De verrukkelijke dag waarop ik zo lang had gewacht, waarvan ik had gedroomd, was eindelijk, eindelijk aangebroken. Miranda had niet alleen het kantoor verlaten, ze was zelfs het land uit. Nog geen uur geleden was ze in het vliegtuig gestapt en had mij daarmee onbetwist het gelukkigste meisje op deze planeet gemaakt. Emily drukte me telkens op het hart dat Miranda in het buitenland extra veeleisend was, maar ik geloofde er niks van. Ik was net aan het plannen hoe ik ieder verrukkelijk moment van de komende twee weken zou doorbrengen toen er een mailtje van Alex binnenkwam.

Hoi lieverd, alles goed? Ik hoop dat het vandaag op zijn minst een beetje meevalt.

Het is zeker heerlijk dat ze er niet is, hè? Geniet er maar van. Ik wilde alleen even vragen of je me misschien om een uur of halfvier zou kunnen bellen. Ik heb een vrij uur voordat het nieuwe leesprogramma begint en ik moetje spreken. Het is niet vreselijk belangrijk, maar ik wil graag met je praten. Liefs, A.

Waarop ik me meteen zorgen begon te maken en een berichtje terugstuurde om te vragen of alles goed was, maar waarschijnlijk had hij meteen uitgelogd, want hij reageerde niet. Ik knoopte in mijn oren dat ik hem precies om half vier moest bellen en genoot van het bevrijde gevoel dat Zij er niet was om daar een stokje voor te steken. Maar ik pakte voor de zekerheid een velletje Runway-papier van de stapel, schreef er A BELLEN, 15.30 UUR op en plakte het op de zijkant van mijn monitor. Net toen ik een oude schoolvriendin wilde bellen die een week geleden mijn antwoordapparaat thuis had ingesproken, ging de telefoon.

'Met het kantoor van Miranda Priestly,' zei ik, nog net niet zuchtend, want er was niemand die ik op dat moment wilde spreken.

'Emily? Ben jij dat? Emily?' De stem die ik uit duizenden zou herkennen vulde de telefoonlijn en leek het kantoor binnen te sijpelen. Ook al kon ze het onmogelijk hebben gehoord aan de andere kant van ons kantoor, Emily keek naar me op.

'Hallo Miranda, met Andrea. Kan ik je ergens mee helpen?' Hoe kon dat mens me in godsnaam bellen? Ik keek snel op het reisschema van Miranda dat Emily voor iedereen had uitgetypt en zag dat haar vliegtuig pas zes minuten geleden was vertrokken. Ze belde dus nu al vanuit het vliegtuig!

'Dat mag ik hopen, ja. Ik heb net op het werkschema gekeken en ik zag dat de haar-en-make-upman voor het diner van donderdag nog niet bevestigd is.'

'Eh, dat komt doordat Monsieur Renaud nog geen bevestiging heeft ontvangen, maar hij zegt dat het voor negenennegentig procent zeker is dat ze...'

'Ahn-dre-ah, geef eens antwoord: is negenennegentig procent hetzelfde als honderd? Is het hetzelfde als bevéstigd?' Maar voordat ik antwoord kon geven, hoorde ik haar tegen iemand zeggen, waarschijnlijk iemand van het cabinepersoneel, dat ze 'niet geïnteresseerd was in de regeltjes rond het gebruik van elektronische apparaten aan boord; ga er maar iemand anders mee lastigvallen'.

'Maar mevrouw, het is verboden. Ik moet u echt vragen uw gesprek te beëindigen tot we op kruishoogte zijn. Het is voor de veiligheid,' zei ze dringend.

'Ahn-dre-ah, hoor je me? Luister je wel naar...'

'Mevrouw, u moet nu écht ophangen!' Mijn mond begon pijn te doen van het grijnzen. Ik zag helemaal voor me hoe vreselijk Miranda het vond dat ze werd aangesproken met 'mevrouw', het synoniem voor 'oud mens', zoals iedereen weet.

'Ahn-dre-ah, dat stewardessje hier zegt dat ik moet ophangen. Ik bel je terug zodra dat van het stewardéssje mag. Intussen wil ik dat je de kapper bevestigt en dat je begint met de sollicitatiegesprekken voor een nieuw kindermeisje. Dat was het.' De verbinding werd verbroken, maar niet voordat ik de stewardess nog een keer 'mevrouw' had horen zeggen.

'Wat wilde ze?' vroeg Emily, haar voorhoofd gefronst van intense bezorgdheid.

'Ze heeft drie keer achter elkaar mijn eigen naam gebruikt,' zei ik handenwrijvend, om de spanning op te voeren. 'Drie keer, ongelooflijk, hè? Dat betekent dat we nu hartsvriendinnen zijn, vind je ook niet? Wie had dat nou gedacht, Andrea Sachs en Miranda Priestly, beste vriendinnen.'

'Andrea, wat zei ze?'

'Ze wil dat de haar-en-make-upman voor donderdag bevestigd wordt, want negenennegentig procent zekerheid is uiteraard niet genoeg. O, en ze zei iets over sollicitatiegesprekken met kindermeisjes. Dat zal ik wel verkeerd begrepen hebben. Geeft niet, ze belt natuurlijk binnen een halve minuut terug.'

Emily haalde diep adem en dwong zichzelf om gracieus en stijlvol op mijn stommiteit te reageren. Het ging haar duidelijk niet gemakkelijk af. 'Nee, ik denk niet dat je het verkeerd hebt begrepen. Cara werkt niet meer bij Miranda, dus natuurlijk heeft ze een nieuw kindermeisje nodig.'

'Wat? Hoe bedoel je "werkt niet meer bij Miranda"? Waar werkt ze dan wél?' Ik kon me niet voorstellen dat Cara me niets verteld zou hebben over een eventueel abrupt vertrek.

'Miranda dacht dat Cara gelukkiger zou worden als ze ergens anders ging werken,' zei Emily, een heel stuk diplomatieker dan Miranda het zelf ongetwijfeld verwoord had. Alsof Miranda zich ooit druk maakte om het geluk van anderen!

'Emily, kom op, vertel me nu eens wat er echt is gebeurd.'

'Ik heb van Caroline begrepen dat Cara de meisjes voor straf naar hun kamer had gestuurd nadat ze haar een grote mond hadden gegeven. Miranda vond het niet goed dat Cara een dergelijke beslissing had genomen, en dat ben ik wel met haar eens. Ik bedoel, Cara is hun moeder niet, hè?'

Dus Cara was ontslagen omdat ze twee meisjes naar hun kamer had gestuurd nadat ze ongetwijfeld ontzettend brutaal tegen haar hadden gedaan? 'Ja, ik begrijp wat je bedoelt. Het is beslist niet de taak van een kindermeisje om zich om het welzijn van de kinderen te bekommeren,' zei ik met een ernstig knikje. 'Cara is veel te ver gegaan.'

Emily ging niet in op mijn druipende sarcasme; sterker nog, het leek volkomen langs haar heen te gaan. 'Precies. Bovendien stond het Miranda toch al niet aan dat Cara geen woord Frans sprak. Hoe moeten de meisjes zo ooit accentloos leren spreken?'

