Hoofdstuk 7
Vlak voor hem bleef ze staan.
Hij rook haar. Ze rook naar regen. Wie had ooit gedacht dat de geur van regen hem op kon winden?
‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Niet over choppers.’
Het duurde even voor hij zich herinnerde dat hij haar dat had gevraagd. ‘Dat dacht ik al.’ Hij kneep zijn handen tot vuisten om te voorkomen dat hij ze naar haar uit zou steken.
Niet dat dat veel hielp, want in plaats dat hij zijn handen naar haar uitstak, stak zij haar handen naar hem uit. Toen haar vingers over zijn borstkas gleden, moest hij moeite doen om niet te gaan kreunen.
Dit was het moment om haar te zeggen dat ze op moesten houden met dit gedoe. Hij zei echter geen woord, trok haar in plaats daarvan naar zich toe toen ze haar mond naar de zijne bracht.
Zij kuste hem, en hij kuste haar terug. Zijn bloed ging steeds sneller stromen, zijn broek ging steeds strakker zitten.
Ze ging nog dichter tegen hem aan staan.
Hij dacht aan het logeerbed in de hoek, hij dacht eraan haar daarnaar toe te slepen en haar spijkerbroek open te ritsen. Het was een wonder dat hij bleef zitten waar hij zat. En het was helemaal een wereldwonder dat hij haar wist weg te duwen.
‘O, nee, niet doen,’ fluisterde ze. ‘Je wilt hier niet mee stoppen. Nog niet.’
‘Kun je gedachtelezen dan?’
Ze glimlachte. ‘Nou, het zijn niet bepaald je gedachten die ik kan “lezen”.’
‘Tja, dat is de harde waarheid, ben ik bang.’
Ze lachten allebei om zijn slechte grap, waardoor de spanning iets minder werd. Toen pakte ze zijn hand, leidde hem naar het logeerbed en trok hem naar zich toe.
‘Iedereen kan hier zomaar binnen komen vallen,’ waarschuwde hij haar.
Ze zuchtte. ‘Dat weet ik. Ik heb je hier niet mee naartoe genomen voor de seks.’
‘Nee?’
‘Nee, hoewel ik denk dat we het hier wel een keer moeten doen als er niemand is.’
‘Denk je alleen maar aan seks?’
Ze stootte met haar schouder tegen de zijne. ‘Nou, eh… ja, sinds gisteravond wel. Bovendien weet ik dat je vanmorgen koffie hebt gedronken met Ash.’
Hij liet zich achterover zakken en keek naar de boksbal waar hij zijn frustraties op afreageerde als een project niet liep zoals hij wilde. Hij wilde dat hij zich er nu op uit kon leven.
‘Aan je gezicht te zien ging het gesprek met Ash niet goed.’
‘Tessa belde hem om hem te zeggen dat hij zich er niet mee moest bemoeien, maar toen had hij zijn preek al afgestoken.’
‘Dat zei ze. En ze zei ook dat het haar speet dat ze zich ermee had bemoeid. En Ash ook. Dus nu dat achter de rug is, kunnen we verder.’
‘Marnie, probeer je eens in te denken waar dit toe leidt. Dit leidt namelijk nergens toe.’
‘Hm-m. Je hebt je de onzin van Ash te veel aangetrokken. Het gaat hem niets aan. Heb je dat niet tegen hem gezegd?’
‘Ja, maar daar trok hij zich niets van aan. Tot Tessa belde. Toen hield hij op.’
‘Heb je gemerkt dat je broer een beetje onder de plak zit?’
‘Ja. Nou en? Hij is gelukkig. Echt gelukkig.’
‘Mooi voor hem. Mooi voor hen allebei. Maar zij zijn niet ons. Vergeet dat niet.’
‘En jij, Marnie, moet niet vergeten dat er geen “ons” is.’
Ze maakte een sissend geluid. ‘Doe niet zo gemeen. Er is wel een ons. Althans, op dit moment.’ Plotseling was ze een en al opgewektheid. ‘Ik heb zitten nadenken.’
‘Nu word ik pas echt bang.’
