'Andrea, met Emily,' klonk een schorre stem door de telefoon. 'Hoor je me wel?' Het was maanden geleden dat Emily me midden in de nacht thuis had gebeld, dus ik wist dat er echt iets aan de hand moest zijn.
'Hoi. Ja, hoor. Je klinkt beroerd,' zei ik, en ik zat meteen rechtop in bed en vroeg me af of Miranda haar dit had aangedaan. De laatste keer dat ik Emily zo laat aan de telefoon had gehad, was toen Miranda haar op zaterdagavond om elf uur vanuit Miami had gebeld om te eisen dat ze een privé-vliegtuig regelde dat haar en meneer Tomlinson naar huis kon vliegen, omdat hun vlucht was geannuleerd vanwege het slechte weer. Emily wilde net de deur uit gaan voor haar eigen verjaardagsfeestje toen het telefoontje kwam, en ze had mij meteen gebeld om me te smeken of ik het wilde afhandelen. Ik had het bericht pas de volgende dag gehoord, maar toen ik haar belde, was ze nog steeds in tranen geweest.'Ik heb mijn eigen feest gemist, Andrea,' had ze gejammerd zodra ze opnam. 'Ik heb mijn eigen feestje gemist omdat ik een vliegtuig moest regelen!'
'Konden ze niet voor één nacht een hotel nemen en de volgende dag terugvliegen, als normale mensen?' had mijn logische vraag geluid.
'Denk je dat ik daar niet aan heb gedacht? Ik heb binnen zeven minuten na het eerste telefoontje penthousesuites voor hen gereserveerd in de Shore Club, het Albion en het Delano, want ik kon me niet voorstellen dat Miranda serieus een vliegtuig wilde charteren. Ik bedoel, het was zaterdagavond! Hoe charter je op zaterdagavond een vliegtuig?'
'Maar dat vond ze geen goed idee?' had ik op kalmerende toon gevraagd, met een groot schuldgevoel omdat ik haar niet had kunnen helpen, maar tegelijkertijd dolblij dat ik alle ellende had gemist.
'Nee, helemaal geen goed idee. Ze belde om de tien minuten om te vragen waarom ik nog niets had gevonden, en ik moest steeds iedereen in de wacht zetten om haar te woord te staan. Als ze dan ophing, had die ander ook opgehangen.' Ze hapte naar lucht. 'Het was een nachtmerrie.'
'Hoe is het afgelopen? Ik durf het bijna niet te vragen.'
'Hoe het afgelopen is? Niét. Ik heb iedere particuliere vliegtuigverhuurder in heel Florida gebeld, maar het zal je niet verbazen dat die op zaterdag midden in de nacht de telefoon niet opnamen. Ik heb piloten opgepiept, luchtvaartmaatschappijen gebeld om te vragen of zij iets wisten en zelfs een of andere hoge pief van het vliegveld in Miami te spreken gekregen. Ik zei dat ik binnen een halfuur een vliegtuig nodig had om twee personen naar New York te brengen, en weet je wat hij deed?'
'Nou?'
'Hij begon te lachen. Keihard. Hij beschuldigde me van terrorisme, drugssmokkel en weet ik wat nog meer. Zei dat de kans groter was dat ik precies twintig keer werd getroffen door de bliksem dan dat ik op dat tijdstip een vliegtuig en een piloot zou kunnen regelen, wat ik ook bereid was te betalen. En als ik nog een keer zou bellen, was hij gedwongen mijn verzoek door te geven aan de FBI. Dat geloof je toch niet?' Ze schreeuwde nu. 'Zoiets geloof je toch godverdomme niet? De FBI!'
'En ik neem aan dat Miranda daar niet blij mee was?'
'O jawel, ze was dolgelukkig. Twintig minuten lang weigerde ze te geloven dat er geen enkel vliegtuig te krijgen was. Ik verzekerde haar dat ze niet bezet waren, maar dat het gewoon een lastig tijdstip was om een vliegtuig te charteren.'
'En toen?' Ik voorzag geen goede afloop.
'Om een uur of half twee 's nachts zag ze eindelijk in dat ze niet meer naar huis zou vliegen. Niet dat het wat uitmaakte, want de tweeling had oppas en Annabelle zou er zondag de hele dag zijn. Ik moest uiteindelijk een ticket kopen voor de eerste vlucht van de volgende ochtend.'
Dat begreep ik niet. Als haar vlucht geannuleerd was, zou ze toch wel door de luchtvaartmaatschappij op de eerstvolgende vlucht zijn gezet, vooral gezien haar miljarden airmiles, haar driedubbele VIP- status en de kosten van haar oorspronkelijke first class-ticket. Dat zei ik dus ook.
'Ja, Continental had hen op de eerste vlucht gezet, die van tien voor zeven 's morgens. Maar toen Miranda hoorde dat er iemand was die een kwartier eerder met Delta Airlines naar New York zou vliegen, flipte ze helemaal. Ze noemde me een incompetente idioot en vroeg keer op keer wat ze aan een assistente had als die niet eens een eenvoudig klusje als het charteren van een vliegtuig aankon.' Ze snufte en ik hoorde haar iets drinken. Waarschijnlijk koffie.
'Nee, toch? Ik weet al watje gaat zeggen. Je hebt toch niet...?'