Tja, geen idee. Misschien kon hun privé-school van 15.000 dollar per jaar iets doen, de school waar Frans een verplicht vak was en alledrie de docenten Frans die taal als moedertaal hadden? Of misschien konden ze het leren van hun vloeiend Frans sprekende moeder, die in Frankrijk had gewoond en er nog steeds vier keer per jaar naartoe ging, die de taal kon lezen, schrijven en spreken, met een perfect zangerig accent? Maar ik zei: 'Je hebt gelijk. Geen Frans, geen kindermeisje. Ik snap wat je bedoelt.'

'Nou ja, hoe dan ook, het is jouw taak om een nieuw kindermeisje te vinden. Hier is het nummer van het bureau,' zei ze, en ze verstuurde het per e-mail. 'Ze weten daar hoe kieskeurig Miranda is - en terecht, natuurlijk - dus sturen ze meestal hun beste mensen.'

Ik keek naar haar en vroeg me somber af hoe haar leven eruit had gezien vóór Miranda Priestly. De telefoon ging, en godzijdank nam Emily op.

'Hallo Miranda. Ja, ja, ik hoor je. Nee, geen enkel probleem. Ja, ik heb de kapper voor die donderdag bevestigd. En ja, Andrea is al begonnen met de selectie van een nieuw kindermeisje. Zodra je terug bent, hebben we drie goede kandidaten met wie je zelf een sollicitatiegesprek kunt houden.' Ze hield haar hoofd schuin en drukte haar pen tegen haar lippen. 'Hmm, ja. Ja, het is bevestigd, absoluut. Nee, niet voor negenennegentig procent maar voor honderd procent. Zeker weten. Ja, Miranda. Ja, ik heb het persoonlijk bevestigd en ik weet het heel zeker. Ze kijken er al naar uit. Oké. Nog een prettige vlucht. Ja, het is bevestigd. Ik fax het meteen door. Oké, tot ziens.' Ze hing op, en volgens mij zat ze te trillen.

'Waarom begrijpt dat mens het nou niet? Ik heb gezegd dat de kapper bevestigd is, en daarna heb ik het nóg een keer gezegd. Waarom moet ik het daarna nog vijftig keer herhalen? En weet je wat ze zei?'

Ik schudde mijn hoofd.

'Weet je wat ze zei? Omdat het allemaal zo vervelend is gelopen, moet ik het werkschema nog een keer opnieuw maken en erin zetten dat de haar-en-make-upman nu definitief is. Dat moet ik naar het Ritz faxen, zodat het voor haar klaarligt als ze aankomt. Ik doe alles voor die vrouw - ik offer mijn hele léven voor haar op! - en dan slaat ze zo'n toon tegen me aan.' Ze zag eruit alsof ze in huilen zou uitbarsten. Ik genoot van de zeldzame gelegenheid om Emily haar hart te horen luchten over Miranda, maar ik wist dat de Runway Paranoia Ommezwaai ieder moment kon toeslaan, dus moest ik voorzichtig zijn. Precies de juiste toon zien te vinden, begripvol maar ook onpartijdig.

'Het ligt niet aan jou, Em, echt niet. Ze weet hoe hard je werkt - je bent een fantastische assistente voor haar. Als ze niet zou vinden dat je je werk heel goed doet, had ze je allang ontslagen. Daar is ze niet bepaald terughoudend in, weet je nog?'

Emily zag er niet meer uit alsof ze in huilen zou uitbarsten en naderde die opstandige fase waarin ze Miranda zou verdedigen zodra ik iets zei wat ze te ver vond gaan, ook al was ze het met me eens. Ik had bij psychologie voor beginners geleerd over het Stockholmsyndroom, waarbij slachtoffers zich identificeren met hun overmeesteraars, maar ik had nooit precies begrepen hoe dat in zijn werk ging. Misschien moest ik zo'n gesprekje als dit tussen Emily en mij op video vastleggen voor de eerstejaarsstudenten, zodat ze het met eigen ogen konden zien gebeuren. Al mijn pogingen om het voorzichtig aan te pakken kwamen me nu bovenmenselijk voor, dus haalde ik diep adem en stortte me er maar gewoon in.

'Ze is knettergek, Emily,' zei ik zachtjes, en ik probeerde haar met mijn woorden te dwingen me gelijk te geven. 'Het ligt niet aan jou, het ligt aan haar. Het is een leeg, oppervlakkig, verbitterd mens dat bergen en bergen prachtige kleren heeft, maar verder heeft ze vrijwel niets.'

Emily's gezicht verstrakte zichtbaar, de huid van haar hals en wangen spande zich en haar handen hielden op met trillen. Ik wist dat ze ieder moment over me heen kon walsen, maar ik kon niet meer ophouden.

'Is het je nooit opgevallen dat ze geen vrienden heeft, Emily? Nou? O ja, ze wordt dag en nacht gebeld door de coolste types, maar ze bellen haar nooit om over hun kinderen, werk of huwelijk te praten, of wel soms? Ze bellen omdat ze iets van haar willen. Van buitenaf lijkt het allemaal het einde, maar stel je voor dat jij alleen werd gebeld door mensen die iets van je...'

'Hou op!' gilde ze, en de tranen liepen over haar wangen. 'Hou verdomme je kop! Jij komt hier binnenlopen en na een paar maanden denk je al dat je alles begrijpt. Mevrouw O-ik-ben-zo-sarcastisch-en-ik-sta-overal-boven. Nou, je begrijpt er helemaal niks van! Niks!' 'Em...'

'Niks te Emmen, Andy, ik ben nog niet uitgepraat. Ik weet dat Miranda niet makkelijk is. Ik weet dat ze soms wel gek lijkt. Ik weet hoe het voelt om nooit te slapen en altijd bang te zijn dat ze belt, en ik weet hoe het is als je vrienden er niks van snappen. Dat weet ik allemaal! Maar als je het zo verschrikkelijk vindt en er alleen maar over kunt klagen, over haar en alle anderen, waarom ga je dan niet gewoon weg? Jouw houding is pas echt een probleem. Zomaar beweren dat Miranda knettergek is... Nou, ik denk dat er heel wat meer mensen zijn die haar begaafd en prachtig en getalenteerd vinden en die jóu knettergek noemen omdat je niet eens je best doet om zo'n fantastische vrouw te helpen. Want ze is fantastisch, Andy, dat is ze zeker!'

Ik dacht er even diep over na en besloot dat er wel wat in zat. Miranda was, voorzover ik het kon beoordelen, echt een fantastische hoofdredacteur. Er kwam geen woord in het blad zonder haar expliciete goedkeuring, waar ze erg zuinig mee was, en ze was nooit bang om iets te schrappen en opnieuw te beginnen, hoe slecht dat ook uitkwam en hoe vervelend alle anderen het ook mochten vinden. En hoewel de moderedactie de kleding voor fotosessies bestelde, selecteerde Miranda de te gebruiken stukken in haar eentje, net als de modellen die ze moesten dragen. De redacteuren mochten dan degenen zijn die aanwezig waren op locatie, ze deden niets anders dan Miranda's uitdrukkelijke en onvoorstelbaar gedetailleerde instructies uitvoeren. Zij had het laatste - en vaak ook het allereerste - woord over ieder armbandje, iedere tas, schoen, outfit, ieder kapsel, verhaal, interview, iedere schrijver, foto, ieder model, iedere locatie en fotograaf voor elk nummer, waardoor het in mijn ogen voornamelijk aan Miranda te danken was dat het blad iedere maand zo'n enorm succes was. Runway zou Runway niet zijn - zou helemaal niks zijn - zonder Miranda Priestly. Dat wist ik, dat wist iedereen. Maar voor mij wilde dat nog niet zeggen dat ze het recht had mensen zó te behandelen. Waarom maakte het vermogen om een avondjurk van Balmain te combineren met een broeierig kijkend Aziatisch meisje met ellenlange benen in een zijstraatje in San Sebastian dat iedereen zó in zwijm viel dat Miranda's gedrag haar niet meer werd aangerekend? Ik snapte het nog altijd niet, maar wat wist ik er ook van? Emily begreep het kennelijk wél.