‘Ik wil twee dingen van je – ik bedoel naast seks.’
Hij wist dat hij het niet moest vragen. ‘Wat zijn die twee dingen?’
‘Om te beginnen wil ik dat je me op een chopper leert rijden.’
Hij begon te lachen. ‘Was die ene keer niet genoeg?’
‘Nee.’
Ze was hem veel te serieus, dus probeerde hij haar duidelijk te maken hoe gevaarlijk haar wens was. ‘De meeste choppers zijn niet voor vrouwen gemaakt. Dus als je je voeten neerzet, moet je op je tenen gaan staan. Bovendien moet je naar voren schuiven om bij de rem te komen.’
‘Ja, nou en? Dat weet ik toch.’
‘Het is allemaal best zolang er zich geen onverwachte situaties voordoen, maar het kan een ramp worden als je plotseling moet remmen.’
‘Little Ted is kleiner dan ik.’ Little Ted was een van de monteurs. ‘Ik durf te wedden dat hij er een heeft laten maken waar hij op past.’
‘Marnie, dat is een mannending.’
Ze keek hem alleen maar aan. Vastbesloten. En hoopvol. Hoe deed ze dat? Met één blik kon ze hem de meest idiote dingen laten doen. Hij sloot zijn ogen en schudde zijn hoofd. ‘Geef me een paar dagen de tijd, dan kijk ik of ik iets kan vinden waar je veilig op kunt rijden.’
Ze slaakte een vreugdekreetje en wurgde hem bijna, zo stevig omhelsde ze hem. ‘Je bent mijn held!’
Hij snoof. ‘Bewaar je dankbaarheid voor na de rit – als ik dat tenminste voor elkaar krijg.’ Hij pakte haar bij haar middel vast. Iets wat hij veel te lekker vond. ‘Was dat alles? Ik heb namelijk werk te doen.’
‘Ik ook. Er was nog een ding, weet je nog?’
‘Hm. Wat?’
‘Ik weet niet waar je woont. Woon je in een appartement of heb je een eigen huis?’
‘Een huis. Niet erg groot, in een zo-zo buurt. Het kan wel een paar likjes verf gebruiken.’
‘Leuk. Kan ik langskomen?’
‘Waarom?’
‘Omdat ik je huis wil zien.’
‘Echt? Er valt niet veel te zien.’
‘Dat geeft niet. Ik vind jou leuk en ik wil meer over je weten, zoals bijvoorbeeld waar je woont.’
‘Ik zal erover nadenken.’
Ze ging naast hem staan. ‘Wat is daar nou zo erg aan?’
‘Marnie… Laat me eerst een chopper voor je zoeken waar je je niet mee dood rijdt, daarna hebben we het over een bezoek aan mijn huis.’
Ze trok een lang gezicht. ‘En ik dacht nog wel dat het me de meeste moeite zou kosten om je zover te krijgen dat je me motorrijles zou geven.’
‘Het punt is dat het niet erg comfortabel is daar. Ik ben er amper, alleen om me te douchen, te verkleden en te slapen. Verwacht er niet te veel van, oké?’
‘Oké.’ Ze trok hem naar zich toe. ‘Je zult wel blij zijn te horen dat ik weer aan het werk ga. Nog één kus en ik ben weg.’
‘Ja ja…’
‘Vanavond? In het gastenverblijf? Om een uur of acht, net als gisteren?’
Hij gaf meteen toe, zonder protest, want ze zou hem toch wel weten over te halen. ‘Oké, om acht uur.’
‘Leuk.’ Met schuingehouden hoofd keek ze hem aan.
Haar lippen waren te verleidelijk. Hij boog zich naar haar toe om haar te kussen. Ze smaakte zo goed, en die geur van haar prikkelde hem.
Het duurde nog even voor hij haar losliet. Ze zei hem gedag en liep bijna dansend weg.
Die avond gingen Ash en Tessa uit eten, wat Marnie prima uitkwam. Ze at een broodje en nam een lang bad. Om halfacht zat ze vol ongeduld op Jericho te wachten in niets anders dan een dunne kamerjas.
