'Met de kamer
van Miranda Priestly,' beantwoordde ik de telefoon in mijn nieuwe Parijse kantoor. De vier verrukkelijke uren waaruit mijn complete nachtrust had bestaan waren om zes uur 's morgens ruw verstoord door een van de assistenten van Karl Lagerfeld, en ik had ontdekt dat al Miranda's telefoontjes rechtstreeks werden doorgeschakeld naar mijn kamer. Het leek wel of de hele stad en de wijde omtrek wisten dat Miranda in de buurt was, dus had mijn telefoon niet stilgestaan vanaf het moment dat ik binnen was. En dan zwijg ik nog maar over de vijfentwintig berichten op mijn voicemail.
'Hallo, met mij. Hoe is het met Miranda? Gaat alles goed? Is er al iets misgegaan? Waar is ze, en waarom ben je niet bij haar?'
'Hé, Em! Bedankt voor je belangstelling. Hoe is het eigenlijk met je?'
'Wat? O, goed. Ik voel me een beetje slap, maar het gaat al beter.
Maar dat doet er niet toe, hoe is het met haar?'
'Ja hoor, met mij gaat het ook goed, lief dat je het vraagt. Ja, het was een lange vlucht en ik heb hooguit twintig minuten onafgebroken kunnen slapen, want de telefoon staat roodgloeiend en ik denk niet dat dat nog ooit ophoudt. O ja! Ik heb onvoorbereid een toespraak gehouden, nadat ik eerst onvoorbereid een toespraak had geschréven, voor een groep mensen die Miranda wilden zien, maar die zij kennelijk niet interessant genoeg vond. Ik stond compleet voor schut en kreeg bijna een hartaanval, maar verder gaat het prima.'
'Andrea, even serieus! Ik heb me echt zorgen gemaakt. We hebben weinig tijd gehad om dit voor te bereiden, en je weet dat ik de schuld krijg als het daar fout loopt.'
'Emily, vat het alsjeblieft niet persoonlijk op, maar ik kan nu niet met je praten. Echt, ik kan het gewoon niet.'
'Hoezo niet? Is er iets? Hoe is de bespreking gisteren verlopen? Was ze er op tijd? Heb je alles wat je nodig hebt? Je trekt toch wel de juiste kleren aan? Denk erom, je vertegenwoordigt Runway daar, dus je moet er altijd tiptop uitzien.'
'Emily, ik moet nu ophangen.'
'Andrea! Ik maak me zorgen. Vertel me wat je tot nu toe hebt gedaan.'
'Eens kijken. In alle vrije tijd die ik heb gehad, heb ik vijf massages, twee gezichtsbehandelingen en een paar manicures gehad. Miranda en ik hebben echt een band gekregen door al dat schoonheidsgedoe, we lachen ons rot. Ze doet enorm haar best om niet al te veeleisend te zijn, want ze wil graag dat ik van Parijs geniet. Het is immers zo'n mooie stad en ik bof maar dat ik hier ben. Dus we maken een hoop pret samen. Heerlijke wijn, lekker winkelen, je kent dat wel.'
'Andrea! Ik kan hier niet om lachen. Vertel me verdorie eens hoe het gaat.' En met haar toenemende ergernis werd mijn humeur steeds een tikkeltje beter.
'Emily, wat zal ik zeggen? Wat wil je horen? Hoe het tot nu toe was? Eens kijken, ik heb me vooral beziggehouden met de vraag hoe ik kan slapen met een onophoudelijk rinkelende telefoon op de achtergrond, terwijl ik tegelijkertijd tussen twee uur 's nachts en zes uur 's morgens genoeg eten naar binnen moet proppen om twintig uur op de been te blijven. Het lijkt hier verdomme wel ramadan, Em: geen eten en drinken tussen zonsopkomst en zonsondergang. Ja, je mag het gerust jammer vinden dat je dit moet missen.'
De andere lijn knipperde en ik zette Emily in de wacht. Telkens wanneer de telefoon ging, dacht ik even aan Alex, ik kon er niets aan doen. Zou hij bellen om te zeggen dat het allemaal wel goed zou komen? Ik had hem sinds mijn aankomst twee keer gebeld en hij had beide keren opgenomen, maar ik was nog net zo goed in telefoonterreur als op de middelbare school en had opgehangen zodra ik zijn stem hoorde. We hadden nog nooit zo lang niet met elkaar gepraat en ik wilde weten hoe het met hem ging, maar als ik heel eerlijk was, was het leven er een stuk gemakkelijker op geworden sinds we niet meer kibbelden en ik me niet meer voortdurend schuldig voelde. Toch hield ik mijn adem in tot ik aan de andere kant van de lijn Miranda hoorde krijsen.
'Ahn-dre-ah, wanneer komt Lucia?'
'O, hallo Miranda. Ik zal even op haar schema kijken. Hier heb ik het. Eens kijken, hier staat dat ze vandaag rechtstreeks uit Stockholm naar Parijs is gevlogen na die fotosessie. Als het goed is, is ze in het hotel.'
'Verbind me door.'
'Jazeker, Miranda. Een ogenblikje, alsjeblieft.'
Ik zette haar in de wacht en zei snel tegen Emily: 'Zij was het, ik moet ophangen. Beterschap. Dag! Miranda? Ik heb hier Lucia's nummer, ik verbind je door.'
'Wacht even, Ahn-dre-ah. Over twintig minuten vertrek ik voor de rest van de dag. Als ik terugkom, moeten er sjaaltjes klaarliggen, en ik heb een nieuwe kok nodig. Minimaal den jaar ervaring in voornamelijk Franse restaurants, vier keer per week beschikbaar voor etentjes met het gezin bij mij thuis en twee keer per maand voor een diner met gasten. Geef me nu Lucia maar.'
Ik weet dat ik me druk zou moeten maken om het feit dat Miranda wilde dat ik vanuit Parijs een kok in New York voor haar zocht, maar ik kon er alleen maar aan denken dat ze het hotel zou verlaten - zonder mij, de hele dag. Ik schakelde terug naar Emily en zei dat Miranda een nieuwe kok nodig had.
'Ik begin er wel aan, Andy,' zei ze hoestend. 'Ik doe de eerste selectie, dan kun jij met een paar eindkandidaten gaan praten. Zoek even uit of Miranda wil wachten tot ze terug is of dat ze liever heeft dat je er een paar laat overvliegen, oké?'
'Dat meen je niet.'
'Natuurlijk meen ik dat wel. Miranda heeft Erika vorig jaar aangenomen toen ze in Marbella zat. Hun vorige kindermeisje had ontslag genomen en ik moest de laatste drie kandidaten naar haar
toe sturen, zodat ze meteen iemand kon kiezen. Ga het even na, ja?'
'Goed,' mompelde ik. 'En bedankt.'
De massages waarover ik was begonnen klonken zo goed dat ik besloot er een voor mezelf te boeken. Er was pas vroeg in de avond plaats, dus belde ik roomservice om een flink ontbijt te bestellen. Toen de butler het kwam brengen, had ik net de dikke badjas met bijhorende slippers aangetrokken en zat ik me te verheugen op mijn omelet, croissants, koffiebroodjes, muffins, aardappelen, cornflakes en crêpes. Het rook verrukkelijk. Toen ik alles naar binnen had gewerkt, met twee kopjes espresso, waggelde ik terug naar het bed waarin ik de vorige nacht nauwelijks had geslapen en viel ik zo snel in slaap dat ik me afvroeg of iemand misschien iets in mijn jus d'orange had gedaan.
De massage was de ideale afsluiting van een verrukkelijk ontspannen dagje. Anderen deden mijn werk voor me en Miranda had me maar één - één! - keer wakker gebeld om te melden dat ik een tafel voor haar moest reserveren voor de lunch van de volgende dag. Dit valt best mee, dacht ik toen de sterke handen van de vrouw mijn vastzittende, pijnlijke nekspieren kneedden. Helemaal niet slecht. Maar net toen ik weer wegdoezelde, begon de mobiele telefoon die ik met tegenzin had meegenomen weer hardnekkig te rinkelen.
'Hallo?' zei ik opgewekt, alsof ik niet halfnaakt en half slapend op een tafel lag, van onder tot boven ingesmeerd met olie.
'Ahn-dre-ah, vervroeg mijn afspraak met de kapper en de visagist en zeg tegen de mensen van Ungaro dat ik vanavond niet kan komen. Ik ga naar een besloten cocktailparty en ik verwacht dat je met me meegaat. Zorg dat je over een uur klaarstaat.'
'Eh, ja, natuurlijk,' stamelde ik, en ik hing op. Ik moest nog even verwerken dat ze wilde dat ik met haar meeging. De herinnering aan de vorige dag - de laatste keer dat ik op het allerlaatste moment te horen had gekregen dat ik ergens naartoe moest - schoot door mijn hoofd en ik was bang dat ik zou gaan hyperventileren. Ik bedankte de vrouw en liet de massage bijschrijven op mijn kamernummer, ook al waren we niet verder gekomen dan tien minuten. Daarna rende ik naar boven om te bekijken hoe ik om de volgende hindernis heen kon manoeuvreren. Het begon vervelend te worden. In razend tempo.
Het kostte me maar een paar minuten om Miranda's kapper en visagist te pakken te krijgen (het waren overigens anderen dan die van mij: ik was opgelapt door een chagrijnige vrouw wier wanhopige blik toen ze me voor het eerst zag ik nooit zal vergeten, terwijl
Miranda twee homo's had die rechtstreeks uit Maxim leken te komen) en haar afspraak te verzetten.
'Geen enkel probleem,' kirde Julien met zijn zware Franse accent. 'We kunnen altijd. We zijn erg... hoe zeggen jullie dat? Buigzaam? Flexibel! We hebben de hele week vrijgehouden voor het geval Madame Priestly ons op een ander moment nodig mocht hebben!'
