7
Dr. Warner Agee zat op het onopgemaakte bed in de kleine suite vol Engels antiek, met de gordijnen dicht zodat niemand hem kon zien.
Het hotel stond tussen andere gebouwen in, de ramen keken elkaar aan, en hij moest denken aan zijn ex-vrouw en hoe hij zich had gevoeld toen hij was gedwongen een ander onderkomen te zoeken. Hij was stomverbaasd geweest toen hij zag hoeveel appartementen er in het centrum van Washington waren uitgerust met een telescoop, sommige alleen als verzamelobject, al werkten ze wel, andere om de buren te bespioneren. Hij herinnerde zich een Orion-verrekijker op een statief voor een leunstoel waar je niet het zicht had op een rivier of een park, maar op een ander flatgebouw. Terwijl de makelaar jubelde over het uitzicht, had Agee in het appartement aan de overkant iemand spiernaakt zien rondlopen, met de gordijnen open.
Wat moest je in een drukke wijk in een grote stad zoals Washington of New York met een telescoop of een verrekijker tenzij je een voyeur was? Buren die zich onbespied waanden en zich uitkleedden, vrijden, kibbelden of vochten, in bad gingen of naar de wc… Als mensen soms dachten dat ze in hun eigen huis vrijuit hun gang konden gaan, vergisten ze zich. Seksmaniakken, dieven, terroristen, de regering… Wees waakzaam! Zorg ervoor dat ze je niet kunnen zien of horen! Als ze je niet kunnen zien of horen, kunnen ze je ook niet pakken. Bewakingscamera’s op elke hoek, auto’s die worden gevolgd, camcorders, geluidversterkers, het begluren en afluisteren van vreemden op kwetsbare, vernederende momenten… Er hoeft maar één wetenswaardigheid in de verkeerde handen terecht te komen en je hele leven staat op zijn kop. Als je het spel wilt meespelen, moet je een ander te grazen nemen voordat hij jou te grazen neemt. Agee opende nooit zijn gordijnen, zelfs niet overdag.
‘Weet je wat het beste beveiligingssysteem is? Raamgordijnen.’ Die raad had hij al zijn hele loopbaan iedereen gegeven. Een waarheid als een koe.
Hij had het ook tegen Carley Crispin gezegd, toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten op een etentje bij Rupe Starr. Zij was persofficier op het Witte Huis en hij een adviseur die velen van dienst was, niet alleen de FBI. Dat was in 2000 en ze was toen een bloedmooie vrouw met vlammend rood haar, scherp, intelligent en een katvogel wanneer ze niet met verslaggevers praatte en geen blad voor de mond nam. Ze waren met zijn tweeën terechtgekomen in de bibliotheek vol zeldzame boeken en hadden daar oude werken doorgebladerd over onderwerpen waarvoor Agee grote belangstelling had, zoals de vliegende ketter Simon Magus en de vliegende heilige Jozef van Cupertino, die ontegenzeggelijk in staat was geweest om levitatie te ondergaan. Agee had haar bekend gemaakt met Franz Anton Mesmer en haar uitleg gegeven over de geneeskracht van dierlijk magnetisme, en hij had haar verteld over Braid en Bernheim en hun gedachten over hypnose en zenuwslaap.
Het sprak vanzelf dat Carley, een rasechte journalist, minder belangstelling had voor het paranormale en meer voor de kast vol fotoalbums, gebonden in Florentijns leer. De boevengalerij van Rupes zogenaamde vrienden, zoals Agee de populairste afdeling van de bibliotheek noemde. Urenlang hadden Agee en Carley op de tweede verdieping van het enorme huis ongestoord foto’s bekeken van tientallen jaren en die, naast elkaar zittend en wijzend naar mensen die ze kenden, voorzien van cynisch commentaar.
‘Het is verbazingwekkend wie je met geld kunt kopen, en hij denkt dat ze oprecht zijn vrienden zijn. Ik zou het erg triest vinden als ik het zou kunnen opbrengen medelijden te hebben met een multimiljonair,’ had hij gezegd tegen iemand die niemand vertrouwde, omdat ze amoreel en net zo inhalig was als alle anderen die zich rekenden tot de kennissenkring van Rupe Starr.
Maar voor Rupe was Carley niet iemand die geld opbracht, ze was een attractie voor andere gasten. Net als Agee. Als je niet minstens een miljoen had, kreeg je niemand uit Rupes speciale club zelfs maar te spreken, maar als hij je mocht en dacht dat je een bepaalde amusementswaarde had, mocht je zijn gast zijn. Dan nodigde hij je uit voor etentjes en feestjes om belangrijke gasten te vermaken, degenen die wel geld hadden om te investeren. Acteurs, beroepsatleten en de nieuwste slimmeriken van Wall Street begaven zich naar de villa in Park Avenue met het voorrecht Rupe te mogen helpen om nog rijker te worden door zich te mengen onder beroemdheden die net als zijzelf andere handelswaar hadden dan geld. Politici, televisiepresentatoren, vooraanstaande journalisten, forensisch deskundigen, strafpleiters… Iedereen die bekend was of een interessant verhaal had en boeiend genoeg was voor iemand op wie Rupe indruk wilde maken. Hij deed onderzoek naar potentiële cliënten om erachter te komen waar hun belangstelling naar uitging en dan rekruteerde hij mensen die daaraan konden voldoen. Hij hoefde je niet te kennen om je op zijn B-lijst te zetten, je kreeg gewoon een brief of een telefoontje. Rupert Starr nodigt u uit voor…
‘Het is net zoiets als pinda’s naar olifanten gooien,’ had Agee tegen Carley gezegd op een avond die hij nooit zou vergeten. ‘Wij zijn de pinda’s, zij de olifanten. Zwaargewichten die wij nooit zullen worden, ook al zouden we net zo oud worden als olifanten, en de oneerlijke ironie ervan is dat sommige van die olifanten nog niet eens oud genoeg zijn voor het circus. Zoals deze.’ Hij tikte met een vinger op de foto van een beeldschoon meisje, dat met haar arm om Rupert heen in de camera keek. Dat was in 1996, stond op de bladzijde.
‘Een jonge actrice,’ zei Carley, terwijl ze zich probeerde te herinneren hoe ze heette.
‘Raad nog eens.’
‘Wie is het dan?’ vroeg Carley. ‘Ze is mooi op een aparte manier. Zoals een mooie jongen. Misschien is het wel een jongen. Nee, ze heeft borsten, denk ik. Ja.’ Ze raakte Agees hand aan toen ze de bladzijde omsloeg en hij schrok er een beetje van. ‘Nog een foto van haar. Nee, het is geen jongen. Wauw. Ze is echt een snoepje, als je die Rambokleren en al die make-up wegdenkt. Ze heeft een mooi lichaam, heel atletisch. Ik probeer te bedenken in welke film ik haar heb gezien.’
‘Je hebt haar niet in een film gezien en je raadt het nooit.’ Hij liet zijn hand op de bladzijde liggen in de hoop dat ze hem opnieuw zou aanraken. ‘Ik zal je een hint geven. FBI.’
‘Dan moet het de georganiseerde misdaad zijn, als ze deel uitmaakt van de glitter-en-glamourcollectie van Starr.’ Alsof er geen verschil was tussen mensen en Rupes kostbare verzameling antieke auto’s. ‘Als ze stinkend rijk is en aan de verkeerde kant van de wet staat, moet dat haar link zijn met de FBI. Tenzij ze een van ons is.’ Ze doelde op de B-lijst.
‘Ze is niet een van ons. Ze kan dit huis kopen en genoeg geld overhouden.’
‘Wie is ze dan, verdorie?’
‘Lucy Farinelli.’ Agee vond nog een foto van haar, waarop ze in de ondergrondse garage van het huis van Starr achter het wiel van een Duesenberg zat en eruitzag alsof ze probeerde uit te vogelen hoe ze de dure antieke sportwagen aan de praat moest krijgen om er een ritje mee te gaan maken. Of misschien had ze er die dag wel een ritje mee gemaakt, of op een andere dag dat ze bij Starr haar geld had laten rollen.
