“Niet meteen kijken,’ zei James, zijn mond onbeweeglijk als die van een buikspreker. ; Ik zie Reese Wïtherspoon op drie uur.'

Ik draaide me meteen met een ruk om en hij kromp ineen van schaamte. Inderdaad, daar stond ze. Ze nipte aan haar glas champagne en wierp lachend haar hoofd in haar nek. Ik wilde niet onder de indruk zijn, maar ik kon het niet helpen; ze was een van mijn lievelingsactrices.

'James, schat, wat fijn dat je op mijn feestje kon komen,' zei een magere, mooie man die van achteren op ons af was gekomen. 'En wie hebben we hier?' Ze kusten elkaar.

'Marshall Madden, kleurgoeroe, dit is Andrea Sachs. Andrea is...'

'Miranda's nieuwe assistente,' maakte Marshall af. 'Ik heb veel over je gehoord, kleintje. Welkom bij de club. Ik hoop dat je een 

keer bij me langskomt, want ik beloof je dat we samen, eh... je uiterlijk een beetje kunnen oppeppen.' Hij liet liefdevol zijn hand over mijn schedel glijden en pakte de punten van mijn haar beet, die hij dicht bij mijn hoofdhuid hield. 'Ja, een vleugje honingblond en je bent bijna een topmodel. Vraag mijn nummer maar aan James, lieverd, en kom een keer langs als je tijd hebt. Maar dat is waarschijnlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan!' zei hij zangerig, en hij fladderde naar Reese toe.

James zuchtte en keek hem smachtend na. 'Hij is zo goed,' zei hij met een zucht. 'De allerbeste. Het summum. Steekt met kop en schouders boven iedereen uit. En nog een lekker ding ook.' Met kop en schouders? Als ik dat hoorde, zag ik eerder Shaquille O'Neal voor me.

'Inderdaad een lekker ding, dat ben ik met je eens. Ben je wel eens met hem uit geweest of zo?' Het leek me een perfect stel: de beautyassistent van Runway met de populairste haarverfspecialist in de vrije wereld.

'Was het maar waar. Hij heeft al jaren dezelfde vriend. Dat is toch niet te geloven? Al vier jaar. Sinds wanneer mogen smakelijke homo's zomaar monogaam zijn? Het is niet eerlijk!'

'Hé, wacht eens even. Sinds wanneer mogen smakelijke hétero's monogaam zijn? Nou ja, tenzij ze monogaam zijn met mij natuurlijk.' Ik nam een lange trek van mijn sigaret en blies een bijna volmaakt kringetje rook uit.

'Geef het nou maar toe, Andy. Zeg dan dat je blij bent dat je toch meegegaan bent. Of is dit soms niet het leukste feestje aller tijden?' zei hij met een brede glimlach.

Ik had uiteindelijk maar besloten om met James mee te gaan, nadat Alex had afgezegd, vooral omdat James zo bleef zemen. Het leek me volkomen uitgesloten dat er ook maar iets interessants zou gebeuren op een feestje ter ere van een boek over highlights, maar ik moest toegeven dat ik me daarin had vergist. Johnny Depp was James al komen begroeten, en tot mijn stomme verbazing leek hij niet alleen de Engelse taal volledig machtig te zijn, maar had hij ook nog eens een paar leuke grapjes verteld. En het was ontzettend bevredigend om te zien dat Gisele, hét fotomodel van het moment, ronduit klein was. Natuurlijk zou het fijner geweest zijn als ik had ontdekt dat ze ook nog eens aan de mollige kant was geweest, of onder de pukkels zat - die op al die prachtige foto's vakkundig digitaal weggewerkt waren - maar ik was al tevreden met klein. Tot dusverre waren de eerste anderhalf uur niet slecht geweest.

'Dat gaat wel erg ver, geloof ik,' zei ik tegen James, en ik leunde wat meer naar hem toe om Moby beter te kunnen zien, die in een hoekje bij de tafel met boeken stond te pruilen. 'Maar het is niet zo vreselijk als ik had gedacht. Bovendien ben ik na vandaag overal voor in.'

