'Wat zei hij?' vroeg Lily, en ze nam nog een hap groene-thee-ijs. Ik had met haar afgesproken bij Sushi Samba om over mijn eerste dag te vertellen. Mijn ouders hadden me tandenknarsend de creditcard voor noodgevallen teruggegeven tot ik mijn eerste salaris binnen had. Pittige tonijnloempia's met een salade van zeewier leek me beslist een noodgeval, dus bedankte ik mijn vader en moeder in stilte omdat ze zo goed voor Lily en mij zorgden.

'Hij zei: "Welkom in het poppenhuis, schat." Ik zweer het je. Is het niet cool?'

Ze keek me met open mond aan, de lepel ergens in de lucht.

'Jij hebt verdomme de coolste baan die ik ken,' zei Lily, die altijd verkondigde dat ze een jaar had moeten gaan werken voordat ze aan haar studie begon.

'Ja, echt behoorlijk cool, hè? Volslagen idioot, maar ook cool.Nou ja, weet ik veel,' zei ik, en ik viel aan op mijn verrukkelijke chocoladebrownie. 'Ik zou misschien ook wel liever studeren.'

'Ja hoor, jij zou veel liever parttime werken om je schandalig dure en volkomen nutteloze studie te bekostigen. Ja, toch? Je bent gewoon jaloers omdat ik achter de bar mag staan in een kroeg waar eerstejaars met pukkels me tot vier uur 's nachts proberen te versieren, waarna ik van acht tot zes college heb, of niet soms? En dat alles in de wetenschap dat ik als - als! - ik binnen nu en zeventien jaar ooit afstudeer, nooit een baan zal vinden. Nergens.' Ze trok haar gezicht in een scheve grijns en nam een slok van haar Sapporo. Lily studeerde Russische literatuur aan Columbia en werkte daarnaast iedere vrije seconde in allerlei los-vaste baantjes. Haar oma had nauwelijks genoeg geld voor zichzelf en Lily wilde geen beurs aanvragen voordat ze de eerste fase had afgerond, dus het was al heel wat dat ze die avond had kunnen komen.

Ik hapte meteen, zoals altijd wanneer ze over haar leven klaagde. 'Waarom doe je het dan, Lil?' vroeg ik, ook al had ik het antwoord al duizenden keren gehoord.

Lily snoof en sloeg haar ogen ten hemel. 'Omdat ik het hartstikke leuk vind!' zei ze sarcastisch. En al zou ze het nooit toegeven, omdat het nu eenmaal leuker was om te klagen, ze vond het écht heel leuk. Ze had al 'iets' met Russische literatuur sinds een docent op de middelbare school tegen haar had gezegd dat ze eruitzag zoals hij zich Lolita altijd voorstelde, met haar ronde gezicht en zwarte krullende haar. Ze had thuis meteen Nabokovs meesterwerk der wellust gelezen en daarna, zonder zich iets aan te trekken van de hele verwijzing leraar-Lolita, al zijn andere werk. En Tolstoi. En Gogol. En Tsjechov. Na de middelbare school had ze zich aangemeld op Brown om samen te werken met een bepaalde professor in de Russische literatuur, die tijdens zijn gesprek met de zeventienjarige Lily had verklaard dat ze de meest belezen en hartstochtelijke studente Russische literatuur was die hij ooit had ontmoet, in welk studiejaar dan ook. Ze vond het nog altijd heel leuk, ze bestudeerde de Russische grammatica en kon alles in de originele versie lezen, maar ze klaagde er nog liever over.

'Oké, ik ben het met je eens dat ik de beste baan heb die er is. Ik bedoel, Tommy Hilfiger! Chanel. Het appartement van Oscar de la Renta. Wat een eerste werkdag. Ik moet wel zeggen dat ik nog niet precies begrijp hoe dit me dichter bij The New Yorker moet brengen, maar misschien kan ik daar nu nog niks van zeggen. Het is allemaal heel onwerkelijk, snap je?'

'Nou, mocht je weer contact zoeken met de werkelijkheid, dan weet je me te vinden,' zei Lily, en ze haalde haar metrokaart uit haar portemonnee. 'Als je naar een echt getto verlangt, naar het echte Harlem, dan ben je van harte welkom in mijn luxueuze flat van twintig vierkante meter.'

