5

Shelly had blosjes en ze stampvoette. Het was de moeite waard om naar haar te kijken en dat deed ik ook. Het gevolg was dat alles aan haar gezicht en haar hals rood werd.

“Sta niet naar mijn tieten te gluren. Stap in, misschien vinden we hem.”

Ze rukte aan het portier van de pick-up. “Die kant op.” Terwijl ze zich naar binnen hees wees ze in de richting van bergen die door het licht van de zon leken te gloeien. “Rij je nou nog of…”

Geen spoor van een accent, geen sigaret tussen haar vingers. Ik bleef een paar seconden naar haar kijken voor ik startte. Er was iets vreemds aan Shelly, iets waar ik over na zou moeten denken.

Ze gaf een klap op het stuur. “Doe. Je. Nou. Nog. Wat?”

Ik deed wat. Ik reed de pick-up achteruit de drukke 89A op, negeerde alle automobilisten die een middelvinger opstaken en reed weg.

“Gas, Jeff. Gas.”

Ik gaf gas en aan het einde van Sedona nog een beetje meer.

“Deze weg gaat naar Prescott.” Ik wees naar een bordje. “Wat moeten wij in Prescott?”

“Niks. We moeten naar een medicijnwiel, verderop rechts, vlak bij een energiekolk. Tenzij hij dat allemaal loog, de klootzak.”

Ze bleef me aanvuren tot ze zeker wist dat de Chevrolet niet harder kon.

“Rahelio Rodriguez heet-ie. Hij is een indiaan van de Hopi-stam, dat zei hij tenminste. Ik had een medicijnbuidel gekocht van hertenleer. Op zijn advies. Gezegend hertenleer, dat is van herten die zijn neergeschoten in een medicijnwiel en dat zijn heilige plaatsen. Hij vertelde waar hij woonde. Vlak bij een vortex. Daar stroomt de energie uit de aarde. Hij zei dat hij me mee wilde nemen, eigenlijk meteen, want er komt wind aan. Dat zei hij: “De wind gaat komen, misschien regen.” Toen ik zei dat ik het nog niet wist, was zijn haast meteen voorbij en bood hij me koffie aan. Hij legde uit waar we naartoe moesten en ik zei dat ik wel zin had om mee te gaan. “Goed,” zei hij, “alleen nog even piesen.” Hij ging richting wc en weg was mijn medicijnbuidel met het geld dat ik erin had gestopt.” Ze sloeg met haar vuisten op haar knie�n. “Geloof je het nou, twee koppen kleiner, die zak. Ik heb niet eens al mijn spieren nodig om zijn nek om te draaien. Alleen nog even pie-hiesen.” Ze boog zich voorover. “Hier rechts.” Ze pakte het stuur en gaf een ruk. “Rechts, welke kant denk je dat rechts is?”

Ik hield de pick-up op de weg, maar het scheelde weinig. Ik vloekte en omdat ze niet reageerde vloekte ik harder. Ze wuifde het weg. “Die stofwolk daarginds, dat moet ‘m zijn. Ik had je naar de winkel met die muziekinstrumenten zien gaan. Daar zat een veel te dik wijf dat zei dat je weg was. Ze wees in elk geval de goeie kant op. Hij rijdt in een pick-up die een stuk ouder is dan deze. Geef je nou eigenlijk gas of ben je bang voor je schokbrekers?”

Ik was bang voor mijn rug. De Chevrolet had een stugge vering en de weg van aangestampte aarde had kuilen en droogtebarsten. De man voor me moest er ook last van hebben, want we kwamen dichterbij.

“Wat doe je als ik achter hem zit? Spring je dan in de bak zoals ze dat in films doen?”

Ze boog zich opzij en grabbelde achter de bank. “Dan schiet ik grove hagel in zijn kont.” Ze draaide het raampje open en liet de loop van de buks op de buitenspiegel rusten. “Kun je banden lek schieten met hagel?”

Dat was precies wat ik me zat af te vragen. “Lijkt me niet.”

“Wat kun je er dan verdomme wel mee?”

“Vragen of hij stil gaat staan en dan in zijn kont schieten.”

Ze boog zich uit het raam en vuurde. De knal klonk zwak en voor ons zagen we kleine wolkjes stof.

“Een waterdruppel doet meer stof opspatten dan deze kutbuks.” Ze gooide de buks het raam uit. “Met stenen bereik je meer.”

“Maar we halen hem in.”

De pick-up voor ons reed op het midden van de weg. Links en rechts zag de grond er niet veel anders uit, maar toen ik probeerde langszij te komen liep ik bijna vast in rulle aarde. Ik minderde vaart en zag de auto uitlopen. Even later sloeg hij linksaf. Uit het raam kwam een hand die een cirkeltje maakte.

“Zwaait-ie?” Ik rukte aan het stuur en de Chevrolet nam schuivend de bocht naar links.

Shelly deed een greep naar haar rugzak, rommelde erin en liet een revolver zien.

“Stop maar, Jeff.”

De pick-up hobbelde van het pad toen ik naar Shelly keek en naar de revolver. “Stop? En die daar dan?”

“Die gaat naar huis. Ik leg wel een keer uit hoe het zit. Stoppen en uitstappen.” Ze liet een pakje sigaretten zien en gooide het uit het raam. “Die rotzooi kan eindelijk weg. Heb je je niet ��n keer afgevraagd waarom een meisje dat met ��n hand push-ups kan doen zoveel rookt?”

En waarom een meisje uit Connecticut een bruin achterwerk heeft, dacht ik. En waarom dat meisje soms vergeet de nadruk te leggen op de s’en. Ik had me veel afgevraagd, maar geen belangstelling gehad voor de antwoorden.

“Waar kom je vandaan? Ga niet vertellen dat het een dorp in het noordoosten is.”

“Georgia. Vlak bij Savannah. Ik ben wat je noemt een Southern Belle. Als ik wil tenminste.”

Ze zei het zo slepend mogelijk en grinnikte om het effect. “Ik ben goed in dialecten, maar soms vergeet ik het. Uitstappen, Jeff, en doe deze handboeien om. Ik rij verder, het is niet ver.” Ze zette een vinger tegen de voorruit. “Zie je die cactus?” Ze wachtte niet op antwoord maar stak de revolver uit het raam en vuurde. “Dat is nu een halve cactus. Mannen willen altijd weten wat voor wapen je hebt, dat vinden ze interessant. Het is een Ruger SPIOI, vijf patronen 9111111 Para. Doe of je me aankunt en we hebben een halve Jeff.”