'Em, ik wil alleen zeggen dat jij een heel goede assistente voor haar bent, dat ze boft dat ze iemand heeft die zo hard werkt en zo toegewijd is. Ik zou willen dat je inzag dat het niet aan jou ligt als ze ergens ontevreden over is. Ze is gewoon ontevreden van aard. Je hebt gedaan wat je kon.'

'Dat weet ik ook wel. Echt. Maar jij weet haar niet op waarde te schatten, Andy. Denk er maar eens over na. Echt nadenken, bedoel ik. Ze is ongelooflijk talentvol. Ze heeft veel opgeofferd om dit te bereiken, maar dat geldt toch voor alle supersuccesvolle mensen in iedere bedrijfstak? Hoeveel president-directeuren van grote bedrijven of filmregisseurs of wat dan ook moeten niet op zijn tijd keihard zijn? Dat hoort bij hun werk.'

Het was duidelijk dat we het hier nooit over eens zouden worden. Emily was helemaal bezeten van Miranda, van Runway en alles eromheen, ik begreep alleen niet waarom. Ze verschilde niet van de honderden andere persoonlijk en redactieassistenten, eind-, hoofden gewone redacteuren van modetijdschriften, maar ik begreep er niks van. Voorzover ik het had kunnen zien, werden ze allemaal vernederd, neergehaald en uitgescholden door hun baas, en zodra ze promotie maakten, deden ze precies hetzelfde met degene die onder hen kwam werken. En dat alles alleen maar om eenmaal boven aan die lange, dodelijk vermoeiende carrièreladder te kunnen zeggen dat ze op de eerste rij hadden gezeten bij de shows van Yves Saint-Laurent en onderweg een paar gratis Prada-tassen hadden gescoord?

Tijd om gewoon mee te praten. 'Ik weet het,' gaf ik me met een zucht gewonnen. 'Ik hoop alleen dat je weet dat je haar een plezier doet door alles van haar te pikken, en niet andersom.'

Ik verwachtte een snelle tegenaanval, maar Emily grinnikte. 'Ik zei toch net een keer of honderd tegen haar dat de kapper voor donderdag bevestigd is?'

Ik knikte. Ze kreeg nu bijna de slappe lach.

'Dat was een complete leugen. Ik heb helemaal niemand gebeld en niks bevestigd!' Dat laatste kwam er zangerig uit.

'Emily! Meen je dat nou? En wat nu? Je hebt net bij hoog en bij laag gezworen dat je hem persoonlijk hebt bevestigd.' Voor het eerst sinds ik daar werkte, had ik haar wel kunnen zoenen.

'Andy, wees nou even serieus. Denk je echt dat er ook maar iémand is die haar haar en make-up niet wil doen? Het is de beste zet die een kapper of visagist kan doen voor zijn carrière, dus hij zal haar heus niet weigeren. Waarschijnlijk heeft hij nog geen ja gezegd omdat zijn vlucht nog niet was geboekt of zoiets. Ik heb geen bevestiging nodig, want ik weet zeker dat hij het toch wel doet. Hoe kan hij het mét doen? Het gaat hier om Miranda Priestly!'

Nu dacht ik dat ik zelf zou gaan huilen, maar ik zei alleen maar: 'Wat moet ik weten over de sollicitatie van dat kindermeisje? Ik moet maar meteen beginnen, denk ik.'

'Ja,' zei ze, zo te zien nog nagenietend van haar eigen slimheid. 'Dat lijkt me een goed idee.'

Het eerste meisje dat solliciteerde naar de baan als kindermeisje was compleet in shock.

'O god!' gilde ze toen ik haar door de telefoon vroeg of ze naar kantoor kon komen voor een gesprek. 'O, mijn god! Meen je dat nou? O, mijn god!'

'Eh, is dat ja of nee?'

'God, ja. Ja, ja, ja! Bij Runway? O, mijn god. Als mijn vriendinnen dat horen... Ze besterven het. Ze besterven het gewoon! Zeg maar waar ik moet zijn, en wanneer.'

'Je weet toch dat Miranda er zelf niet is en dat je haar niet zult spreken, hè?'

'Ja. Absoluut.'

'En je begrijpt dat het om een baan als kindermeisje voor haar twee dochters gaat? Datje helemaal niets met Runway te maken zult hebben?'

Ze zuchtte alsof ze zich nog moest verzoenen met dat trieste, onontkoombare feit. 'Ja, natuurlijk. Kindermeisje, ik snap het helemaal.'

Nou, ze bleek het dus niet begrepen te hebben, want ook al zag ze er precies goed uit (lang, onberispelijk verzorgd, tamelijk goed gekleed en ernstig ondervoed), ze bleef maar vragen hoe vaak ze op kantoor zou komen.

Ik wierp haar een van mijn speciale vernietigende blikken toe, maar ze leek het niet op te merken. 'Eh, nooit. Daar hebben we het toch over gehad? Ik doe de eerste selectie voor Miranda en dat gebeurt toevallig hier op kantoor, maar daar blijft het bij. Haar tweeling woont hier namelijk niet, begrijp je?'

'Juist, juist,' zei ze, maar ik had haar in gedachten al geschrapt.

De volgende drie waren niet veel beter. Fysiek voldeden ze allemaal aan Miranda's profiel - het bureau begreep echt precies wat ze wilde - maar niet een van hen had wat ik zocht in een kindermeisje dat ik ook op mijn toekomstige neefje of nichtje zou laten passen, de maatstaf die ik had gesteld. Een van hen was afgestudeerd in kinderpsychologie aan Columbia maar kreeg een glazige blik in haar ogen toen ik subtiel probeerde uit te leggen dat deze baan anders was dan ze misschien gewend was. Een andere had een tijdje iets gehad met een beroemde basketballer en beweerde daardoor 'begrip voor beroemdheden' te hebben. Maar toen ik haar vroeg of ze ooit met de kinderen van beroemdheden had gewerkt, haalde ze instinctief haar neus op en zei ze dat die 'altijd, zeg maar, allerlei complexen' hadden. Geschrapt. De derde en veelbelovendste kandidate was opgegroeid in Manhattan, pas afgestudeerd aan Middlebury en wilde een jaar als kindermeisje werken om te sparen voor een reis naar Parijs. Toen ik vroeg of dat betekende dat ze Frans sprak, knikte ze bevestigend. Het enige probleem was dat ze een echt stadskind was en geen rijbewijs had. Ik vroeg of ze bereid was dat te halen. Nee. Ze vond het niet nodig dat er nog een auto bij kwam om de straten te verstoppen. Nummer drie werd geschrapt. De rest van de dag probeerde ik te bedenken hoe ik Miranda tactvol kon vertellen dat als er al een meisje bestond dat sportief was, zich niet ongemakkelijk voelde tussen beroemdheden, in Manhattan woonde, een rijbewijs had, kon zwemmen, gestudeerd had, Frans sprak en honderd procent flexibele werktijden geen probleem vond, ze waarschijnlijk geen kindermeisje wilde worden.