Ik betaalde de rekening en we namen afscheid, waarbij ze me probeerde uit te leggen hoe ik van de hoek van Seventh Avenue en Christopher Street naar mijn eigen kamertje helemaal boven Central Park kon komen. Ik hield bij hoog en bij laag vol dat ik precies wist hoe ik met de metro en daarna te voet thuis moest komen, maar zodra ze weg was, nam ik een taxi.

Voor deze ene keer, dacht ik bij mezelf toen ik me op de warme achterbank liet zakken en mijn best deed om de lijflucht van de chauffeur niet in te ademen. Ik ben nu een Runway-girl.

Tot mijn vreugde bleek de rest van de week niet veel anders te verlopen dan de eerste dag. Toen ik Emily vrijdagochtend weer precies om zeven uur trof in de spierwitte receptieruimte, overhandigde ze me mijn eigen identiteitskaart, compleet met een foto waarvan ik niet wist wanneer die was genomen.

'Van de beveiligingscamera,' zei ze toen ik ernaar staarde. 'Die hangen hier overal, het is maar dat je het weet. Er zijn grote problemen geweest met diefstal; kleding en sieraden voor fotosessies. Het schijnt dat koeriers en soms zelfs mensen op de redactie gewoon maar toetastten. Dus nu wordt iedereen gevolgd.' Ze haalde haar kaart door de lezer en de dikke glazen deur ging open.

'Hoe bedoel je, "gevolgd"?'

Ze liep snel de gang naar ons kantoor door, heupwiegend in haar strakke, bruine ribbroek van Seven. Ze had de vorige dag tegen me gezegd dat ik maar eens serieus moest overwegen om er daarvan een stuk of tien aan te schaffen, omdat het zo'n beetje de enige broeken waren die Miranda op kantoor tolereerde, MJ was ook goed, maar alleen op vrijdag, en dan met hoge hakken, MJ? 'Mark Jacobs,' had ze geïrriteerd uitgelegd.

'Dankzij de camera's en identiteitskaarten weten ze min of meer wat iedereen doet,' zei ze, terwijl ze haar Gucci-tas op haar bureau gooide. Ze maakte de knoopjes van haar zeer getailleerde leren blazer los, een jas die me totaal ongeschikt leek voor eind november. 'Ik denk dat ze de video-opnames alleen gebruiken wanneer er iets gestolen is, maar de identiteitskaarten zeggen genoeg. Zodra je je kaart beneden door de lezer haalt, of op je eigen verdieping om de deuren open te maken, weten ze waar je uithangt. Zo kunnen ze zien of iemand op het werk is, dus als je de deur uit moet - en dat gebeurt niet, alleen als er iets vreselijks aan de hand is - kun je mij je kaart geven, dan haal ik hem voor je door de lezer. Zo krijg je toch betaald voor de uren dat je er niet was. Jij doet hetzelfde voor mij, we doen het hier allemaal.'

Ik moest nog bijkomen van dat 'en dat gebeurt niet', maar ze ging door: 'In de Dining Room, het bedrijfsrestaurant, gebruik je hem om je eten te betalen. Het is een debetkaart: je kunt er geld op zetten, en bij de kassa wordt het bedrag eraf gehaald. En zo weten ze dus wat je eet,' zei ze, terwijl ze de deur van Miranda's kantoor van het slot draaide en op de grond neerplofte. Ze pakte meteen een doos wijn en begon hem in te pakken. 'Maakt het ze dan iets uit wat je eet?' vroeg ik, met het gevoel alsof ik in een scène van Sliver terechtgekomen was.

'Eh, dat weet ik eigenlijk niet. Misschien. Ik weet alleen dat ze het kunnen zien. Net als in de fitnesszaal. Daar gebruik je je kaart ook, en bij de kiosk, als je boeken en tijdschriften koopt. Zo blijft het overzichtelijk.'

Overzichtelijk? Dus ik werkte bij een bedrijf waar ze het 'overzichtelijk' noemden om bij te houden op welke verdiepingen personeelsleden kwamen, of ze tussen de middag liever uiensoep of een salade aten en hoe lang ze het uithielden op de crosstrainer? Goh, ik bofte toch maar.

Uitgeput als ik was na vier dagen om half zes te zijn opgestaan, kostte het me vijf volle minuten om de energie op te brengen om mijn jas uit te trekken en aan mijn bureau te gaan zitten. Ik overwoog om even mijn hoofd neer te leggen, maar Emily schraapte haar keel. Hard.