Na het tamelijk abrupte vertrek van Miranda, dat op haar tamelijk abrupte komst was gevolgd, had Emily me medegedeeld dat ik die avond voor het eerst 'het Boek' naar Miranda's appartement zou moeten brengen. 'Het Boek' was een soort ringband zo groot en zo dik als een telefoonboek, met daarin de complete lay-out van het eerstvolgende nummer van Runway. Emily had me uitgelegd dat er op kantoor pas echt gewerkt kon worden zodra Miranda vertrokken was, want alle vormgevers en redacteuren overlegden de hele dag met haar en ze veranderde ieder uur van gedachten. Dus zodra Miranda om een uur of vijf vertrok om zich bezig te houden met de tweeling, begon het echte dagelijkse werk pas. De vormgevers maakten een nieuwe lay-out met de nieuwe foto's die binnengekomen waren, en de redactie printte de artikelen uit die eindelijk, eindelijk waren goedgekeurd door Miranda, met een grote, krullende MP die ze over de hele voorpagina krabbelde. Iedere redacteur stuurde alle wijzigingen van die dag naar de assistent-vormgever, die, uren nadat alle anderen vertrokken waren, de plaatjes en teksten met een speciaal apparaatje op de juiste pagina van 'het Boek' plakte. Daarna was het mijn taak om het Boek naar Miranda's appartement te brengen zodra het af was - ergens tussen acht en elf uur 's avonds, afhankelijk van de fase waarin het productieproces zich bevond - waar ze het vervolgens corrigeerde. De volgende dag bracht ze het weer mee en kon de voltallige redactie hetzelfde proces weer opnieuw doorlopen.

Toen Emily me tegen James hoorde zeggen dat ik toch meeging naar het feest, sprong ze er meteen tussen. 'Eh, je weet toch dat je niet naar een feestje kunt voordat het Boek klaar is, hè?'

Ik staarde haar aan. James keek alsof hij haar zou aanvliegen.

'Ja. Ik moet zeggen dat dat een van de taken is waarvan ik blij ben dat jij ze van me overneemt. Het kan soms heel, heel laat worden, maar Miranda moet het Boek iedere avond zien. Ze werkt thuis. Goed, vanavond blijf ik wel hier om je te laten zien hoe het moet. Daarna moet je het zelf doen.'

'Oké, bedankt. Enig idee hoe laat het klaar is?'

'Nee. Dat is iedere avond verschillend. Je kunt het bij de vormgeving vragen.'

Het Boek was uiteindelijk aan de vroege kant af, om half negen, en toen ik het had opgehaald - bij een assistent die er doodmoe uitzag - liep ik met Emily over 59th Street. Emily had een armvol schone kleren van de stomerij bij zich, op hangers en in plastic, en ze legde me uit dat de stomerij altijd gecombineerd werd met het Boek. Miranda bracht haar vuile was mee naar kantoor, en ik was de geluksvogel die de stomerij mocht bellen om door te geven dat er iets opgehaald moest worden. Ze stuurden onmiddellijk iemand naar Elias-Clark om de kledingstukken op te halen, en een dag later werden ze keurig schoon teruggebracht. We hingen ze in de kast tot we ze aan Uri konden overhandigen of zelf konden meenemen naar haar appartement. Mijn werk werd met de minuut ingewikkelder en uitdagender!

'Hé, Rich!' riep Emily quasi-opgewekt naar de pijprokende vervoerscoördinator die ik op mijn eerste dag had leren kennen. 'Dit is Andrea. Zij brengt iedere avond het Boek weg, dus zorg dat ze een goede auto krijgt, oké?'

'Komt voor elkaar, Rooie.' Hij haalde zijn pijp uit zijn mond en wees naar me. 'Ik zal goed voor Blondie zorgen.'

'Fijn. O ja, kun je nog een auto achter ons aan naar Miranda sturen? Andrea en ik moeten allebei ergens anders heen als we het Boek afgegeven hebben.'

Op dat moment stopten er twee enorme limousines voor ons, en de grote, brede chauffeur van de voorste auto stoof naar buiten en hield het achterportier voor ons open. Emily stapte als eerste in, haalde meteen haar mobiele telefoon tevoorschijn en riep naar de chauffeur: 'Het appartement van Miranda Priestly, graag.' Hij knikte, zette de auto in de versnelling en weg waren we.