Ze moest mijn gedachten gelezen hebben, want de telefoon ging meteen. Na een snelle berekening stelde ik vast dat Miranda net geland moest zijn op Charles de Gaulle, en een vluchtige blik op het schema waarin haar gangen van seconde tot seconde waren vastgelegd door Emily leerde me dat ze waarschijnlijk in de auto op weg was naar het Ritz.

'Met het kantoor...'

'Emily!' Ze gilde bijna. Ik nam het verstandige besluit dat dit niet het geschikte moment was om haar te corrigeren. 'Emily! De chauffeur heeft me de verkeerde telefoon gegeven, zodat ik geen enkel nummer bij de hand heb. Dit is onaanvaardbaar. Volslagen onaanvaardbaar. Hoe moet ik zakendoen zonder telefoonnummers? Verbind me ogenblikkelijk door met meneer Lagerfeld.'

'Ja, Miranda, een ogenblikje.' Ik drukte op het knopje voor de wachtstand en riep Emily om hulp, al maakte ik meer kans om de hoorn in één keer door te slikken dan om Karl Lagerfeld te vinden voordat Miranda zo geïrriteerd raakte dat ze kwaad de verbinding zou verbreken, om vervolgens terug te bellen met de vraag: 'Waar blijft hij nou? Waarom kun je hem niet vinden? Weet je soms niet hoe een telefoon werkt?'

'Ze wil Karl spreken,' riep ik naar Emily. De naam was genoeg om haar te laten rennen en vliegen en ze begon als een gek door allerlei papieren op haar bureau te bladeren.

'Oké, luister. We hebben twintig tot dertig seconden. Jij probeert Biarritz en de chauffeur, dan bel ik Parijs en zijn assistente,' riep ze, en haar vingers vlogen al over het toetsenbord. Ik dubbelklikte op de contactlijst met meer dan duizend namen op onze gezamenlijke harde schijf en vond vijf nummers die ik zou moeten bellen: Biarritz 1, Biarritz 2, Biarritz studio, Biarritz zwembad en Biarritz chauffeur. Toen ik snel naar de andere nummers van Karl Lagerfeld keek, wist ik dat Emily er in totaal zeven moest afwerken, en dan bleven de nummers in New York en Milaan nog over. We waren bij voorbaat kansloos.

Ik probeerde Biarritz 1 en was net Biarritz 2 aan het intoetsen toen ik zag dat het rode lampje niet meer knipperde. Emily verkondigde dat Miranda had opgehangen, mocht ik dat zelf nog niet gezien hebben. Er waren pas tien of vijftien seconden verstreken - ze was vandaag erg ongeduldig. Natuurlijk ging de telefoon meteen weer, en Emily reageerde op mijn smekende hondenblik door op te nemen. Ze kwam niet verder dan halverwege haar ingeblikte begroeting voordat ze ernstig knikte en probeerde Miranda te sussen. Ik was nog aan het bellen en had wonder boven wonder het zwembad in Biarritz te pakken, waar ik een vrouw aan de lijn kreeg die geen woord - geen lettergreep - Engels sprak. Misschien was Miranda daarom zo geobsedeerd met de Franse taal?

'Ja, ja, Miranda. Andrea en ik zijn aan het bellen. Het duurt hooguit nog een paar seconden. Ja, dat begrijp ik. Ja, ik weet dat het frustrerend is. Als ik je even in de wacht mag zetten, heb ik hem zo aan de lijn. Goed?' Ze drukte op de wachtknop en toetste een nummer in. Ik hoorde haar in gebroken Frans met een in mijn oren vreselijk accent met iemand praten die zo te horen niet wist wie Karl Lagerfeld was. We waren er geweest. Morsdood. Ik wilde net de verbinding met de gestoorde Française die in de hoorn gilde verbreken toen ik het knipperende lampje weer zag uitgaan. Emily was nog druk aan het bellen.

'We zijn haar kwijt!' riep ik als een arts op de eerste hulp die tevergeefs een patiënt probeerde te reanimeren.

'Jouw beurt om op te nemen!' gilde ze terug, nog steeds nummers intoetsend, en jawel hoor: de telefoon ging weer.

Ik nam op en deed niet eens een poging om iets te zeggen, want ik wist dat de stem aan de andere kant van de lijn me meteen zou onderbreken.

'Ahn-dre-ah! Emily! Wie dit ook mag zijn... Waarom heb ik jou aan de lijn in plaats van meneer Lagerfeld? Waarom?'

Mijn eerste instinct was om mijn mond te houden, omdat ik het gevoel had dat het verbale spervuur nog niet voorbij was, maar zoals gewoonlijk liet mijn instinct me in de steek.

'Hal-lo-hoo? Is daar iemand? Is het voor mijn béide assistentes te ingewikkeld om de ene telefoon met de andere te verbinden?' Het sarcasme en de ergernis dropen van haar stem.

'Nee Miranda, natuurlijk niet. Het spijt me...'Mijn stem beefde een beetje, maar ik kon er niets aan doen. 'We kunnen meneer Lagerfeld niet vinden. We hebben al zeker acht...'

'Niet vinden?' deed ze me na, met een hoge stem die helemaal niet op de mijne leek en niet eens menselijk klonk. 'Hoe bedoel je, "we kunnen hem niet vinden"?'

Welk gedeelte van die eenvoudige zin van vijf woorden begreep ze niet, vroeg ik me af. We. Kunnen. Hem. Niet. Vinden. Mij leek het tamelijk helder: we kunnen hem verdomme niet vinden! Daarom heb jij hem niet aan de lijn. Als jij hem wel kunt vinden, kun je hem ook spreken. Er schoten duizend hatelijke antwoorden door mijn hoofd, maar ik kon alleen maar stamelen, als een kind in de eerste klas dat er door de leraar uitgepikt was terwijl de hele klas had zitten kletsen.

'Eh, Miranda, we hebben al zijn nummers geprobeerd en hij is nergens te bereiken,' wist ik uit te brengen.

'Nee, natuurlijk niet!' Ze schreeuwde nu bijna, en haar zo belangrijke, zorgvuldig bewaakte zelfbeheersing stond op het punt af te brokkelen. Ze haalde overdreven diep adem en zei kalm: 'Ahn- dre-ah, weet je dat deze week de modeshows in Parijs zijn?' Ik voelde me alsof ze me mijn eigen moedertaal wilde leren.

'Natuurlijk, Miranda. Emily heeft alle nummers in...'

'En weet je ook dat meneer Lagerfeld heeft gezegd dat hij in Parijs op zijn mobiele nummer te bereiken zou zijn?' Ieder spiertje in haar keel was nu gespannen om kalm te klinken.