'Eh, kun je me helpen inpakken?' vroeg ze, hoewel het duidelijk geen vraag was. 'Hier, pak aan.' Ze gooide een stapel wit pakpapier naar me toe en hervatte haar taak. Jewel schalde uit de extra boxen die ze aan haar iMac had bevestigd.

Knippen, doos erop, vouwen, plakken; Emily en ik werkten de hele ochtend stevig door en stopten alleen na iedere vijfentwintig dozen om de koeriersdienst van beneden te bellen. Die zou de pakketten vasthouden tot wij half december groen licht gaven om ze over heel Manhattan te verspreiden. De dozen voor buiten de stad hadden we de eerste twee dagen al ingepakt; die stonden in De Kast opgestapeld op DHL te wachten. Ze zouden allemaal met de grootst mogelijke spoed worden verstuurd en moesten de dag na verzending zo vroeg mogelijk bezorgd worden. Ik begreep niet waar die haast goed voor was - het was pas eind november - maar ik had al geleerd dat het beter was om geen vragen te stellen. We zouden zo'n honderdvijftig dozen de hele wereld over sturen. De flessen drank van Priestly gingen naar Parijs, Cannes, Bordeaux, Milaan, Rome, Florence, Barcelona, Genève, Brugge, Stockholm, Amsterdam en Londen. Hele stapels naar Londen! Fed-Ex vloog dozen naar Beijing, Hongkong, Kaapstad, Tel Aviv en Dubai (Dubai!). Er zou op Miranda Priestly geproost worden in Los Angeles, Honolulu, New Orleans, Charleston, Houston, Bridgehampton en Nantucket. En dan kwamen pas de dozen voor New York - de stad waar al Miranda's vrienden, artsen, werksters, kappers, kinderjuffrouwen, visagisten, psychiaters, yogaleraren, fitnessbegeleiders, chauffeurs en personal shoppers woonden. Natuurlijk was hier ook zo'n beetje de hele modewereld te vinden: de ontwerpers, modellen, acteurs, redacteuren, adverteerders, pr-mensen en al die modefreaks die een op hun plaats in de hiërarchie afgestemde fles drank zouden ontvangen, liefdevol bezorgd door een koerier van Elias-Clark.

'Hoeveel denk je dat dit wel niet kost?' vroeg ik aan Emily, terwijl ik voor mijn gevoel het miljoenste vel dik, wit pakpapier bijknipte.

'Ik heb voor 25.000 dollar drank besteld, zei ik toch.'

'Nee, nee, ik bedoel alles bij elkaar. De spoedbezorging van die dozen over de hele wereld, nou... ik denk dat de verzendkosten in sommige gevallen hoger zijn dan de fles die je verstuurt, vooral als het om een Onbenul gaat.'

Ze keek me gefascineerd aan. Het was de eerste keer dat haar blik iets anders uitdrukte dan walging, ergernis of onverschilligheid. 'Eens kijken. Als we ervan uitgaan dat Fed-Ex binnen Amerika ruim twintig dollar kost en internationaal ongeveer zestig, dan kom je uit op 9000 dollar voor Fed-Ex. Ik heb ooit eens gehoord dat de koeriers 11 dollar per doos vragen, dus dat komt voor tweehonderdvijftig dozen op 2750 dollar. En dan onze uren. Het inpakken kost ons een week, dus dat is twee volle weken salaris voor ons allebei, ofwel nog eens 4000 dollar...'

Ik kromp ineen bij de gedachte dat het salaris van ons beiden voor een hele week werk veruit het kleinste deel van de kosten uitmaakte.

'Ja, dan komt het in totaal op zo'n 16.000 dollar. Idioot, hè? Maar ja, wat moet je anders? Ze is nu eenmaal Miranda Priestly.'