'Is het altijd dezelfde chauffeur?' vroeg ik, omdat hij kennelijk wist waar hij naartoe moest.

Ze gebaarde me stil te zijn omdat ze een boodschap aan het inspreken was voor haar huisgenote, en zei toen ze daarmee klaar was: 'Nee, maar er is maar een bepaald aantal chauffeurs dat voor ons werkt en ik heb ze allemaal minstens twintig keer gehad, dus ze weten inmiddels de weg wel.' En ze ging weer zitten bellen. Ik keek achter ons en zag hoe de tweede - lege - limousine ons op de voet volgde.

We stopten bij een typisch Fifth Avenue-appartementencomplex met portier: brandschone stoep, keurige balkons en zo te zien een schitterende, warm verlichte lobby. Een man in smoking met een hoed op kwam meteen naar de auto om het portier voor ons open te houden, en Emily stapte uit. Ik vroeg me af waarom we het Boek en de kleding niet gewoon aan hem afgaven. Voorzover ik het had begrepen - maar ik begreep er niet veel van, vooral niet in deze vreemde stad - waren portiers daar toch voor. Ik bedoel, dat was toch hun werk? Maar Emily haalde een sleutelkoord van Louis Vuitton uit haar Gucci-tas en gaf het aan mij.

'Ik wacht hier. Breng haar spullen naar boven, penthouse A. Gewoon de deur opendoen, het boek op de tafel in de hal leggen en de kleren op de haakjes bij de kast hangen. Niet in de kast, bij de kast. En dan ga je weer weg. Wat er ook gebeurt, nooit kloppen of aanbellen, ze wil niet gestoord worden. Maak met de sleutel de deur open en doe zachtjes!' Ze gaf me het kluwen kleerhangers in plastic hoezen en klapte haar mobiele telefoon weer open. Oké, dit kan ik. Zoveel ophef voor een boek en een paar broeken?

De man bij de lift lachte vriendelijk naar me en drukte zwijgend op het knopje PH voordat hij een sleuteltje omdraaide. Hij zag eruit als een mishandelde echtgenote, terneergeslagen en triest, alsof hij zich er niet langer tegen kon verzetten en zich maar bij zijn lot had neergelegd.

'Ik wacht hier,' zei hij zachtjes, zijn blik op de grond gericht. 'U bent met een minuutje terug.'

De vloerbedekking in de hal was donkerrood, en ik struikelde bijna toen mijn hakken in de lussen bleven haken. De muren waren behangen met dikke, gebroken witte stof met een piepklein, roomwit lengtestreepje, en er stond een crèmekleurige suède bank tegen de muur. Op de klapdeuren recht voor me stond PH B, maar toen ik mijn hoofd draaide, zag ik precies dezelfde deuren met PH A erop. Het kostte me grote moeite om niet aan te bellen, maar ik dacht aan Emily's waarschuwing en stak de sleutel in het slot. Het klikte meteen open, voordat ik mijn haar goed kon doen of me kon afvragen wat me achter de deur te wachten stond, en ik stapte in een grote, ruime hal waar het verrukkelijk naar lamskoteletjes rook. En daar zat ze. Ze bracht elegant haar vork naar haar mond terwijl twee identieke meisjes met zwart haar over de tafel heen naar elkaar gilden en een lange man met een getekend gezicht, zilverkleurig haar en een brede neus die zijn hele gezicht in beslag nam een krant zat te lezen.

'Mam, zeg eens dat ze niet zomaar mijn spijkerbroek uit mijn kamer mag pakken! Ze wil niet naar me luisteren,' zei de een tegen Miranda, die haar vork neerlegde en een slokje nam van wat San Pellegrino met limoen moest zijn. Het glas stond aan de linkerkant van de tafel.

'Caroline, Cassidy, zo is het genoeg. Ik wil er niets meer over horen. Gabriel, breng nog eens wat muntsaus,' riep ze. Een man van wie ik aannam dat het de kok was haastte zich de eetkamer in met een zilveren juskom op een zilveren dienblad.

