6

Torremolinos, La Carihuela,
casa de Annabel (I)

Thuis bij ‘Annabelletje’. Een gezellig huis, ongeveer een kilometer boven de kustlijn. Een open keuken, een eethoek en een grote hoekbank voor de televisie. Het leven speelt zich voor het grootste deel buiten af, in de tuin. Boven zijn de slaapkamers, ik logeer in een soort glazen patio.

In de voortuin staan twee mountainbikes en half verscholen onder een haag zie ik een grote, tweepersoons-kano liggen. Annabel woont hier samen met haar dochter Ruby, hond Spike en een keur aan aangespoelde zwerfkatten. De inrichting van het charmante huis laat niets te wensen over. Johnny zapt van RTL4 naar SBS6. Naast de bank ligt een grote stapel boeken; biografieën genieten de voorkeur.

‘Alleen is er nu even geen warm water,’ zegt Annabel.

Ach, als dat alles is, in het zuiden van Spanje...

Ik moet maar zeggen als ik wil douchen, dan zet Annabel een ketel water op. ‘Maar je kan ook met Johnny mee, hij doucht altijd bij het zwembad, in de gemeenschappelijke binnentuin.’

Ik zeg dat ik me daar nu al op kan verheugen.

Telefoon.

Een Deense journalist vraagt of hij een interview-afspraak met Johnny kan maken. Elke maand rollen er wel een paar van dergelijke buitenlandse aanvragen binnen; Johnny heeft nog nooit iemand teleurgesteld.

Als jongen was de Deense journalist live aanwezig bij de UEFA Cup-finale tussen Bastia en PSV, zegt hij, sindsdien is hij fan van Johnny. Ze spreken over een paar uur af in een lokaal restaurant, Casa Juan.

Johnny vraagt of ik meega omdat zijn Engels te wensen overlaat, en hij kan wel een tolk gebruiken. ‘Heb jij ook wat te doen.’

De Deense journalist heeft zijn fotograferende vrouw meegenomen naar Casa Juan. Zij kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen, zegt ze. En wilde de grote held van haar man zelf ook wel eens in levenden lijve ontmoeten, nu ze toch in de buurt waren...

De Denen bestellen gegrilde vis en flessen wijn.

Het interview valt niet tegen, Johnny vertelt honderduit over zijn ervaringen op Corsica. Over de plaatselijke maffia, de vrouwen, de feesten, de jachtpartijen en o ja, over de successen met Bastia. Aan het einde van het gesprek vraagt de Deense verslaggever, samen met zijn inmiddels behoorlijk opgewonden vrouw, of Johnny een Bastia-shirt voor hem wil signeren.

Natuurlijk wil Johnny dat. De vrouw maakt giechelend een paar foto’s van Johnny, die geduldig poseert. De Deense journalist neemt het gesigneerde Bastiashirt trots in ontvangst, trekt het meteen aan en brengt spontaan een toost uit op Johnny.

Thuis op de bank.

We kijken naar een nieuwsbulletin op televisie en zien oorlogsbeelden uit Syrië. De naam ‘Aleppo’ wordt genoemd. ‘Daar ben ik nog bijna trainer geworden,’ zegt Johnny. ‘Kwam Piet Buter mee aan, FC Aleppo... Is niet doorgegaan. Ik weet ook niet of ik het wel had gedaan hoor... Weet je waar ik ook bijna trainer was geworden? In Granada. Ben ik toen met de auto vanaf Corsica helemaal naartoe gereden, maar uiteindelijk bleek het één grote kolerezooi. Ik hoefde nog net niet m’n eigen hotel te betalen. Is alweer een tijdje terug hoor, poeh. Niet te geloven, zo griezelig snel als dat gaat, die tijd.’

En gelijk door: ‘Ik heb er trouwens nog eens over nagedacht en ik denk dat we het boek maar één titel kunnen geven.’

Ah, kijk aan, dat is goed nieuws. Vertel, wat gaat het worden?

‘Het kan eigenlijk maar één titel krijgen. Hoeren en snoeren!’