Ik belde Briget nog een keer en liet haar Ungaro afbellen. Tijd om de kledingkast in te duiken. Het schetsboek met al mijn verschillende 'looks' lag prominent op het nachtkastje, klaar om een hopeloos modegeval als ik spirituele hulp te bieden. Ik bladerde door de koppen en subkoppen en probeerde er iets van te begrijpen.
Shows:
overdag
's avonds
Eten:
ontbijt
lunch
informeel (hotel of bistro)
formeel (Espadon in het Ritz)
diner
informeel (bistro, roomservice)
tussenin (goed restaurant, informeel dineetje bij mensen thuis)
formeel (Le Grand Vefour, formeel diner)
Feesten: (
informeel (champagneontbijt, afternoon tea)
gekleed (cocktailparty's bij minder belangrijke mensen,
presentaties, borrels)
chic (cocktailparty's bij belangrijke mensen, alles in
museum of galerie, feest na show)
Diversen:
van en naar vliegveld
sport (les, wedstrijden, etc.)
winkelen
klusjes voor Miranda
naar couturesalons
naar de betere winkels/boutiques
inkopen van eten en/of schoonheidsproducten
Er stond niet bij wat ik aan moest trekken wanneer ik niet kon weten hoe belangrijk of 'minder belangrijk' de gastheer of gastvrouw was. Er was duidelijk een kans dat ik hier flink de mist in zou gaan: ik kon dit uitstapje in de categorie 'feesten' plaatsen, hetgeen een goede eerste stap leek, maar daarna werd het een grijs gebied. Was dit feestje een eenvoudige 'b' en moest ik dus iets gekleeds uit de kast halen, of was het echt een 'c', zodat ik zorgvuldig iets chics moest kiezen? Er waren geen instructies bij voor 'grijs gebied' of 'onzeker', maar iemand was zo behulpzaam geweest om met de hand iets onder het lijstje te krabbelen. In geval van twijfel (dat zou niet mogen voorkomen) kun je beter 'underdressed' zijn in iets prachtigs dan 'overdressed' in iets prachtigs. Nou, goed dan, het zag ernaar uit dat ik nu ronduit in de categorie 'feest', subcategorie 'gekleed' moest zijn. Ik bekeek de zes 'looks' die Jocelyn voor die categorie had getekend en probeerde in te schatten in welk setje ik er het minst belachelijk uit zou zien.
Na een behoorlijk gênante worsteling met een topje met veren en een paar superhoge (jawel, tot boven de knie) laarzen van lakleer koos ik uiteindelijk voor de outfit op bladzijde 3 3: een dunne, wijde patchwork rok van Roberto Cavalli met een kort, strak T-shirtje van Chole en een paar chique 'motor'-laarzen van D & G. Flitsend, sexy en gekleed maar niet te chic; het eerste setje waarin ik er niet uitzag als een struisvogel, een hoer of iemand die naar een jaren-tachtig- feest ging. Wat wilde ik nog meer? Net toen ik een bruikbare tas aan het uitzoeken was, kwam de visagiste binnen. Met veel gefrons en afkeurende blikken probeerde ze me een stuk minder afstotelijk te maken dan ze me overduidelijk vond toen ze begon.
'Eh, mag dat spul onder mijn ogen een beetje lichter?' vroeg ik voorzichtig, als de dood om haar te beledigen. Waarschijnlijk was het beter geweest als ik zelf met de make-up in de weer was gegaan - vooral omdat ik meer materiaal en instructies bij me had dan ruimtevaartingenieurs die een spaceshuttle moeten bouwen - maar de make-upgestapo kwam consequent keurig op tijd aanzetten, of ik het nu leuk vond of niet.
'Nee!' blafte ze. Het was wel duidelijk dat ze minder bang was om mij te krenken dan andersom. 'Dit is mooier.'
Ze smeerde het laatste beetje van de dikke laag zwart onder mijn ogen en verdween net zo snel als ze was gekomen. Ik pakte mijn tas (bowlingmodel van Gucci, krokodillenleer) en ging een kwartier te vroeg naar de lobby, zodat ik de tijd had om te kijken of de chauffeur wel klaarstond. Toen ik met Renaud stond te bespreken of Miranda misschien liever in een eigen, aparte auto zou gaan - zodat ze niet met mij hoefde te praten en niet het risico liep iets op te lopen door zomaar naast me op de achterbank te zitten - kwam ze aangelopen. Ze nam me heel langzaam van top tot teen op en haar gezicht bleef volkomen uitdrukkingsloos en onverschillig. Ik was geslaagd! Dit was de eerste keer sinds ik voor haar werkte dat ze me niet vol afkeer had bekeken of op zijn allerminst een rotopmerking had gemaakt, en het enige wat ervoor nodig was geweest, was een goed gedrild team van moderedacteuren uit New York, een Parijse kapper en visagiste en een kast vol met de mooiste en duurste kleding ter wereld.
'Staat de auto klaar, Ahn-dre-ah?' Ze zag er schitterend uit in haar korte fluwelen cocktailjurkje.
'Ja, mevrouw Priestly, deze kant op,' kwam Monsieur Renaud er soepeitjes tussen, en hij leidde ons langs een groepje dat overduidelijk bestond uit andere Amerikanen uit de modewereld die in Parijs waren voor de shows. Er viel een eerbiedige stilte onder de super- hippe über-modeminnaars toen we langsliepen, Miranda twee passen voor mij. Ze zag er heel dun, heel mooi en heel, heel ongelukkig uit. Ik moest bijna hollen om haar bij te houden, ook al was ze vijftien centimeter kleiner dan ik, en ik wachtte tot ze me aankeek met een blik van 'Nou? Waar wacht je op?' voordat ik na haar op de achterbank van de limousine ging zitten.
Gelukkig wist de chauffeur blijkbaar waar we naartoe moesten, want ik was al een uur bang dat ze aan mij zou vragen waar de onbekende cocktailparty werd gehouden. Ze keek me wel aan, maar ze zei niets. Ze ging met B-DES zitten kletsen in haar mobiele telefoon en herhaalde keer op keer dat hij zaterdag ruim op tijd moest komen, zodat hij zich kon omkleden en ze nog iets konden drinken vóór het grote feest. Hij zou overkomen met het privé-vliegtuig van zijn bedrijf en nu bespraken ze of hij Caroline en Cassidy wel mee moest brengen, want hij vloog pas maandag terug en Miranda wilde niet dat ze een dag school zouden missen. Pas toen we stopten voor een enorm herenhuis in een laan met bomen in de Marais vroeg ik me af wat ik eigenlijk de hele avond zou moeten doen. Miranda was er altijd vrij goed in geweest om Emily en mij in het openbaar niet als oud vuil te behandelen, hetgeen erop duidde dat ze - althans tot op zekere hoogte - zich er wel degelijk van bewust was dat ze dat normaal gesproken wel deed. Maar als ze me niet kon opdragen drankjes voor haar te halen, mensen voor haar te bellen of iets naar de stomerij te brengen, wat moest ik daar dan dóén?
'Ahn-dre-ah, dit feestje wordt gegeven door vrienden van me uit de tijd dat we in Parijs woonden. Ze hebben gevraagd of ik een assistente wilde meebrengen om hun zoon bezig te houden, die dit soort gelegenheden meestal nogal saai vindt. Jullie kunnen het vast goed met elkaar vinden.' Ze wachtte tot de chauffeur haar portier openhield en stapte bevallig uit op haar perfecte Jimmy Choo- pumps. Voordat ik mijn eigen portier kon openmaken, stond ze al boven aan de drie treden naar de voordeur en gaf ze haar jas aan de butler, die duidelijk op haar had staan wachten. Ik liet me nog heel even terugvallen in het zachte leer en probeerde de informatie te verwerken die ze me zojuist koeltjes had verstrekt. Waren de kapper, de visagist, de afgebelde afspraken, het paniekerige gedoe met het schetsboek en mijn chique motorlaarzen alleen maar bedoeld om op het zoontje van haar rijke vrienden te passen, ongetwijfeld een ontzettende snotneus? En nog wel een Franse snotneus...
Ik herinnerde mezelf er drie volle minuten aan dat The New Yorker heel dichtbij was, dat mijn slavenarbeid eindelijk vruchten zou gaan afwerpen en dat er best nog een saaie avond bij kon om mijn droombaan te bereiken. Het hielp niet. Ik wilde plotseling niets liever dan op de bank kruipen bij mijn ouders thuis, waar mijn moeder een kop thee voor me zou opwarmen in de magnetron terwijl mijn vader het Scrabble-bord klaarzette. Jill en zelfs Kyle zouden er ook zijn, en Isaac de baby zou kraaien en lachen zodra hij me zag en Alex zou bellen om te zeggen dat hij van me hield. Het zou niemand wat kunnen schelen dat ik vlekken in mijn joggingbroek had, dat mijn tenen akelig onverzorgd en ongelakt waren en dat ik een dikke, vette chocoladesoes at. Geen mens zou zelfs maar weten dat er aan de andere kant van de oceaan modeshows werden gehouden en het zou ze al helemaal niet interesseren. Maar dat alles leek vreselijk ver weg, een ander leven, en nu moest ik me tevreden stellen met een kliek mensen voor wie de catwalk htm hele leven was. Plus een krijsend, verwend jochie dat onverstaanbaar Frans brabbelde.
Toen ik eindelijk mijn schaars maar chic geklede achterste uit de limousine hees, stond de butler er niet meer. Binnen speelde een band en buiten rook het naar dennenappels. Ik haalde diep adem en wilde kloppen, maar de deur zwaaide al open. Ik kan met een gerust hart zeggen dat ik nooit eerder in mijn jonge leven zo verbaasd was geweest als die avond: Christian stond in de deuropening naar me te lachen.
'Andy, liefje, wat leuk dat je er bent,' zei hij, en hij kuste me vol op mijn mond - nogal een intiem gebaar omdat die openhing van verbazing.
'Wat doe jij hier?'