Agee wist het niet. Hij was nooit tegelijk met Lucy bij Starr thuis geweest, om de eenvoudige reden dat hij de laatste zou zijn die Rupe zou uitnodigen om haar te amuseren. Ze zou zich hem in elk geval herinneren uit Quantico, waar ze als geniale leerling van de middelbare school had meegeholpen met het ontwerpen en programmeren van het Criminal Artificial Intelligence Network, het criminele kunstmatige-intelligentienetwerk dat de FBI nu het CAIN noemde.
‘Aha, nu weet ik wie ze is.’ Carleys belangstelling was gewekt, omdat ze wist dat Lucy familie was van Scarpetta en dus ook van Benton Wesley, die lange man met dat scherp gesneden, knappe gezicht. Volgens haar had hij model gestaan voor die ene acteur in The Silence of the Lambs. Dat zei ze en ze vroeg: ‘Hoe heette die acteur die Crawford speelde ook alweer?’
‘Schei uit, zeg. Benton was niet meer in Quantico toen die film werd opgenomen. Hij was ergens anders met een zaak bezig, zelfs hij zou je dat vertellen, de arrogante kwal,’ antwoordde Agee niet alleen geërgerd, maar ook opeens vol van een andere emotie.
‘Dus je kent ze.’ Carley was onder de indruk.
‘De hele kluit. Ik ken ze, en hooguit hebben ze wel eens van mij gehoord. Ik ben niet met ze bevriend. Nou ja, Benton kent me vrij goed. Het leven en zijn slecht functionerende verbindingen. Benton neukt Kay. Kay houdt van Lucy. Benton bezorgt Lucy een stageplaats bij de FBI. Warner wordt verneukt.’
‘Waarom werd je verneukt?’
‘Wat is kunstmatige intelligentie?’
‘Een vervanger voor iets wat echt is,’ zei ze.
‘Soms is het moeilijk deze nodig te hebben.’ Hij wees naar zijn gehoorapparaatjes.
‘Je kunt me blijkbaar goed genoeg horen, dus begrijp ik niet wat je bedoelt.’
‘Laat ik zeggen dat ik bepaalde opdrachten had kunnen krijgen, en bepaalde kansen, als er geen computersysteem was gekomen dat die dingen ook kon doen,’ zei hij.
Misschien kwam het door de wijn, een heel bijzondere bordeaux, maar hij had Carley verteld over zijn ondankbare, oneerlijke loopbaan en wat die hem had gekost. Over mensen en hun problemen, agenten en hun stress en trauma’s. Het ergste was dat agenten geen problemen mochten hebben, dat ze niet menselijk mochten zijn, dat ze zich voor de volle honderd procent moesten geven aan de FBI en zich alleen tegen een psycholoog of zielenknijper van de FBI mochten laten gaan. Babysitters die hun hand vasthielden en zelden vragen stelden over strafzaken, en al helemaal niet als het opzienbarende zaken waren. Hij gaf een voorbeeld door haar te vertellen over iets wat hem was overkomen op de FBI-academie in Quantico, Virginia, in 1985. Een onderdirecteur, Pruitt, had tegen hem gezegd dat een dove niet naar een maximaal beveiligde gevangenis mocht om iemand te ondervragen. Een forensisch psychiater die een gehoorapparaat droeg en moest liplezen bracht te veel risico’s met zich mee en om het maar ronduit te zeggen, de FBI kon geen mensen gebruiken die misschien niet goed zouden verstaan wat een geweldpleger zei of die steeds moesten vragen het antwoord te herhalen. Of stel dat een gevangene Agee niet goed zou verstaan? Stel dat een gevangene een gebaar, de manier waarop Agee zijn ene been over het andere sloeg of zijn hoofd scheef hield verkeerd zou opvatten? Stel dat een paranoïde schizofreen die een vrouw haar ledematen had afgehakt en haar ogen had uitgestoken het niet leuk zou vinden dat Agee naar zijn lippen keek?
Toen al had Agee begrepen hoe de FBI over hem dacht en altijd over hem zou denken. Als iemand met een gebrek. Als iemand die incompleet was. Als iemand die niet genoeg gezag afdwong. Het had niets te maken met zijn bekwaamheid om seriemoordenaars of andere geweldplegers te analyseren, maar met de indruk die hij zou wekken, met de manier waarop hij de almachtige FBI zou vertegenwoordigen. Ze zouden zich voor hem schamen. Agee had gezegd dat hij begreep wat Pruitt bedoelde en dat hij natuurlijk alles zou doen wat de FBI van hem verlangde. Hij had de keus gehad tussen doen wat ze wilden of vertrekken, maar hij had altijd agent bij de machtige FBI willen worden, al sinds hij een tenger jochie was dat agentje en soldaatje en Al Capone speelde met een klapperpistooltje dat hij nauwelijks kon horen.
De FBI kon hem intern gebruiken, hadden ze gezegd. Kritieke incidenten, stressmanagement, de Undercover Safeguard Unit… Geestelijke gezondheidszorg voor agenten, vooral agenten die lange tijd undercover hadden gewerkt. En voor de wat hoger op de ladder staande speciale agenten, de profilers. De afdeling Gedragswetenschappen was een vrij nieuw onderdeel van training en ontwikkeling, dus maakte de FBI zich zorgen om de dingen die profilers regelmatig meemaakten en vroeg men zich af of dat een belemmering was voor de informatieverzameling en operationele doelmatigheid. Op dat moment had Agee het nogal eenzijdige gesprek onderbroken door Pruitt te vragen of de FBI wel eens had nagedacht over het analyseren van misdadigers aan de hand van documenten, want daarbij kon Agee van nut zijn. Als hij verslagen mocht inzien van ondervragingen en gesprekken, foto’s mocht bekijken van plaatsen delict en autopsies, alle documenten die met een bepaalde zaak te maken hadden, dan kon hij die ordenen en analyseren, een belangrijke databank samenstellen en de hulpkracht worden die hij hoorde te zijn.
Het was niet hetzelfde als tegenover een moordenaar zitten, maar het was beter dan een geduldige Florence Nightingale spelen, een ondersteuningssysteem zijn terwijl het echte werk, het voldoening schenkende werk dat werd erkend en beloond, werd gedaan door minderen die lang niet zo goed opgeleid, zo intelligent of zo scherpzinnig waren als hij. Minderen zoals Benton Wesley.
‘Maar als je kunstmatige intelligentie tot je beschikking hebt, als je CAIN hebt, heb je natuurlijk geen mensen meer nodig om gegevens te analyseren,’ had Agee tegen Carley gezegd toen ze foto’s bekeken in de bibliotheek van Rupe Starr. ‘In het begin van de jaren negentig werden statistische berekeningen en allerlei soorten ordening en analyse door de computer gedaan, werden de resultaten van al mijn inspanningen in Lucy’s slimme kunstmatig intelligente apparaten gestopt. Als ik met dat werk was doorgegaan, was dat hetzelfde geweest als katoen handmatig blijven schoonmaken nadat Eli Whitney de cotton gin had uitgevonden. Dus ging ik weer agenten evalueren, het enige waarvoor ik volgens die vervloekte FBI nog deugde.’
‘Dan kun je je voorstellen hoe ik me voel nu de president van de Verenigde Staten om mijn ideeën wordt geprezen.’ Zoals gewoonlijk betrok Carley het verhaal meteen op zichzelf.
Daarna had hij haar, terwijl de andere gasten beneden het feest voortzetten, een rondleiding gegeven door het huis. In een van de logeerkamers was hij met haar naar bed gegaan, terwijl hij maar al te goed wist dat ze niet opgewonden was geraakt door hemzelf. Ze waren bedwelmd door seks en geweld, macht en geld, hun gesprekken over hén – Benton, Scarpetta, Lucy en al die anderen. Daarna wilde Carley niets meer en wilde hij meer. Hij wilde bij haar zijn, haar de rest van zijn leven beminnen, en toen ze ten slotte tegen hem zei dat hij haar niet meer mocht e-mailen of boodschappen achterlaten op haar voicemail was het te laat, was de schade aangericht. Hij wist niet altijd zeker wie hem kon horen of hoe hard hij praatte, maar er was maar één onvoorzichtigheid voor nodig geweest. Hij had een bericht achtergelaten op Carleys voicemail toen zijn vrouw voor de deur van zijn werkkamer stond en net naar binnen wilde met een broodje en een kop thee.