'Jawel.'
'Dat meen je niet. Voor dat kwartier?'
'Inderdaad! Wat moest ik anders? Ze was heel ontevreden over me, en op die manier leek het tenminste nog alsof ik iets dééd. Het kostte een paar duizend dollar extra, dus dat viel wel mee. Ze was bijna blij toen we ophingen, wat wil je nog meer?'
We moesten nu allebei lachen. Ik wist zonder dat Emily het me hoefde te vertellen - en zij wist dat ik het wist - dat ze twee extra business class-tickets had gekocht voor de vlucht met Delta, alleen om Miranda koest te houden en ervoor te zorgen dat er eindelijk, verrukkelijk, een einde zou komen aan de onophoudelijke stroom eisen en beledigingen.
Ik kwam niet meer bij. 'Wacht even. Tegen de tijd dat je een auto had gebeld om haar naar het Delano te brengen...'
'... was het bijna drie uur 's nachts, en ze had me sinds elf uur precies tweeëntwintig keer gebeld. De chauffeur heeft gewacht terwijl ze in hun penthousesuite een douche namen en zich omkleedden, en toen zijn ze meteen teruggereden naar het vliegveld voor die "vroegere" vlucht.'
'Hou op! O, hou op,' zei ik, met steken in mijn zij van het lachen
om deze charmante gebeurtenissen. 'Dit kan niet waar zijn.'
Emily hield op met lachen en deed alsof ze bloedserieus was. 'Vind je dit al leuk? Je hebt het mooiste nog niet gehoord.'
'O, vertel op. Vertel!' Ik was helemaal enthousiast omdat Emily en ik eindelijk een keer tegelijkertijd iets grappig vonden. Het was een lekker gevoel om een team te vormen; samen voerden we de strijd tegen onze onderdrukker. Het drong voor het eerst tot me door hoe anders dat jaar eruit had kunnen zien als Emily en ik echte vriendinnen waren geweest, als we elkaar de hand boven het hoofd hadden gehouden, elkaar hadden beschermd en genoeg hadden vertrouwd om Miranda als één front het hoofd te bieden. Waarschijnlijk was het werk dan een stuk minder ondraaglijk geweest, maar behalve op zeldzame momenten als dit waren we het zelden ergens over eens.
'Weet je wat het allermooiste was?' Ze zweeg even om onze gedeelde vreugde te rekken. 'Ze heeft het zelf natuurlijk niet in de gaten gehad, maar ook al vertrok Delta eerder, dat toestel landde volgens schema acht minuten later dan haar eigen vlucht met Continental!'
'Hou op!' brulde ik, helemaal blij met deze verrukkelijke nieuwe informatie. 'Dat meen je niet.'
Toen we eindelijk opgehangen hadden, had ik tot mijn verbazing gezien dat we ruim een uur aan de telefoon hadden gezeten, als echte vriendinnen. Natuurlijk deden we 's maandags op kantoor weer gewoon min of meer openlijk vijandig tegen elkaar, maar sinds dat weekend was ik Emily toch een beetje aardiger gaan vinden. Tot nu dan, natuurlijk. Ik mocht haar echt niet zo graag dat ik zat te wachten op de ongetwijfeld irritante boodschap of lastige klus die ze voor me had.
'Echt, je klink vreselijk. Ben je ziek?' Ik deed dapper mijn best om mijn stem een vleugje sympathie mee te geven, maar de vraag kwam er agressief en beschuldigend uit.
'Ja,' zei ze schor, waarna ze vreselijk begon te hoesten. 'Heel ziek.'
Ik geloofde het nooit als iemand zei dat hij heel ziek was: zonder de diagnose van iets erg officieels en potentieel levensbedreigends kon je bij Runway best komen werken. Dus toen Emily uitgehoest was en herhaalde dat ze heel ziek was, dacht ik nog niet eens aan de mogelijkheid dat ze die maandag niet zou komen werken. Per slot van rekening zouden Miranda en zij 18 oktober naar Parijs vliegen, en dat was al over vier dagen. Bovendien had ik zelf een paar keelontstekingen, bronchitisaanvallen, een afschuwelijke voedselvergiftiging, een hardnekkig rokershoestje en een flinke verkoudheid doorstaan zonder me één dag ziek te melden.
Ik was een keer snel naar de dokter gegaan om antibiotica te halen tegen een keelontsteking (ik was de wachtkamer in geglipt en had geëist dat de assistente me meteen door liet lopen, op een moment dat Miranda en Emily dachten dat ik op zoek was naar een nieuwe auto voor meneer Tomlinson), maar er was nooit genoeg tijd voor preventieve maatregelen. Mijn haar was twaalf keer geverfd door Marshall, ik was een paar keer gratis gemasseerd in een schoonheidssalon waar ze het een eer vonden om de assistente van Miranda te verwelkomen en ik had talloze manicures, pedicures en complete metamorfoses ondergaan, maar ik was al een jaar lang niet bij de tandarts of gynaecoloog geweest.
'Kan ik soms iets doen?' vroeg ik quasi-nonchalant aan Emily, terwijl ik me suf piekerde over de vraag waarom ze mij belde om te zeggen dat ze zich niet goed voelde. Dat deed er immers totaal niet toe, voor haar niet en voor mij niet. Ze zou maandag gewoon komen werken, of ze zich nu beroerd voelde of niet.