Hij veegde grinnikend de bekende krul van zijn voorhoofd. 'Kan ik jou niet hetzelfde vragen? Het lijkt wel of je me overal achtervolgt. Ik begin echt te geloven dat je met me naar bed wilt.'
Ik bloosde en snoof verachtelijk, damesachtig als altijd. 'Ja, zoiets ja. Maar ik kom hier niet als gast, ik ben niet meer dan een goedgeklede oppas. Miranda vroeg of ik meeging en vertelde pas op het laatste moment dat ik op het vervelende zoontje van de gastheer en gastvrouw moet passen. Dus neem me niet kwalijk, ik moet naar de melk en de kleurkrijtjes.'
'O, dat is niet nodig. Het enige waar je het zoontje blij mee maakt, is nog een kus van de oppas.' En hij nam mijn gezicht in zijn handen en kuste me nog een keer. Ik deed mijn mond open om te protesteren en hem te vragen waar dit op sloeg, maar hij vatte het op als enthousiasme en liet zijn tong mijn mond in glijden.
'Christian!' zei ik verontwaardigd, terwijl ik me afvroeg hoe snel Miranda me zou ontslaan als ze me betrapte met de eerste de beste kerel op een van haar eigen feestjes. 'Wat doe je nou? Laat los!' Ik wurmde me los, maar hij bleef me aankijken met die irritant aantrekkelijke glimlach.
'Andy, je bent blijkbaar een beetje traag van begrip. Dit is míjn huis. Mijn ouders geven dit feest, en ik ben zo slim geweest om aan je bazin te vragen of ze jou wilde meebrengen. Heeft ze echt gezegd dat ik een jochie van tien was of heb je dat er zelf van gemaakt?'
'Je maakt een grapje. Zeg alsjeblieft datje een grapje maakt!'
'Nee. Leuk, hè? Ik krijg je op geen enkele andere manier te pakken, en dit leek me wel wat. Mijn stiefmoeder was bevriend met Miranda toen ze voor de Franse Runway werkte - ze is fotografe en doet veel fotosessies -, dus heb ik haar tegen Miranda laten zeggen dat haar eenzame zoon wel gezelschap van een aantrekkelijke assistente kon gebruiken. Dat werkte prima. Kom, dan halen we iets te drinken voor je.' Hij legde zijn hand vlak boven mijn billen en duwde me zachtjes naar de enorme eiken bar in de huiskamer, waar drie barkeepers in uniform martini, whisky en elegante glazen champagne uitdeelden.
'Wacht, even voor de duidelijkheid: ik hoef dus niet te babysitten vanavond? Je hebt toch geen broertje of zo, hè?' Ik kon niet bevatten dat ik met Aliranda Priestly naar een feestje was gekomen en de hele avond geen enkele andere taak had dan een beetje rondhangen met Aantrekkelijke Slimme Schrijver. Misschien hadden ze me uitgenodigd om voor de gasten te dansen of te zingen, of was er een serveerster te weinig en hadden ze bedacht dat ik wel kon invallen. Of waren we soms op weg naar de garderobe en moest ik dat verveeld en vermoeid kijkende meisje dat er nu zat aflossen? Mijn hoofd weigerde Christians verhaal te geloven.
'Ik zeg niet dat je helemaal niet hoeft te babysitten, want ik ben van plan heel veel aandacht te vragen. Maar ik denk dat het een leukere avond wordt dan je had verwacht. Wacht hier op me.' Hij kuste me op mijn wang en verdween tussen de feestvierders, voornamelijk gedistingeerde heren en een beetje artistiekerige, modieuze vrouwen van in de veertig en vijftig, zo te zien een mengeling van bankiers en tijdschriftenmensen, met de juiste hoeveelheid ontwerpers, fotografen en modellen ertussen. Aan de achterkant van het herenhuis was een kleine, elegante, stenen binnenplaats, waar witte kaarsen stonden en een violist zachtjes speelde. Toen ik naar buiten keek, herkende ik meteen Anna Wintour, die er adembenemend uitzag in een crèmekleurig jurkje en Manoio's met glittertjes. Ze stond geanimeerd te praten met een man van wie ik aannam dat het haar vriend was, maar door haar enorme Chanel-zonnebril kon ik niet zien of ze geamuseerd of onverschillig keek. Misschien huilde ze wel hartverscheurend. De pers deed niets liever dan de grillen en kuren van Anna met die van Miranda vergelijken, maar ik kon me niet voorstellen dat er nóg iemand zo onuitstaanbaar was als mijn bazin.
Achter haar stonden een paar mensen die waarschijnlijk bij Vogue werkten net zo angstvallig en vermoeid naar Anna te kijken ais onze eigen modeslaafjes naar Miranda keken, en naast hen stond een luidruchtige Donatella Versace. Door haar dikke laag make-up en haar overdreven strakke kleren zag ze eruit als een karikatuur van zichzelf. Toen ik voor het eerst in Zwitserland kwam, vond ik het land zo ongelooflijk veel op het quasi-Zwitserse dorp in Disneys EPCOT lijken, en zo ging het nu met Donatella: ze leek nog meer op de vrouw die haar nadeed in Saturday Night Live dan op zichzelf.
Ik nam een slokje champagne (en ik had nog wel gedacht dat dat er niet in zou zitten!) en praatte wat met een Italiaan - de eerste lelijke Italiaan die ik ooit had gezien - die in bloemrijke taal zijn bewondering voor het vrouwelijk lichaam uitte, totdat Christian terugkwam.
'Hé, kom eens even mee,' zei hij, en weer loodste hij me soepeitjes door de mensenmenigte. Hij droeg zijn gebruikelijke uniform: een precies op de juiste plekken gebleekte Diesel, wit T-shirt, donker colbertje en Gucci-loafers, waarmee hij naadloos aansloot bij de modieuze gasten.
'Wat gaan we doen?' vroeg ik, nog steeds op zoek naar Miranda. Christian kon me nog meer vertellen; waarschijnlijk verwachtte ze dat ik ergens in een hoekje zat te faxen of het schema bijwerkte.
'Eerst halen we nog een drankje voor je, en misschien ook nog wel een voor mij. En daarna ga ik je leren dansen.'
'Hoe kom je erbij dat ik niet zou kunnen dansen? Toevallig doe ik het erg leuk op de dansvloer.'
Hij overhandigde me een glas champagne, dat uit het niets leek op te duiken, en ging me voor naar de huiskamer van zijn ouders, die gestoffeerd was in schitterende tinten kastanjebruin. Een zes- koppige band speelde hippe muziek, uiteraard, en de enkele tientallen gasten van onder de vijfendertig waren hier bijeengekomen. Alsof het zo was afgesproken begon de band Let's Get it On van Marvin Gaye te spelen en trok Christian me tegen zich aan. Hij rook naar mannelijke, sportieve aftershave, iets van de oude stempel, Polo Sport of zo. Zijn heupen bewogen heel natuurlijk op de muziek, zonder dat hij erbij na hoefde te denken. We gleden samen over de provisorische dansvloer en hij zong zachtjes in mijn oor. De rest van de kamer werd wazig - ik was me er vaag van bewust dat er nog meer mensen dansten en dat er ergens iemand op iets proostte, maar Christian was op dat moment de enige die ik scherp in beeld had. Ergens diep in mijn achterhoofd besefte ik wel dat dit lichaam tegen het mijne niet dat van Alex was, maar het deed er niet toe. Vanavond niet.
Pas na enen herinnerde ik me weer dat ik daar met Miranda was; ik had haar al uren niet meer gezien en ik was ervan overtuigd dat ze me helemaal vergeten was en allang weer in het hotel zat. Maar toen ik eindelijk opstond van de bank in de werkkamer van Christians vader, zag ik dat ze opgewekt stond te praten met Karl Lagerfeld en Gwyneth Paltrow, en ze waren zich er schijnbaar geen van drieën van bewust dat ze over een paar uur al weer op moesten voor de show van Christian Dior. Ik stond te dubben of ik naar haar toe zou gaan, maar ze zag me al.
'Ahn-dre-ah! Kom eens hier,' riep ze, en haar stem klonk bijna vrolijk in het rumoer van het feest, dat de laatste uren een stuk minder feestelijk was geworden. Iemand had de lichten gedimd en het was overduidelijk dat de laatste gasten rijkelijk bediend waren door de glimlachende obers. De irritante manier waarop Miranda mijn naam uitsprak stoorde me niet eens, dankzij de heerlijke champagneroes. En hoewel ik had gedacht dat de avond niet mooier kon worden, wilde ze me nu voorstellen aan haar beroemde vrienden.
'Ja, Miranda?' zei ik op mijn innemendste bedankt-dat-je-me- hebt-meegenomen-naar-dit-heerlijke-feestjetoon. Ze kéék niet eens naar me.
'Haal een San Pellegrino voor me en zorg dat de chauffeur klaarstaat. Ik ben zover, we vertrekken.' De twee vrouwen en de man naast haar lachten hinnikend en ik werd knalrood.
'Natuurlijk. Ik ben zo terug.' Ik haalde haar water, dat ze zonder een woord van dank aannam, en liep door de flink uitgedunde groep gasten naar de auto. Even overwoog ik om de ouders van Christian te zoeken om hen te bedanken, maar ik bedacht me en liep rechtstreeks naar de deur, waar Christian met een tevreden grijns tegenaan leunde.
'Zo, Andrea'tje, heb je het naar je zin gehad?' zei hij met ietwat dubbele tong, en op dat moment kon ik niks aantrekkelijkers bedenken.
'Ja, best wel.'
'Best wel? Zo te horen had je liever gehad dat ik je mee naar boven had genomen, hè? Alles op zijn tijd, meisje, alles op zijn tijd.'
Ik gaf speels een mep op zijn onderarm. 'Schat jezelf niet te hoog in, Christian. Wil je je ouders namens mij bedanken?' En deze keer was ik de eerste die zich naar hem toe boog en hem op zijn wang kuste voordat hij iets kon doen. 'Trusten.'