'Nee, we hebben zijn mobiele nummer hier niet, dus wisten we niet eens dat meneer Lagerfeld een mobiele telefoon had. Maar Emily heeft op dit moment zijn assistente aan de lijn en ze heeft dat nummer zo voor je.' Emily stak haar duim naar me op, krabbelde iets op papier en riep een paar keer achter elkaar: 'Merci, o ja, bedankt, ik bedoel merci.'

'Miranda, ik heb het nummer hier. Zal ik je dan nu doorverbinden?' Ik voelde mijn borst opzwellen van zelfvertrouwen en trots. Goed gedaan! Een uitstekende prestatie, geleverd onder enorme druk. Het gaf niet dat er zweetplekken onder de oksels van mijn schattige bloesje zaten, het bloesje waarvoor ik van twee - niet één, twee - modeassistenten een complimentje had gekregen. Wat maakte het uit? Ik was bijna verlost van deze knettergekke internationale beller en daar was ik heel, heel blij om.

'Ahn-dre-ah?' Het klonk als een vraag, maar ik was vooral geconcentreerd op het zoeken naar een patroon in haar verkeerde gebruik van onze namen. Eerst dacht ik dat ze het expres deed, in een poging ons nog meer te kleineren en vernederen, maar toen stelde ik vast dat ze heel tevreden moest zijn over het huidige niveau van kleinering en vernedering, dus waarschijnlijk deed ze het omdat ze zich niet druk kon maken om futiele details als de namen van haar twee assistentes. Toen Emily dat bevestigde door te vertellen dat Miranda haar de helft van de tijd Emily noemde en de andere helft beurtelings Andrea en Allison - de assistente die promotie had gemaakt - voelde ik me al wat beter.

'Ja?' Ik piepte weer. Verdomme! Kon ik dan niet een béétje waardigheid behouden tegenover dat mens?

'Ahn-dre-ah, ik snap niet waarom jullie zo moeilijk doen over het mobiele nummer van meneer Lagerfeld terwijl ik dat hier gewoon heb. Hij heeft het me vijf minuten geleden gegeven, maar de verbinding werd verbroken en ik weet niet hoe dat hier werkt.' Dat laatste zei ze alsof de hele wereld behalve zijzelf schuldig was aan die ergernis en overlast.

'O. Eh, dus je hebt zijn nummer al? En je wist al die tijd dat hij op dat nummer te bereiken is?' Ik zei het alleen omdat Emily het ook moest horen, en het maakte Miranda nog kwader.

'Ben ik soms niet duidelijk? Ik wil dat je me doorverbindt met 03.55.23.56.67.89. Onmiddellijk. Of is dat te moeilijk voor je?'

Emily schudde vol ongeloof langzaam haar hoofd en verfrommelde het telefoonnummer waar we samen zo ons best voor hadden gedaan.

'Nee, Miranda, natuurlijk is het niet te moeilijk. Ik verbind je meteen door. Ogenblikje.' Ik drukte op 'verzamelgesprek', toetste de nummers in, wachtte tot ik een oudere man 'hallo!' hoorde roepen en drukte weer op verzamel. 'Meneer Lagerfeld, Miranda

Priestly, u bent verbonden,' verklaarde ik als een ouderwetse telefoniste uit de tijd van Het kleine huis op de prairie. En in plaats van het gesprek stiekem op de speakers over te schakelen, zodat Emily en ik het samen konden afluisteren, hing ik braaf op. We bleven even zwijgend zitten en ik deed mijn best om niet meteen iets hatelijks te zeggen. Ik bette alleen mijn klamme voorhoofd en ademde heel diep in en uit. Emily sprak als eerste.

'Even voor de duidelijkheid: ze had dus al die tijd zijn nummer maar wist gewoon niet hoe ze hem moest bellen?'

'Misschien had ze geen zin om zelf te bellen,' voegde ik er behulpzaam aan toe, altijd blij met een kans om samen te spannen tegen Miranda, vooral omdat Emily me daar zo zelden de gelegenheid voor gaf.

'Ik had het moeten weten,' zei ze hoofdschuddend, alsof ze vreselijk teleurgesteld was in zichzelf. 'Ik had het gewoon moeten weten. Ze belt me altijd om zich te laten doorverbinden met mensen die in de kamer naast haar logeren, of in een hotel twee straten verderop. Ik weet nog dat ik het heel gek vond dat ze van Parijs naar New York belde om zich te laten doorverbinden met iemand in Parijs. Nu vind ik het natuurlijk heel gewoon, maar ik snap niet dat ik het in dit geval niet heb zien aankomen.'

Ik wilde net naar de Dining Room rennen voor de lunch, maar de telefoon ging weer. Met in gedachten de theorie dat de bliksem nooit twee keer achter elkaar inslaat besloot ik sportief te zijn en op te nemen.

'Met het kantoor van Miranda Priestly.'

'Emily! Ik sta in de stromende regen op de Rue de Rivoli en mijn chauffeur is verdwenen. Verdwenen! Hoor je me? Verdwenen! Zoek hem onmiddellijk voor me.' Ze was hysterisch, voor het eerst sinds ik haar kende, en het zou me niet verbazend als het de eerste keer in haar hele leven was.

'Miranda, een ogenblikje. Ik heb zijn nummer hier.' Ik wilde het reisschema pakken dat ik net op mijn bureau had gelegd, maar ik zag alleen maar papieren, oude prikbordvellen en stapels oude nummers van Runway. Er waren pas drie of vier seconden verstreken, maar ik had het gevoel alsof ik vlak naast haar stond en toekeek hoe de regen op haar Fendi-bontjas kletterde en de make-up van haar gezicht spoelde. Alsof ze me ieder moment een klap in mijn gezicht kon geven en me kon vertellen dat ik een waardeloze nietsnut zonder enig talent was, zonder vaardigheden, een complete, volledige mislukkeling. Ik had geen tijd om mezelf voor te houden dat ze ook maar een mens was (daar valt inderdaad over te discussiëren), dat ze ervan baalde dat ze in de regen stond en het afreageerde op haar assistente 5700 kilometer verderop. Ik kan er niks aan doen. Ik kan er niks aan doen.

'Ahn-dre-ah! Ik kan mijn schoenen wel weggooien! Hoor je me? Luister je eigenlijk wel? Zoek onmiddellijk mijn chauffeur!'

Er dreigde een ongepaste emotie - ik voelde een brok in mijn keel en de spieren achter in mijn nek verkrampten, maar ik kon nog niet zeggen of ik moest lachen of huilen. Wat het ook was, het mocht niet gebeuren. Emily moet het aangevoeld hebben, want ze sprong uit haar stoel en gaf me haar reisschema. Ze had zelfs de telefoonnummers van de chauffeur gemarkeerd, drie in totaal: de autotelefoon, zijn gsm en zijn nummer thuis. Natuurlijk.

'Miranda, ik moet je even in de wacht zetten om hem te kunnen bellen. Mag ik je in de wacht zetten?' Ik wachtte het antwoord niet af, iets waarvan ik wist dat ze er woedend om zou worden, en drukte op 'wacht' voordat ik nogmaals het nummer van Parijs intoetste. Het goede nieuws was dat de chauffeur meteen opnam, na één keer overgaan op het eerste nummer dat ik belde. Het slechte nieuws was dat hij geen Engels sprak. Hoewel ik nooit eerder zelfdestructieve neigingen had gehad, ramde ik nu keihard met mijn voorhoofd op het formica. Nadat ik dat drie keer had gedaan, nam Emily de telefoon op haar bureau op. Ze nam haar toevlucht tot geschreeuw, niet zozeer in een poging de chauffeur haar slechte Frans te laten begrijpen, maar om hem duidelijk te maken hoe dringend de situatie was. Nieuwe chauffeurs moesten altijd nog een beetje afgericht worden, vooral omdat ze zo dom waren om te denken dat het niet erg was als Miranda een keer vijfenveertig seconden tot een minuut zou moeten wachten. Dat was precies de reden waarom Emily nu tegen hem tekeerging.