Kort daarna was zijn huwelijk ontbonden. Hij en Carley hadden zo nu en dan op afstand contact en hij volgde het nieuws over haar terwijl ze verschillende mediafuncties bekleedde. Bijna een jaar geleden had hij gelezen dat er plannen werden gemaakt voor een talkshow, The Crispin Report – keiharde verslaggeving en misdaadpraat met de nadruk op actualiteiten en telefoontjes van kijkers. Toen had hij besloten haar een voorstel te doen. Misschien meer dan een voorstel. Hij was eenzaam. Hij was haar niet vergeten. Hij had geld nodig. Er werd nog maar zelden van zijn diensten gebruikgemaakt en de FBI had hem al lang geleden laten vallen. Dat was kort na Bentons vertrek en voor een deel het gevolg van Bentons situatie – volgens sommigen was die penibel en volgens anderen was het sabotage. De afgelopen vijf jaar had Agee veel gereisd, was hij een soort aasgier die karig contant werd betaald voor diensten die hij verleende aan bedrijven, personen en organisaties die rijkelijk werden beloond voor de slimme manier waarop ze klanten, cliënten, patiënten, de politie of wie dan ook manipuleerden. Hij had zich alleen nog maar geschikt naar anderen die minder waren dan hij. Hij was voortdurend op reis geweest, veel naar Frankrijk, zijn schulden hadden zich opgestapeld en hij was steeds onzichtbaarder en wanhopiger geworden. Toen was hij Carley weer tegengekomen, die er niet veel beter voorstond dan hij, en ze waren geen van beiden jong meer.
Wat iemand in haar positie in de eerste plaats nodig had, was toegang en informatie, had hij tegen haar gezegd. Het probleem was dat de deskundigen die noodzakelijk waren voor haar succes liever niet voor de camera verschenen. De besten hielden zich op de achtergrond. Ze mochten niets zeggen. Of ze hadden, zoals Scarpetta, een contract en je mocht hun niets vragen. Maar je kon wel dingen zeggen, had Agee haar voorgehouden. Dat was het geheim dat hij aan Carley had verklapt. Ga aan die tafel zitten terwijl je al weet wat je hoort te weten en stel geen vragen, maar zeg wat je te zeggen hebt. Hij kon achter de schermen voor haar op jacht gaan en verzamelen om haar te voorzien van de informatie die ze nodig had om haar nieuws te bevestigen, of dat in elk geval niet te hoeven ontkennen.
Natuurlijk was hij ook bereid om, wanneer ze maar wilde, een gast in haar programma te zijn. Dat zou voor het eerst zijn, had hij gezegd. Hij had nooit eerder voor de camera gestaan, er waren geen foto’s van hem gepubliceerd en hij had nooit interviews gegeven. Hij zei er niet bij dat hij nooit voor zoiets was gevraagd en zij liet niet blijken dat ze wist dat dat de reden was. Carley was geen fatsoenlijk mens en dat was hij ook niet, maar ze was aardig voor hem geweest, zo aardig mogelijk. Ze hadden elkaar verdragen en een soort ritme gevonden, een harmonieuze beroepsmatige samenzwering, maar meer was het niet geworden en hij had inmiddels geaccepteerd dat hun nacht van de bordeaux in het huis van Starr niet zou worden herhaald.
Het was geen toeval – daar geloofde hij niet in – dat wat hem en haar de eerste keer had samengebracht naar een groter doel leidde. Carley geloofde niet in ESP of klopgeesten en ze had geen aanleg voor telepathie. Informatie die naar haar toe zou kunnen komen, werd geblokkeerd door te veel zintuiglijk lawaai. Maar ze vertrouwde op de Starrs, vooral op Rupes dochter Hannah, en toen zij was verdwenen, hadden ze de kans die dat hun bood meteen aangegrepen. Het was de zaak waarop ze hadden gewacht. En ze hadden er recht op, ze mochten er aanspraak op maken, vanwege een eerdere connectie die volgens Agee niet toevallig was, maar een soort informatieoverdracht van Hannah. Hij had haar in het grote huis leren kennen, hij had haar laten kennismaken met zijn paranormale interesses en haar voorgesteld aan mensen in binnen- en buitenland, ook aan de man met wie ze was getrouwd. Hij zou het niet vreemd vinden als Hannah hem na haar verdwijning telepathische boodschappen zou sturen. En het was mogelijk dat Harvey Fahley vervolgens ook iets zou sturen. Geen gedachte of geestesbeeld, maar een bericht.
Wat zou hij met hem doen? Agee was nerveus en hij begon zich te ergeren, want hij had Harveys e-mail al een uur geleden beantwoord en niets meer gehoord. En ze hadden geen zeeën van tijd als Carley het nieuws vanavond bekend wilde maken, en nog wel terwijl de patholoog-anatoom die de autopsie op Toni had verricht naast haar zat. De timing kon niet beter. Eigenlijk hoorde Agee naast haar te zitten, dat zou perfecte timing zijn, maar hij was niet uitgenodigd. Hij werd niet uitgenodigd wanneer Scarpetta zou komen, dan mocht hij niet eens in het gebouw zijn. Scarpetta weigerde hem in haar buurt te hebben, ze vond hem niet geloofwaardig, volgens Carley. Misschien zou Agee Scarpetta een lesje in geloofwaardigheid kunnen geven en Carley een gunst bewijzen. Maar dan moest hij iets op papier hebben.
Hoe kon hij Harvey aan de telefoon krijgen? Hoe kon hij hem te spreken krijgen? Hoe moest hij die informatie te pakken krijgen? Agee overwoog of hij hem nog een e-mail zou sturen, met vermelding van zijn telefoonnummer, en hem zou vragen Agee te bellen. Maar dat zou niet helpen. Agee kon alleen krijgen wat hij wilde hebben als Harvey het 1-800-nummer draaide van de met het web verbonden telefoondienst voor slechthorenden, maar dan zou Harvey weten dat hij door een derde partij werd afgeluisterd, iemand die elk woord dat hij sprak meteen op het scherm zette. Als hij net zo voorzichtig en getraumatiseerd was als hij leek te zijn, zou hij zoiets nooit doen.
Maar als Agee zelf belde, zou Harvey niet weten dat het gesprek werd gekopieerd, dat het een bewijsstuk was, bijna even goed als een geluidsopname en volkomen rechtsgeldig. Agee deed dat altijd wanneer hij voor Carley een bron interviewde, en als een enkele keer iemand zijn beklag deed of beweerde dat hij nooit zoiets had gezegd, kwam Carley met de kopie, waarop Agees aandeel in het gesprek was weggelaten en alleen de uitspraken van de bron stonden vermeld, wat nog beter was. Want als Agees vragen en opmerkingen er niet bij stonden, kon Carley de uitspraken van zijn gesprekspartner net zo uitleggen als ze wilde. De meeste mensen wilden alleen maar belangrijk zijn. Het kon hun niets schelen als hun beweringen verkeerd werden uitgelegd zolang ze hun naam maar correct vermeldde of, als dat gewenst was, niet vermeldde.
Agee tikte ongeduldig op de spatietoets van zijn laptop om hem wakker te maken en te zien of er nieuwe e-mails in zijn CNN-postbus zaten. Nee, niets belangrijks. Hij keek om de vijf minuten, maar Harvey liet niets meer van zich horen. Ergernis en ongerustheid staken opnieuw de kop op, ditmaal iets nadrukkelijker. Hij herlas de e-mail die Harvey hem eerder had gestuurd.
Geachte dr. Agee,
Ik heb u gezien in The Crispin Report, maar ik schrijf
u
niet omdat ik daar ook aan mee wil doen. Ik wil geen
aandacht.
Mijn naam is Harvey Fahley. Ik ben een getuige in de
zaak van de vermoorde jogger, ik heb zojuist op het
nieuws gehoord dat ze Toni Darien heet. Ik reed
vanmorgen vroeg door 110th Street langs Central Park
en weet zeker dat ze uit een gele taxi werd
getrokken.
Nu vermoed ik dat ze toen al dood was. Even later
werd ze gevonden.
Hannah Starr is ook voor het laatst gezien in een
gele
taxi.
Ik heb een verklaring afgelegd tegen de politie,
rechercheur L.A. Bonnell, die zei dat ik met niemand
mag praten over wat ik heb gezien. Maar omdat u
forensisch psychiater bent, denk ik dat u verstandig
met mijn informatie zult omgaan en die strikt
vertrouwelijk zult behandelen.