'Kun je wel!' zei hij, nu echt met dubbele tong. 'Mij een beetje opwinden, hè? Doe je dat bij je vriendje ook?' Hij glimlachte nu, maar niet gemeen of wreed; voor hem hoorde het allemaal bij het flirterige spelletje, maar de verwijzing naar Alex maakte dat ik me even helemaal nuchter voelde. Lang genoeg om te beseffen dat ik in jaren niet zo'n leuke avond had gehad. De drank, het dansen en zijn handen op mijn rug toen hij me tegen zich aan trok hadden me weer het gevoel gegeven dat ik leefde, na al die maanden bij Runway, maanden met niets dan frustratie, vernedering en zo'n enorme vermoeidheid dat ik mijn eigen lijf niet meer voelde. Misschien deed Lily het daarom, dacht ik. Al die mannen, feesten, puur genieten van het gevoel dat je jong was en leefde. Ik kon niet wachten om haar te bellen en alles te vertellen.
Na vijf minuten kwam Miranda naast me op de achterbank van de limousine zitten, en het leek zowaar of ze een beetje vrolijk was. Ik vroeg me af of ze te veel had gedronken, maar die mogelijkheid verwierp ik meteen. Ik had haar nooit meer zien drinken dan een slokje hier en een nipje daar, en dan alleen omdat de sociale omstandigheden dat vereisten. Ze had liever Perrier of San Pellegrino dan champagne, en zeker liever een milkshake of koffie verkeerd dan een cosmopolitan, dus de kans dat ze nu dronken was, was uiterst klein.
Nadat ze me de eerste vijf minuten had doorgezaagd over het werkschema van de volgende dag (gelukkig had ik eraan gedacht het in mijn tas te stoppen) keek ze me voor de allereerste keer die avond echt aan.
'Emily, eh... Ahn-dre-ah, hoe lang werk je nu voor me?'
De vraag kwam totaal onverwacht, en mijn hersenen werkten niet snel genoeg om de achterliggende bedoeling ervan te bedenken. Het was een vreemd gevoel dat ze me iets over mezelf vroeg en niet expliciet informeerde naar de reden waarom ik zo'n stomme idioot was die iets niet snel genoeg had opgespoord, gehaald of doorgefaxt. Ze had nog nooit naar mijn leven geïnformeerd. Tenzij ze zich nog iets herinnerde van ons sollicitatiegesprek - en dat leek me onwaarschijnlijk, want op mijn eerste werkdag had ze me al volkomen uitdrukkingsloos aangekeken - had ze geen idee waar (en óf) ik had gestudeerd, of ik in Manhattan woonde, en zo ja waar, en wat ik deed (als ik al iets deed) in die paar uur per dag dat ik me niet voor haar de benen uit mijn lijf rende. En hoewel de vraag beslist een Miranda-element bevatte, zei mijn intuïtie me dat dit misschien, heel misschien, wel eens gewoon een gesprekje over mij zou kunnen zijn.
'Aan het eind van deze maand een jaar, Miranda.'
'En heb je het gevoel dat je dingen hebt geleerd waaraan je in de toekomst iets zult hebben?' Ze keek me met halfdichtgeknepen ogen aan en ik onderdrukte meteen de neiging om alles op te sommen wat ik had 'geleerd': een winkel opsporen, god-weet-waar in de stad; met een keuze uit minstens tien kranten een recensie zien te vinden zonder verdere aanwijzingen; slijmen tegen kinderen die nog niet eens de tienerleeftijd hadden bereikt en al meer hadden meegemaakt dan mijn beide ouders samen; smeken, schreeuwen, zeuren of mensen onder druk zetten, van de allochtone bezorger van het afhaalrestaurant tot de hoofdredacteur van een grote uitgeverij, om precies te krijgen wat ik wilde en wannéér ik het wilde; en natuurlijk zo'n beetje iedere lastige klus binnen een uur klaren, omdat 'ik zou niet weten hoe' of 'dat is onmogelijk' eenvoudigweg geen optie was. Het was in ieder geval een leerzaam jaar geweest.
'O ja, natuurlijk,' zei ik enthousiast. 'In het jaar dat ik voor jou heb gewerkt, heb ik meer geleerd dan ik in welke andere baan ook had kunnen leren. Ik vond het fascinerend, echt waar, om te zien hoe een belangrijk - het allerbelangrijkste - tijdschrift wordt gemaakt, hoe de productiecyclus verloopt en de verschillende taken zijn verdeeld. En natuurlijk heb ik kunnen observeren hoe jij het geheel leidt; alle beslissingen die je neemt. Het was een heel bijzonder jaar. Ik ben je zo dankbaar, Miranda!' Zo dankbaar dat ik al maanden kiespijn had omdat ik nooit onder werktijd naar de tandarts kon, maar wat maakte het uit? Mijn pas verworven grondige kennis van het handwerk van Jimmy Choo was de pijn wel waard.
Was het ook maar in de verste verte mogelijk dat dit geloofwaardig klonk? Ik keek schuin naar haar en ze leek het te geloven, want ze knikte ernstig. 'Je weet het, Ahn-dre-ah, als mijn meisjes een jaar lang goed werk hebben geleverd, zijn ze wat mij betreft aan promotie toe.'
Mijn hart sloeg over. Was het eindelijk zover? Ging ze me nu vertellen dat ze zo vrij was geweest om alvast een baan voor me te reserveren bij The New Yorker? Het deed er nu even niet toe dat ze geen flauw benul had dat ik daar een moord voor zou doen; misschien had ze het pas ontdekt, omdat het haar oprecht interesseerde.
'Ik heb uiteraard mijn twijfels over je. Denk maar niet dat je gebrek aan enthousiasme me niet is opgevallen, of je gezucht en de gezichten die je trekt als ik iets van je vraag waar je kennelijk geen zin in hebt. Ik hoop dat dat niets anders is dan een teken van je onvolwassenheid, want op andere gebieden lijk je me redelijk bekwaam. Waar gaat je belangstelling precies naar uit?'
Redelijk bekwaam! Ze had net zo goed kunnen verkondigen dat ik de meest intelligente, wereldwijze, bloedmooie en capabele vrouw was die ze ooit had mogen ontmoeten. Miranda Priestly had zojuist tegen me gezegd dat ik redelijk bekwaam was!
'Nou... ik wil niet zeggen dat ik niet van mode houd, want natuurlijk ben ik dol op mode. Wie niet?' haastte ik me te zeggen, waarbij ik angstvallig haar gezicht in de gaten hield, dat zoals gewoonlijk vrijwel uitdrukkingsloos bleef. 'Maar ik heb er altijd van gedroomd om schrijfster te worden, dus ik hoopte eigenlijk dat ik op dat gebied... eens verder zou kunnen kijken.'
Ze legde haar handen gevouwen in haar schoot en keek uit het raampje. Het was duidelijk dat dit gesprekje van vijfenveertig seconden haar nu al niet meer boeide, dus zou ik snel moeten toeslaan. 'Ik heb natuurlijk geen idee of je überhaupt kunt schrijven,' zei ze, 'maar ik heb er niets op tegen om je een paar korte stukjes te laten inleveren om het uit te testen. Misschien een theaterrecensie of een artikeltje voor de rubriek Agenda. Uiteraard alleen als het je werk voor mij niet beïnvloedt, en alleen in je eigen tijd.'
'Natuurlijk, natuurlijk. Dat zou fantastisch zijn!' We praatten met elkaar, we communiceerden, en de woorden 'ontbijt' en 'stomerij' waren nog niet gevallen. Dit ging zo goed, het zou jammer zijn om mijn kans te laten liggen, dus zei ik: 'Het is mijn droom om ooit bij The New Yorker te werken.'
Dat leek haar inmiddels afdwalende aandacht te trekken, en ze keek me nog een keer met halfdichtgeknepen ogen aan. 'Waarom in vredesnaam? Totaal geen glamour, alleen maar droge feiten.' Ik wist niet of het een retorische vraag was, maar ik hield voor de zekerheid mijn mond.
Ik had nog een seconde of twintig, want we waren bijna bij het hotel en haar belangstelling was vrijwel verdwenen. Ze bekeek de gemiste oproepen op haar telefoon, maar zei tussen neus en lippen door, volkomen terloops: 'Hmm, The New Yorker. Conde Nast.' Ik knikte als een bezetene om haar aan te moedigen, maar ze keek niet eens. 'Natuurlijk ken ik daar een heleboel mensen. We zullen kijken hoe de rest van deze week verloopt, en misschien bel ik ze wel als we terug zijn.'
De auto stopte voor de ingang, waar een zo te zien uitgeputte Monsieur Renaud de piccolo die Miranda's portier wilde openhouden voorbijrende om het zelf te doen.
'Dames! Ik hoop dat u een fijne avond hebt gehad,' zei hij omfloerst, en hij deed zijn best om ondanks zijn vermoeidheid te glimlachen.
'We hebben morgenvroeg om negen uur weer een auto nodig om naar de show van Christian Dior te gaan. Ik heb om half negen een ontbijtbespreking in de lobby. Zorg ervoor dat ik niet gestoord word,' blafte ze, en ieder spoor van haar menselijkheid was verdwenen als een druppel water op een gloeiend heet trottoir. En voordat ik kon bedenken hoe ik het gesprek moest beëindigen of haar er op zijn minst kruiperig voor kon bedanken, liep ze naar de lift en verdween ze. Ik wierp Monsieur Renaud een vermoeide, begrijpende blik toe en stapte zelf ook in een van de liften.