Om kwart voor acht ging haar telefoon en maakte haar hart een vrije val. Ze wist gewoon dat het Jericho was, die toch weer last van zijn geweten kreeg en haar afbelde.
Op de display zag ze echter dat het opa Oggie was. Dat had ze nou net nodig, haar bemoeizuchtige grootvader die haar wel eens even zou vertellen wat ze wel en niet moest doen.
Ze trok een gezicht naar de telefoon, en even overwoog ze niet op te nemen. Ze wist echter dat hij toch niet op zou geven voor hij haar had gesproken en haar een tuitend oor had bezorgd met zijn ongevraagde adviezen. Trouwens, beter een telefoontje dan dat hij hier in levenden lijve voor haar stond.
‘Hai, opa, hoe gaat het?’
‘Marnie?’ schreeuwde hij. Al zolang ze zich kon herinneren schreeuwde hij als hij aan de telefoon was. ‘Ben jij dat?’
Ze rolde met haar ogen. Wie anders? Ze zette het geluid wat zachter. ‘Ja, opa, ik ben het. Hoe gaat het met u?’
‘Praat eens wat harder, ik kan je niet verstaan.’
‘Hoe gaat het met u?’ schreeuwde ze.
‘Met mij? Ik ben oud, dat zegt het wel zo’n beetje. En daar gaat het trouwens niet om. Ik bel om te vragen hoe het met jou gaat.’
‘Prima. Over mij hoeft u zich geen zorgen te maken.’
‘Hoelang ben je al bij Tessa?’
Aan zijn toon te horen was dat een strikvraag. Toch gaf ze hem antwoord. ‘Vandaag twee weken.’
‘Twee weken, verdorie.’ Er klonk wat gemompel, waarna hij weer begon te schreeuwen. ‘Niemand vertelt me hier iets, weet je dat? Ik hoorde vandaag pas van Linda Lou Beardsly dat Mark en jij uit elkaar zijn. Dat doet mijn trots geen deugd, meisje, dat die oude roddeltante meer over mijn kleindochter weet dan ik.’ Linda Lou was bijna net zo oud als haar grootvader en wist alles van iedereen in het stadje.
‘Ik heb ze gevraagd niets tegen u te zeggen omdat ik niet wilde dat u zich ongerust zou maken.’
Grootvader begon krakend te lachen. ‘Je wilde niet dat ik daarnaar toe kwam rijden om voor je te zorgen. Dat was het.’
‘Nou, ik –’
‘Niet tegen me liegen, meisje, ik ben te oud voor die onzin. En je hoeft er niet over in te zitten dat ik kom. Althans, niet in de nabije toekomst. Het gaat niet zo best.’
‘Hè, bent u ziek?’ Haar opa was nooit ziek. Hoewel hij al in de negentig was, was hij zo sterk als een os.
‘Allemachtig, nee, ik ben niet ziek. Ik ben nooit ziek.’ Een gevoel van opluchting overspoelde haar. ‘Maar,’ voegde hij eraan toe, ‘mijn voet speelt de laatste tijd weer op.’
Jaren geleden had hij zijn halve voet eraf geschoten, vermoedelijk omdat hij zijn geweer aan het schoonmaken was, hoewel boze tongen beweerden dat hij het met opzet had gedaan – waarom, was Marnie niet duidelijk. ‘En mijn ouwe botten doen pijn. Dat is het ergste als je zo’n prehistorisch wezen bent, dat je je eigen familie niet kan helpen als ze je nodig hebben. Er was een tijd dat ik al lang en breed achter het stuur had gezeten om naar je toe te komen.’
Op stellige toon schreeuwde ze: ‘Opa, ik meen het. Niet naar Texas komen. Het gaat prima met me, echt.’
‘Nou, ik kan niet zeggen dat me dat verbaast.’
‘Eh? Niet?’
‘Welnee. Die Mark was een aardige knul, maar niet geschikt voor jou.’
‘Jeetje, opa, en dat vertelt u me nu pas?’
‘Nou, ik wil niemand mijn mening opdringen.’
‘Ha!’
‘Wat heeft dat te betekenen?’
‘Ik zei: “o ja”.’