Ze hoestte hard en ik hoorde het slijm in haar keel rochelen. 'Eh ja, eigenlijk wel. Jezus, waarom moet mij dit nou overkomen!'
'Wat? Wat is er dan?'
'Ik kan niet met Miranda naar Europa. Ik heb de ziekte van Pfeiffer.' 'Wat?'
'Je hoort het goed, ik kan niet mee. De dokter heeft vandaag gebeld met de uitslag, en ik mag de komende drie weken de deur niet uit.'
Drie weken! Dat kon niet waar zijn. Ik had geen tijd om het rot voor haar te vinden: ze had me zojuist medegedeeld dat ze niet naar Europa zou gaan, en die gedachte, het idee dat Miranda en Emily allebei twee hele weken uit mijn leven zouden verdwijnen, had me de afgelopen maanden op de been gehouden.
'Em, ze vermoordt je! Je moet mee! Weet ze het al?'
Aan de andere kant van de lijn viel een onheilspellende stilte. 'Eh, ja, ze weet het al.'
'Heb je haar gebeld?'
'Ik heb mijn huisarts laten bellen, want ze vond de ziekte van Pfeiffer niet ernstig genoeg, dus heeft hij haar verteld dat ik haar en iedereen om me heen kan besmetten, maar wat ik eigenlijk...' Haar stem ebde weg en haar toon verried iets veel, veel ergers.
'Wat? Wat wil je nou zeggen?' Mijn instinctieve neiging tot zelfbehoud maakte meteen overuren.
'Wat ik eigenlijk wilde zeggen, is dat ze nu wil dat jij meegaat.'
'Ze wil dat ik meega naar Parijs, zei je? Heel leuk. Wat heeft ze écht gezegd? Ze heeft gedreigd je te ontslaan omdat je ziek bent, hè?'
'Andrea, ik...' Er klonk hard, slijmerig gehoest en even dacht ik dat ze ter plekke zou sterven, met de telefoon in haar hand. 'Ik meen het. Helemaal, absoluut. Ze zei iets over de assistenten in het buitenland die allemaal achterlijk zijn en dat ze dan nog liever jou meenam.'
'O, als je het zo formuleert, wil ik niets liever! Niets werkt zo goed om me over te halen als vleierij. Goh, dat had ze nou niet moeten zeggen. Ik bloos ervan!' Ik wist niet of ik me kwaad moest maken omdat Miranda wilde dat ik met haar meeging naar Parijs of omdat ze dat alleen maar wilde omdat ze mij net iets minder hersendood inschatte dan die anorectische Franse klonen van... mezelf.
'Ach, hou toch eens op,' zei ze schor tussen twee inmiddels erg irritante hoestbuien door. 'Je hebt ongelooflijke mazzel. Ik heb twee jaar op dit reisje gewacht, ruim twee jaar, en nu kan ik niet weg. Dat is pijnlijk ironisch, besef je dat wel?'
'Natuurlijk! Het is één groot cliché: jouw hele bestaan draait om deze reis en voor mij is het een nagel aan mijn doodskist, en toch moet ik mee en blijf jij thuis. Grappig eigenlijk, hè? Ik kom niet meer bij van het lachen,' zei ik met een stalen gezicht, en het klonk verre van vrolijk.
'Nou, ik vind het ook verschrikkelijk, maar wat doe je eraan? Ik heb Jeffy al gebeld om te zeggen dat hij kleding voor je moet bestellen. Je neemt een hele hoop mee, want je trekt bij iedere show iets anders aan, en er zijn dineetjes en natuurlijk Miranda's feest in hotel Costes. Allison helpt je met de make-up. Ga maar naar Stef van Accessoires om tassen, schoenen en sieraden te bespreken. Je hebt maar vier dagen, dus begin er morgenvroeg meteen mee, oké?'
'Ik kan nog steeds niet geloven dat ze dit echt van me verwacht.'
'Geloof het toch maar, het was echt geen grapje. En omdat ik deze week niet op kantoor ben, zul je ook...'
'Wat? Kom je niet eens naar kantóór?' Ik mocht dan zelf nooit een dag vrij genomen of me ziek gemeld hebben, voor Emily gold hetzelfde. Één keer had het weinig gescheeld, toen haar overgrootvader was gestorven, maar het was haar gelukt om naar Philadelphia te gaan en de begrafenis bij te wonen zonder één minuut werk te missen. Zo deed je dat. Punt uit. Afgezien van sterfgevallen (alleen directe familie), zware, bloederige ongelukken (van jezelf) of een kernoorlog (alleen officieel bevestigd door de Amerikaanse overheid en alleen indien Manhattan er rechtstreeks bij betrokken was) was er geen reden om niet aanwezig te zijn. Dit werd een keerpunt in het regime Priestly.
'Andrea, ik heb de ziekte van Pfeiffer. Dat is zeer besmettelijk. Het is echt ernstig. Ik mag mijn flat niet eens uit voor een kop koffie, laat staan om te gaan werken. Miranda begrijpt het, dus zul jij het moeten overnemen. Er is nog een hoop werk te verrichten voordat jullie samen naar Parijs kunnen.'