De smaakvol gerangschikte chocolaatjes op een zilveren schaaltje op mijn nachtkastje konden de volmaakte avond alleen nog maar bekronen. Op één willekeurige, onverwachte avond had ik me een fotomodel gevoeld, gezelschap gehad van een van de aantrekkelijkste mannen die ik ooit in levenden lijve had ontmoet en van Miranda Priestly te horen gekregen dat ik redelijk bekwaam was. Het was alsof alles eindelijk op zijn plaats viel, alsof het jaar van opoffering eindelijk tekenen begon te vertonen die erop duidden dat het misschien de moeite waard was geweest. Ik plofte op het dekbed, nog helemaal aangekleed, en staarde naar het plafond. Ik kon nauwelijks geloven dat ik ronduit tegen Miranda had gezegd dat ik bij The New Yorker wilde werken en dat ze niet eens in lachen was uitgebarsten. Of had gegild. Of op wat voor manier dan ook uit haar dak was gegaan. Ze had me niet eens belachelijk gemaakt of gezegd dat het idioot was dat ik niet binnen Runway promode wilde maken. Het leek bijna wel - maar misschien ging ik nu erg ver - alsof ze naar me had geluisterd en me had begrepen. Ze had me begrepen en was het met me eens geweest. Het was bijna niet te bevatten.
Ik kleedde me langzaam uit en genoot na van iedere minuut van de avond: de manier waarop Christian me had meegenomen van de ene naar de andere kamer en daarna naar de dansvloer, de manier waarop hij door geloken oogleden naar me had gekeken, met die hardnekkige lok voor zijn ogen, en Miranda die bijna, onmerkbaar, had geknikt toen ik zei dat ik het allerliefst wilde schrijven. Een glorieuze avond, moest ik zeggen, een van de mooiste in de recente geschiedenis. Het was al half vier in Parijs, dus in New York was het half tien 's avonds, de ideale tijd om Lily te bellen voordat ze op stap ging. Ik had natuurlijk gewoon het nummer moeten intoetsen zonder acht te slaan op het knipperende lichtje dat aangaf - goh, daar keek ik van op - dat er berichten voor me waren, maar ik pakte opgewekt het Ritz-schrijfblokje en ging klaarzitten om alles te noteren. Ongetwijfeld een hoop uitgebreide, irritante verzoeken van irritante mensen, maar ik liet me mijn Assepoester-gevoel niet afnemen.
De eerste drie berichten waren van Monsieur Renaud en zijn assistenten, om de diverse chauffeurs en afspraken van de volgende dag te bevestigen, en zoals altijd vergaten ze niet om me goedenacht te wensen, alsof ik een persóón was in plaats van een slaafje, hetgeen ik erg op prijs stelde. Tussen de derde en de vierde boodschap betrapte ik mezelf erop dat ik tegelijkertijd wel en niet wenste dat er ook een berichtje van Alex bij was, dus toen de vierde boodschap van hem bleek te zijn, was ik dolblij... maar ook weer niet.
'Hoi Andy, met mij. Sorry dat ik je daarginds moet storen, je hebt het vast ongelooflijk druk, maar ik moet je spreken. Bel me alsjeblieft op mijn mobiele telefoon zodra je dit hoort. Het maakt niet uit hoe laat het is, als je maar belt, oké? Eh... goed. Dag.'
Het was een vreemde gewaarwording dat hij niet zei dat hij van me hield, me miste en niet kon wachten tot ik terugkwam, maar ik nam aan dat al die dingen in de categorie 'ongepast' vielen voor twee mensen die midden in een 'adempauze' zaten. Ik wiste het bericht en besloot, nogal lukraak, dat zijn stem niet erg dringend had geklonken en het dus vast wel tot de volgende dag kon wachten - ik kon nu, om half vier 's nachts, geen lang gesprek over onze relatie aan. Niet na deze heerlijke avond.
De laatste boodschap was van mijn moeder, en ook die was vreemd en onduidelijk.
'Hallo lieverd, met mama. Het is bij ons een uur of acht, en ik weet niet precies hoe laat het bij jou is. Luister, het is geen noodgeval, alles gaat prima, maar het zou fijn zijn als je meteen kon terugbellen. Papa en ik zijn nog wel een tijdje op, dus het maakt niet uit hoe laat je belt, maar beslist liever vandaag dan morgen. We hopen allebei dat je het daar heel leuk hebt, en tot gauw. Dag, lieverd!'
Dit was echt gek. Alex en mijn moeder hadden me allebei gebeld in Parijs, nog voordat ik de kans had gekregen om hen zelf te bellen, en ze vroegen allebei of ik terug wilde bellen, desnoods heel laat. Aangezien mijn ouders het begin van David Letterman op tv al laat vonden, wist ik dat er iets aan de hand moest zijn. Maar tegelijkertijd hadden Alex en mijn moeder geen van beiden paniekerig geklonken; niet eens een beetje. Misschien moest ik eerst maar eens uitgebreid in bad gaan, met het schuim van het Ritz, en langzaam de energie opbouwen om terug te bellen; de avond was te mooi geweest om hem te verpesten door met mijn moeder over haar onbenullige bezorgdheid te praten, of met Alex over 'de stand van zaken' in onze relatie.
Het bad was precies zo lekker warm en luxueus als je mocht verwachten in de juniorsuite die grensde aan de Coco Chanel-suite in het Ritz in Parijs, en ik nam een paar minuten extra de tijd om mijn hele lichaam in te smeren met de zacht geurende bodylotion die op de kaptafel stond. En toen, gehuld in een dikke, zachte badjas, ging ik zitten om te bellen. Zonder erbij na te denken belde ik eerst mijn moeder. Misschien had ik dat niet moeten doen, want zelfs haar 'hallo' klonk vreselijk gespannen.
'Mam, met mij. Is alles goed daar? Ik had jullie morgen willen bellen; het is hier vreselijk hectisch. Maar vanavond heb ik het zo leuk gehad!' Ik wist al dat ik niets over Christian zou vertellen, want ik had nog geen zin gehad om het hele Alex-verhaal aan mijn ouders uit te leggen, maar ze zouden het geweldig vinden om te horen hoe Miranda had gereageerd toen ik over The New Yorker was begonnen.
'Liefje, sorry dat ik je in de rede val, maar er is iets gebeurd. We kregen vandaag een telefoontje uit het ziekenhuis van Lenox Hill, dat is geloof ik op 77th Street, en ze vertelden ons dat Lily een ongeluk heeft gehad.'
En hoewel het best eens de meest afgezaagde uitdrukking kan zijn die er bestaat, stond mijn hart echt stil van schrik. 'Wat? Wat zeg je? Wat voor ongeluk?'
Ze was al overgeschakeld op de bezorgde-moederstand en deed hoorbaar haar best om haar stem kalm en haar woorden rationeel te laten klinken, ongetwijfeld op aanraden van mijn vader, om me op mijn gemak te stellen. 'Een auto-ongeluk, lieverd. Behoorlijk ernstig, ben ik bang. Lily zat achter het stuur - er zat ook een jongen in de auto, iemand van school, geloof ik - en ze reed vanaf de verkeerde kant een eenrichtingsweg in. Blijkbaar is ze frontaal op een taxi gebotst terwijl ze bijna tachtig reed, in het centrum. Volgens de agent die ik heb gesproken is het een wonder dat ze nog leeft.'
'Ik begrijp het niet. Wanneer is dat gebeurd? Komt het wel goed?' Ik was inmiddels in huilen uitgebarsten, want hoe rustig mijn moeder ook probeerde te blijven, ik hoorde dwars door haar zorgvuldig gekozen woorden heen hoe ernstig de situatie was. 'Mam, waar is Lily nu, en komt het wel goed?'
Pas op dat moment hoorde ik dat mijn moeder ook huilde, heel zachtjes. 'Andy, ik geef papa even. Hij heeft de artsen pas nog gesproken. Ik hou van je, lieverd.' Dat laatste kwam er bijna piepend uit.
'Hallo meisje, hoe gaat het? Sorry dat we je moesten bellen met zulk slecht nieuws.' De stem van mijn vader klonk zwaar en geruststellend, en heel even dacht ik dat het allemaal wel goed zou komen. Hij zou zeggen dat Lily haar been had gebroken, misschien een paar ribben, en dat er een goede plastisch chirurg was opgetrommeld om de schrammen in haar gezicht netjes weg te werken, maar dat het verder allemaal goed af zou lopen.
'Pap, vertel me alsjeblieft wat er is gebeurd. Mama zegt dat Lily achter het stuur zat en met hoge snelheid een taxi heeft geramd. Dat snap ik niet, ik snap er niks van. Lily heeft helemaal geen auto en ze heeft de pest aan autorijden. Ze zou nooit door Manhattan racen. Wie heeft jullie dat verteld? Wie belde er? En wat heeft ze precies?' Ik was nu weer bijna hysterisch, maar zijn stem klonk dwingend en toch geruststellend.
'Haal even diep adem, dan vertel ik je precies wat ik weet. Het ongeluk is gisteren gebeurd, maar we hebben het vandaag pas gehoord.'
'Gisteren! Hoe kan dat nou, niemand heeft me gebeld! Gisteren?'
'Lieverd, ze hebben je wél gebeld. Volgens de dokter had Lily in haar agenda jouw naam en nummer ingevuld achter "bij ongevallen waarschuwen", omdat het niet zo goed gaat met haar oma. Waarschijnlijk heeft het ziekenhuis jou thuis en mobiel gebeld, maar je hebt je berichten natuurlijk niet afgeluisterd. Toen er na vierentwintig uur nog niemand had teruggebeld of was langsgekomen, hebben ze verdergekeken in haar agenda en gezien dat wij dezelfde achternaam hadden als jij, dus belden ze hierheen om te vragen of wij wisten hoe ze jou konden bereiken. Mama en ik herinnerden ons niet meer precies waar je logeerde, dus hebben we Alex gebeld om de naam van het hotel te vragen.'