En toen besefte ik dat ik daar al bijna dertig seconden stond te kijken hoe ze zaten te eten. Ze hadden me nog niet gezien, maar dat zou vanzelf gebeuren als ik naar de tafel in de hal liep. Ik deed heel zachtjes, maar ik voelde dat ze zich allemaal omdraaiden om naar me te kijken. Net toen ik hen op de een of andere manier wilde begroeten, herinnerde ik me hoe ik mezelf eerder die dag compleet voor schut had gezet met mijn gestamel en gestuntel, en ik hield mijn mond. Tafel, tafel, tafel. Daar! Boek erop leggen. En nu de kleren. Ik keek verwilderd om me heen naar de plek waar ik de kleding van de stomerij zou moeten ophangen, maar ik kon me niet concentreren. Het was doodstil aan tafel en ik voelde hoe ze allemaal naar me keken. Niemand zei hallo. De meisjes leken er niet mee te zitten dat er een volslagen vreemde in hun hal stond. Ik zag eindelijk een kleine klerenkast, verscholen achter de deur, en ik kreeg het voor elkaar om al die verbogen, gladde hangers erin te hangen.

'Niet in de kast, Emily,' hoorde ik Miranda roepen, langzaam en weloverwogen. 'Aan de haakjes die daar speciaal voor dat doel hangen.'

'O, eh... hallo.' Idioot! Hou je mond! Ze verlangt geen antwoord, doe gewoon wat ze zegt. Maar ik kon er niets aan doen. Het was zo stom dat niemand me begroette of zich afvroeg wie ik was, of zelfs maar liet merken zich ervan bewust te zijn dat er iemand in hun appartement was en rondsnuffelde. En 'Emily'? Dat meende ze niet. Was ze blind? Zag ze echt niet dat ik niet degene was die al meer dan een jaar voor haar werkte? 'Ik ben Andrea, Miranda. Je nieuwe assistente.'

Stilte. Allesvullende, ondraaglijke, oneindige, oorverdovende, slopende stilte.

Ik wist dat ik mijn mond moest houden, dat ik mijn eigen graf groef, maar ik kon het niet helpen. 'Eh, sorry voor het misverstand. Ik zal ze aan de haakjes hangen, zoals je net zei, en dan ben ik weg.' Hou je mond! Het interesseert haar geen donder wat je doet, doe het gewoon en maak dat je wegkomt. 'Oké, smakelijk eten nog. Leuk jullie allemaal ontmoet te hebben.' Ik draaide me om en besefte dat het niet alleen belachelijk was dat ik daar stond te praten, maar dat ik ook nog eens idiote dingen uitkraamde. Leuk jullie ontmoet te hebben? Ik was aan niemand voorgesteld.

'Emily!' hoorde ik, net toen ik de deurknop in mijn hand had. 'Emily, laat dit morgenavond niet gebeuren. We zitten hier niet op te wachten.' En de deurknop draaide vanzelf open in mijn hand en ik stond eindelijk op de gang. Het geheel had nog geen minuut geduurd, maar ik had het gevoel alsof ik een olympisch zwembad was overgezwommen zonder één keer boven te komen om adem te halen.

Ik liet me op het bankje vallen en haalde diep adem. Wat een trut! De eerste keer dat ze me Emily noemde, had het nog een vergissing kunnen zijn, maar de tweede keer deed ze het duidelijk expres. Dat is dé manier om iemand te kleineren en zich onbeduidend te laten voelen: expres de verkeerde naam gebruiken nadat je haar volkomen hebt genegeerd in je eigen huis. Ik was toch al het laagste van het laagste binnen de regionen van Runway - Emily had geen kans voorbij laten gaan om me daar op te wijzen -, maar moest zij me dat nu ook nog eens inwrijven?

Ik had daar gerust de hele nacht kunnen blijven zitten, in gedachten een machinegeweer afvurend op de deuren van PH A, maar ik hoorde dat iemand zijn keel schraapte, en toen ik opkeek, stond het trieste liftmannetje naar de grond te kijken en geduldig te wachten tot ik mee naar beneden ging.

'Sorry,' zei ik toen ik de lift in schuifelde.