'Miranda begrijpt het? Hou toch op! Wat zei ze?' Ik weigerde te geloven dat ze zoiets prozaïsch als de ziekte van Pfeiffer aanvaardde als een reden om niet te komen werken. 'Gun me dat pleziertje nou. Mijn leven wordt de komende weken een hel.'
Emily zuchtte, en ik kon haar geërgerde blik door de telefoon horen. 'Goed, ze was er niet blij mee. Ik heb haar zelf niet gesproken, maar volgens mijn huisarts bleef ze maar vragen of Pfeiffer wel een echte ziekte is. Maar toen hij haar verzekerde dat dat het geval is, was ze heel begripvol.'
Ik lachte hardop. 'Natuurlijk, Emily, natuurlijk. Maak je maar geen zorgen, oké? Zorg jij maar dat je beter wordt, dan doe ik de rest.'
'Ik mail je een lijstje, zodat je niets vergeet.'
'Ik vergeet niks. Ze is dit jaar al vier keer naar Europa geweest, ik weet hoe het gaat. Ik haal beneden bij de bank contant geld, wissel een paar duizend dollar in francs, koop voor nog eens een paar duizend dollar traveller's cheques en bevestig ter plekke drie keer al haar afspraken voor de kapper en de make-up. En verder? O ja, ik zal ervoor zorgen dat het Ritz haar deze keer de goede telefoon meegeeft en ik maak de chauffeurs van tevoren duidelijk dat ze haar nooit mogen laten wachten. Ik ben nu al aan het bedenken wie er allemaal een kopie van haar reis- en werkschema nodig hebben. Dat typ ik wel uit, trouwens, geen probleem, en ik zorg ervoor dat het wordt uitgedeeld. Natuurlijk moet er ook een uitgebreid schema komen voor de lessen, repetities en speelafspraakjes van de kinderen en werkschema's voor het personeel bij haar thuis. Zie je wel! Je hoeft je geen zorgen te maken, ik heb alles onder controle.'
'Vergeet het fluweel niet,' zei ze streng. De laatste woorden kwamen er bijna volautomatisch uit. 'Of de sjaals!'
'Natuurlijk niet. Het staat allemaal al op mijn lijstje.' Voordat Miranda haar spullen inpakte - of eigenlijk voordat ze haar huishoudster haar spullen liet inpakken - moest Emily of ik enorme rollen fluweel kopen bij een stoffenwinkel en die naar Miranda's appartement brengen. Daar knipten we de stof samen met de huishoudster in precies dezelfde vorm en maat als ieder kledingstuk dat ze wilde meenemen en werd alles keurig in fluweel verpakt. Die pakketjes verdwenen in tientallen Louis Vuitton-koffers, met vele stukken reservefluweel die ze kon gebruiken nadat ze de eerste lading steevast had weggegooid bij het uitpakken in Parijs. Daarnaast vulden we meestal een halve koffer met oranje Hermès-dozen, met in iedere doos één witte sjaal, die ze zou verliezen, vergeten, kwijtraken of gewoonweg ergens achterlaten.
Ik hing op na het gesprek met Emily, nadat ik mijn uiterste best had gedaan om mijn stem oprecht medelevend te laten klinken. Lily lag languit op de bank een sigaret te roken en aan een cocktailglas te nippen, waar een heldere vloeistof in zat die duidelijk niet uit de kraan kwam.
'Ik dacht dat we hier niet mochten roken,' zei ik. Ik plofte naast haar neer en legde meteen mijn voeten op de versleten houten salontafel, een afdankertje van mijn ouders. 'Niet dat het me wat kan schelen, maar het was jóuw regel.' Lily was niet zo'n fanatieke fulltime roker als ondergetekende; ze rookte meestal alleen als ze dronk en kocht zelfs nooit een pakje sigaretten. Nu piepte er een gloednieuw doosje Camel Special Lights uit het borstzakje van haar veel te grote mannenoverhemd. Ik gaf met mijn pantoffel een duwtje tegen haar bovenbeen en knikte naar de sigaretten. Ze gaf me er een, en een aansteker.
'Ik wist dat jij het niet erg zou vinden,' zei ze, waarna ze traag een lange trek nam. 'Ik ben iets aan het uitstellen en als ik rook kan ik me beter concentreren.'
'Wat stel je uit?' Ik stak mijn sigaret aan en gooide de aansteker terug. Ze wilde dit semester zeventien studiepunten halen, om het debacle van afgelopen voorjaar goed te maken. Ik keek toe hoe ze nog een trek nam, gevolgd door een flinke slok van haar niet-water. Ik kreeg niet de indruk dat ze op het goede spoor zat.
Ze zuchtte diep en veelbetekenend en liet de sigaret in haar mondhoek hangen terwijl ze begon te praten. Hij wipte op en neer en dreigde ieder moment op de grond te vallen. Door de combinatie van die sigaret, haar wilde, ongewassen haar en haar uitgelopen oogmake-up zag ze eruit - even maar - als een gedaagde bij Judge Judy (of misschien de eisende partij, want ze zagen er allemaal hetzelfde uit: geen tanden, vet haar, doffe ogen en moeite met grammatica). 'Een artikel voor een of ander willekeurig, vaag academisch blaadje dat niemand ooit zal lezen, maar ik moet kunnen zeggen dat ik iets gepubliceerd heb.'