Ik vraag me af of het publiek gewaarschuwd moet
worden, maar ik vind dat dat niet aan mij is. Bovendien
mag ik dat niet doen, want dan krijg ik last met de
politie. Maar als er nog iemand anders wordt
aangevallen of vermoord, zal ik dat mezelf nooit
kunnen vergeven. Ik voel me nu al schuldig omdat ik
niet ben gestopt, maar gewoon ben doorgereden. Ik
had moeten stoppen om te zien of ik haar kon helpen.
Het was waarschijnlijk al te laat, maar stel dat het nog
niet te laat was geweest? Het zit me absoluut niet
lekker. Ik weet niet of u privépatiënten behandelt, maar
het kan zijn dat ik hier toch graag met iemand
over wil
praten.
Ik verzoek u alstublieft zorgvuldig met mijn informatie
om te gaan en niet te vermelden hoe u eraan bent
gekomen.
Hoogachtend,
Harvey Fahley
Agee klikte op POSTVAK UIT en opende de e-mail die hij zesenveertig minuten geleden terug had gestuurd. Hij las hem nog eens door en vroeg zich af of hij iets had gezegd wat Harvey belette hem te antwoorden.
Harvey,
Geef me alsjeblieft je telefoonnummer zodat ik je kan
bellen, dan zullen we dit op een verstandige manier
bespreken. Intussen raad ik je ten sterkste aan hier
met niemand anders over te praten.
Vriendelijke groeten,
Dr. Warner Agee
Harvey had niet geantwoord omdat hij niet wilde dat Agee hem belde. Dat moest het zijn. De politie had hem gezegd dat hij zijn mond moest houden en nu was hij bang dat hij meer zou loslaten dan hij al had gedaan. Wellicht had hij spijt dat hij Agee die e-mail had gestuurd, maar het kon ook zijn dat hij het afgelopen uur niet naar zijn e-mails had gekeken. Agee had Harvey Fahley niet in de telefoongids kunnen vinden, wel een nummer met dezelfde naam op het internet, maar dat was afgesloten. Hij had een bedankje kunnen sturen of op zijn minst laten weten dat hij Agees antwoord had ontvangen. Harvey negeerde hem. Misschien zou hij contact opnemen met iemand anders. Slechte impulsbeheersing – straks verstrekt Harvey belangrijke informatie aan iemand anders en heeft Agee opnieuw het nakijken.
Hij richtte de afstandsbediening op de tv en drukte op de AAN-toets om naar CNN te kijken. Een reclameboodschap om te laten weten dat Kay Scarpetta die avond haar woordje zou doen. Agee keek op zijn horloge. Over nog geen uur. Een montage van beelden: Scarpetta die met haar plaatsdelicttas over haar schouder uit de witte SUV van een lijkschouwer stapt. Scarpetta in een witte Tyvek wegwerpoverall op het platform van de mobiele unit: een enorme tractor met aanhangwagen met sorteerposten voor grote rampen, bijvoorbeeld een passagiersvliegtuig dat is neergestort. Scarpetta op de set van CNN.
‘De Scarpetta factor, die hebben we nodig en daarom verwelkomen we onze eigen dokter Kay Scarpetta. Het beste forensische advies op televisie bij ons op CNN.’ Dat zei de presentator elke keer voordat ze aan het gesprek met Scarpetta begon. Agee hoorde het in zijn hoofd alsof hij het hoorde in zijn kamer, met zijn ogen gericht op de stille reclameboodschap op de stille tv. Scarpetta met haar speciale factor, de heldin van de dag. Agee keek naar beelden van haar en Carley, een boodschap van dertig seconden om de show van die avond aan te kondigen, een show waar Agee bij hoorde te zijn. Carley was in paniek vanwege haar kijkcijfers, ze wist zeker dat ze het volgende seizoen niet zou halen als er niet drastisch iets gebeurde. En als zij van het scherm zou verdwijnen, wat moest Agee dan doen? Hij was iemand die werd onderhouden en nog wel door iemand die veel minder voorstelde dan hij. Door Carley, die niet voor hem voelde wat hij voor haar voelde. Als haar talkshow werd beëindigd, betekende dat ook zijn einde.
Agee stond op om zijn gehoorapparaatjes uit de badkamer te halen. Hij keek in de spiegel naar zijn bebaarde gezicht en zijn dunner wordende grijze haar. De man die terugkeek, kwam hem zowel bekend als totaal vreemd voor. Hij kende zichzelf en ook niet. Wie ben je tegenwoordig? Hij trok een la open en zag een schaar en een scheermes liggen, die hij pakte en op een handdoekje legde dat zuur begon te ruiken. Hij zette zijn gehoorapparaatjes aan en hoorde de telefoon rinkelen. Weer iemand die wilde klagen over de tv. Hij zette het geluid zachter en het geluid van CNN ging van nauwelijks hoorbare witte ruis over in een voor hem prettig hoorbaar geluid, dat voor mensen met normale oren hard en storend was. Daarna liep hij naar het bed om zijn voorbereidingen te treffen. Hij pakte zijn twee mobiele telefoons, een Motorola met een nummer in Washington, D.C. dat op zijn naam stond en een goedkope Tracfone, die hij voor vijftien dollar in een goedkope elektronicawinkel op Times Square had gekocht.
Hij verbond de op afstand bedienbare Bluetooth van zijn gehoorapparaat met de Motorola en logde op zijn laptop in op de telefoondienst voor slechthorenden op het web. Hij klikte op Binnenkomende gesprekken boven aan het scherm en tikte zijn mobiele nummer in Washington in. Op de wegwerptelefoon toetste hij het 1-800-nummer van de telefoondienst in en na de beltoon het uit tien cijfers bestaande nummer dat hij wilde bellen, dat van zijn Motorola, en daarna het pondteken.
De wegwerptelefoon in zijn rechterhand belde de Motorola in zijn linkerhand, die begon te zoemen. Hij nam op en drukte het mobieltje tegen zijn linkeroor.
‘Hallo?’ Zijn normale, lage stem klonk vriendelijk en geruststellend.
‘Met Harvey.’ Een nerveuze tenorstem, de stem van een jongeman die erg van streek was. ‘Bent u alleen?’
‘Ja, ik ben alleen. Wat is er? Je klinkt ongerust,’ zei Agee.
‘Ik wilde dat ik het niet had gezien.’ De tenorstem klonk alsof de man bijna huilde. ‘Begrijpt u wat ik bedoel? Ik wilde zoiets helemaal niet zien, ik wilde er niets mee te maken hebben. Ik had moeten stoppen. Ik had moeten gaan kijken of ik haar kon helpen. Stel dat ze nog leefde toen ze uit die gele taxi werd gesleurd?’
‘Vertel me eens precies wat je hebt gezien.’
Agee in zijn rol van psychiater klonk rustig en gemoedelijk, terwijl hij de telefoons om beurten tegen zijn linkeroor hield en zijn gesprek met zichzelf simultaan werd overgezet door iemand die hij nooit had gesproken of ontmoet, iemand die werd aangeduid met telefonist 5622. In vette zwarte letters verscheen de tekst in het raam van de webbrowser op zijn computerscherm, terwijl hij met twee verschillende stemmen aan twee verschillende telefoons praatte en er gemompel en andere geluidjes tussendoor wierp om de indruk te wekken dat het een slechte verbinding was, en de telefonist alleen typte wat de onechte Harvey Fahley zei.
… De rechercheur met wie ik heb gesproken liet
zich
ontvallen dat de politie weet dat Hannah Starr dood is
omdat ze haren hebben gevonden, hoofdhaar dat aan
het ontbinden is. (geluidje) Waar? Eh… dat heeft ze, die
rechercheur, niet gezegd. Misschien hebben ze al een
taxichauffeur op het oog omdat Hannah ook in een taxi
stapte en iemand dat had gezien? Misschien weten ze
een heleboel dat ze nog niet bekend hebben gemaakt
om wat het zal veroorzaken, onrust in de stad. Ja, zo is
het. Geld. (geluidje) Maar als ze ontbindend hoofdhaar
van Hannah hebben gevonden in een taxi en niemand
die informatie bekend heeft gemaakt (onduidelijk) slecht,
heel slecht. (onduidelijk) Eh… ik kan u niet meer horen.