'Geeft niet,' fluisterde hij bijna, terwijl hij de houten vloer bestudeerde. 'Het wordt vanzelf gemakkelijker.'

'Wat? Sorry, ik verstond niet wat...'

'Niets, niets. We zijn er, juffrouw. Nog een prettige avond verder.' De deur ging open en daar was de lobby, waar Emily hard in haar mobiele telefoon stond te tetteren. Ze klikte hem dicht toen ze me zag.

'Hoe ging het? Toch geen problemen?'

Ik overwoog om haar te vertellen wat er was gebeurd en wenste vurig dat ze een begripvolle collega was, dat we een team konden vormen, maar ik wist dat ik op de zoveelste uitbrander zou kunnen rekenen. En daar had ik even geen zin in.

'Het ging prima. Geen enkel probleem. Ze zaten te eten en ik heb alles precies achtergelaten zoals jij zei.'

'Mooi zo. Nou, zo doe je dat dus iedere avond. Daarna neem je een auto naar huis en dan ben je klaar. Veel plezier op het feestje van Marshall. Ik had ook willen gaan, maar ik heb een afspraak om mijn bikinilijn te laten harsen en die kan ik niet verzetten. Ze zitten de komende twee maanden vol, dat geloof je toch niet? En dat midden in de winter. Het zullen wel allemaal mensen zijn die op vakantie gaan. Ja, toch? Ik snap echt niet waarom iedere vrouw in New York nu ineens haar bikinilijn wil laten harsen. Heel vreemd, maar ja, wat doe je eraan?'

Mijn hoofd bonsde door het tempo waarin ze sprak, en het leek wel of het niet uitmaakte wat ik deed of hoe ik reageerde; ik zou hier eeuwig naar haar gebabbel over haar bikinilijn moeten luisteren. Ik had misschien nog liever gehad dat ze tegen me tekeerging omdat ik Miranda's avondeten had verstoord.

'Tja, wat doe je eraan? Nou, ik moest maar eens gaan. Ik heb om negen uur met James afgesproken en het is al tien over. Zie ik je morgen?'

'Ja, tot morgen. O, ja, dat je het even weet: nu jij zo'n beetje ingewerkt bent, kom ik voortaan om acht uur. Jij begint gewoon om zeven uur. Miranda weet ervan. De eerste assistente mag later komen, omdat ze nu eenmaal veel harder werkt.' Ik was haar bijna aangevlogen. 'Werk gewoon het ochtendprogramma af zoals ik je heb geleerd. Bel me maar als je me nodig hebt, maar je zult nu wel weten hoe het werkt. Doei!' Ze sprong in de tweede auto die voor de deur stond te wachten.

'Doei!' riep ik, met een enorme kunstmatige grijns op mijn gezicht. De chauffeur wilde uitstappen om het portier voor me open te houden, maar ik zei dat het niet hoefde en stapte zelf achterin. 'Het Plaza Hotel, alstublieft.'

James stond buiten op de trap op me te wachten, ook al was het steenkoud. Hij had zich thuis omgekleed en zag er heel, heel mager uit in een zwarte suède broek en een wit geribbeld strak truitje, waarin zijn zorgvuldig aangebrachte winterbruin uit een flesje goed uitkwam.

'Hé Andy, is het goed gegaan met het Boek?' We gingen in de rij bij de garderobe staan en ik zag meteen Brad Pitt lopen.

'O god, dat meen je niet. Is Brad Pitt er ook?'

'Ja, Marshall doet natuurlijk Jennifers haar, dus hij is er ook. Andy, misschien kun je me de volgende keer maar beter gewoon geloven als ik zeg dat je het niet mag missen. Kom, we gaan wat drinken.'

Daarna had ik vlak achter elkaar Reese en Johnny gespot, en tegen één uur, na vier drankjes, stond ik vrolijk te kakelen met de modeassistent van Vogue. We spraken over het harsen van de bikinilijn. Vol vuur. En ik vond het niet eens vervelend. Jezus, dacht ik, toen ik door de menigte zigzagde op zoek naar James en in het voorbijgaan

Jennifer Aniston een enorme glimlach schonk, dit feest is helemaal niet verkeerd. Maar ik was aangeschoten, ik moest over minder dan zes uur weer aan het werk en ik was bijna een etmaal niet thuis geweest. Toen ik zag dat James hevig stond te vrijen met een van de haarverfspecialisten uit Marshalls salon, wilde ik er snel vandoor gaan, maar ik voelde een hand op mijn onderrug.