Om een uur of één verkondigde Emily dat ze honger had en dat ze naar beneden ging met een paar meiden van de accessoiresafdeling. Ik ging ervan uit dat ze iets te eten ging halen, zoals we de hele week hadden gedaan, dus ik wachtte tien minuten, een kwartier, twintig minuten, maar ze kwam niet terug. Sinds mijn eerste werkdag hadden we geen van beiden in de Dining Room gegeten, voor het geval Miranda zou bellen, maar dit was belachelijk. Het werd twee uur, half drie en drie uur, en ik kon alleen nog maar aan mijn honger denken. Ik probeerde Emily's mobiele telefoon, maar ik kreeg haar voicemail. Was ze misschien dood neergevallen in het restaurant? Gestikt in een blaadje sla, of in elkaar gezakt na een verse fruitshake? Ik overwoog om iemand te vragen iets voor me te gaan halen, maar het leek me nogal primadonna-achtig om een wildvreemde in te schakelen voor mijn lunch. Per slot van rekening was ík er om de lunch voor anderen te halen: O ja, schat, ik ben véél te belangrijk om zomaar te stoppen met dozen inpakken. Kun jij misschien een croissant met kalkoen en brie voor me halen? Fijn. Ik kon het gewoon niet. Dus toen Emily tegen vieren nog steeds niet terug was en Miranda niet had gebeld, deed ik het ondenkbare: Ik liet het kantoor onbemand achter.

Nadat ik op de gang had vastgesteld dat Emily er nog altijd niet aankwam, rende ik letterlijk naar de receptie en drukte ik twintig keer op het liftknopje. Sophy, de bloedmooie Aziatische receptioniste, trok haar wenkbrauwen op en wendde haar blik af, en ik weet niet of dat vanwege mijn ongeduld was of omdat ze wist dat ik Miranda's kantoor onbemand achterliet. Ik had geen tijd om me er druk om te maken. Toen de lift eindelijk kwam, kon ik er nog net in duiken voordat een heroïnemagere jongen met een spottende blik, stekelhaar en limoengroene Puma's op 'deur sluiten' drukte. Niemand ging opzij om plaats voor me te maken, hoewel er ruimte genoeg was. Normaal gesproken zou ik me rot geërgerd hebben, maar nu kon ik me alleen concentreren op mijn missie: eten halen en zo snel mogelijk terug.

De ingang van het van onder tot boven in glas en graniet uitgevoerde bedrijfsrestaurant werd geblokkeerd door een groep roddelaars in opleiding, die lachend en fluisterend ieder groepje mensen dat uit de lift kwam stonden te bekijken. Ik herkende hen onmiddellijk van Emily's beschrijving: vrienden van Elias-medewerkers, ongegeneerd opgewonden omdat ze hier zomaar in het middelpunt van alle drukte stonden. Lily had me ook al gesmeekt haar een keer mee te nemen naar de Dining Room, aangezien bijna iedere krant en ieder tijdschrift in Manhattan hadden geschreven over het fantastische eten en de enorme keuze - om maar te zwijgen van de hoeveelheid mooie mensen. Maar daar was ik nog niet aan toe. Bovendien had ik er zelf, dankzij het ingewikkelde kantoorbewakingsschema van Emily, nooit meer dan tweeënhalve minuut doorgebracht, en dat zou waarschijnlijk ook wel niet gebeuren.

Ik baande me een weg langs de meisjes en voelde hoe ze zich omdraaiden om te kijken of ik belangrijk was. Niet, dus. Snel en doelgericht liep ik langs de verrukkelijke lamskoteletjes en het kalfsvlees in marsalasaus en ik moest al mijn wilskracht aanwenden om de pizza van de dag - met zongedroogde tomaten en geitenkaas - links te laten liggen (op een tafeltje in wat iedereen liefkozend de 'zetmeelhoek' noemde). Het viel niet mee om het pièce de résistance van het restaurant, de saladebar (ook wel bekend als De Sla: 'Ik zie je bij De Sla') te omzeilen, want die had de omvang van een flinke landingsbaan en was van alle kanten toegankelijk. De hordes lieten me gelukkig passeren toen ik luidkeels verkondigde dat ik niet het laatste blokje tofu zou inpikken. Helemaal achterin, vlak achter de paninikraam - die eruitzag als een make-upbalie - was de verlaten, eenzame soepafdeling. Verlaten omdat de kok aldaar de enige in de hele Dining Room was die weigerde om zijn soepen vetarm, vetvrij, zoutarm of koolhydraatvrij te maken. Hij piekerde er gewoonweg niet over. Het gevolg was dat zijn deel van het buffet het enige in de hele zaal was waar geen rij stond, en ik sprintte iedere dag rechtstreeks naar hem toe. Aangezien ik blijkbaar de enige binnen het hele bedrijf was die soep nam - en ik werkte er pas een week - was zijn menu van hogerhand ingekrompen tot één soepsoort per dag. Ik hoopte vurig op tomatensoep met cheddar, maar nee, hij schepte een grote kom gebonden vissoep voor me op en zei er trots bij dat er extra room in zat. Drie mensen bij De Sla draaiden zich om en staarden me aan. Het enige obstakel was nu nog de drukte bij de Chef's Table, waar een volledig in het wit gestoken gastkok grote stukken sashimi uitstalde voor zijn kennelijk idolate fans. Ik las het naamplaatje op zijn gesteven witte kraag, Nobu Matsuhisha, en nam me voor hem op te zoeken zodra ik weer boven was, want blijkbaar was ik de enige die niet voor hem in zwijm viel. Wat was erger, nooit gehoord hebben van Nobu Matsuhisha of van Miranda Priestly?

