4

Dann was iets gaan drinken nadat Shelly hem een wenk had gegeven. Blijkbaar wilde ze niet dat Bloomer zou praten over de manier waarop ze Damon Szuszki en Jack Doyal Dunn te pakken hadden genomen, maar ik kreeg niet de indruk dat het lang een geheim voor me zou blijven. Zelfs in het licht van de olielamp kon ik zien dat Shelly’s gezicht rood was van opwinding. Ze wilde het verhaal zelfvertellen. Maar niet meteen. Ze wilde de spanning erin houden. “Louella, Jeff. Hoe zat het daar ook weer mee?” Eerst was het mijn beurt. Shelly wilde de verhalen om en om. Het deed me denken aan thuis. ‘s-Avonds verhaaltjes van moeder. Eerst eentje voor mij, daarna eentje voor mijn zusje, als we zoet waren geweest nog eentje voor ons allebei. Soms bedacht ik, als het huis stil was, een verhaaltje voor mijn zusje, meestal iets met draken, gevechten, doden. Ik was pas tevreden als ze huilde. Het was een van de redenen voor mijn ouders om van de rommelkamer een kamer voor mijn zusje te maken, waardoor ik eindelijk kreeg wat ik wilde: ruimte voor mezelf. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik ontdekte dat je iets kon bereiken door een ander de stuipen op het lijf te jagen.

Ik schrok op toen ik iets kouds over mijn rug voelde glijden, direct gevolgd door een scherpe pijn. Meteen erna voelde ik bloed op mijn handen druppen.

“Antwoord geven als ze je iets vraagt.” Dann fluisterde in het oor waarin Shelly had gebeten. “Volgende keer snij ik een stuk van jouw rug, kijken hoe dat gaat.”

Shelly was iets naar achteren gaan zitten en haar gezicht was een donkere vlek geworden. Het enige wat ik ervan zag was het puntje van haar tong dat naar buiten flitste. Wat volgde was het geluid van smakken en een gegorgel achter in de keel. Shelly genoot en ze wilde dat ik het wist. “Louella, Jeff. Ik zou praten als ik jou was.”

“Louella was Cathy’s vriendin.” Speeksel vloog in het rond, zo snel sprak ik. “Een schoolvriendin. Dat vertelde ze tenminste. Ik vond de bijbel waar haar naam in stond dus in het vat dat in de grond was gegraven achter de trailer van Cathy en Ken.” Kaya en Len. Elke keer als ik Cathy en Ken zei dacht ik aan hun indianennamen, voor mij hun echte. “Er lag ook een knipsel waarin stond dat ene Cathy Lenz moest getuigen in een rechtszaak. Daar was de Afro-American Baptists Church bij betrokken. Door een foto van Jack Doyal Dunn die een winkel had geopend in Savannah kwam ik daar terecht. Waarna ik aan de lopende band werd bedreigd.”

“Door wie.” Het was geen vraag, het was een bevel.

“Door bijna iedereen. Door twee grote negers die zeiden dat ik niet in Huntington Street mocht komen waar Jack Doyal Dunn woonde. Door mannen met stokken die uit de Savannah River kwamen om…” Ik hield op door een gesmoord geluid van Shelly.

“Mannen met stokken?”

“Die ze gebruikten als speren, of lansen, maak ervan wat je wilt. Ze deden of ze riddertje aan het spelen waren, maar serieus was het niet. Ze deden een paar schijnaanvallen en verdwenen.”

“Wat deed jij?”

Ik dacht terug aan de sc�ne bij de rivier en probeerde me de gestaltes voor de geest te halen. De mannen die uit de rivier kwamen. De vrouw, de man en de jongen die me in de gaten hadden gehouden na het gesprek dat ik had gevoerd met Art Mornay van de Savannah Morning News, de man, de vrouw en de jongen in de GMC Rally die ik bij de krant had zien wegrijden. Wat ik had gedaan? Niet veel.