(onduidelijk) Ik hoor helemaal niet met u te praten. Ik
ben erg bang. Nu moet ik ophangen.
Warner Agee verbrak de verbinding, markeerde de tekst, kopieerde die naar een clipboard en plakte hem in een Word-document. Vervolgens stuurde hij het bestand mee met een e-mail die een paar tellen later in Carleys iPhone zou aankomen.
Carley,
De bijlage is een transcript van wat een getuige me
zojuist in een telefoongesprek heeft verteld. Zoals
gewoonlijk niet voor publicatie of voor derden
bestemd,
omdat we de identiteit van mijn bron moeten
beschermen. Maar ik stuur je dit transcript als
bewijsstuk voor het geval dat er aan de omroep wordt
getwijfeld.
Warner
Hij klikte op verzenden.
De set van The Crispin Report deed denken aan een zwart gat. Zwarte akoestische tegels, een zwarte tafel en zwarte stoelen op een zwarte vloer onder een rangeerstation van zwart geschilderde lichtrails. Scarpetta veronderstelde dat het de indruk moest wekken van kale nieuwsfeiten en geloofwaardige drama’s – de stijl van CNN, maar niet wat Carley Crispin bood.
‘DNA is niet het antwoord op alle vragen,’ zei Scarpetta live in de uitzending. ‘Soms is het niet eens relevant.’
‘Dat verbaast me.’ Carley, in felroze dat vloekte met haar koperrode haar, was die avond ongewoon levendig. ‘De meest vertrouwenwekkende persoon in de forensische geneeskunde vindt DNA niet relevant?’
‘Dat zei ik niet, Carley. Ik herhaal alleen wat ik al twintig jaar zeg: dat DNA niet het enige bewijsmiddel is en een grondig onderzoek niet vervangt.’
‘Nou, mensen, jullie hebben het gehoord!’ Carleys gezicht, opgevuld met filler en verlamd door botox, keek recht in de camera. ‘DNA is niet relevant.’
‘Nogmaals: dat heb ik niet gezegd!’
‘Dokter Scarpetta. Laten we eerlijk zijn. DNA is wél relevant. DNA kan zelfs het meest relevante bewijs zijn in de zaak-Hannah Starr.’
‘Carley?’
‘Ik zal er geen vragen over stellen,’ zei Carley met opgeheven hand, terwijl ze vlug een nieuwe tactiek bedacht. ‘Ik noem Hannah Starr alleen maar als voorbeeld. DNA kan bewijzen dat ze dood is.’
Op de monitors in de studio verscheen dezelfde foto van Hannah Starr die al wekenlang op het nieuws werd vertoond. Blootsvoets en heel mooi, in een laag uitgesneden witte zonnejurk ergens langs het strand op de boulevard, met een dromerige glimlach voor een rij palmbomen en de blauwgroene zee.
‘Een heleboel mensen die zich met strafrecht bezighouden zijn tot die slotsom gekomen,’ vervolgde Carley. ‘Ook al wilt u het niet openlijk toegeven. En omdat u de waarheid niet wilt erkennen’ – het klonk beschuldigend – ‘staat u toe dat er gevaarlijke conclusies worden getrokken. Als ze dood is, horen we dat toch te weten? Dan zou Bobby Fuller, haar arme man, dat toch horen te weten? Dan zou er toch een officieel onderzoek naar de moord moeten worden ingesteld en mensen in hechtenis moeten worden genomen?’
Op de monitors verscheen nog een foto die al weken werd gepubliceerd, die van Bobby Fuller, met een blinkend witte grijns in tenniskleren achter het stuur van zijn vierhonderdduizend dollar kostende rode Porsche Carrera GT.
‘Het is toch waar, dokter Scarpetta?’ zei Carley. ‘Het klopt toch dat in theorie DNA het bewijs kan leveren dat iemand dood is? Bijvoorbeeld als je het DNA hebt van haar dat ergens is gevonden, misschien in een auto?’
‘Je kunt niet met DNA bewijzen dat iemand dood is,’ antwoordde Scarpetta. ‘DNA zegt iets over identiteit.’
‘Maar DNA kan ons wel vertellen dat bijvoorbeeld haar dat in een auto is gevonden van Hannah is.’
‘Hier wil ik niet op antwoorden.’
‘Bovendien kan dat haar tekens van ontbinding vertonen.’
‘Over deze zaak moet ik zwijgen.’
‘Dat moet u of dat wilt u?’ zei Carley. ‘Is er iets wat wij niet mogen weten? Misschien de ongemakkelijke waarheid dat deskundigen zoals u het mis kunnen hebben met hun oordeel over de zaak-Hannah Starr.’
Een ander bekend beeld op de monitors: Hannah in een pak van Dolce&Gabbana met haar lange blonde haar opgestoken en een bril op aan een biedermeier-bureau in een hoekkantoor met uitzicht op de Hudson.
‘Dat haar tragische verdwijning iets heel anders is dan wat iedereen, ook u, had aangenomen,’ vervolgde Carley. Haar vragen klonken inmiddels als feiten, op een toon die deed denken aan een kruisverhoor.
‘Carley, ik ben een van de lijkschouwers in New York City. Je weet vast wel waarom ik hier niet over wil praten.’
‘In feite bent u privéconsulent, u bent niet in dienst van de gemeente.’
‘Ik ben wel degelijk werknemer en ik ben verantwoording verschuldigd aan het hoofd van de Gerechtelijke Geneeskundige Dienst van New York City,’ zei Scarpetta.
Een andere foto: het blauwe bakstenen gebouw van de Gerechtelijke Geneeskundige Dienst, daterend uit 1950.
‘U werkt voor niets. Dat heeft in de krant gestaan, dat u uw tijd schenkt aan die instelling.’ Carley keek weer naar de camera. ‘Voor kijkers die dit niet weten, wil ik uitleggen dat dokter Kay Scarpetta lijkschouwer is in Massachusetts en dat ze parttime en gratis werkt voor de Gerechtelijke Geneeskundige Dienst in New York.’ Tegen Scarpetta voegde ze eraan toe: ‘Al begrijp ik niet goed hoe u voor zowel deze stad als voor de Commonwealth of Massachusetts kunt werken.’
Scarpetta legde het niet uit.
Carley pakte een potlood alsof ze aantekeningen wilde maken en zei: ‘Dokter Scarpetta, u zegt dat u niet over Hannah Starr mag praten omdat u gelooft dat ze dood is. Als u niet geloofde dat ze dood was, zou u zonder bezwaar uw mening geven. U kunt haar zaak alleen behandelen als ze dood is.’
Dat was niet waar. Forensisch pathologen konden zonodig ook levende patiënten toegewezen krijgen of worden betrokken bij zaken van vermiste personen van wie werd aangenomen dat ze dood waren. Maar Scarpetta was niet van plan uitleg te geven. In plaats daarvan zei ze: ‘Het is niet ethisch te praten over zaken waarvan het onderzoek nog niet is afgesloten of die nog niet worden berecht. Ik heb erin toegestemd hier vanavond te zijn, Carley, om een algemeen gesprek te voeren over forensisch bewijsmateriaal, met name sporen en vooral over de microscopische analyse van haar.’
‘Goed, laten we het dan over sporen hebben, over haar.’ Carley tikte met het potlood op haar blocnote. ‘Klopt het dat haaronderzoek kan bewijzen dat het haar is uitgevallen nadat iemand is overleden? Als er bijvoorbeeld haren zijn gevonden in een auto waarin een dode is vervoerd?’
‘Je kunt niet uit DNA opmaken dat iemand dood is,’ herhaalde Scarpetta.
‘Wat zou haar ons dan kunnen vertellen als dat haar, waarvan is vastgesteld dat het van Hannah is, is gevonden in bijvoorbeeld een auto?’
‘Zullen we het over microscopisch haaronderzoek in het algemeen hebben? Jij en ik hadden namelijk afgesproken dat dat vanavond het onderwerp van gesprek zou zijn.’
‘In het algemeen dan,’ zei Carley. ‘Vertel ons hoe u kunt vaststellen dat haar afkomstig is van een dode. Er is haar gevonden, bijvoorbeeld in een auto. Hoe kunt u vaststellen of de persoon van wie dat haar is op dat moment levend of dood was?’