'Vervelend. Wanneer moet het af zijn?'
'Morgen.' Volkomen nonchalant. Ze leek er totaal niet mee te zitten.
'Morgen? Echt?'
Ze wierp me een waarschuwende blik toe om me eraan te herinneren dat ik aan haar kant diende te staan. 'Ja, morgen. Ontzettend vervelend, vooral omdat Freud-type het moet redigeren. Het doet er blijkbaar niet toe dat hij psychologie studeert in plaats van Russische literatuur. Ze komen mensen tekort, dus heb ik hem toegewezen gekregen. Ik krijg het onmogelijk op tijd af. Hij kan doodvallen.' Ze goot nog wat drank in haar keel, duidelijk met de bedoeling er niets van te proeven, en trok een vies gezicht.
'Lil, wat is er gebeurd? De laatste keer dat ik je sprak, deden jullie het rustig aan en was er niets op hem aan te merken. Dat was natuurlijk wel voordat je met dat... geval thuiskwam, maar...'
Weer een waarschuwende blik, deze keer gevolgd door een woedend gezicht. Ik had geprobeerd om met haar over het Griezel-incident te praten, maar het leek wel of we nooit echt alleen waren en we hadden geen van beiden veel tijd voor een openhartig gesprek. De paar keer dat ik erover was begonnen, had ze meteen het gesprek een andere wending gegeven. Ik merkte wel dat ze zich vooral vreselijk opgelaten voelde. Ze had wel toegegeven dat het een walgelijke vent was, maar ze wilde geen discussie aangaan over de vraag of het voorval misschien te wijten was aan haar overmatige drankgebruik.
'Ja, kennelijk heb ik Freud-type die avond in Au Bar gebeld en hem gesmeekt daarheen te komen,' zei ze, met haar blik angstvallig afgewend, zogenaamd geconcentreerd op de afstandsbediening, waarmee ze de klaaglijke Jeff Buckley-cd bediende die de laatste tijd zo'n beetje altijd op 'repeat' stond in onze flat.
'En? Toen hij kwam, stond je natuurlijk met eh... iemand anders te praten?' Ik wilde de afstand tussen ons niet nog verder vergroten door haar te bekritiseren. Er ging duidelijk een hoop in haar om: de problemen met haar studie, haar drankgebruik en de eindeloze reeks vriendjes. Ik wilde dat ze haar hart een keer zou luchten. Ze had nooit eerder iets voor me verzwegen, al was het maar omdat ik de enige was die ze had, maar de laatste tijd vertelde ze me niet veel meer.
'Nou, nee,' zei ze verbitterd. 'Hij is helemaal uit Morningside Heights daarheen gekomen, maar ik was al weg. Blijkbaar heeft hij me toen op mijn gsm gebeld, maar Kenny nam op en deed niet al te vriendelijk.'
'Kenny?'
'Dat geval dat ik mee naar huis heb genomen, weet je nog wel?' Ze zei het sarcastisch, maar deze keer lachte ze erbij.
'Aha. En dat vond Freud-type niet zo leuk?'
'Niet echt. Maar wat geeft het? Ik heb zo weer een ander.' Ze liep met haar lege glas naar de keuken en ik zag haar een halflege fles wodka pakken. Een piepklein scheutje mineraalwater erbij en ze zat weer op de bank.
Ik wilde net heel voorzichtig informeren waarom ze wodka zat te hijsen terwijl ze de volgende dag een artikel moest inleveren, toen de zoemer van beneden ging.
'Wie is daar?' vroeg ik aan John toen ik het knopje indrukte.
'Meneer Fineman voor mevrouw Sachs,' zei hij formeel, heel zakelijk nu er andere mensen bij waren.
'Echt waar? Eh... leuk, stuur hem maar naar boven.'
Lily keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan, en ik besefte dat dit gesprek weer eens niet zou plaatsvinden. 'Wat kijkje blij,' zei ze, duidelijk sarcastisch. 'Ben je niet dolgelukkig dat je vriend je komt verrassen?'
'Natuurlijk wel,' zei ik verdedigend, en we wisten allebei dat ik loog. De relatie met Alex verliep de laatste weken nogal moeizaam. Erg moeizaam. We deden er alles aan om een stel te blijven vormen, en het lukte ons aardig: na bijna drie jaar wisten we precies wat de ander wilde horen of doen. Maar hij had mijn drukke werktijden gecompenseerd door op school nóg meer de ideale collega uit te hangen - hij gaf vrijwillig bijles en had de leiding over zo'n beetje iedere denkbare activiteit op zich genomen - en als we een keer samen waren, hadden we het net zo spannend en opwindend als een stel dat al dertig jaar bij elkaar was. We hadden de onuitgesproken afspraak dat we zouden wachten tot mijn slavernij erop zat, maar ik durfde er niet aan te denken hoe onze relatie daarna zou verlopen.