'Hé,' zei een van de knapste mannen die ik ooit had gezien. Ik wachtte tot hij door zou krijgen dat hij de verkeerde voor zich had, dat ik er van achteren kennelijk hetzelfde uitzag als zijn vriendin, maar zijn glimlach werd alleen maar breder. 'Niet erg spraakzaam, hè?'

'O, alsof jij zo welbespraakt bent, met je "hé".' Andy! Hou toch eens je mond! hield ik mezelf in stilte voor. Een prachtige man komt zomaar naar je toe op een feest vol beroemdheden en jij wijst hem meteen af? Maar zo te zien was hij niet beledigd, en al leek het onmogelijk, zijn glimlach werd nog breder en groeide uit tot een complete grijns.

'Sorry,' mompelde ik, en ik staarde in mijn bijna lege glas. 'Ik ben Andrea. Zo. Dat lijkt me een beter begin.' Ik stak mijn hand uit en vroeg me af wat hij kwam doen.

'Ik vond het juist wel leuk. Ik ben Christian. Leuk je te ontmoeten, Andrea.' Hij veegde een bruine, krullende lok uit zijn linkeroog en nam een slok uit zijn flesje Budweiser. Hij kwam me vaag bekend voor, maar ik wist niet waarvan.

'Budweiser?' zei ik, en ik wees naar zijn hand. 'Ik had niet gedacht dat ze zoiets ordinairs schonken op een feest als dit.'

Hij lachte; een volle, gulle lach waar ik niet meer dan wat gegrinnik had verwacht. 'Jij zegt wel precies wat je denkt, hè?' Waarschijnlijk keek ik alsof ik door de grond kon gaan, want hij glimlachte weer en zei: 'Nee, dat is juist mooi. Een zeldzame eigenschap, zeker in dit wereldje. Ik vond het echt te ver gaan om met een rietje champagne uit zo'n miniflesje te drinken. Dat vind ik iets verwijfds hebben. Daarom heeft de barkeeper een biertje voor me opgeduikeld, in de keuken van het personeel of zo.' Hij veegde weer een krul weg, die terugviel voor zijn oog zodra zijn hand weg was. Toen haalde hij een pakje sigaretten uit de zak van zijn zwarte colbertje en hield het me voor. Ik nam er een sigaret uit en liet die onmiddellijk vallen, waarna ik de kans aangreep om Christian eens goed te bekijken terwijl ik hem opraapte.

De sigaret lag een paar centimeter van zijn glanzende mocassins met rechte neuzen en onmiskenbare Gucci-kwastjes, en op weg naar boven zag ik dat zijn Diesel-spijkerbroek precies op de goede plekken gebleekt was, en lang, met wijde pijpen die een beetje achter zijn schoenen aan sleepten, waardoor de onderkant rafelig was. Een zwarte riem, waarschijnlijk Gucci maar gelukkig niet als zodanig herkenbaar, hield de broek precies op de goede plek, laag op zijn heupen, en hij had zijn effen witte katoenen T-shirt erin gestopt. Het had gemakkelijk een gewoon Hanes-T-shirt kunnen zijn, maar het was ongetwijfeld van Armani of Hugo Boss, en zijn prachtig gebruinde huid stak er mooi tegen af. Het zwarte colbertje was zo te zien al even duur en goed afgewerkt, misschien zelfs op maat gemaakt. Zijn niet overdreven brede of gespierde lijf was onverklaarbaar sexy, maar zijn groene ogen vroegen de meeste aandacht. Zeeschuim, dacht ik, blauwgroen of groenblauw. Zijn lengte, zijn bouw... Het totaalpakket leek wel een beetje op Alex, maar dan wat verfijnder, wat Europeser. Een beetje cooler, een beetje knapper. En beslist ouder, wel rond de dertig. Waarschijnlijk was het zo'n snel, glad type.