Een paar minuten later legden we allebei ons hoofd op ons bureau, nadat Emily de chauffeur genoeg had uitgescholden om hem zover te krijgen dat hij met gezwinde spoed terugging naar de plek waar hij Miranda drie of vier minuten eerder had afgezet. Ik had niet echt trek meer in de lunch, een fenomeen waar ik de zenuwen van kreeg. Was niet-eten besmettelijk? Of nam de combinatie van adrenaline en zenuwen de honger weg? Dat was het! De Runway- mensen legden zichzelf het uithongeren niet op, het was een fysieke reactie. De voortdurende angst en nimmer aflatende bezorgdheid maakten dat ze nooit honger hadden. Ik nam me voor om me daar eens serieus in te verdiepen. Misschien was Miranda veel slimmer dan iedereen in de gaten had en had ze zich bewust een persoonlijkheid aangemeten die op alle fronten zó kwetsend was dat ze mensen letterlijk zo bang maakte dat ze dim bleven.

'Dames, dames! Haal die hoofden van je bureau! Stel je voor dat Miranda jullie zo zou zien. Daar zou ze niet vrolijk van worden,' riep James zangerig in de deuropening. Hij had zijn haar achterovergekamd met een of andere vettige wax die Bed Head heette ('zo'n lekkere naam, ik moest het wel kopen') en droeg een heel strak sporttruitje met op de voor- en achterkant nummer 69. Het toonbeeld van subtiliteit en ingetogenheid, zoals gewoonlijk.

We keken geen van beiden zelfs maar naar hem op. Het was pas vier uur, maar het voelde als middernacht.

'Oké, laat me raden. Mama belt jullie helemaal suf omdat ze een oorbel heeft verloren tussen het Ritz en Alain Ducasse, en nu moeten jullie hem zien te vinden, ook al zit zij in Parijs en jullie in New York.'

Ik snoof verachtelijk. 'Denk je dat we daar zo op zouden reageren? Dat is ons wérk! Dat doen we dagelijks. Noem eens wat lastigs.'

Zelfs Emily moest lachen. 'Nee James, je kunt beter. Ik kan in minder dan tien minuten een oorbel opsporen in iedere willekeurige stad ter wereld,' zei ze, om een of andere duistere reden opeens een echte teamspeler. 'Het zou pas moeilijk worden als ze er niet bij vertelde in welke stad ze hem was kwijtgeraakt. Maar zelfs dan zou het ons lukken, wedden?'

James liep achteruit het kantoor uit, met een zogenaamd verschrikt gezicht. 'Al goed, dames, nog een fijne dag verder. Jullie zijn gelukkig nog niet voorgoed verknipt geraakt. Ik bedoel, echt, daar ben ik blij om. Jullie zijn allebei nog volkómen normaal. Eerlijk waar. Nou, veel plezier nog.'

'wacht jij eens even even, mietje!' riep iemand heel hard en met een heel hoog stemmetje, 'ga terug naar binnen en leg die

meisjes uit hoe je het in je hoofd hebt gehaald om vanmorgen

DAT VOD AAN TE REKKEN!' Nigel pakte James bij zijn linkeroor en sleurde hem naar de open ruimte tussen onze bureaus.

'O, kom op, Nigel,' jammerde James, zogenaamd geërgerd maar duidelijk verrukt omdat Nigel aan hem zat. 'Jij vindt dit een hartstikke mooie trui!'

'mooie trui? denk je nou echt dat ik val voor die kostschool-homolook van je? James, je bent niet goed bij je hoofd.'

'Wat is er mis met een strak footballtruitje? Ik vind het gaaf.'

Emily en ik knikten en waren het zwijgend met James eens. Het was misschien niet erg smaakvol, maar hij zag er ontzettend hip uit. Bovendien kon je toch moeilijk modeadvies aannemen van een man in een spijkerbroek met zebraprint, een zwarte trui met v-hals en op de rug een groot, open 'sleutelgat' dat zijn enorme spieren liet zien. Het geheel werd afgemaakt door een strohoed en een dun streepje (heel subtiel, dat moet ik toegeven!) eyeliner.

'jochie, mode is niet bedoeld om je favoriete standje te verkondigen. nee, nee, meneertje. een beetje blote huid? heel mooi! wil je die strakke, jonge vormen laten zien? nog mooier! kleding is niet bedoeld om de hele wereld te laten weten dat je het graag op zijn hondjes doet, vriend. begrepen?'

'Maar, Nigel...' Hij trok zorgvuldig een verslagen gezicht om te verhullen hoe heerlijk hij het vond om het middelpunt van Nigels aandacht te zijn.

'niks te nigelen, schat. ga maar naar jeffy en zeg dat ik je heb gestuurd. zeg dat hij je die nieuwe tanktop moet geven die we besteld hebben voor de fotosessie in miami, voor dat verrukkelijke zwarte model. oei oei, hij is net zo smakelijk als een dikke chocolademilkshake! vooruit, wegwezen, maar je moet straks wel terugkomen om te laten zien hoe het staat!'

James ging ervandoor als een konijntje dat net gevoerd was en Nigel draaide zich naar ons om. 'is HAAR KLEDING AL BESTELD?' vroeg hij aan niemand in het bijzonder.

'Nee, ze wil niks bestellen voordat ze de fotoboeken heeft gezien,' antwoordde Emily met een verveeld gezicht. 'Ze begint eraan als ze terug is, zegt ze.'

'laat het me op tijd weten, dan kan ik mijn agenda vrijmaken

VOOR DAT FEEST!' Hij verdween in de richting van de Kast, waarschijnlijk om te proberen een glimp op te vangen van James die zich aan het omkleden was.

Ik had inmiddels één keer meegemaakt dat Miranda een nieuwe garderobe bestelde, en dat was niet fraai geweest. Toen ik pas bij Runway werkte, was Miranda naar de prêt-a-porter-shows voor de voorjaarscollectie geweest, waar ze met een schetsboek in de hand van catwalk naar catwalk trok, officieel om eenmaal terug in de Verenigde Staten de beau monde van New York te kunnen vertellen wat ze zouden gaan dragen - en de rest van het land wat ze zouden willen dragen. Maar toen wist ik niet dat Miranda extra goed naar de outfits op de catwalk keek omdat het haar eerste kennismaking was met wat ze de komende maanden zelf zou dragen.