'O mijn god, het is al een dag geleden. Is ze al die tijd helemaal alleen? Ligt ze nog in het ziekenhuis?' Ik kon de vragen niet snel genoeg stellen, en toch had ik het idee dat ik geen enkel antwoord kreeg. Het enige wat ik zeker wist, was dat Lily mij had beschouwd als de belangrijkste persoon in haar hele leven, degene die gebeld moest worden in noodgevallen, ingevuld op zo'n lijstje dat je nooit serieus nam. En nu had ze me een keer écht nodig gehad - ze had niemand anders - en was ik nergens te vinden geweest. Ik snikte niet meer, maar de warme tranen bleven kwaad over mijn wangen stromen en mijn keel voelde alsof hij vanbinnen met schuurpapier was bewerkt.
'Ja, ze ligt in het ziekenhuis. Ik zal heel eerlijk tegen je zijn, Andy: we weten niet of het wel goed afloopt.'
'Wat? Hoe bedoel je? Wil iemand me alsjeblieft iets concreets vertellen?'
'Lieverd, ik heb de dokter een keer of vijf gesproken en ik heb er alle vertrouwen in dat ze de beste zorg krijgt die je mag verwachten. Maar Lily ligt in coma, schat. De dokter heeft me verzekerd dat...'
'In coma? Ligt Lily in coma?' Ik kon het allemaal niet bevatten, de woorden bleven niet hangen.
'Probeer een beetje rustig te blijven. Ik weet dat dit een enorme schok voor je is en ik vind het vreselijk dat het allemaal door de telefoon moet. We hebben overwogen om het je pas te vertellen als je terug was, maar aangezien dat nog anderhalve week duurt, vonden we dat je het recht had het nu te weten. Maar je moet niet vergeten dat je moeder en ik alles doen om ervoor te zorgen dat Lily de beste hulp krijgt. Ze is altijd als een dochter voor ons geweest, dat weet je, dus ze is niet alleen.'
'O mijn god, ik moet naar huis. Pap, ik moet naar huis! Ze heeft niemand, alleen mij, en ik zit aan de andere kant van de oceaan. O, maar dat klotefeest is pas overmorgen en daar heeft Miranda me speciaal voor meegenomen. Ze ontslaat me als ik er niet bij ben, zeker weten. Nadenken, shit, ik moet nadenken!'
'Andy, het is daar al laat. Ik denk dat je het beste kunt gaan slapen. Denk er even over na. Natuurlijk wist ik dat je meteen naar huis zou willen, zo ben je, maar vergeet niet dat Lily op dit moment buiten bewustzijn is. Haar artsen hebben me verzekerd dat er grote kans is dat ze de komende vierentwintig tot tweeënzeventig uur zal bijkomen. Haar lichaam gebruikt dit als een lange, diepe slaap om te genezen. Maar er is niets zeker,' voegde hij er zacht aan toe.
'En als ze bijkomt? Ik neem aan dat ze wel een hersenbeschadiging of een afschuwelijke verlamming of iets dergelijks kan hebben? O god, ik moet er niet aan denken.'
'Ze weten het nog niet. Lily reageert wel op prikkels in haar voeten en benen, en dat zou erop kunnen duiden dat ze niet verlamd is. Maar haar hoofd zit vol zwellingen en ze kunnen er pas iets van zeggen als ze bijkomt. We moeten afwachten.'
We praatten nog even verder, voordat ik abrupt ophing en Alex op zijn gsm belde.
'Hallo, met mij. Ben je al bij haar geweest?' vroeg ik zonder zelfs maar hallo te zeggen. Ik was een mini-Miranda geworden.
'Andy, hoi. Dus je weet het?'
'Ja, ik heb net mijn vader aan de lijn gehad. Heb je haar gezien?'
'Ja, ik ben nu in het ziekenhuis, ik mag niet bij haar, want het is geen bezoekuur en ik ben geen familie, maar ik wilde hier zijn voor het geval ze bijkomt.' Hij klonk heel, heel ver weg, volledig in gedachten verzonken.
'Wat is er gebeurd? Mijn moeder zei dat ze achter het stuur zat en een taxi heeft geramd of zoiets. Ik snap er helemaal niks van.'
'Hou maar op, het is een nachtmerrie,' zei hij met een zucht, en ik hoorde dat hij ervan baalde dat niemand me het hele verhaal had verteld. 'Ik weet niet of ik het helemaal goed heb, maar ik heb die jongen gesproken die erbij was. Ken je Benjamin nog, die vriend van haar van vroeger die ze heeft betrapt met twee meisjes?'
'Ja, natuurlijk, die werkt nu bij mij in het gebouw. Ik zie hem wel eens. Wat moest ze in godsnaam met hém? Lily kan hem wel schieten, ze is er nooit overheen gekomen.'
'Ik weet het, dat dacht ik ook, maar blijkbaar ging ze de laatste tijd veel met hem om; ze waren samen toen het gebeurde. Hij zegt dat ze kaartjes hadden voor Phish in het Nassau Colisseum, en daar naartoe waren geweest. Hij zal wel te veel gerookt hebben om nog te kunnen rijden, dus bood Lily zich aan. Ze kwamen zonder problemen terug in de stad, totdat Lily door rood reed en vanaf de verkeerde kant Madison op reed, recht op het tegemoetkomende verkeer af. Ze raakten frontaal een taxi, aan de chauffeurskant, en... nou ja, de rest weet je.' Op dat punt begon hij hard te huilen, en ik besefte dat het veel erger moest zijn dan mijn ouders hadden laten blijken.
Ik had het laatste halfuur alleen maar vragen gesteld - aan mijn moeder, mijn vader en nu aan Alex - maar ik kon mezelf er niet toe brengen de meest voor de hand liggende vraag te stellen: waarom was Lily door rood gereden en daarna vanaf de verkeerde kant een eenrichtingsweg in geslagen? Maar ik hoefde het niet te vragen, want Alex wist zoals altijd precies wat ik dacht.
'Andy, haar alcoholpromillage was bijna twee keer zo hoog als toegestaan.' Hij zei het heel zakelijk en deed zijn best om de woorden niet in te slikken, zodat ik hem niet hoefde te vragen ze te herhalen.
'O, mijn god.'
'Als - als - ze bijkomt, heeft ze meer problemen dan alleen haar gezondheid. Ze zit zwaar in de nesten. Gelukkig had de taxichauffeur niks, alleen een paar schrammen en blauwe plekken, en Benjamins linkerbeen zit compleet in de kreukels, maar dat komt wel weer goed. Het wachten is nu op Lily. Wanneer kom je naar huis?'
'Wat?' Ik probeerde nog tot me door te laten dringen dat Lily kennelijk iets had met iemand van wie ik dacht dat ze de pest aan hem had en dat ze nu in coma lag omdat ze in zijn gezelschap stomdronken was geworden.
'Ik vroeg wanneer je naar huis komt.' Toen ik niet meteen iets zei, ging hij verder. 'Je komt toch wel terug? Je bent toch niet serieus van plan om daar te blijven terwijl je beste vriendin in het ziekenhuis ligt, hè?'
'Wat wil je nou eigenlijk zeggen, Alex? Wou je suggereren dat dit allemaal mijn schuld is omdat ik het niet heb zien aankomen? Dat ze in het ziekenhuis ligt omdat ik in Parijs ben? Dat dit allemaal niet gebeurd zou zijn als ik had geweten dat ze weer met die Benjamin omging? Nou? Wat wil je nou eigenlijk zeggen?' krijste ik, en alle verwarrende emoties van die avond kookten over en mondden uit in de dringende, eenvoudige behoefte om tegen iemand anders tekeer te gaan.
'Nee, dat zeg ik niet. Dat zeg jij. Ik nam alleen maar als vanzelfsprekend aan dat je naar huis zou komen om zo snel mogelijk bij haar te kunnen zijn. Ik veroordeel je niet, Andy, dat weet je best. En ik weet dat het daar al heel laat is en dat je de komende uren niets kunt doen, dus probeer een paar uur te slapen en bel me zodra je weet welke vlucht je neemt. Ik haal je wel van het vliegveld, dan gaan we meteen naar het ziekenhuis.'
'Goed. En bedankt dat je bij haar blijft, ik weet zeker dat Lily dat ook heel erg op prijs stelt. Ik bel je zodra ik weet wat ik doe.'
'Oké, Andy. Ik mis je. En ik weet dat je de juiste beslissing zult nemen.' De verbinding werd verbroken voordat ik daar iets op kon zeggen.
De juiste beslissing nemen? De juiste beslissing? Waar sloeg dat in 's hemelsnaam op? Ik kon het niet uitstaan dat hij zomaar aannam dat ik in het eerste het beste vliegtuig zou stappen, alleen omdat hij dat wilde. Dat aanmatigende, prekerige toontje van hem, waardoor ik meteen het gevoel kreeg alsof ik een van zijn tweedeklassertjes was en een standje kreeg omdat ik in de klas zat te kletsen. Ik kon het niet uitstaan dat hij nu bij Lily was, ook al was ze mijn vriendin, dat hij optrad als contactpersoon tussen mij en mijn eigen ouders, dat hij weer eens zo beschuldigend deed en de lakens uitdeelde. Het was niet meer zoals vroeger; toen zou ik me getroost hebben gevoeld door zijn aanwezigheid, door de gedachte dat we dit probleem samen hadden en we ons er samen wel doorheen zouden slaan - nu waren er alleen maar wrijvingen. Wanneer was het allemaal veranderd?
Ik had geen fut meer gehad om hem te wijzen op wat hij zelf toch ook wel moest snappen, namelijk dat ik op staande voet ontslagen zou worden als ik nu naar huis ging en dat mijn hele jaar als Miranda's slaafje dan voor niets zou zijn geweest. Die afschuwelijke gedachte had ik de kop in weten te drukken: het maakte voor Lily geen enkel verschil of ik er wel of niet was, want ze lag bewusteloos in een ziekenhuisbed. De mogelijkheden tolden door mijn hoofd. Misschien kon ik lang genoeg blijven om mee te helpen met het feest en dan proberen om Miranda uit te leggen wat er aan de hand was en haar smeken me niet te ontslaan. En mocht Lily bijkomen, dan kon iemand haar misschien vertellen dat ik zo snel mogelijk zou komen, waarschijnlijk over een paar dagen. En ook al klonk dat allemaal best redelijk in de donkere uurtjes van de vroege morgen, na een lange avond dansen en te veel bubbels drinken, na een telefoontje dat mijn beste vriendin in coma lag omdat ze met haar dronken hoofd een ongeluk had veroorzaakt, ergens diep in mijn achterhoofd wist ik - maar al te goed - dat het helemaal niet redelijk was.