“Bijna niets. Ik baalde, geloof ik. Ze wilden me bang maken, maar ik had geen idee waarom. Iedereen die ik sprak zei dat ik Savannah zo snel mogelijk moest verlaten.”

“Wie sprak je?”

Het had geen zin nu mijn mond te houden. Dann stond achter me en af en toe, als ik even aarzelde, voelde ik een prikje in mijn rug. “Die negers in Huntington Street, een redacteur van de Savannah Morning News, een autohandelaar die mannen met honden op me afstuurde, Frederick Doyal Dunn, Louella.”

“Als je daar eens wat meer over zei? Over Louella?”

“Ze liet me oppikken door de negers die me in Huntington Street met ijzeren staven hadden geslagen. Johnson en Jones noemde ik ze, ik heb geen idee hoe ze heten. Louella vroeg me de moordenaar van haar vriendin te zoeken.”

“Alleen de moordenaar?”

“En het geld, als het even kon. Ze was de enige die de indruk wekte dat ik van nut kon zijn. Alle andere inwoners leken te denken dat ik in de weg liep.”

“Of dat je het zoveelste stuk ongeluk was dat hoopte dat hij de miljoenen kon inpikken waar Cathy mee vandoor ging.”

“Miljoenen?”

Shelly zweeg lang genoeg om me het gevoel te geven dat ze geen idee had.

“Volgens de verhalen. Niemand weet het zeker. De een zegt een miljoen, de ander tien of vijftien miljoen. Mij ging het om de moordenaars.”

Shelly stond op en pakte mijn kin. “Kijk me aan, Jeff.”

Ik keek haar aan.

“Je hebt de moordenaar van Cathy en Ken doodgeschoten. Eigenhandig.” Ze bewoog mijn hoofd. “Daar ligt-ie en als hij er lang blijft liggen, stinken we deze schuur uit. Je hebt hem. Dus je bent tevreden?”

“Ik heb bereikt wat ik wilde bereiken.”

Shelly drukte mijn hoofd achterover en legde een hand over mijn keel. “Ik vroeg: ben je tevreden?”

Ze drukte zo hard dat ik nauwelijks adem kon halen. “Nee.”

Ze liet mijn kin los. “Nee. Ik dacht al: hoe gauw kan een mens tevreden zijn. Wat wil je nog meer, Jeff?”

Ik wilde het vel van Kaya. Ik wilde het terugbrengen naar de plaats waar ik haar en Len had begraven. De duivelsrug was een deel van haar en ik wilde haar compleet hebben. Niet een deel in de woestijn en een klein deel in een afvalbak, of in een greppel. Dat wilde ik, maar ik betwijfelde of Shelly het zou geloven. “Het geld. Een deel ervan in elk geval. Ik heb onkosten gemaakt.”

Shelly maakte een gebaar dat was bedoeld voor Dann. “Heeft het zin om Damon Szuszki naar buiten te slepen, Dannyschatvanmij, of willen we testen hoe lang we ons adem in kunnen houden? Maak Jeffs handboeien maar los en doe ze aan de voorkant vast, dan kan hij je helpen. Het is nog droog en in Sedona zeiden ze dat er regen zou komen. Jeffwil volgens mij graag weten waarom ik met hem ben meegelift en waarom jij op Jack en Szuszki hebt gepast. Als hij je goed helpt, vertel ik het misschien.”

Dann en ik pakten allebei een been van Damon Szuszki en sleepten hem naar buiten. Nadat we hem naast de deur hadden gelegd, haalden we diep adem. Pas na de derde teug verdween de lucht van uitwerpselen en bloed. We reageerden er allebei verschillend op. Tegenover mijn ‘lekker’ stond een welgemeend ‘kut’ van Dann Bloomer. Maar we bedoelden hetzelfde en we deden hetzelfde: we keken naar de lucht. Om een of andere reden doen mensen dat als ze hun longen zuiveren. Dann had als eerste genoeg van de sterren en het smalle schijfje maan dat soms schuilging achter wolkenslierten. Hij stootte me aan en gromde achter in zijn keel terwijl hij de zin vormde die hem dwars zat. “Hoe was ze?”

