32
La Carihuela,
Torremolinos,
café ’t Jordaantje
Café ’t Jordaantje ligt net iets buiten het – overwegend Nederlands getinte – uitgaanscentrum van La Carihuela. Schuin tegenover de plaatselijke bingohal. Een gigantische tent, volgens Johnny. Hij stelt me voor aan de eigenaar van de kroeg. ‘Ook al een Mark,’ zegt Johnny. Een verstokte Ajax-supporter, zo blijkt, die zich in de roerige jaren tachtig niet onbetuigd heeft gelaten op de F-side van de Amsterdammers.
Trots laat Mark mij zijn tatoeages zien. Het Ajax-logo op z’n hart en het wapen van Amsterdam op z’n rug. Geen kleine plaatjes. Ook zie ik een diep litteken. ‘Ongelukje met een mes,’ zegt Mark. ‘Kan gebeuren.’
Op verzoek van Johnny trekt Mark een paar oude plakboeken tevoorschijn. Ik zie allemaal losse foto’s en krantenknipsels van Johnny. Daar gaat hij een gigantische collage van maken, zegt Mark. ‘Speciaal voor Johnny z’n 65ste verjaardag. Dat kan ik goed, collages maken.’
Cruijff, Neeskens, Krol en Rep, dat waren zijn all-time favorieten. En daarboven staat Bobby Haarms. ‘Bobby Haarms is God,’ zegt Mark. ‘Dat ik hier nu samen met een van mijn idolen een biertje sta te drinken, betekent zoveel voor me, dat wil jij niet weten.’
Een sterk staaltje heldenverering in een buitenwijk van Torremolinos.
Johnny grijpt naar z’n rug en zegt: ‘Ik heb volgens mij nog steeds een zenuw tussen m’n dinges zitten.’
Als we even later thuis bij Annabel in de tuin zitten, steekt Johnny de barbecue aan. ‘Dat wist je nog niet,’ zegt hij, ‘maar ik ben een echte pyromaan. De vorige keer dat ik die barbecue aanstak vloog die hele boom in de fik, weet je nog Annabel? Dat was best even schrikken want het is allemaal best droog hier. Ook voor de buurman... Op Corsica heb ik trouwens wel eens gebarbecued op een wagenwiel, hoog in de bergen. Maar ja, dat was Corsica.’
‘Over bergen gesproken,’ zegt Annabel: ‘Je moet je plantjes weer eens water geven Johnny, ze hangen helemaal.’
‘Ja natuurlijk hangen ze,’ zegt Johnny, ‘het zijn klimplanten...’
En tegen mij: ‘Kom, we gaan even naar de kapper. Is die nog open, die homo? Ik zie er niet uit, zo kort aan de zijkant en lang van boven. Dat heeft Annabel helemaal verknipt. Ik lijk Lestienne wel.’