De tengere caissière keek eerst naar de soep en vervolgens naar mijn heupen toen ze de kassa aansloeg. Dacht ik. Ik was inmiddels gewend geraakt aan die kritische blikken, maar ik zou zweren dat ze me bekeek met dezelfde gezichtsuitdrukking die ik gebruikt zou hebben voor iemand van 230 kilo die acht Big Macs voor zijn neus had liggen. Ze trok haar wenkbrauwen op alsof ze wilde vragen: 'Kun je het écht niet laten?' Maar ik zette mijn paranoia opzij en herinnerde mezelf eraan dat ze caissière in een bedrijfsrestaurant was, geen groepsleidster bij de Weight Watchers. En geen moderedactrice.

'Zo zo. Er zijn niet veel mensen die nog soep nemen,' zei ze zachtjes, terwijl ze het totaal aansloeg.

'Ik denk dat er weinig mensen zijn die van gebonden vissoep houden,' mompelde ik, en ik haalde mijn kaart door de lezer en spoorde haar in gedachten aan om op te schieten.

Ze stopte met intoetsen en keek me vanonder haar smalle wenkbrauwen recht in de ogen. 'Nee, omdat de kok erop staat van die moddervette soepen te maken. Heb je enig idee hoeveel calorieën daarin zitten? Heb je enig idee hoe dik je van dat kopje soep wordt? Ik wil alleen maar zeggen dat je wel vijf kilo kunt aankomen door er alleen maar naar te kijken.' En jij kunt je die vijf kilo niet veroorloven, impliceerde ze.

Au. Alsof het nog niet moeilijk genoeg was geweest om mezelf ervan te overtuigen dat ik een normaal gewicht had bij een normale lengte toen al die lange, dunne blondjes van Runway me openlijk van top tot teen hadden bekeken, ging nu de caissière - onmiskenbaar, overduidelijk - me vertellen dat ik dik was. Ik griste mijn warmhoudzakje mee, duwde iedereen opzij en liep naar de toiletten, die heel handig vlak bij de Dining Room waren, zodat iedereen zijn of haar zojuist naar binnen geschranste eten er meteen uit kon gooien. En al wist ik best dat de spiegel niets meer of minder zou onthullen dan die ochtend, toch keek ik erin. Een woedend gezicht staarde terug.

'Wat doe jij hier in godsnaam?' schreeuwde Emily zo'n beetje tegen mijn spiegelbeeld. Ik draaide me met een ruk om en zag nog net hoe ze haar leren blazer over haar Gucci-tas hing en haar zonnebril boven op haar hoofd schoof. Het begon me te dagen dat Emily ergens had geluncht. Ergens anders dan hier. Buiten de deur. Ze had me dus zonder enige waarschuwing drieënhalf uur alleen gelaten, min of meer aan de telefoon gekluisterd, zonder enige hoop op voedsel of toiletbezoek. Maar dat deed er allemaal niet toe, want ik wist dat ík in de fout was gegaan door weg te lopen, en nu zou iemand van mijn eigen leeftijd me om die reden gaan uitkafferen. Gelukkig zwaaide de deur net open en schreed de hoofdredacteur van Coquette binnen. Ze bekeek ons allebei van top tot teen, maar Emily pakte me bij mijn arm en sleurde me de toiletten uit, naar de lift toe. Daar stonden we dan, zij met mijn arm in een stevige greep en ik alsof ik zojuist in bed had geplast. Het leek wel zo'n scène waarin de ontvoerder op klaarlichte dag een pistool in de rug van een vrouw duwt en haar zachtjes bedreigt terwijl hij haar meeneemt naar zijn martelkelder.