“Hoe was wie?”

Ik voelde de prik van het mes. “Ga me godverde, ga me niet zitten stangen. Hoe was Shelly?”

“Ongesteld. Dat zei ze.”

“En jij geloofde het.”

Ik vroeg me af wat hij wilde horen, en gokte. “Ik geloofde er geen pest van. Wat denk je, iemand als Shelly. Voor’mij was ze een liftster en ik had verdomme de benzine betaald en het motel. Maar geen kans. Ze zei: “Ongesteld,” en ze zei het elke keer als ik een vinger uitstak.”

“Dus.”

“Dus niks. Ze sliep in de pick-up. Als ze dat niet had gedaan was ik zonder haar weggereden. Ik had er de ziekte in.”

Hij geloofde me niet, maar het was waar hij op had gehoopt. “Laten we die andere ook naar buiten slepen.”

“Blijven we hier vannacht?”

“Ik wel.” Hij klonk of hij een idee kreeg. “Misschien maak ik je wel vast aan een van die gasten. Blijf je in de frisse lucht en dicht bij de moordenaars die je zocht. Shelly en ik kunnen wel een poosje zonder een vent die ligt te loeren.”

We sleepten Jack naar buiten en gooiden hem op Szuszki. Daarna trok Dann me mee naar binnen en stelde hij voor om mij aan Jack en Szuszki vast te maken. Shelly schudde het hoofd. “We zijn nog niet klaar, Dannylief.” Ze streek langs zijn hoekige kin, liep naar buiten en keek hoe Jack en Szuszki er bij lagen.

“Moet er geen zand over?”

Dann en ik zeiden tegelijk: “Nee,” en Shelly drong niet aan. Ze liet de deur open om frisse lucht binnen te laten en ging weer met gekruiste benen op haar oude plaats zitten, terwijl ze mij tegenover haar dirigeerde. “Vertel me voor alle zekerheid eens hoe Louella eruitzag.”

“Klein, slank, met een soort kaftan vol lovertjes en een zachte, lage, beetje hese stem waardoor je niet weet of ze praat of fluistert. Veel ringen.”

“En, hoe noem je ze, Johnson en Jones?”

“Groot, erg zwart en met een voorliefde voor zwarte T-shirts. De een is een bas, de andere een bariton. Met de bas valt te praten, de bariton houdt van slaan.”

“Van wie kreeg je het telefoonnummer dat in je mobiel is geprogrammeerd?”

Dann moest me twee keer prikken voor ik antwoord gaf. Had Shelly met Louella gebeld? Of had ze het nummer herkend? “Johnson en Jones hadden mijn mobieltje afgepakt. Ze gaven het terug voor ik Savannah verliet. Ik moest ze elke avond bellen, zeiden ze.”

“Deed je dat?”

“E�n keer, op de dag dat jij met mijn golftas aankwam.”

“Dus niet eerder?”

Ik schudde mijn hoofd. “Niet eerder. Zo dik was ik niet met ze.”

“Omdat je voor Louella werkte, maar toch het meest voor jezelf?”

“Ik wilde de moordenaar van Cathy en Ken. Ook het geld. Als ik hulp nodig had, was het handig om iemand achter de hand te hebben, maar het liefst werk ik voor mezelf en als Dannylief me nog een keer in mijn rug prikt spring ik op hem af en bijt ik zijn neus van zijn kop voor jij zelfs maar in de buurt bent van je Ruger.”

Dann maakte een geluid of hij schrok en trok het mes weg. Shelly maakte met gekruiste benen een koprol achterover en had de revolver op me gericht voor ik tijd had om me af te vragen hoe stom ik was geweest.

Shelly was de eerste die sprak. “Ik denk niet dat je zo snel kunt bijten, Jeff. Danvanme, ga maar een eindje verderop zitten. Jeff is een beetje traag met antwoorden, maar dat kan hij niet helpen, het is een lange dag geweest.”

“Waarom schiet je hem niet aan flarden?”