Een paar weken na haar terugkeer op kantoor had Miranda Emily een lijst gegeven van ontwerpers wier fotoboeken ze graag wilde bekijken. Terwijl het gebruikelijke kliekje zich haastte om de boeken op tijd af te krijgen - de foto's van de show waren vaak nog niet eens ontwikkeld, laat staan geretoucheerd en ingebonden - werd iedereen bij Runway ingeseind dat de boeken onderweg waren. Nigel moest uiteraard klaarstaan om haar te helpen uitzoeken en haar persoonlijke garderobe samen te stellen. Een redacteur die gespecialiseerd was in accessoires moest beschikbaar zijn om tassen en schoenen uit te kiezen, en misschien een extra moderedacteur om na te gaan of alles naar wens was - vooral wanneer de bestelling iets groots als een bontjas of een avondjapon bevatte. Zodra de verschillende modehuizen eindelijk de verschillende kledingstukken waar ze om had verzocht in elkaar geflanst hadden, kwam Miranda's persoonlijke kleermaker een paar dagen naar Runway om alles met haar door te passen. Dan maakte Jeffy de Kast helemaal leeg en kon niemand fatsoenlijk werken, want Miranda en haar kleermaker zaten urenlang binnen. Tijdens de eerste pasronde was ik langsgelopen en had ik Nigel horen roepen: 'MIRANDA PRIESTLY, TREK DAT

vod onmiddellijk uit. in die jurk zie je eruit als een sloerie! een

ORDINAIRE STOEPHOER!' Ik had met mijn oor tegen de deur staan luisteren - en letterlijk lijf en leden geriskeerd, mocht de deur openzwaaien - en staan wachten tot ze hem op haar eigen, speciale manier de mantel zou uitvegen, maar ik had alleen maar instemmend gemompel gehoord, en het geruis van stof toen ze de jurk uittrok.

Nu ik hier lang genoeg werkte, zag het ernaar uit dat ik de gelukkige was die Miranda's kleding mocht bestellen. Vier keer per jaar, je kon de klok erop gelijkzetten, bladerde ze door de boeken van de ontwerpers alsof het haar eigen, persoonlijke catalogi waren en zocht ze pakjes van Alexander McQueen en rokken van Prada uit alsof het goedkope T-shirts waren. Een geel plakvelletje op deze Fendi-broek, een ander op dat mantelpakje van Chanel en een derde met heel groot 'NEE' over het bijpassende zijden truitje. Blader, plak, blader, plak, en zo ging ze maar door, totdat ze rechtstreeks van de catwalk een complete garderobe voor het nieuwe seizoen had samengesteld; kleding die soms nog niet eens was gemaakt.

Ik had toegekeken hoe Emily Miranda's keuze had doorgefaxt aan de verschillende ontwerpers, zonder de gewenste maat of kleur te vermelden, aangezien iedereen met een beetje verstand wist wat Miranda Priestly het beste zou staan. Natuurlijk was het niet genoeg dat ze exact de juiste maat leverden: zodra de kleding werd bezorgd, moest alles nog eens worden ingenomen en vermaakt tot het bijna maatkleding was. Pas wanneer de complete garderobe besteld, verstuurd, ingenomen en per limousine met chauffeur bij de kast van haar slaapkamer was afgegeven, deed Miranda afstand van haar kleding van het vorige seizoen en werden er hele bergen Yves, Celine en Helmut Lang - in vuilniszakken - teruggebracht naar kantoor. Het meeste was pas vier tot zes maanden oud en één of twee keer gedragen, en in veel gevallen zelfs helemaal niet. Alles was zo ongelooflijk stijlvol, zo belachelijk hip dat het nog niet eens in de winkel te koop was, maar zodra het van het vorige seizoen was, was de kans dat Miranda het zou dragen net zo groot als de kans dat ze zich zou vertonen in een goedkope joggingbroek.

Soms zat er een truitje of iets heel wijds tussen dat ik voor mezelf kon houden, maar verder was het een beetje problematisch dat alles zo ontzettend klein was. Meestal gaven we de kleren aan mensen met dochters van een jaar of negen, de enigen die nog een kansje maakten om erin te passen. Ik stelde me voor hoe meisjes met lijfjes als jongetjes zouden paraderen in kokerrokjes van Prada en strakke Dolce & Gabbana-jurkjes met spaghettibandjes. Als er iets bij zat wat écht geweldig was, en heel duur, dan haaide ik het uit de vuilniszak en verstopte het onder mijn bureau tot ik het veilig naar huis kon smokkelen. Een paar keer klikken op eBay of misschien een bezoekje aan een van die chique tweedehandszaken op Madison Avenue en mijn salaris was opeens niet meer zo deprimerend. Dat was geen diefstal, redeneerde ik, ik maakte gewoon gebruik van de mogelijkheden die me werden geboden.

Miranda belde nog zes keer tussen zes en negen uur 's avonds - bij haar was dat tussen twaalf en drie uur 's nachts - om zich door ons te laten doorverbinden met diverse mensen die net als zij in Parijs zaten. Ik handelde de telefoontjes lusteloos af en verder gebeurde er weinig tot de tijd dat ik mijn spullen ging pakken en de deur uit wilde sluipen voordat de telefoon weer zou gaan. Pas toen ik mijn jas aantrok, viel mijn oog op het briefje dat ik op mijn monitor had geplakt - om te voorkomen dat zou gebeuren wat er nu toch gebeurd was: A BELLEN, 15.30 UUR. Mijn hoofd tolde, mijn contactlen- zen waren uren geleden al uitgedroogd en voelden aan als keiharde stukjes glas die mijn ogen bedekten en ik begon hoofdpijn te krijgen. Geen stekende pijn; van die vage, doffe hoofdpijn waar je de precieze plek niet van kunt vaststellen maar die heel langzaam steeds erger wordt, tot je óf flauwvalt óf je hoofd uit elkaar knalt. In de drukte van al die telefoontjes vanaf de andere kant van de oceaan, die zoveel chaos en paniek hadden veroorzaakt, was ik vergeten een half minuutje de tijd te nemen om Alex te bellen, zoals hij had gevraagd. Stomweg vergeten om zoiets eenvoudigs te doen voor iemand die nooit iets van me verlangde.

Ik ging in het inmiddels donkere, stille kantoor zitten en pakte de telefoon; de hoorn was nog klam van de zweethanden die ik tijdens het laatste gesprek met Miranda een paar minuten daarvoor had gehad. Alex' telefoon thuis ging net zo lang over tot ik het antwoordapparaat kreeg, maar zijn mobiele telefoon werd meteen opgenomen.

'Hallo,' zei hij. Hij had al gezien dat ik het was. 'Hoe was het vandaag?'

'Gewoon. Hetzelfde als altijd. Alex, het spijt me zo dat ik je om half vier niet heb gebeld. Ik kan het niet uitleggen, het was hier zo'n gekkenhuis, ze bleef maar bellen en...'

'Laat maar, het maakt niet uit. Het komt nu even niet gelegen, is het goed als ik je morgen terugbel?' Hij klonk afwezig en zijn stem leek van heel ver te komen, alsof hij in een telefooncel op een strand ergens in een dorpje aan de andere kant van de wereld stond.

'Eh... ja. Maar er is toch niks gebeurd? Kun je niet snel even zeggen waar je voor belde? Ik ben al de hele tijd ongerust.'

Hij zweeg even en zei toen: 'Goh, ik krijg niet de indruk dat je zo ongerust bent. Ik vraag je me te bellen op een tijdstip waarop ik te bereiken ben - om maar te zwijgen van het feit dat je bazin niet eens in het land is - en je belt me pas zes uur later. Niet echt een teken van grote ongerustheid, ofwel?' Hij zei het zonder een spoortje sarcasme, zonder afkeuring, hij somde gewoon de feiten op.