‘Aan postmortale beschadiging van de wortels of onbeschadigde wortels kunnen we zien of het afkomstig is van een levende of een dode,’ antwoordde Scarpetta.
‘Dat bedoel ik nu juist.’ Carley tikte als een metronoom met het potlood. ‘Volgens mijn bronnen is er in de zaak-Hannah Starr haar gevonden dat de beschadiging laat zien die u in verband brengt met dood en ontbinding.’
Scarpetta had geen flauw idee waar Carley het over had en ze vroeg zich verbijsterd af of ze informatie over de zaak-Hannah Starr verwarde met die over de vermiste peuter Caylee Anthony, van wie het uit de kofferbak van de auto van haar ouders afkomstige hoofdhaar tekens van ontbinding vertoonde.
‘Hoe kan volgens u haar dat na de dood is beschadigd afkomstig zijn van iemand die niet dood is?’ Met haar voortdurend verbaasd staande ogen keek Carley Scarpetta fel aan.
‘Ik weet niet wat je bedoelt met beschadigd,’ zei Scarpetta. Het kwam bij haar op dat ze eigenlijk zou moeten opstaan en weggaan.
‘Beschadigd door, laten we zeggen door insecten.’ Carley tikte hard met haar potlood. ‘Ik heb uit bronnen vernomen dat haar dat is gevonden in de zaak-Hannah Starr tekens van beschadiging vertoont, het soort beschadiging dat voorkomt na de dood.’ In de camera: ‘En dat is nog niet openbaar gemaakt. We hebben het er nu voor het eerst over, op dit moment, in mijn talkshow.’
‘Beschadiging door insecten hoeft niet te betekenen dat de persoon van wie het haar afkomstig is, dood is.’ Scarpetta gaf antwoord zonder de naam Hannah Starr te noemen. ‘Als er haar van je uitvalt bij je thuis, in je auto of in je garage, kan dat haar worden beschadigd door insecten en gebeurt dat waarschijnlijk ook.’
‘Misschien kunt u onze kijkers uitleggen hoe insecten haar kunnen beschadigen.’
‘Ze eten het op. Onder de microscoop kun je de beten zien. Als je haar vindt met dat soort beschadigingen, ga je er meestal van uit dat het haar daar al een tijdje heeft gelegen.’
‘En dat die persoon dood is.’ Carley wees met haar potlood naar Scarpetta.
‘Nee, dat is niet genoeg om die conclusie te trekken.’
Op de monitors verschenen microscopische opnamen van twee menselijke hoofdharen die vijftig maal waren vergroot.
‘Oké, dokter Scarpetta, hier hebben we de foto’s die u onze kijkers wilde laten zien,’ zei Carley. ‘Vertel ons alstublieft precies wat we hier zien.’
‘Postmortale wortelranden,’ begon Scarpetta. ‘Of in de woorden van de vooraanstaande sporenonderzoeker Nick Petrarco een opake ellipsoïde rand, die bestaat uit een verzameling parallel lopende, langwerpige luchtzakjes om de haarschacht vlak bij de schedel.’
‘Wauw! Kunnen we dat voor de kijkers vertalen?’
‘Op de foto gaat het om de donkere vlekken boven de bolvormige wortels. Zie je die donkere randen? Het komt erop neer dat die in de haren van levende mensen ontbreken.’
‘Dit zijn haren van Hannah Starr,’ zei Carley.
‘Nee, dat is niet waar.’ Als ze vertrok, zou dat de zaak alleen maar erger maken. Je moet dit nog even volhouden, hield Scarpetta zichzelf voor.
‘O nee?’ Een overdreven lange stilte. ‘Van wie dan wel?’
‘Ik laat alleen maar een voorbeeld zien van wat we bij microscopisch haaronderzoek kunnen aantreffen,’ antwoordde Scarpetta, alsof het een heel normale vraag was. Terwijl dat beslist niet waar was. Carley wist verdomd goed dat het geen haren van Hannah Starr waren. Ze wist verdomd goed dat het zomaar een foto was uit een PowerPoint-presentatie die Scarpetta regelmatig hield voor opleidingen voor gerechtelijk-geneeskundig rechercheurs.
‘Het zijn geen haren van Hannah en ze hebben niets met haar verdwijning te maken?’
‘Het is zomaar een voorbeeld.’
‘Dat bedoelt men dan waarschijnlijk met de Scarpetta factor! U gebruikt een afleidingsmanoeuvre om uw theorie te onderschrijven, uw overtuiging dat Hannah dood is, door ons haren van een dode te laten zien. Ik ben het met u eens, dokter Scarpetta,’ zei Carley langzaam en nadrukkelijk. ‘Ik geloof ook dat Hannah Starr dood is. En ik geloof ook dat wat er met haar is gebeurd, verband houdt met die jogger die wreed is vermoord in Central Park. Toni Darien.’
Op de monitors een foto van Toni Darien in een strakke broek en een mouwloos topje met kegelbanen op de achtergrond, en een foto van haar lichaam op de plaats delict.
Hoe waren ze verdomme aan die foto gekomen? Scarpetta liet niet merken dat ze hevig geschrokken was. Hoe had Carley die foto van de plaats delict te pakken gekregen?
‘Zoals iedereen weet,’ zei Carley Crispin in de camera, ‘heb ik mijn bronnen en mag ik die niet altijd vermelden. Maar ik kan de informatie bevestigen. Ik kan u alleen vertellen dat ik heb gehoord dat minstens één getuige de politie heeft gebeld om te vertellen dat het lichaam van Toni Darien vanmorgen uit een gele taxi is gesleurd, blijkbaar door de taxichauffeur. Wist u dat, dokter Scarpetta?’ Het potlood tikte langzaam.
‘Ik zeg ook geen woord over het onderzoek naar de moord op Toni Darien.’ Scarpetta deed haar best om zich niet door de foto van de plaats delict te laten afleiden. Het leek een van de foto’s die de gerechtelijk-geneeskundig rechercheur die morgen had genomen.
‘U zegt eigenlijk dat er wel degelijk een verband is,’ zei Carley.
‘Dat zeg ik niet.’
‘Ik wil de kijkers eraan herinneren dat Hannah Starr voor het laatst is gezien toen ze in een gele taxi stapte nadat ze op de dag voor Thanksgiving met vrienden in Greenwich Village ergens had gegeten. U wilt er niet over praten, dokter Scarpetta, dat weet ik. Maar ik wil u iets vragen waarop u mij wél een antwoord kunt geven. Is het niet ook een taak van de lijkschouwer misdaden te voorkomen? Is een van de redenen dat u uitzoekt waarom iemand is gestorven niet proberen te voorkomen dat iemand anders hetzelfde lot ondergaat?’
‘Preventie, natuurlijk,’ antwoordde Scarpetta. ‘Maar preventie houdt soms ook in dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de volksgezondheid en openbare veiligheid heel voorzichtig moeten zijn met het verstrekken van informatie.’
‘Mag ik u dan vragen waarom het de openbare veiligheid niet zou bevorderen als u ons zou vertellen dat er in onze stad misschien een gele taxi rondrijdt met een seriemoordenaar die op zoek is naar zijn volgende slachtoffer? Als u dat zou weten, dokter Scarpetta, zoudt u dat dan niet bekend horen te maken?’
‘Als informatie juist blijkt te zijn en het publiek kan beschermen, ja, dan wel. Dan moet die bekend worden gemaakt.’
‘Waarom is dat dan niet gebeurd?’
‘Ik weet niet altijd precies wat er wel of niet bekend is gemaakt en wat er al dan niet is bewezen.’
‘Hoe is het mogelijk dat u dat soort dingen niet weet? Er komt een dode bij u in het mortuarium en u hoort van de politie of een betrouwbare getuige dat de moord misschien iets met een gele taxi te maken heeft, en u gelooft niet dat u dat meteen bekend moet maken om te voorkomen dat er nog een arme, onschuldige vrouw wreed wordt verkracht en vermoord?’
