapt, en net op dat moment kwam Jericho binnen.
Ze vermeed zijn blik. Recht voor zich uit kijkend zei ze: ‘Dank jullie wel. Ik zal jullie nooit vergeten. Als ik weg ben, kunnen jullie maar beter iemand nemen om de giftshop af te stoffen, anders zijn jullie nog niet van me af.’ Ze draaide zich om naar Gus, die met zoveel genegenheid naar haar keek dat haar gebroken hart nog meer pijn begon te doen. ‘Zullen we dan nu de taart aansnijden?’
Little Ted had een broodmes in zijn handen. ‘Ga je gang.’
Ze concentreerde zich op het aansnijden van de taart, waarop met chocolade was geschreven ‘We zullen je missen, Marnie’. Toen ze weer opkeek, was Jericho verdwenen.
Het is goed zo, dacht ze. Het is het beste zo. Ik hoef hem niet meer te zien. We hebben alles al gezegd wat we moesten zeggen.
De taart was binnen een mum van tijd op, en daarna werd ze door alle monteurs gezoend.
En dat was dat. Tijd om te gaan. Gus gaf haar een envelop met haar laatste salaris. ‘Kom hier,’ zei hij.
Hij nam haar mee naar buiten, waar Karens motor stond, op een aanhangwagen.
Ze wist wat er ging gebeuren maar kon het niet geloven. ‘Nee, Gus, dat kan ik niet doen. Dat kan ik niet –’
Hij omhelsde haar. ‘Engel, dat kan wel. Karen zou je hebben gemogen. Bovendien zou ze niet willen dat haar motor ergens in een hoekje van de garage weg zou staan te kwijnen.’ Hij pakte haar schouders vast en hield haar een stukje van zich af. Zijn groene ogen glansden verdacht. ‘Richt je blik op de horizon.’
Ze knipperde haar tranen weg en knikte. ‘Dat zal ik doen. Ik zweer het je.’
Hij reed achter haar aan naar het huis van Tessa, waar hij de motor uitlaadde. Marnie zette hem in de garage, naast haar auto. Na haar een laatste keer omhelsd te hebben, gaf Gus haar een envelop met de papieren van de motor. Daarna ging hij weg.
Eenmaal in het gastenverblijf belde ze een bedrijf dat aanhangwagens verhuurde. Daarna haalde ze haar koffer uit de kast en begon te pakken.
Ze had net haar slipjes in de ene hand en beha’s in de andere toen ze iemand op de openslaande deuren hoorde kloppen.
Jericho?
Even had ze de hoop dat het Jericho was, dat hij was gekomen om te zeggen dat hij van gedachten was veranderd.
Het was Jericho echter niet.
Het was Mark.
Mark die eruitzag als de droom van iedere vrouw, lang, slank, met donkere haren en donkere ogen.
Hij keek haar aan door het glas, en ze zag hoezeer hij haar had gemist, hoeveel spijt hij had dat hij het had uitgemaakt. Ze zag dat hij haar heel graag terug wilde en met haar wilde trouwen.
Ze zag hem staan en wist het opeens. Wist wat ze al die tijd voor iedereen verborgen had gehouden.
Ook voor zichzelf.
Ze liep naar de deur en trok hem open. ‘Hé.’
‘Hé. Je zus zei dat je hier logeerde.’
‘Ja,’ zei ze, en toen deed ze een stap opzij om hem binnen te laten.