Hij toverde meteen een vuurtje tevoorschijn en leunde naar voren om mijn sigaret goed aan te steken. 'Wat doe jij op een feest als dit, Andrea? Ben je een van die gelukkige dames die altijd bij Marshall Madden terechtkunnen?'

'Nee, ik ben bang van niet. Althans, nog niet, maar hij heeft me er net niet al te subtiel op gewezen dat het hoog tijd wordt,' zei ik lachend, en heel even flitste door me heen dat ik wanhopig graag indruk wilde maken op deze vreemdeling. 'Ik werk bij Runway en ik ben hier met een van de andere assistenten.'

'Aha, bij Runway. Te gek, als je van SM en dat soort dingen houdt. Vind je het leuk?'

Ik wist niet of hij doelde op SM of mijn baan, maar ik overwoog de mogelijkheid dat hij het begreep, dat hij insider genoeg was om te weten dat het allemaal niet zo leuk was als buitenstaanders dachten. Misschien kon ik een goede beurt maken met het verhaal over mijn nachtmerrie van die avond: het afgeven van het Boek. Nee, ik had geen idee wie deze man was... Voor hetzelfde geld werkte hij zelfbij Runway, ergens op een afdeling die ik nog niet had gezien, of misschien voor een van de andere bladen van Elias-Clark. Misschien, heel misschien, was hij wel een van die geniepige verslaggevers van Page Six voor wie Emily me zo uitgebreid had gewaarschuwd. 'Ze duiken op uit het niets en proberen je sappige verhalen over Miranda of Runway te ontfutselen. Pas daar goed voor op.' En dat in combinatie met onze identiteitskaarten; daar kon de maffia nog wat van leren. De Runway Paranoia Ommezwaai had de kop weer opgestoken.

'Ja,' zei ik lachend, zo nonchalant en neutraal mogelijk. 'Het is best een vreemde plek om te werken. Ik ben niet zo'n modemens. Ik zou eigenlijk liever schrijven, maar dit is een begin. En wat doe jij?'

'Ik ben schrijver.'

'O, echt? Goh, wat leuk.' Ik hoopte dat het niet al te aanmatigend klonk, maar het werd zo langzamerhand erg irritant dat iedereen in New York zichzelf schrijver, acteur, dichter of kunstenaar noemde. Ik had vroeger ook in de schoolkrant geschreven. Er was zelfs ooit een verhaal van me in een tijdschrift geplaatst toen ik op de middelbare school zat, maar dat maakte me toch nog geen schrijver? 'Wat schrijf je zoal?'

'Tot nu toe voornamelijk literaire fictie, maar ik werk op dit moment aan mijn eerste historische roman.' Hij nam nog een slok en veegde weer een keer die lastige maar aanbiddelijke lok uit zijn gezicht.

'Eerste historische' impliceerde dat hij andere, niet-historische romans had geschreven. Interessant. 'Waar gaat hij over?'

Hij dacht even na en zei toen: 'Het is een verhaal dat wordt verteld vanuit het perspectief van een fictieve jonge vrouw, over het leven in de Tweede Wereldoorlog. Ik ben nog bezig met de research, interviews uitwerken en dat soort dingen, maar ik ben pas begonnen met schrijven en het gaat aardig. Ik denk...'

Hij praatte door, maar ik luisterde al niet meer. Holy shit. Ik herkende de omschrijving van het boek meteen uit een artikel dat ik pas in The New Yorker had gelezen. Zo'n beetje de hele literaire wereld zat ongeduldig te wachten op zijn nieuwe boek en iedereen was lyrisch over het realisme waarmee hij zijn vrouwelijke hoofdpersoon neerzette. Ik stond hier op een feestje nonchalant te babbelen met Christian Collinsworth, het jonge literaire genie dat zijn eerste boek had gepubliceerd op de rijpe leeftijd van twintig jaar, geschreven in een hoekje van de bibliotheek van Yale. De critici waren helemaal uit hun dak gegaan en hadden het een van de grootste literaire prestaties van de twintigste eeuw genoemd, en daarna had hij nog twee boeken geschreven, waarvan het tweede nog langer in de bestsellerlijst had gestaan dan het vorige. Bij het artikel in The New Yorker had ook een interview met Christian gestaan, waarin de auteur hem niet alleen 'de grote belofte' in de literaire wereld had genoemd, maar ook 'een ongelooflijk knappe man, bijzonder stijlvol, met een natuurlijke charme, die hem, in het onwaarschijnlijke geval dat zijn literaire succes niet levenslang mocht zijn, in ieder geval levenslang succes bij de vrouwen garandeert'.