'Hoe kon je me dit aandoen?' fluisterde ze woedend toen ze me door de deuren naar de receptie van Runway duwde en we samen terugrenden naar onze bureaus. 'Ik ben als eerste assistente verantwoordelijk voor ons kantoor. Ik weet dat je nieuw bent, maar ik heb je vanaf de eerste dag gezegd dat we Miranda nooit alleen laten.'

'Maar Miranda is er niet.' Het kwam er piepend uit.

'Ze had kunnen bellen terwijl jij weg was en dan was er verdomme niemand geweest om die klotetelefoon op te nemen!' schreeuwde ze, en ze smeet de tussendeur dicht. 'Onze allereerste prioriteit - onze enige prioriteit - is Miranda Priestly. Punt uit. Als het je niet bevalt, zijn er miljoenen meisjes die een moord zouden doen voor jouw baan. En luister nu je voicemail af. Als ze heeft gebeld, zijn we er geweest. Nee, dan ben jij er geweest.'

Ik wilde het liefst in mijn iMac kruipen en sterven. Hoe had ik het zo gigantisch kunnen verprutsen, al in mijn eerste week? Miranda was nog niet eens op kantoor en ik had haar al laten vallen. Mijn honger had best kunnen wachten. Er waren hier mensen die écht belangrijk waren en die hun werk moesten doen, mensen die op mij vertrouwden, en ik had ze in de steek gelaten. Ik belde mijn voicemail.

'Hoi Andy, met mij.' Alex. 'Waar zit je? Ik heb nog nooit meegemaakt dat je niet opnam. Ik verheug me zo op ons etentje van vanavond - het gaat toch wel door, hè? Jij mag kiezen waar we heen gaan. Bel me even als je dit hoort, in de docentenkamer, na vier uur. Dag, lieverd.' Ik voelde me meteen schuldig, want na het hele lunchdebacle had ik me al voorgenomen om ons afspraakje te verzetten. Mijn eerste week was zo hectisch geweest dat we elkaar nauwelijks hadden gezien, en we zouden die avond feestelijk uit eten gaan, lekker met zijn tweetjes. Maar ik wist dat ik niet erg gezellig zou zijn en dat ik waarschijnlijk boven mijn wijn in slaap zou vallen, en eigenlijk wilde ik ook een avond alleen zijn. Ik moest niet vergeten hem te bellen en te vragen of we het konden verzetten naar de volgende dag.

Emily kwam pal naast me staan. Ze had haar eigen voicemail al afgeluisterd. Aan haar relatief kalme gezicht te zien, had Miranda haar niet met de dood bedreigd. Ik schudde mijn hoofd om aan te geven dat ik ook nog geen bericht van haar had.

'Hoi Andrea, met Cara.' Het kindermeisje van Miranda. 'Miranda belde net hierheen...' Mijn hart stond stil.'... en ze zei dat er op kantoor niet opgenomen werd. Ik dacht dat er vast wat aan de hand was, dus ik heb gezegd dat ik Emily en jou allebei net nog gesproken had. Ze wilde dat er een Women 's Wear Daily naar het Ritz werd gefaxt, en ik had er hier nog een liggen. Ik heb de ontvangst al laten bevestigen, dus maak je niet druk. Ik wilde het je alleen even laten weten. Fijn weekend, ik spreek je nog. Dag.'

Mijn leven was gered. Die meid was echt een engel. Ik kon me haast niet voorstellen dat ik haar pas een week kende - en niet eens persoonlijk, alleen via de telefoon - maar ik geloof dat ik verliefd op haar was. Ze was in alle opzichten de tegenpool van Emily: rustig, met beide benen op de grond en wars van mode. Ze zag in hoe absurd het gedrag van Miranda was, maar misgunde het haar niet; ze had de zeldzame, prettige eigenschap dat ze om zichzelf en anderen kon lachen. Ik had een vriendin gevonden.

'Nee, Miranda is er niet bij,' zei ik met een triomfantelijke glimlach tegen Emily, en het was niet eens helemaal gelogen. 'Het is goed afgelopen.'

'Voor jou, ja, deze keer,' zei ze mat. 'Denk erom: we doen dit samen, maar ik ben verantwoordelijk. Jij dekt me als ik eens een keer wil gaan lunchen, daar heb ik recht op. Dit gebeurt nooit meer, begrepen?'

