Stil zijn
Er wordt gebeld, er wordt de hele tijd gebeld. We nemen niet op. Er is niemand die ons kan vertellen wat wij willen horen. We hebben even geen woorden om ons te verdedigen, we weten even niet wie we zullen zijn.
Ze vragen ons steeds naar onze gevoelens, maar we hebben niets om te laten zien. We vinden alleen maar woorden die we niet willen zeggen. Ze smaken naar andermans mond. Hoe meer er gepraat wordt, des te hoger stapelen de misverstanden zich op. We komen er niet meer uit, we worden erdoor gevangen, verstikt door de verkeerde woorden.
We zwijgen ons een gat in de woordmuur, waardoor wij kunnen ademen.