‘Je begeeft je op een gebied dat niet tot mijn vak hoort en waarover ik geen zeggenschap heb,’ antwoordde Scarpetta. ‘De taak van de lijkschouwer houdt in dat hij de doodsoorzaak vaststelt om objectieve informatie te geven aan degenen wier taak het is de wet te handhaven. Van een lijkschouwer wordt niet verwacht dat hij zich gedraagt als een gerechtsdienaar of dat hij zogenaamde aanwijzingen bekendmaakt die zijn gebaseerd op informatie of misschien gewoon geruchten afkomstig van buitenstaanders.’
De teleprompter meldde dat er iemand aan de lijn was. Scarpetta vermoedde dat de producent, Alex Bachta, wilde proberen het gesprek in andere banen te leiden door Carley erop te wijzen dat ze op een ander onderwerp moest overgaan voordat het programma de mist inging. Ze had Scarpetta’s contract geschonden en was al ver over de schreef gegaan.
Maar Carley zei tegen de kijkers: ‘We hebben nog heel wat om over te praten, maar laten we eerst eens horen wat Dottie in Detroit ons te vertellen heeft. Dottie, je bent in de uitzending. Hoe gaat het in Michigan? Zijn jullie blij dat de verkiezingen voorbij zijn en dat we eindelijk te horen hebben gekregen dat we in een recessie terecht zijn gekomen, als we dat nog niet wisten?’
‘Ik heb op McCain gestemd en mijn man is onlangs door Chrysler ontslagen en ik heet geen…’ Een zachte, hese stem in Kays oor.
‘Wat wil je weten?’
‘Ik heb een vraag voor Kay. Ik heb het gevoel dat wij elkaar na staan, Kay. Ik wilde dat je een keer bij me langs kon komen om koffie te drinken, want ik weet zeker dat we vriendinnen zouden worden en ik zou je via de spirituele weg dingen kunnen vertellen die je van geen enkel laboratorium…’
‘Wat is je vraag?’ viel Carley haar in de rede.
‘Wat voor onderzoeken ze doen als een lichaam begint te ontbinden. Ik heb gehoord dat ze tegenwoordig lucht kunnen onderzoeken met een soort robot…’
‘Ik heb nog nooit van zo’n robot gehoord,’ onderbrak Carley haar opnieuw.
‘Het is geen vraag aan jou, Carley. Ik weet niet meer wat ik moet geloven, maar ik weet wel dat de forensische wetenschap de ellende in de wereld niet kan oplossen. Ik heb onlangs een artikel gelezen van dokter Benton Wesley, de zeer gerespecteerde forensisch psycholoog met wie Kay is getrouwd, en volgens hem zijn er in de afgelopen twintig jaar dertig procent minder moorden opgelost en zal dat percentage nog hoger worden. Intussen zit in dit land één op de dertig volwassenen in de gevangenis, dus stel dat we iedereen pakken die gepakt hoort te worden, waar laten we die en waar betalen we dat van? Kay, ik wilde weten of dat van die robot waar is.’
‘Je bedoelt een detector die we een mechanische snuffelhond of elektronische neus noemen, dus je hebt gelijk,’ zei Scarpetta. ‘Zoiets bestaat en hij wordt in plaats van honden gebruikt om naar verboden begraafplaatsen te zoeken.’
‘De volgende vraag is voor jou, Carley. Jammer dat je zo banaal en ongemanierd bent. Kijk maar naar de manier waarop je je elke keer weer gedraagt, zo schandelijk en…’
‘Dat is geen vraag.’ Carley verbrak de verbinding. ‘Het spijt me, maar de tijd is om.’ Ze keek in de camera en legde wat papieren op haar bureau op een stapeltje, onbeschreven vellen. ‘Morgenavond hebben we in The Crispin Report nieuwe feiten voor u over de afschuwelijke verdwijning van Hannah Starr. Houdt die verband met de wrede moord op Toni Darien, wier verminkte lichaam vanmorgen is gevonden in Central Park? Is een gele taxi de ontbrekende schakel en moet het publiek gewaarschuwd worden? Morgen praat ik met de vroegere forensisch psychiater van de FBI Warner Agee, die vermoedt dat beide vrouwen zijn vermoord door een gewelddadige seksmoordenaar die misschien een taxi bestuurt in New York City, en dat het gemeentebestuur die informatie geheimhoudt om het toerisme te beschermen. Inderdaad, het toerisme.’
‘Carley, de uitzending is afgelopen,’ zei een cameraman.
‘Is mijn laatste zin over het toerisme nog wel uitgezonden? Ik had dat gesprek met die vrouw eerder moeten afbreken,’ zei Carley tegen de donkere set. ‘Waarschijnlijk waren er nog een heleboel andere bellers aan de lijn.’
Stilte. Toen: ‘Ja, dat van dat toerisme is uitgezonden. Een sensationeel einde, Carley.’
‘Mooi, dan kunnen we een heleboel telefoontjes verwachten,’ zei Carley tegen Scarpetta. ‘Hartelijk bedankt. Dat was geweldig. Vindt u niet?’
‘Ik dacht dat we iets hadden afgesproken.’ Scarpetta haalde haar oortje eruit.
‘Ik heb geen vragen gesteld over Hannah of Toni. U kunt niet van me verwachten dat ik geloofwaardige informatie negeer. U hoeft geen antwoord te geven op vragen die u niet bevallen en u hebt het uitstekend gedaan. Waarom komt u morgenavond niet terug? Dan heb ik u en Warner samen in de uitzending. Ik ga hem vragen of hij een karakterschets van de taxichauffeur wil maken,’ zei Carley.
‘Hoe moet hij dat dan doen?’ vroeg Scarpetta geërgerd. ‘Volgens een ouderwetse, versleten methode die niet op empirisch onderzoek is gebaseerd? Als Warner Agee iets met de dingen die je zonet hebt verkondigd te maken heeft, heb je een probleem. Vraag je maar eens af hoe hij eraan is gekomen. Hij heeft in de verste verte niets met deze zaken te maken. Bovendien is hij bij de FBI nooit profiler geweest.’
Scarpetta maakte haar microfoontje los, stond op en verliet, over allerlei kabels stappend, de studio. In de helder verlichte, lange gang liep ze langs posters van Wolf Blitzer, Nancy Grace, Anderson Cooper en Candy Crowley. In de make-upkamer zat tot haar verbazing Alex Bachta op een hoge draaistoel op haar te wachten. Hij staarde naar een tv waarvan het geluid heel zacht stond en voerde een telefoongesprek. Ze haalde haar jas van een hanger in een van de kasten.
‘… Niet dat ik eraan twijfelde, maar ik ben het met je eens dat het een fait accompli was. Dat soort dingen kunnen we niet… Ik weet het, ik weet het,’ zei Alex tegen degene die hij aan de lijn had. ‘Ik moet ophangen.’
Zijn gezicht boven zijn gekreukte overhemd en das stond vermoeid en ernstig. Het viel Scarpetta op dat zijn nette baardje grijs werd, dat hij steeds meer rimpels kreeg en dat hij wallen onder zijn ogen had. Ongetwijfeld had Carley dat voor elkaar gekregen.
‘Je hoeft het me niet meer te vragen,’ zei ze tegen hem.
Alex gebaarde dat ze de deur dicht moest doen. Op de telefoon begonnen lampjes te knipperen.
‘Ik stop ermee,’ voegde ze eraan toe.
‘Wacht even. Ga zitten.’
‘Jullie hebben mijn contract geschonden. En wat belangrijker is, Alex, jullie hebben mijn vertrouwen in jullie geschonden. Waar hebben jullie verdomme die foto van de plaats delict vandaan gehaald?’
‘Carley doet haar eigen research. Ik heb er niets mee te maken. CNN heeft er niets mee te maken. We hadden geen flauw idee dat Carley van plan was het over gele taxi’s en gevonden haren te hebben. Allejezus, ik hoop dat het waar is. Koppen in de krant, dat is natuurlijk geweldig. Maar dan moet het verdomme wel waar zijn.’
‘Je hoopt dat het waar is dat er in New York City een gele taxi met een seriemoordenaar rondrijdt?’
‘Dat bedoel ik helemaal niet! Jezus, Kay! Een wespennest, verdomme, alle telefoons zijn op hol geslagen. De persofficier van de politie ontkent alles. Hij ontkent het categorisch. Hij zegt dat die bewering dat er ontbindende hoofdharen van Hannah Starr zijn gevonden volkomen onwaar is, grote onzin. Is dat zo?’