Ik slikte een rotopmerking in en zei: 'Oké.'

Die avond om zeven uur hadden we de rest van de flessen ingepakt en naar de koeriersdienst gebracht, en Emily had geen woord meer gezegd over het lunchincident. Om acht uur plofte ik eindelijk in een taxi (voor deze ene keer) en om tien uur lag ik languit, nog aangekleed, op mijn bed. Ik had nog niet gegeten, want ik moest er niet aan denken om de straat op te gaan en weer te verdwalen in mijn eigen buurt, zoals de vorige avonden. Met mijn gloednieuwe Bang & Olufsen-telefoon belde ik Lily om me te beklagen.

'Hé! Ik dacht dat jij met Alex uit eten ging.'

'Ja, dat hadden we afgesproken, maar ik ben doodop. Hij vindt het niet erg om morgen te gaan en ik denk dat ik maar iets laat bezorgen. Ik zie wel. Hoe was jouw dag?'

'Daar heb ik maar één woord voor: zwaar klote. Oké, dat waren er twee. Je raadt nooit wat er is gebeurd. Trouwens, natuurlijk raad je dat wel, want het gebeurt regel-'

'Schiet op, Lil, ik val zó in slaap.'

'Oké. Er kwam vandaag een ontzettend leuke jongen naar mijn lezing. Keek de hele tijd alsof hij het allemaal vreselijk interessant vond en na afloop wachtte hij me op. Daarna vroeg hij of ik iets met hem wilde gaan drinken, want hij wilde alles horen over mijn scriptie, die hij ook al had gelezen.'

'Klinkt goed. De cijfers?' Lily ging bijna iedere avond met een ander op stap, maar ze had de Ideale Man nog niet gevonden. Toen ze op een avond had gehoord hoe een paar vrienden van ons de vrouwen met wie ze uit geweest waren cijfers gaven, had ze haar eigen beoordelingssysteem bedacht. 'Ze krijgt een zes, acht, B-plus,' had Jake bijvoorbeeld gezegd over de pr-assistente van de avond daarvoor. Het eerste cijfer was voor het gezicht, het tweede voor het figuur en het karakter kwam natuurlijk als laatste aan bod, iets algemener aangeduid met een letter. Omdat er bij de beoordeling van mannen uiteraard veel meer factoren meetellen, had Lily haar eigen systeem opgezet, met tien onderdelen die allemaal een cijfer kregen. De ideale Man had natuurlijk alle belangrijke punten: intelligentie, gevoel voor humor, een goed lijf, een leuke kop en een baan die in de ruimhartig gekozen categorie 'normaal' viel. Aangezien het vrijwel onmogelijk was om de Ideale Man te vinden, konden kandidaten hun score opschroeven met punten uit de vijf secundaire categorieën, waaronder de afwezigheid van gestoorde ex-vriendinnen of ouders en huisgenoten met verkrachtingsneigingen, en de aanwezigheid van andere interesses of hobby's dan sport of porno. Tot dusver was de hoogste score een negen geweest, maar die jongen had het uitgemaakt met Lily.

'In het begin ging het goed, een zeven. Hij studeert theaterwetenschappen aan Yale én is hetero, en bovendien kan hij een gesprek voeren over de politieke situatie in Israël zonder zich ervan af te maken met: "Platgooien die hap." Dus dat was mooi.'

'Klinkt goed. Ik ben benieuwd wat hem de das om heeft gedaan. Begon hij over zijn favoriete Nintendo-spelletje?'

'Erger.' Ze zuchtte.

'Is hij dunner dan jij?'

'Nog erger.'

'Heel gierig?'

'Erger.' Ze klonk verslagen.

'Wat kan er in godsnaam nog erger zijn?'

'Hij woont op Long Island...'

'Lily! Dus hij is geografisch ongeschikt. Dat wil niet zeggen dat het niks is. Je weet toch wel dat...'

'Bij zijn ouders,' viel ze me in de rede. O.

'Al vier jaar.' Oei.

'En hij vindt het heerlijk. Zegt dat hij nooit alleen in zo'n grote stad zou willen wonen terwijl zijn ouders zulk goed gezelschap vormen.'