Er klonk weer een krakerig lachje. ‘Jij was altijd al een dondersteen. Weet je nog dat je mijn Cadillac had gestolen? Toen was je… elf of zo? En je was zo’n onderdeurtje. Je kon niet eens bij het gaspedaal met je voeten. Maar dat weerhield je niet. Je hebt nog geluk gehad dat je niet in een sloot bent gereden en je domme nekje hebt gebroken.’
‘Ja, opa, ik weet het nog.’ Jericho’s chopper, grootvaders Cadillac… Ze moest echt eens ophouden met dat gesteel.
‘En die keer dat je die vissen uit de winkel van Santino stal? Als ik me goed herinner, had je die in een glazen pot gegoten die je in een boom had verstopt. Gina heeft je toen mee naar het bureau van de sheriff genomen om je een lesje te leren. Maar volgens mij heeft dat geen zier geholpen.’
Marnie zei niets. Ze was bang dat als ze wat zou zeggen, wat dan ook, hij dat als een aanmoediging zou opvatten om eens lekker herinneringen op te halen aan al het kattenkwaad dat ze als kind had uitgehaald.
Weer gekraak. ‘Met jou kon je gewoon wáchten op moeilijkheden.’
‘Dank u,’ zei ze zuur.
‘Tot je twaalfde of dertiende of zo. Vanaf dat moment had je jezelf beter in de hand. Maar eerlijk gezegd was het sinds je met Mark was of er een licht in je uit was gegaan. Ik ben blij dat je weer tot jezelf bent gekomen.’
Alsof ze een keus had gehad. Maar ze moest toegeven dat ze wel blij was met zijn compliment. ‘Ik werk eraan, opa,’ zei ze.
‘Ik wil dat je me belt, wanneer dan ook. Iedere keer dat je behoefte hebt om te praten, pak je de telefoon.’
Dat was echt lief van hem. ‘Dank u, opa, dat zal ik doen.’ Dat zou ze niet, maar dat hoefde hij niet te weten.
Er klonk gekraak. ‘Je liegt. Maar dat geeft niet. Het kan geen kwaad om aardig te zijn tegen je ouwe opa. Heb je geld nodig?’
‘Dat vraagt iedereen.’
‘Omdat we om je geven.’
‘Ja, dat weet ik. En nee, dank u. Ik red me prima.’
‘Nou, oké dan. Ik bel je snel weer.’
Het werd stil aan de andere kant van de lijn. Marnie drukte op de uit-knop en legde de telefoon neer. Toen ze op de glasdeur hoorde kloppen, keek ze snel op.
Jericho.
Ze sprong op en rende naar hem toe om hem binnen te laten. ‘Je ruikt naar zeep en benzine,’ zei ze terwijl ze hem omhelsde. ‘En ook naar leer. Heel sexy.’
Hij streelde haar gezicht. ‘En jij ruikt gewoon hartstikke goed.’ Toen ze zich van hem losmaakte om de gordijnen dicht te doen, zei hij: ‘Ik heb even naar je staan kijken toen je aan de telefoon zat. Je zag er gelukkig uit.’
‘Ik zat met mijn grootvader te praten. Een gekke ouwe vent die overal zijn neus in steekt. Maar wel een lieverd.’
‘Je zat te schreeuwen.’
‘Ja, hij is hardhorend, althans, aan de telefoon. Hij wilde weten of het goed met me ging. En hij belde om me te herinneren aan alle streken die ik als kind heb uitgehaald.’ Ze ging weer tegen hem aan staan. Ze vond het lekker om zo dicht bij hem te staan, om zijn lichaamswarmte te voelen, om de blik in zijn ogen te zien. Die hongerige blik.
Met zijn wijsvinger trok hij een spoor van haar linkerborst naar haar rechterborst. Door die aanraking ging er een vuur door haar heen, en met één beweging trok ze de ceintuur van haar kamerjas open en liet het kledingstuk van haar schouders glijden.
‘Je bent me er wel eentje,’ fluisterde hij terwijl hij zich naar haar toe boog en de gevoelige huid van haar oor met zijn neus beroerde.