Maar toch. Lily was al de tweede belangrijke persoon in mijn leven - na Jill (die me de vorige avond had uitgehoord aan de telefoon) - die erop wees dat Alex en ik de laatste tijd niet bepaald een schattig stelletje vormden, en ik moest toegeven dat Lily in haar benevelde staat erg goed had opgemerkt dat ik niet al te blij was met Alex' komst. Ik zag er verschrikkelijk tegen op om hem te vertellen dat ik naar Parijs moest, en tegen de onvermijdelijke ruzie die erop zou volgen en die ik graag nog een paar dagen had uitgesteld. Het liefst tot ik goed en wel in Parijs zat. Maar helaas, hij stond op mijn deur te kloppen.
'Hé!' zei ik een tikkeltje te enthousiast toen ik de deur openrukte en mijn armen om zijn hals sloeg. 'Wat een verrassing!'
'Je vindt het toch niet erg dat ik zomaar langskom? Ik heb met Max hier om de hoek iets gedronken, dus ik dacht...'
'Natuurlijk vind ik dat niet erg, gek! Ik vind het hartstikke leuk. Kom binnen, kom binnen.' Ik wist dat ik compleet manisch klonk, maar de eerste de beste goedkope psychiater zou kunnen uitleggen dat mijn ogenschijnlijke enthousiasme bedoeld was om het gebrek daaraan diep in mijn hart te compenseren.
Hij pakte een biertje, gaf Lily een zoen op haar wang en ging in de knaloranje fauteuil zitten die mijn ouders hadden bewaard sinds de jaren zeventig, in de wetenschap dat ze hem ooit trots aan hun kroost konden geven. 'Wat is hier aan de hand?' zei hij met een knikje naar de stereo, waar een zeer hartverscheurende versie van Hallelujah uit schalde.
Lily haalde haar schouders op. 'Ik schuif mijn werk voor me uit. Zoals altijd.'
'Jongens, ik heb nieuws,' zei ik. Ik probeerde het enthousiast te brengen, om Alex en mezelf ervan te overtuigen dat dit een positieve ontwikkeling was. Hij was zo enthousiast geweest over de plannen voor onze reünie - waar ik zo op had aangedrongen - dat het me ronduit wreed voorkwam om amper een week van tevoren te zeggen dat ik niet mee kon. We hadden een hele avond zitten bedenken met wie we 's zondags wilden brunchen en we wisten zelfs precies waar en met wie we zaterdagavond voor de wedstrijd tussen Brown en Cornell zouden picknicken.
Ze keken me allebei aan, meteen op hun hoede, totdat Alex eindelijk uit wist te brengen: 'Ja wat is er?'
'Ja! Ik kreeg net een telefoontje. Ik ga twee weken naar Parijs!' Ik zei het jubelend, alsof ik een onvruchtbaar stel mededeelde dat ze een tweeling kregen.
'Waar ga je naartoe?' vroeg Lily, verbaasd en een beetje afwezig, niet echt geïnteresseerd.
'Waaróm?' vroeg Alex op exact hetzelfde moment, en hij keek erbij alsof ik hem zojuist had verteld dat ik syfilis bleek te hebben.
'Emily heeft pas te horen gekregen dat ze Pfeiffer heeft, en nu wil Miranda dat ik met haar meega voor de modeshows. Ongelooflijk, hè?' zei ik met een opgewekte glimlach. Dit was dodelijk vermoeiend. Ik zag er zelf al vreselijk tegen op, maar het was nog tien keer erger om hen ervan te moeten overtuigen dat ik het als een buitenkansje zag.
'Ik snap het niet. Ze gaat toch een keer of acht per jaar naar die shows?' vroeg Alex. Ik knikte. 'Waarom moet jij nu dan opeens met haar mee?'
Lily luisterde al niet meer. Ze leek helemaal verdiept in een oud exemplaar van The New Yorker. Ik had de afgelopen vijf jaar alle nummers bewaard, maar zodra ik mijn baan bij Runway had gekregen, had ik mezelf gedwongen zelfs de operarecensies en de financiële pagina te lezen. Ieder woord.
'Tijdens de lenteshows geeft ze een enorm feest, en dan heeft ze graag een van haar Amerikaanse assistentes bij zich. Om toezicht te houden, zeg maar.'
'En die Amerikaanse assistente ben jij, waardoor je de reünie mist,' zei hij toonloos.
'Nou, normaal gesproken niet. Het wordt beschouwd als een enorm voorrecht en eigenlijk mag alleen de eerste assistente mee, maar omdat Emily ziek is, ga ik. Ik vertrek dinsdag, dus kan ik dat weekend niet naar Providence. Het spijt me heel, heel erg.' Ik stond op van mijn stoel en ging naast hem op de bank zitten, maar hij verstijfde meteen.
'Dus zo gemakkelijk gaat dat? Ik heb de hotelkamer al betaald. En vergeet niet dat ik mijn plannen heb verzet om dat weekend met je naar de reünie te kunnen. Ik heb tegen mijn moeder gezegd dat ze een oppas moet zoeken omdat jij er per se heen wilde. Maar er is niks aan de hand, hoor. Gewoon de zoveelste verplichte klus voor Runway.' In al onze jaren samen had ik hem nog nooit kwaad gezien. Zelfs Lily keek lang genoeg op van haar tijdschrift om zich te verontschuldigen en zich uit de voeten te maken voordat dit echt op oorlog uitliep.