'O, jee! Hou maar op. Ik geloof niet dat we dat ooit eerder hebben meegemaakt: van een zeven naar een nul in één afspraakje. Hij heeft een nieuw record gevestigd. Gefeliciteerd, jouw dag was officieel nog erger dan de mijne.' Ik schopte snel mijn slaapkamerdeur dicht toen ik Shanti en Kendra uit hun werk hoorde komen. Ik hoorde ook een mannenstem, en ik vroeg me af of ze eigenlijk een vriend hadden. Ik had hen de afgelopen anderhalve week in totaal misschien tien minuten gezien, want ze hadden kennelijk nog langere werkdagen dan ik.

'Is het zo erg? Hoe kun jij nou een rotdag gehad hebben? Je werkt in de móde,' zei ze.

Er werd zachtjes op de deur geklopt.

'Wacht even, er wordt geklopt. Binnen!' riep ik naar de deur, veel te hard voor dat kleine hokje. Ik wachtte tot een van mijn stille huisgenotes schuchter zou komen vragen of ik er nog aan had gedacht de huisbaas te bellen voor een aangepast hum-contract (nee), of ik nieuwe papieren borden had gekocht (nee) en of er nog voor hen was gebeld (nee), maar Alex stond voor de deur.

'Lily, kan ik je straks terugbellen? Alex komt net binnen.' Ik was hartstikke blij om hem te zien, en blij dat hij me had verrast, maar diep in mijn hart had ik me erop verheugd een douche te nemen en in bed te kruipen.

'Tuurlijk. Doe hem maar de groeten. En vergeet niet hoeveel mazzel je hebt met een man met tien punten, Andy. Hij is te gek. Je mag wel zuinig op hem zijn.'

'Alsof ik dat niet weet. Hij is verdorie bijna heilig,' zei ik met een lachje naar Alex.

'Nou, dag.'

'Hoi!' Ik dwong mezelf om rechtop te gaan zitten, op te staan en naar hem toe te lopen. 'Wat een verrassing!' Toen ik hem wilde omhelzen, deinsde hij achteruit, en hij hield zijn handen op zijn rug. 'Wat is er?'

'Niks. Ik weet dat je een zware week hebt gehad en ik dacht dat je vast nog niet had gegeten, dus heb ik iets meegebracht.' Hij haalde een enorme papieren zak achter zijn rug vandaan, zo'n ouderwetse bruine van de supermarkt, waar al vetvlekken op zaten die verrukkelijk roken. Ik was ineens uitgehongerd.

'Dat meen je niet! Hoe wist je dat ik mezelf hier moed in zat te praten om nog iets te eten te gaan halen? Ik had het al bijna opgegeven.'

'Kom hier dan, eten jij.' Hij deed met een blij gezicht de zak open, maar we pasten niet samen op de grond van mijn slaapkamer, ik overwoog even om in de huiskamer te gaan eten, maar Kendra en Shanti hingen samen voor de tv, met hun onaangeroerde afhaalsalades nog in de plastic bakken voor hun neus. Ik dacht dat ze wachtten met eten tot Real World afgelopen was, maar toen zag ik dat ze allebei in slaap gevallen waren. Wat een fijn leven hadden wij toch.

'Wacht, ik heb een idee,' zei Alex, en hij sloop naar de keuken. Toen hij terugkwam, vouwde hij twee grote vuilniszakken uit op mijn blauwe sprei. Hij graaide in de vettige zak en haalde er twee supergrote hamburgers met alles erop en eraan en een flinke portie friet uit. Hij had zelfs gedacht aan zakjes ketchup en kilo's zout voor mij, en servetjes. Ik klapte enthousiast in mijn handen, hoewel ik even het teleurgestelde gezicht van Miranda voor me zag, die zei: 'Jij? Een hamburger?'

'Ik ben nog niet klaar. Hier, kijk maar.' En uit zijn rugzak kwamen een handvol piepkleine geurkaarsjes - vanille - een fles rode wijn met schroefdop en twee papieren bekertjes.

'Ongelooflijk,' zei ik zachtjes. Dat hij dat allemaal voor me overhad terwijl ik ons afspraakje had afgezegd.

Hij gaf me een bekertje wijn en toostte met het zijne. 'Je dacht toch niet dat ik die verhalen over de eerste dag van de rest van je leven wilde missen? Proost, op mijn meisje.'

'Dank je wel,' zei ik, en ik nam langzaam een slokje. 'Dank je, dank je, dank je.'