Shelly maakte een tuitmondje. “Daarom niet, denkertje-vanme. Omdat we hem misschien nodig hebben. Hij is de buurman van Cathy geweest. Ze hebben gepraat. Misschien herinnert hij zich morgen iets nuttigs over rekeningen in het buitenland, of overmorgen. Laten we hem voorlopig maar bij ons houden. Zonder eten en drinken, natuurlijk. We moeten hem niet verwennen.”

Daar was Dann het mee eens. “Niet verwennen,” hij herhaalde het twee keer en hij lachte erbij of het een goede grap was. Maar hij ging wel opzij en de spanning week.

“Bovendien wil Jeff graag weten waarom hij hier is, samen met ons, en met Jack en Szuszki.”

Dann zei dat het geen zin had mij wat dan ook te vertellen, maar Shelly negeerde hem. “Ik heb het hem beloofd, Dan-nylekkerstuk, en het is nog geen tijd om te gaan slapen. Ik ken je, straks wil je laten zien wat voor vent je bent en ik heb er een hekel aan als je me daarvoor wakker maakt. Misschien heb je iets te eten voor ons?”

Dat had hij. Stukken koude kip en kaas, chips, bier. Hij zette en legde alles op een plaid en ging tegenover Shelly zitten. Met twee brandende kaarsen erbij was het een aandoenlijk tafereel geweest. Zonder kaarsen was het een surrealistisch schimmenspel, dat werd begeleid door gesmak en door gekir als Dann aan Shelly zat. Na een tijdje verdreef de lucht van kip die van dood en verderf en voelde ik mijn maagkrampen. Toen ik om een stukje vroeg zei Shelly dat Dann me een prikje mocht geven, een kleintje. Ze richtte de Ruger op me terwijl Dann zijn werk deed en met een kip-penbot langs mijn neus wreef, terwijl hij “bijten?” fluisterde. Daarna gingen ze verder of ik niets had gezegd.

Na meer dan een halfuur rekte Shelly zich uit. “Als jij opruimt, Dannytjevanme, praat ik met Jeff. Kun je intussen bedenken wat je met me wilt doen voor we gaan slapen.”

Ze ging weer voor me zitten. “Weet je hoe Ken Caray een deuk in zijn schedel heeft gekregen?”

“Ze hebben hem van een dak in een zwembad laten vallen. Een ondiep zwembad.”

“Ze?”

“Iemand. Misschien twee of drie mensen. Blanken, volgens Louella. Ze zei dat Cathy haar een keer had verteld dat ze niet naar het buitenland kon omdat Ken bang was voor mensen, en ook voor vliegen.”

Shelly drukte een hand tegen haar mond om een proest te smoren. “Omdat hij zijn vlucht van een meter of vier lang genoeg vond?”

“Misschien had hij al vliegangst.”

De pretlichtjes glommen lang na. “Het is er vast niet beter op geworden na zijn duik in het zwembad. Enig idee wie die mensen waren die hem over de rand gooiden?”

“Het zou me niks verbazen als Doyal Dunn erbij was betrokken.”

“De jonge of de oude?”

Ze verraste me met de vraag. Ken was van een dak gevallen op Tybee Island, niet ver van het huis van de oude Doyal Dunn. Het zwembad waar hij in terechtkwam was er een dat voor een deel in het huis was aangelegd. Wie zich dat kon veroorloven had geld. Van niemand had ik gehoord dat de eigenaar in de problemen was gekomen nadat een man als Ken in zijn bad was gegooid. Wie dat klaarspeelde had macht. Elke keer als ik aan de val van Caray had gedacht was het beeld van Frederick Doyal Dunn bij me opgekomen. “De oude?”

Shelly glimlachte. “Die wist ervan. De jonge liet hem vallen. Kijk niet zo verbaasd, het was gewoon een kwestie van een beetje boosheid en veel jaloezie, gevolgd door een foutje.” Ze leunde voorover en bekeek me zorgvuldig. “Je had fijne buren, Jeff Aabelson. Ga er maar op je gemak bij zitten, het is een heel verhaal.”