‘Ik ben niet van plan je uit de brand te helpen.’
‘Die verdomde Carley. Ze moet en zal van zich laten spreken, ze is stinkend jaloers op mensen zoals Nancy Grace, Bill Kurtis en Dominick Dunne. Ik hoop dat ze hard kan maken wat ze allemaal heeft gezegd, want we worden van alle kanten bestookt met vragen. Ik moet er niet aan denken wat ons morgen te wachten staat. Maar gek genoeg heeft de politie dat verband met een gele taxi bevestigd noch ontkend. Wat denk jij ervan?’
‘Ik denk helemaal niets,’ antwoordde Scarpetta. ‘Mijn werk als forensisch analist houdt niet in dat ik jullie moet helpen zaken in een talkshow op te lossen.’
‘Het was beter geweest als we dat van die mechanische snuffelhond als aanvullend onderwerp hadden gehad.’ Alex streek met zijn vingers door zijn haar.
‘Ik wist niet dat dat ter sprake zou komen. Jullie hadden me beloofd dat Hannah Starr niet ter sprake zou komen en Toni Darien al helemaal niet, dat spreekt vanzelf. Allemachtig. Je weet dat ik vanmorgen sectie op haar heb verricht, dat ze nog bij ons ligt. Je hebt me een belofte gedaan, Alex. Telt een contract soms niet meer?’
‘Ik probeer me voor te stellen hoe het eruitziet. Ik kan het me nauwelijks voorstellen, een apparaat om misdaden te helpen oplossen dat jullie een snuffelhond noemen. Maar er zijn natuurlijk niet veel politiebureaus die over kadaverhonden kunnen beschikken.’
‘Je mag geen deskundigen die aan lopende zaken werken in je programma halen en dan dit soort dingen toestaan.’
‘Je had dat van die kadaverhonden moeten uitleggen, dat zou interessant zijn geweest.’
‘Dat zou ik met genoegen hebben gedaan, maar over dat andere wil ik niet praten. Je had beloofd dat de zaak-Hannah Starr verboden terrein zou zijn. En je weet verdomd goed dat de zaak-Toni Darien verboden terrein is.’
‘Oké. Maar je hebt het geweldig gedaan.’ Hij keek haar aan en zuchtte. ‘Ik weet dat je het niet met me eens bent en dat je boos bent. Ik weet dat je woedend bent en dat begrijp ik. Dat ben ik ook.’
Scarpetta legde haar jas op een make-upstoel en ging zitten. ‘Waarschijnlijk had ik me al maanden geleden, een jaar geleden, moeten terugtrekken. Ik had er nooit aan moeten beginnen. Ik heb dokter Edison beloofd dat ik niet over lopende zaken zal praten en hij heeft die belofte geaccepteerd. Jullie hebben mijn positie in gevaar gebracht.’
‘Ik niet, dat heeft Carley gedaan.’
‘Ach nee, ik heb het zelf gedaan. Ik had beter moeten weten. Maar ik weet zeker dat jullie wel een forensisch patholoog of criminoloog zullen vinden die dit heel graag van me wil overnemen, die dolgraag sensationele veronderstellingen en gissingen zal doen in plaats van te proberen zo voorzichtig en objectief mogelijk te zijn als ik.’
‘Kay…’
‘Ik kan geen Carley zijn. Zo ben ik niet.’
‘Kay, The Crispin Report ligt in de prullenbak. Niet alleen vanwege de kijkcijfers, maar ze wordt afgekraakt door recensenten en bloggers, en ik krijg klachten van hogerhand, al een tijdje. Carley was vroeger best een goede verslaggever, maar dat is ze allang niet meer. Haar talkshow was niet mijn idee en ik moet CNN verdedigen door te zeggen dat ze vanaf het begin heeft geweten dat dit een soort auditie is.’
‘Wiens idee was het dan wel? Jij bent de uitvoerend producent. Auditie waarvoor?’
‘Ze was ooit persofficier van het Witte Huis en werd alom geprezen voor haar werk. Ik weet niet wat er met haar is gebeurd. Het was een vergissing, en ze wist dat ze met dit programma op proef was. Om te beginnen had ze ons beloofd dat ze legitieme connecties zou gebruiken om vooraanstaande gasten zoals jij voor de camera te krijgen.’
‘Ze heeft mij kunnen krijgen doordat jij al drie keer een pistool tegen mijn hoofd had gezet.’
‘Een poging om te redden wat niet te redden is. Ik heb mijn best gedaan. Jij hebt je best gedaan. We hebben haar alle kans gegeven. Het doet er niet toe wiens idee, het doet er allemaal niet toe, en behalve jou heeft ze waardeloze gasten. Kneusjes, want wie wil er nou met haar in een programma? Die forensisch psychiater, Agee, die ouwe zak, als ik nog één van zijn betweterige verhalen moet aanhoren… In deze business mag je het na een tegenvallend seizoen nog één keer proberen, maar na twee flops lig je eruit. Wat haar betreft is gebleken dat ze ergens in een provinciestad lokale uitzendingen moet gaan doen, het enige waarvoor ze nog geschikt is. Het weerbericht of een kookprogramma of Ripley’s Believe It or Not. Ze hoort niet meer thuis op CNN.’
‘Ik neem aan dat je bedoelt dat je haar ontslaat,’ zei Scarpetta. ‘Geen goed nieuws, vooral niet in deze tijd van het jaar en nu de economie er zo slecht voor staat. Weet ze het al?’
‘Nog niet. En zeg alsjeblieft niets. Ik zal er geen doekjes om winden’ – hij leunde met zijn handen in de zak tegen de make-uptafel – ‘maar we willen graag dat jij haar plaats inneemt.’
‘Dat meen je niet. Dat kan ik niet doen. En ik ben niet de juiste persoon voor jullie. Ik ben niet geschikt voor dit soort theater.’
‘Het is inderdaad theater. Het dwazentheater,’ zei Alex. ‘Dat heeft zij ervan gemaakt. Ze had nog geen jaar nodig om het totaal te verpesten. We willen helemaal niet dat jij hetzelfde soort programma maakt, dat flauwekulprogramma van Carley, absoluut niet. Het moet een misdaadprogramma worden dat op hetzelfde uur wordt uitgezonden, daarmee houdt de vergelijking op. Verder moet het iets heel anders worden. Eerlijk gezegd, hebben we het daar al een tijdje over en we zijn het met elkaar eens. Jij krijgt je eigen programma, iets wat precies past bij wie en wat jij bent.’
‘Iets wat precies past bij wie en wat ik ben, is een huis aan het strand en een goed boek, of mijn kantoor op zaterdagmorgen, wanneer het gebouw leeg is. Ik wil geen programma. Ik had gezegd dat ik bereid was je te helpen, maar alleen als analist, en alleen als het geen inbreuk zou maken op mijn echte leven en geen schade zou aanrichten.’
‘Wat wij doen is ook het echte leven.’
‘Herinner je je onze eerste gesprekken hierover nog?’ vroeg Scarpetta. ‘We kwamen overeen dat ik het zou doen zolang het niet zou botsen met mijn verantwoordelijkheid als patholoog-anatoom in functie. Maar na vanavond staat vast dat het botst.’
‘Je hebt zelf de blogs en de e-mails ook gelezen. De reacties op jouw deelname zijn overweldigend positief.’
‘Ik heb ze niet gelezen.’
‘De Scarpetta factor,’ zei Bachta. ‘Een fantastische naam voor jouw programma.’
‘Wat jij voorstelt, is precies dat wat ik wil vermijden.’
‘Waarom wil je het vermijden? Het is bijna een begrip geworden, een cliché.’
‘Dat wil ik nu juist níét worden,’ zei ze, en ze deed haar best om niet te laten merken dat ze het opvatte als een belediging.
‘Ik bedoel ermee dat het een bepaalde associatie heeft. Als iets moeilijk is op te lossen, willen de mensen de Scarpetta factor.’
‘Maar jullie hebben die uitdrukking geïntroduceerd door hem steeds voor de camera te gebruiken. Door me zo aan te kondigen. Door op die manier te beschrijven wat ik zeg. Het is gênant en misleidend.’
‘Ik stuur een voorstel naar je appartement,’ zei Alex. ‘Bekijk dat, dan kunnen we er daarna over praten.’