Ik probeerde bij hem op schoot te kruipen, maar hij sloeg zijn benen over elkaar en wapperde met zijn hand. 'Serieus, Andrea...' Hij noemde me alleen Andrea als hij geïrriteerd was. 'Is dit het echt allemaal waard? Wees nou eens één keer eerlijk. Is dit het je waard?'
'Is dit wat waard? Dat ik een reünie mis die ieder jaar wordt gehouden om iets te doen wat nu eenmaal bij mijn baan hoort? Een baan die deuren opent die anders altijd gesloten zouden blijven, en ook nog eens veel eerder dan ik had durven hopen? Ja, dat is het waard!'
Zijn kin zakte op zijn borst en even dacht ik dat hij huilde, maar toen hij weer opkeek, zag ik alleen maar woede op zijn gezicht.
'Denk je dat ik niet liever met jou zou meegaan dan een week lang vierentwintig uur per dag iemands slaafje te moeten zijn?' schreeuwde ik, zonder eraan te denken dat Lily nog ergens in de flat was. 'Kun je er niet eens één seconde aan denken dat ik misschien ook helemaal geen zin heb om naar Parijs te gaan, maar dat ik niks te kiezen heb?'
'Niks te kiezen? Je hebt zoveel te kiezen! Andy, deze baan is allang niet meer zomaar een baan voor je, mocht je het zelf nog niet gemerkt hebben. Je werk neemt je hele leven in beslag!' Hij schreeuwde nu ook, en de rode kleur van zijn gezicht had zich uitgebreid naar zijn hals en oren. Normaal gesproken vond ik dat heel lief staan, sexy zelfs, maar nu wilde ik alleen maar slapen.
'Alex, luister nou, ik...'
'Nee, jij moet luisteren! Denk even niet aan mij - dat zal niet zo moeilijk zijn. Vergeet dat wij elkaar nooit meer zien omdat je altijd moet werken en er altijd noodgevallen zijn. Maar denk eens aan je ouders! Wanneer heb je hen voor het laatst gezien? En je zus? Je beseft toch wel dat ze pas haar eerste kind heeft gekregen en dat je je eigen neefje nog niet hebt gezien, hè? Doet dat je dan niets?' Hij ging nu zachter praten en leunde naar me toe. Ik dacht dat hij misschien zijn excuses wilde aanbieden, maar hij zei: 'En Lily? Is het je opgevallen dat je beste vriendin zwaar alcoholiste is geworden?' Ik moet hem totaal geschokt aangekeken hebben, want hij ging in volle vaart verder: 'Je gaat toch niet beweren dat je dat niet doorhad, Andy. Het ligt er duimendik bovenop.'
'Ja, natuurlijk drinkt ze. Net als jij en ik en iedereen die we kennen. Lily studeert; zo zijn studenten, Alex. Wat is daar zo gek aan?' Het klonk nog zieliger toen ik het hardop zei, en hij schudde alleen maar zijn hoofd. We waren allebei een paar minuten stil.
'Je begrijpt het niet, Andy. Ik weet niet precies waar het misgelopen is, maar ik heb het gevoel dat ik je niet meer ken. Ik denk dat we even afstand moeten nemen.'
'Wat? Wat wil je nou zeggen? Wil je het uitmaken?' vroeg ik, want het drong véél te laat tot me door dat het menens was. Alex was zo begripvol, zo lief en zo... beschikbaar dat ik het vanzelfsprekend was gaan vinden dat hij er altijd zou zijn om naar me te luisteren of me te kalmeren na een lange, lange dag, of om me op te vrolijken als iedereen weer eens vrijelijk van me had geprofiteerd. Het enige probleem was dat ik me zelf niet bepaald aan de afspraak had gehouden.
'Nee, helemaal niet. Gewoon even afstand nemen. Ik denk dat we er allebei bij gebaat zijn als we eens goed nadenken over wat we samen nog hebben. Ik krijg niet de indruk dat jij de laatste tijd blij met mij bent, en ik kan niet zeggen dat ik nou zo blij met jóu ben. Misschien is een kleine pauze wel goed voor ons.'
'Goed voor ons? Denk je nou echt dat we daar wat aan hebben?' Ik had wel kunnen gillen om zijn afgezaagde woorden, om het idee dat 'een beetje afstand nemen' ons dichter bij elkaar zou brengen. Ik vond het egoïstisch van hem om er nu mee te komen, net nu (hopelijk) de laatste periode van mijn strafjaar bij Runway inging, en een paar dagen voordat ik aan de grootste uitdaging van mijn hele carrière begon. Mijn triestheid en bezorgdheid van een paar minuten geleden maakten onmiddellijk plaats voor ergernis en kwaadheid. 'Mij best, we nemen een beetje afstand,' zei ik sarcastisch, en ik voegde er vals aan toe: 'Een adempauze. Lijkt me een heel goed idee.'
Hij staarde me aan met die grote bruine ogen van hem, ontzettend verbaasd en gekwetst, en kneep ze toen stijf dicht, duidelijk met de bedoeling om mijn gezicht uit zijn gedachten te bannen. 'Oké Andy, ik zal je uit je overduidelijke lijden verlossen. Ik ben al weg. Ik hoop dat je het heel leuk zult hebben in Parijs, echt waar. Ik spreek je binnenkort wel.' En voordat ik besefte wat er gebeurde, had hij me op mijn wang gekust zoals hij bij Lily of mijn moeder zou doen en liep hij naar de deur.