'Wauw, fantastisch,' zei ik, plotseling te moe om gevat, grappig of geraffineerd te doen. Deze man was een belangrijk schrijver, wat wilde hij in godsnaam van me? Waarschijnlijk moest hij de tijd zien te doden tot zijn vriendin klaar was met haar modellenwerk van die dag, waar ze tienduizend dollar mee had verdiend. En wat maakt het eigenlijk uit, Andrea? vroeg ik mezelf streng. Voor het geval je het voor het gemak vergeten was: je hebt een ongelooflijk aardige, knappe vriend, die je altijd steunt. Het is genoeg geweest! Ik verzon snel een reden waarom ik zogenaamd onmiddellijk naar huis moest, en Christian keek me geamuseerd aan.

'Je bent bang voor me,' stelde hij nuchter vast, met een plagerig lachje.

'Bang voor jou? Waarom zou ik in vredesnaam bang voor jóu zijn? Tenzij je me een reden kunt geven...' Ik moest wel terugflirten, hij maakte het me zo gemakkelijk.

Hij pakte me bij mijn elleboog en draaide me om. 'Kom, dan zet ik je in een taxi.' En voordat ik kon weigeren, voordat ik kon zeggen dat ik zelf wel naar huis zou gaan, dat het leuk was hem ontmoet te hebben maar dat hij niet hoefde te denken dat hij met me mee naar huis mocht, stond ik samen met hem op de rode loper op de trappen van het Plaza.

'Een taxi, mensen?' vroeg de portier van het hotel.

'Ja, graag, voor mevrouw.'

'Nee, ik heb een auto... eh, daar,' zei ik, en ik wees op de limousines van Elias-Clark die achter elkaar in 5 8th Street stonden.

Ik keek niet naar hem, maar ik voelde Christian glimlachen. Die speciale glimlach. Hij liep met me mee naar de auto, deed het portier open en maakte galant een zwierig gebaar naar de achterbank.

'Dank je wel,' zei ik formeel, een beetje stijfjes, en ik stak mijn hand naar hem uit. 'Het was heel leuk je te ontmoeten, Christian.'

'Insgelijks, Andrea.' Hij pakte de hand die ik naar hem had uitgestoken en drukte zijn lippen erop, een fractie van een seconde langer dan nodig was. 'Ik hoop dat we elkaar gauw nog eens zien.' Inmiddels was het me gelukt om op de achterbank te gaan zitten zonder te struikelen of mezelf anderszins voor schut te zetten, en ik concentreerde me erop niet te gaan blozen, maar ik voelde dat het al te laat was. Hij sloeg het portier dicht en keek de auto na.

Deze keer vond ik het niet eens gek dat ik al zes uur lang een auto met chauffeur tot mijn beschikking had, ook al had ik twee maanden eerder nog nooit een limousine van binnen gezien; dat ik zojuist zij aan zij had gestaan met diverse Hollywood-sterren, ook al had ik nooit eerder iemand ontmoet die ook maar een beetje beroemd was; en dat mijn hand was besnuffeld - ja, dat was het, besnuffeld - door onbetwist de meest begeerde literaire vrijgezel van New York City. Nee, dat was allemaal niet belangrijk, hield ik mezelf voor. Het hoort allemaal bij die wereld, en die wereld is niets voor jou. Het lijkt misschien leuk van een afstandje, maar het zou je al snel te veel worden. Toch staarde ik naar mijn hand en probeerde ik me ieder detail te herinneren van de manier waarop hij hem had gekust. Vervolgens graaide ik met diezelfde hand in mijn tas en pakte mijn telefoon. Toen ik het nummer van Alex intoetste, vroeg ik me af wat ik hem zou vertellen, als ik al iets zou vertellen.