Ze legde haar hoofd in haar nek om hem er beter bij te laten en kreunde toen hij zijn tanden in haar oorlelletje zette. Het ging van zacht naar hard. Het deed niet echt pijn, het deed bijna pijn. Juist toen ze dacht dat hij echt door ging bijten, gebruikte hij zijn tong om de gevoelige huid te strelen.
Haar benen werden week.
Niet dat dat erg was. Ze hoefde namelijk niet te blijven staan, want het volgende moment tilde hij haar op en droeg haar naar de slaapkamer.
Jericho genoot van de manier waarop ze zich om hem heen wikkelde. Tot nu toe had hij altijd de voorkeur gegeven aan weelderig gevormde, lange vrouwen met volle heupen en grote borsten.
Marnie was niet lang, ze had smalle heupen en mooie kleine borsten met perfecte roze tepels. Niet zijn type.
Tot nu.
Nu merkte hij dat een kleine vrouw zo zijn voordelen had. Ze was makkelijk op te tillen en goed vast te pakken. Ze had iets stoers over zich, iets sterks, wat hem het gevoel gaf dat hij alles met haar kon doen wat hij wilde, dat hij zich veilig in haar kon verliezen.
Voor hij haar had leren kennen was hij bang geweest voor kleine vrouwen. Bang om ze pijn te doen, om ze te vermorzelen onder zijn lengte en gewicht.
Maar niet bij Marnie. Zij kon het hebben. Ze was sterk, stevig en strak. Ze voelde zo goed, ze paste zo goed.
Ze had zich zo stevig aan hem vastgeklampt dat hij haar kon strelen zonder bang te hoeven zijn dat hij haar zou laten vallen. Hij kon haar billen omvatten en met zijn vingers haar clitoris beroeren. Ze kreunde en stak haar tong nog dieper in zijn mond.
Vlak naast het bed liet hij haar op de grond zakken. Ze liet zijn nek los en gleed met haar vingers van zijn borst naar zijn broekriem, die ze meteen losmaakte. Hij hielp haar met uitkleden door zijn overhemd uit te trekken en die achter zich op de vloer te gooien.
Zodra ze zijn riem los had, ging ze voor hem op haar knieën zitten. Ze hief haar gezicht naar hem op en keek hem aan, loom, lui, uitdagend. Hij zag dat ze hem wilde en bewonderde, en dat beangstigde hem een beetje.
Maar niet genoeg om haar over te halen ermee te stoppen. Dat zou hem ook niet lukken. Hij verdronk in die ogen en huiverde toen ze zijn broek naar beneden trok en haar handen vervolgens weer langzaam via zijn benen omhoogbracht.
Over een paar weken zou ze weer weg zijn. Waarom zou hij er niet van genieten nu hij nog de kans had? Zij wilde het, en hij wilde het, dus wat kon het voor kwaad?
Oké, toegegeven, het kon heel veel kwaad. Zij kon gekwetst worden. Hij kon gekwetst worden. In feite was dat al het geval door dat gedoe tussen Ash en hem.
Ash begreep het niet, hij begreep niet waarom hij dit met Tessa’s zus wilde. Ash wist dat Jericho niets vasts wilde met welke vrouw dan ook. En hij beschouwde Marnie nog steeds als een beetje labiel en vond dat ze steun en extra zorg nodig had.
Jericho vond haar niet labiel. Niet meer. Hij wist nu dat ze sterker was dan zelfs zijzelf zich realiseerde.
Ze nam zijn penis in haar rechterhand en kneep er zachtjes in. Het voelde heerlijk. Hij sloot zijn ogen en kreunde van genot.
Het volgende moment nam ze hem diep in haar mond en begon te bewegen. Hij liet haar begaan tot hij op het randje balanceerde. Toen gaf hij aan dat ze moest stoppen.
Ze deed echter net of ze hem niet begreep.
‘Marnie, je moet… Marnie, stop, je moet stoppen voor ik…’
Maar ze stopte niet. En uiteindelijk gaf hij het op en liet hij zich naar het paradijs voeren. Kreunend begroef hij zijn handen in haar haren en kwam klaar in haar.