'Alex, vind je niet dat we hierover moeten praten?' zei ik zo rustig mogelijk. Hij zou toch niet echt weglopen?
Hij draaide zich om, glimlachte droevig en zei: 'Ik wil vanavond niet meer praten, Andy. We hadden de afgelopen maanden moeten praten, het afgelopen jaar, dat prop je niet in één avond. Denk er maar over na, oké? Ik bel je over een paar weken, als je terug bent en alles weer normaal is. Succes in Parijs - ik weet dat je het hartstikke goed zult doen.' Hij deed de deur open, liep de hal in en trok de deur zachtjes achter zich dicht.
Ik holde naar Lily's kamer om van haar te horen dat hij overdreef, dat ik naar Parijs moest omdat dat het beste was voor mijn toekomst, dat ze helemaal geen drankprobleem had en dat ik heus geen slechte zus voor Jill was, alleen omdat ik het land uit ging vlak nadat ze haar eerste kind had gekregen. Maar Lily lag knock-out op haar dekbed, nog helemaal aangekleed, en het lege cocktailglas stond op haar nachtkastje. Haar Toshiba-laptop stond open naast haar bed, en ik vroeg me af of ze ook maar één woord had geschreven. Ik keek ernaar. Bravo! Ze had de kop getypt, compleet met haar naam, studentennummer, de naam van de docent en de hoogstwaarschijnlijk tijdelijke titel van het artikel: 'De psychologische gevolgen van verliefd worden op degene die je werk nakijkt.' Ik lachte hardop, maar ze verroerde zich niet, dus zette ik de laptop op haar bureau, stelde de wekker in op zeven uur en deed het licht uit.
Zodra ik mijn slaapkamer in kwam, ging mijn mobiele telefoon. Na de eerste vijf seconden van hartkloppingen die ik altijd had uit angst dat Zij het zou zijn, klapte ik hem snel open. Ik wist zeker dat het Alex was. Ik wist dat hij het hier niet bij zou kunnen laten. Dit was dezelfde Alex die niet kon slapen zonder een nachtzoen en 'welterusten'; hij zou nooit zomaar de deur uit lopen met de bedoeling elkaar een paar weken niet te spreken.
'Hallo, schat,' zei ik ademloos. Ik miste hem nu al, maar toch was ik blij dat ik hem aan de telefoon zou krijgen en hem even niet onder ogen hoefde te komen. Ik had hoofdpijn en mijn schouders voelden alsof ze vastgelijmd zaten aan mijn oren, en ik wilde hem alleen maar horen zeggen dat het allemaal een vergissing was geweest en hij me de volgende dag zou bellen. 'Ik ben zo blij dat je belt!'
'Schat? Wauw, we boeken vooruitgang. Pas maar op, anders ga ik nog denken dat je naar me verlangt,' zei Christian gladjes, met een grijns die ik door de telefoon heen kon horen. 'Ik ben zelf ook blij dat ik heb gebeld.'
'O. Ben jij het.'
'Goh, dat is niet de warmste begroeting die me ooit ten deel is gevallen. Wat is er, Andy? Je hebt de laatste tijd expres niet opgenomen als ik belde, hè?'
'Wat een onzin,' loog ik. 'Ik heb gewoon een rotdag gehad. Zoals gewoonlijk. Wat is er?'
Hij lachte. 'Andy, Andy, Andy, kom op nou. Je hebt geen enkele reden om zo ontevreden te zijn, er liggen allerlei geweldige dingen in het verschiet. Over geweldige dingen gesproken: ik bel om te vragen of je zin hebt om morgen mee te gaan naar een etentje van PEN in het James Beard House. Er komen een hoop interessante mensen en ik heb je al een tijdje niet gezien. Puur professioneel, uiteraard.'
Nadat ik jarenlang veel te vaak artikelen als 'Hoe weet je of hij toe is aan een relatie?' had gelezen in de Cosmo, zou je toch denken dat er bij deze vraag alarmbelletjes gingen rinkelen. En dat gebeurde ook, alleen negeerde ik ze. Het was een lange dag geweest, dus stond ik mezelf toe om te denken - een paar minuutjes maar - dat zijn bedoelingen misschien, heel misschien, oprecht waren. Iedereen kon doodvallen. Het was gewoon fijn om even met een niet-kritische man te praten, ook al weigerde hij te aanvaarden dat ik bezet was. Ik wist dat ik niet echt op zijn uitnodiging zou ingaan, maar een paar minuutjes onschuldig telefoongeflirt kon geen kwaad.
'O ja?' zei ik gemaakt schuchter. 'Vertel op.'
'Ik ga alle redenen opsommen waarom je mee moet gaan, Andy, en de eerste is het eenvoudigst: ik weet dat ik goed voor jou ben. Punt uit.' God, wat was hij arrogant. Waarom vond ik dat nou zo leuk?
Daar gingen we. We waren flink op dreef, en binnen een paar minuten verdwenen de reis naar Parijs, Lily's wodkaverslaving en de droevige ogen van Alex naar de achtergrond, dankzij een inderdaad- ongezond-en-emotioneel-gevaarlijk-maar-o-zo-sexy-en-grappig gesprek met Christian.