Ik draaide het snoer van de telefoon om mijn vinger tot de bloedtoevoer compleet werd afgesneden, mijn knokkel uitpuilde en mijn vingertopje spierwit werd. Ik kreeg een metalige smaak in mijn mond en besefte dat ik op de binnenkant van mijn onderlip had zitten bijten.

'Alex, het is niet zo dat ik vergeten ben je te bellen,' loog ik openlijk, en ik deed mijn best om niet te denken aan zijn niet-beschuldigende beschuldiging. 'Ik heb stomweg geen vrije seconde gehad, en omdat het zo ernstig klonk, wilde ik je niet bellen op een moment dat ik misschien meteen weer zou moeten ophangen. Ze heeft me vanmiddag wel vijfentwintig keer gebeld en iedere keer was het weer een absoluut noodgeval. Emily is om vijf uur vertrokken en heeft mij alleen bij de telefoon achtergelaten, en Miranda hield maar niet op. Ze belde en belde en belde, en telkens wanneer ik jou wilde bellen, hing zij weer aan de andere lijn. Ik, eh... snap je?'

Mijn snel afgevuurde lijst smoesjes klonk zelfs in mijn eigen oren armzalig, maar ik kon niet meer ophouden. Hij wist net zo goed als ik dat ik het gewoon vergeten was. Niet omdat het me niet kon schelen of omdat ik niet bezorgd was, maar omdat alle niet-Miranda-zaken op de een of andere manier niet meer belangrijk leken zodra ik op mijn werk was. Ik begreep zelf nog niet precies hoe het werkte en ik kon niet uitleggen - laat staan van een ander verlangen dat hij het begreep - dat de buitenwereld gewoon leek op te lossen en er maar één ding overbleef: Runway. En dat fenomeen was vooral moeilijk te verklaren omdat ik zo'n verschrikkelijke hekel aan die wereld had. En toch was het het enige wat telde.

'Sorry, ik moet nu terug naar Joey. Er zijn twee vriendjes bij hem en waarschijnlijk hebben ze intussen het hele huis gesloopt.'

'Joey? Dus je bent in Larchmont? Normaal gesproken ga je toch nooit oppassen op woensdag? Is alles wel goed daar?' Ik hoopte het gesprek af te leiden van het overduidelijke feit dat ik me zes uur lang alleen maar met mijn werk had beziggehouden, en dit leek me de beste manier. Hij zou zeggen dat zijn moeder onverwacht moest overwerken of misschien naar een ouderavond bij Joey op school had gemoeten en dat de vaste oppas had afgebeld. Hij zou natuurlijk niet klagen, dat deed hij nooit, maar hij zou me in ieder geval vertellen wat er aan de hand was.

'Jawel, het gaat goed. Mijn moeder had vanavond onverwacht een klant. Maar ik moet nu echt ophangen. Ik belde je vandaag omdat ik goed nieuws had, maar ja, je hebt dus niet teruggebeld,' zei hij mat.

Ik draaide het telefoonsnoer, dat net losgegaan was, zo strak om mijn wijs- en middelvinger dat ze begonnen te kloppen. 'Het spijt me,' was alles wat ik kon uitbrengen, want ook al wist ik dat hij gelijk had, dat het niet erg begripvol van me was dat ik niet had gebeld, ik was te moe om in de verdediging te gaan. 'Alex, alsjeblieft, straf me nou niet door goed nieuws voor me achter te houden. Weet je hoe lang het geleden is dat iemand me heeft gebeld met goed nieuws? Toe nou, gun me dat dan tenminste.' Ik wist dat mijn rationele reactie het goed zou doen bij Alex.

'Goed, maar zo spannend is het ook weer niet. Ik heb geregeld dat we samen naar de eerste reünie van Brown kunnen.'

'Echt waar? Dus we gaan erheen?' Ik was er een paar keer over begonnen, nonchalant en terloops, dacht ik zelf, maar Alex had er een beetje omheen gedraaid. Dat was niets voor hem, maar hij had niets willen vastleggen. Iedereen wist dat de eerste reünie een enorm feest was, en hoewel hij het nooit zou toegeven, had ik de indruk gekregen dat hij er liever met Max en zijn andere vrienden naartoe ging. Ik had het een paar weken eerder uit mijn hoofd gezet en bedacht dat ik ook gewoon met Lily kon gaan, want we zouden uiteindelijk toch allemaal samen op het feest zijn. Maar Alex had natuurlijk precies doorgehad hoe graag ik met hém wilde gaan, als stel, en had het allemaal geregeld.

'Ja, alles is rond. We hebben een huurauto, een jeep maar liefst, en ik heb een kamer gereserveerd in het Biltmore.'

'Het Biltmore? Dat meen je niet! Gaan we daar slapen? Geweldig!'

'Ja, je hebt zo vaak gezegd dat je daar graag een keer wilt logeren, dus leek het me wel leuk. Ik heb zelfs voor zondag gereserveerd voor de brunch bij Alforno, voor tien personen, dan kunnen we een keer met z'n allen bij elkaar komen.'

'Ongelooflijk. Heb je dat allemaal al rond?'

'Ja. Ik had gedacht dat je uit je dak zou gaan, daarom verheugde ik me er zo op het je te vertellen. Maar kennelijk had je het te druk om me even te bellen.'

'Alex, ik vind het geweldig. Ik kan j e niet vertellen hoe leuk ik het vind! Wat goed dat je alles al hebt geregeld. Het spijt me echt, van dat bellen, maar ik kan haast niet wachten tot het oktober is. Het wordt fantastisch, en allemaal dankzij jou.'

We praatten nog even, en toen ik ophing klonk hij niet meer kwaad, maar ik kón niet meer. Het had me mijn laatste beetje energie gekost, de inspanning om hem terug te winnen en de juiste woorden te vinden, niet alleen om hem ervan te overtuigen dat ik hem niet vergeten was, maar ook om hem duidelijk te maken dat ik echt dankbaar en enthousiast was. Ik weet niet meer hoe ik in de auto ben gestapt en hoe de rit naar huis was, en of ik John Fisher- Galliano in de lobby van mijn appartementengebouw heb begroet of niet. Ik herinner me alleen dat ik moe was tot op het bot, zo moe dat de pijn bijna lekker werd, en ik weet nog dat ik opgelucht was toen ik zag dat Lily's deur dicht was en er geen licht onderdoor kwam. Ik overwoog nog wel om iets te eten te bestellen, maar de gedachte dat ik een bestellijst en de telefoon zou moeten pakken was al te veel - er werd vanavond dus niet gegeten.

In plaats daarvan ging ik op het afbrokkelende beton van mijn nieuwe, nog meubelloze balkonnetje op mijn gemak een sigaret zitten roken. Ik had de fut niet om de rook uit de blazen en liet hem gewoon uit mijn mond lopen en in de lucht om me heen hangen. Toen ik op een gegeven moment Lily's deur en haar schuifelende voetstappen op de gang hoorde, deed ik snel het licht uit en bleef ik in de donkere stilte zitten. Ik had vijftien uur onafgebroken gepraat en kon geen woord meer uitbrengen.