'Ahn-dre-ah, laat Horace Mann weten dat de meisjes maandag niet naar school komen omdat ze dan bij mij zijn, in Parijs, en zorg dat er een lijst wordt gemaakt van het huiswerk dat ze moeten inhalen. Verzet het eten van vanavond naar half negen, en als ze daar niet mee akkoord gaan, zeg je het maar af. Heb je dat boek al waar ik je gisteren om heb gevraagd? Ik wil er vier, twee in het Frans en twee in het Engels, voordat ik naar het restaurant ga. O ja, ik wil de definitieve versie van het menu voor morgen, om de veranderingen die ik heb aangebracht nog eens te bekijken. En zorg ervoor dat er absoluut geen sushi wordt geserveerd, begrepen?'
'Ja, Miranda,' zei ik, en ik krabbelde alles zo snel mogelijk in het notitieboek van Smythson dat de accessoiresafdeling heel attent aan mijn voorraad tassen, schoenen, riemen en sieraden had toegevoegd. We zaten in de auto op weg naar de show van Dior - mijn eerste - en Miranda vuurde in hoog tempo instructies op me af zonder er rekening mee te houden dat ik nog geen twee uur had geslapen. Om kwart voor acht had een van de hulpconciërges van Monsieur Renaud op mijn deur geklopt. Hij had de opdracht gekregen me persoonlijk te wekken en erop toe te zien dat ik op tijd aangekleed was om naar de show te gaan met Miranda, die zes minuten eerder had besloten dat ze mijn assistentie daarbij wenste. Hij had beleefd net gedaan of hij niet zag dat ik overduidelijk in slaap was gevallen op het nog opgemaakte bed en niet eens het licht had uitgedaan. Ik had vijfentwintig minuten om te douchen, het schetsboek te raadplegen, me aan te kleden en me eigenhandig op te maken, want mijn visagiste stond op dit vroege uur nog niet geboekt.
Ik was wakker geworden met een lichte champagnehoofdpijn, maar de echte pijn kwam toen ik me de telefoontjes van de afgelopen nacht herinnerde. Lily! Ik moest Alex of mijn ouders bellen om te vragen of er nog iets was gebeurd de afgelopen uren - het leek wel een week geleden - maar daar had ik nu geen tijd voor.
Tegen de tijd dat ik met de lift beneden aankwam, had ik besloten nog twee dagen te blijven, twee daagjes maar, tot na het feest, en dan naar huis te gaan, naar Lily. Misschien kon ik zelfs een tijdje vrij nemen als Emily terug was, om Lily te helpen bij haar herstel en de onvermijdelijke gevolgen van het ongeluk. Mijn ouders en Alex zouden de boel thuis waarnemen tot ik terug was - ze was dus niet alleen. En dit was mijn hele leven. Mijn carrière, mijn toekomst, alles stond op het spel, en ik zag niet in wat twee dagen voor verschil maakten voor iemand die toch nog niet bij bewustzijn was. Maar voor mij, en zeker voor Miranda, maakten ze alle verschil van de wereld.
Het lukte me om eerder in de limousine te zitten dan Miranda, en hoewel haar blik op dat moment was gericht op mijn leren broek had ze nog geen commentaar geleverd op mijn outfit. Ik had net het Smythson-notitieboek weggestopt in mijn Bogetta Venetta-tas toen mijn nieuwe, internationale mobiele telefoon ging. Dat was nooit eerder gebeurd in Miranda's bijzijn, besefte ik, en ik wilde hem snel uitzetten, maar ze beval me om op te nemen.
'Ja, hallo?' Ik hield met een half oog Miranda in de gaten, die het werkschema van die dag bekeek en net deed of ze niet meeluisterde.
'Andy, lieverd.' Mijn vader. 'Ik wilde je even snel op de hoogte houden.'
'Oké.' Ik probeerde zo weinig mogelijk te zeggen, want het voelde ongelooflijk raar om te telefoneren waar Miranda bij was.
'De dokter heeft net gebeld en er zijn tekenen die erop wijzen dat Lily wel eens snel zou kunnen bijkomen. Is dat niet fantastisch? Ik dacht dat je dat wel zou willen weten.'
'Dat is heel fijn. Heel fijn.'
'Heb je al besloten of je naar huis komt?'
'Eh nee, nog niet. Miranda geeft morgen een feest en ze heeft beslist mijn hulp nodig, dus... Pap, het spijt me, maar het komt erg ongelegen. Kan ik je terugbellen?'
'Ja, natuurlijk. Altijd.' Hij deed zijn best om het neutraal te laten klinken, maar ik hoorde de teleurstelling in zijn stem.
'Fijn. Bedankt voor het bellen. Dag.'
'Wie was dat?' vroeg Miranda, die nog steeds naar het werkschema zat te turen. Het was net gaan regenen en ze kwam bijna niet boven de kletterende druppels op de limousine uit.
'Hmm? O, dat was mijn vader. Vanuit Amerika.' Waar sloeg dat nou weer op? Vanuit Amérika!
'En wat wilde hij van je dat samenviel met het feest van morgen?'
Ik bedacht in twee tellen duizend potentiële leugens, maar ik had geen tijd om de bijzonderheden uit te werken. Vooral niet omdat haar aandacht nu volledig op mij was gericht. Ik had geen keus, ik moest haar de waarheid wel vertellen.
'O, niets. Een vriendin van me heeft een ongeluk gehad. Ze ligt in het ziekenhuis. In coma, om precies te zijn. Mijn vader belde om door te geven hoe het met haar ging en om te vragen of ik naar huis kwam.'
Daar dacht ze even over na, met een knikje, en toen pakte ze de International Herald Tribune die de chauffeur voor haar had klaargelegd. 'Op die manier.' Niks 'wat erg voor je' of 'hoe gaat het met je vriendin?', alleen een ijzige, vage opmerking en een getergde blik.
'Maar ik ga niet, hoor, ik ga absoluut niet naar huis. Ik begrijp hoe belangrijk het is dat ik morgen op het feest ben, dus ik zal er zijn. Ik heb er lang over nagedacht, en je moet weten dat ik me houd aan mijn afspraak om een jaar voor je te werken en je hier te helpen, dus ik blijf.'
Eerst zweeg Miranda. Toen zei ze met een lachje: 'Ahn-dre-ah, je besluit doet me deugd. Het is absoluut de juiste beslissing en ik stel het op prijs dat je dat inziet. Ahn-dre-ah, ik moet zeggen dat ik vanaf het begin mijn twijfels over je heb gehad. Je weet duidelijk helemaal niets van mode, en erger nog, het interesseert je kennelijk niet. En denk maar niet dat ik niet heb gezien op wat voor uiteenlopende, gevarieerde manieren je je ongenoegen uit wanneer ik je iets vraag waar je geen zin in hebt. Je hebt je werk adequaat gedaan, maar je houding was in het gunstigste geval beneden de maat.'
'Maar Miranda, laat me alsjeblieft...'
'Ik ben aan het woord! Ik wilde zeggen dat ik beslist eerder bereid ben je te helpen bereiken wat je wilt bereiken nu je me je toewijding hebt getoond. Je kunt trots op jezelf zijn, Ahn-dre-ah.' Net toen ik dacht dat ik zou flauwvallen als gevolg van de lengte, diepte en inhoud van haar alleenspraak - van vreugde of verdriet, dat wist ik zelf niet - ging ze nog een stapje verder. In een gebaar dat op alle fronten volledig indruiste tegen het karakter van deze vrouw legde ze haar hand op de mijne, die op de achterbank tussen ons in lag, en zei: 'Je doet me denken aan mezelf op jouw leeftijd.' En voordat ik ook maar één lettergreep kon bedenken als reactie, stopte de chauffeur met een ruk voor het Carrousel du Louvre en sprong hij de limousine uit om de portieren open te houden. Ik pakte snel mijn eigen tas en die van Miranda en vroeg me af of dit het meest trotse of het meest vernederende moment uit mijn hele leven was.
Mijn eerste modeshow in Parijs ging in een roes voorbij. Het was donker, dat weet ik nog, en de muziek leek me veel te hard voor die onderkoelde elegantie, maar wat ik me vooral herinner van dat twee uur durende venster op bizarriteit was dat ik zelf ongelooflijk moest afzien. De Chanel-laarzen die Jocelyn zo liefdevol had uitgekozen bij mijn outfit - een strakke kasjmier stretchtrui van Malo op een chiffon rokje - behandelden mijn voeten alsof het vertrouwelijke documenten waren die in een papierversnipperaar werden gestopt. Ik had hoofdpijn door de combinatie van een kater en mijn ongerustheid, waardoor mijn lege maag protesteerde met dreigende golven misselijkheid. Ik stond helemaal achteraan, tussen de derderangs verslaggevers en anderen die niet belangrijk genoeg waren om te mogen zitten, en ik hield met één oog Miranda in de gaten terwijl ik om me heen naar het minst gênante plekje zocht om over te geven, mocht het nodig zijn. Je doet me denken aan mezelf op jouw leeftijd. Je doet me denken aan mezelf op jouw leeftijd. Je doet me denken aan mezelf op jouw leeftijd. De woorden bleven door mijn gedachten galmen, op de maat van het hardnekkige gebonk van mijn voorhoofd.
Miranda sprak me zowaar bijna een uur niet aan, maar daarna was ze weer flink op dreef. Hoewel ik me in dezelfde ruimte bevond als zij, belde ze me mobiel op om een glas San Pellegrino te eisen. Vanaf dat moment rinkelde de telefoon met tussenpozen van tien tot twaalf minuten, en bij ieder verzoek gingen de pijnscheuten rechtstreeks naar mijn hoofd. Rrring. 'Bel meneer Tomlinson in de privé-jet.' (B-DES nam zestien keer achter elkaar niet op in het vliegtuig.) Rrring. 'Wijs alle redacteurs van Runway die nu in Parijs zitten erop dat hun verblijf hier nog niet wil zeggen dat ze hun taken thuis kunnen laten liggen. Ik wil dat iedereen zich aan de oorspronkelijke deadline houdt!' (De paar redacteuren die ik in hun verschillende hotels te pakken kreeg, lachten me gewoon uit en hingen op.) Rrring. 'Haal onmiddellijk een gewone, Amerikaanse kalkoensandwich voor me. Ik ben al die ham beu.' (Ik liep bijna vier kilometer op mijn pijnlijke laarzen en met mijn maagstoornis, maar er was nergens kalkoen te krijgen. Ik was ervan overtuigd dat ze dat wist, want in Amerika had ze nog nooit om kalkoen gevraagd, ook al was het - uiteraard - op iedere straathoek te koop.) Rrring. 'Ik verwacht dat de dossiers van de drie beste koks die je tot nu toe hebt gevonden klaarliggen in mijn suite zodra we terugkomen van deze show.' (Emily protesteerde, jammerde en katte me af, maar ze beloofde dat ze alle informatie die ze over de kandidaten had zou doorfaxen, zodat ik er 'dossiers' van kon maken.) Rrring! Rrring! Rrring! Je doet me denken aan mezelf op jouw leeftijd.
Te misselijk en kreupel om naar de parade anorexiamodellen te kijken, sloop ik stiekem naar buiten om snel een sigaretje te roken. Natuurlijk ging de telefoon weer zodra ik mijn aansteker aanknipte. 'Ahn-dre-ah, Ahn-dre-ah, waar zit je? Waar hang je in vredesnaam uit?'
Ik gooide mijn nog niet eens aangestoken sigaret weg en rende weer naar binnen, en mijn maag draaide zich nu zo hevig om dat ik wist dat ik zou gaan overgeven - het was slechts een kwestie van plaats en tijd.
'Ik sta helemaal achteraan, Miranda,' zei ik, terwijl ik snel naar binnen glipte en met mijn rug tegen de muur ging staan. 'Links van de deur, zie je wel?'
Ik zag hoe haar hoofd met een ruk naar links en naar rechts ging, tot haar blik uiteindelijk op de mijne bleef rusten. Ik wilde al ophangen, maar ze bleef hard in haar telefoon fluisteren. 'Verroer je niet, hoor je me? Blijf waar je bent! Je zou toch verwachten dat mijn assistente begreep dat ze hier is om mij te assistéren en niet om buiten te lopen lanterfanten wanneer ik haar nodig heb. Dit is onaanvaardbaar, Ahn-dre-ah!' Tegen de tijd dat ze naar achteren was gelopen en voor me was komen staan, liep een vrouw in een lange, glinsterende zilveren avondjapon met ingesnoerde taille en een enigszins wijd uitlopende rok heupwiegend langs het eerbiedige publiek, en het bizarre gregoriaanse gezang maakte plaats voor pure heavy metal. Het gebons in mijn hoofd volgde ongeveer de verandering in de maat van de muziek. Ze hield niet op met haar kwade gefluister nu ze dichterbij was, maar ze klapte wel eindelijk haar telefoontje dicht. Ik deed hetzelfde.
'Ahn-dre-ah, we hebben een ernstig probleem. Jij hebt een ernstig probleem. Ik kreeg zojuist een telefoontje van meneer Tomlinson. Schijnbaar heeft Annabelle hem erop gewezen dat de paspoorten van de tweeling vorige week verlopen zijn.' Ze staarde me aan, maar ik had al mijn aandacht nodig om niet over te geven.
'O, ja?' was het enige wat ik uit wist te brengen, maar dat was duidelijk niet het gewenste antwoord. Ze verstevigde haar greep op haar handtas en haar ogen puilden uit van woede.
'O ja?' deed ze me na, met een hyena-achtige kreet. Er begonnen nu mensen naar ons te staren. 'O ja? Is dat alles wat je te zeggen hebt, "o ja"?'
'Eh, nee, natuurlijk niet, Miranda. Zo bedoelde ik het niet. Kan ik soms iets doen?'
'Kan ik soms iets doen?' deed ze me weer na, deze keer met een jengelend kinderstemmetje. Als ze een willekeurige andere persoon was geweest, zou ik haar een klap in haar gezicht hebben gegeven. 'Dat zou ik maar doen, ja, Ahn-dre-ah. Aangezien het verdomme duidelijk is dat jij dit soort dingen niet kunt voorkomen, zul je nu een manier moeten bedenken om ervoor te zorgen dat de paspoorten vóór htm vlucht van vanavond verlengd worden. Ik laat het niet gebeuren dat mijn eigen dochters het feest van morgenavond missen, begrepen?'
Of ik dat begrepen had? Hmm, goede vraag. Een heel goede vraag zelfs. Ik begreep absoluut niet waarom het mijn schuld was dat haar kinderen van tien verlopen paspoorten hadden terwijl ze, in theorie, twee ouders hadden, en een stiefvader en een fulltime kindermeisje dat dergelijke dingen moest bijhouden. Maar ik begreep dat dat niet uitmaakte. Als zij vond dat het mijn schuld was, dan was het mijn schuld. Ik begreep dat zij mij nooit zou begrijpen wanneer ik zou zeggen dat die kinderen vanavond niet naar Parijs zouden vliegen. Er was praktisch niets wat ik niet kon vinden, oplossen of regelen, maar in minder dan drie uur tijd douanepapieren verzorgen vanuit een ander land zat er niet in. Punt uit. Ze had eindelijk, voor het eerst in bijna een jaar, een verzoek ingediend waaraan ik niet kon voldoen, hoezeer ze ook snauwde, eiste of intimideerde. Dit ging niet door. Je doet me denken aan mezelf op jouw leeftijd.
Ze kon doodvallen. Parijs kon doodvallen, en alle modeshows en die oneindige spelletjes van 'O, ik ben zo dik'. Iedereen die Miranda's gedrag gerechtvaardigd vond omdat ze een goede fotograaf de juiste kleren liet fotograferen en er een leuk blaadje van maakte kon doodvallen. Hoe durfde dat kreng zelfs maar te denken dat ik op haar leek? En het allerergste was dat ze gelijk had. Waarom stond ik hier in godsnaam nog en liet ik me uitschelden, kleineren en vernederen door deze vreugdeloze vrouwelijke versie van de duivel? Oké, misschien, heel misschien, zat ik over dertig jaar bij een soortgelijke modeshow met niemand anders om me heen dan een assistente die me haatte en een hele meute mensen die deden alsof ze me aardig vonden, omdat ze niet anders konden.
Ik haalde mijn telefoon uit mijn zak, toetste een nummer in en zag dat Miranda zich steeds drukker maakte.
'Ahn-dre-ah!' fluisterde ze, te chic om een scène te maken. 'Wat moet dat voorstellen? Ik zeg dat mijn dochters onmiddellijk een paspoort nodig hebben en jij besluit gezellig te gaan telefoneren? Verkeer je soms in de onjuiste veronderstelling dat ik je daarvoor heb meegenomen naar Parijs?'
Mijn vader nam in zijn spreekkamer na drie keer rinkelen op, maar ik zei niet eens hallo.
'Pap, ik neem het eerste vliegtuig dat ik kan krijgen. Ik bel je zodra ik op het vliegveld in New York ben. Ik kom naar huis.' Ik klapte de telefoon dicht voordat hij iets terug kon zeggen en keek Miranda aan, die oprecht verbaasd leek. Er brak een glimlach door de hoofdpijn en misselijkheid toen ik besefte dat ze heel even sprakeloos was, dankzij mij. Helaas herstelde ze zich snel. Er bestaat een kansje dat ik niet ontslagen zou zijn als ik onmiddellijk had gesmeekt, alles had uitgelegd en niet zo opstandig had gedaan, maar ik kon geen greintje zelfbeheersing meer opbrengen.
'Ahn-dre-ah, je snapt toch wel waar je mee bezig bent, hè? Je weet dat als je nu vertrekt, ik gedwongen zal zijn...'
'Fuck you, Miranda. Fuck you!'
Ze hapte hoorbaar naar adem en sloeg geschrokken haar hand voor haar mond, en ik voelde hoe een flink aantal modeminnaars zich omdraaide om te kijken waar die commotie vandaan kwam. Ze begonnen te wijzen en te fluisteren, net zo geschokt als Miranda dat een of andere onbeduidende assistente zoiets durfde te zeggen - en niet erg zachtjes - tegen een van de grootste levende legenden in de modewereld.
'Ahn-dre-ah!' Ze pakte me met haar klauwachtige hand bij mijn bovenarm, maar ik rukte hem los en zette een enorme glimlach op. Dit leek me bovendien een geschikt moment om op te houden met fluisteren en ons geheimpje met de anderen te delen.
'Het spijt me, Miranda,' zei ik met mijn gewone stem, die voor het eerst sinds ik in Parijs was niet vreselijk onvast klonk. 'Ik kan morgen helaas niet op je feestje komen. Dat begrijp je toch wel, hè? Het wordt vast enig, dus geniet er alsjeblieft van. Dat was het.' En voordat ze kon reageren, hees ik mijn tas wat hoger op mijn schouder en liep ik zonder me iets aan te trekken van de pijn die van mijn hielen tot mijn tenen door mijn voeten trok naar buiten om een taxi aan te houden. Ik kon me niet herinneren dat ik me ooit lekkerder had gevoeld. Ik ging naar huis.