'Hé, ik ben blij
dat ik je tref,' hoorde ik Cara aan de andere kant zeggen. Waarom was ze 's morgens om kwart voor acht buiten adem?
'O, jee, jij belt nooit zo vroeg. Wat is er?' In de korte tijd die het me kostte om dat te vragen, schoten er een stuk of vijf dingen door mijn hoofd die Miranda van me zou kunnen verlangen.
'Nee, nee, niks aan de hand. Ik wilde je alleen waarschuwen dat B-DES naar je onderweg is en dat hij vandaag in een bijzonder praatgrage stemming is.'
'Goh, dat is goed nieuws. Het is toch zeker al een week geleden dat hij me heeft uitgehoord over ieder aspect van mijn leven. Ik vroeg me al af waar mijn grootste fan gebleven was.' Ik maakte mijn memo af en klikte op 'printen'.
'Jij boft maar, dat moet gezegd worden. Voor mij heeft hij totaal geen belangstelling meer,' zei ze overdreven dramatisch. 'Hij heeft alleen nog oog voor jou. Ik hoorde hem zeggen dat hij de bijzonderheden van het feest in het Metropolitan met je wilde doornemen.'
'Geweldig, heel fijn. Ik kan haast niet wachten om zijn broer te leren kennen. Tot nu toe heb ik hem alleen door de telefoon gesproken, maar het lijkt me een ontzettende lui. Weet je zeker dat B- DES onderweg is, of bestaat er een kans dat er daar boven in de hemel toch iemand is die me die ellende vandaag bespaart?'
'Nee, helaas. Hij is absoluut onderweg. Miranda heeft om half negen een afspraak met de chiropodist, dus ik denk niet dat ze meekomt.'
Ik keek in het afsprakenboek op Emily's bureau en zag dat er inderdaad een Miranda-vrije ochtend op het rooster stond. 'Dat is mooi. Ik kan me niets heerlijkers voorstellen dan een intiem gesprek met B-DES zelf. Waarom praat hij toch zoveel?'
'Ik kan alleen het meest voor de hand liggende antwoord bedenken: hij is met haar getrouwd, dus hij heeft ze duidelijk niet alle vijf op een rijtje. Bel me als hij iets extra belachelijks zegt wat het vertellen waard is. Ik moet nu ophangen, Caroline heeft zojuist zonder enige aanleiding een van Miranda's peperdure lippenstiften tegen de spiegel in de badkamer gesmeten.'
'Wat hebben wij een heerlijk leven, hè? We zijn zo cool. Maar in ieder geval bedankt voor de waarschuwing. Ik spreek je nog.'
'Oké, dag.'
Ik keek nog een keer naar de memo terwijl ik op B-DES wachtte. Het was een verzoek van Miranda aan de raad van commissarissen van het Metropolitan Museum of Art. Ze vroeg toestemming om in maart in een van de museumzalen een diner te geven voor haar zwager, een man van wie ik zeker wist dat ze hem niet kon uitstaan maar die nu eenmaal familie van haar was. Jack Tomlinson was de jongere, ruigere broer van B-DES, die pas had aangekondigd dat hij wegging bij zijn vrouw en drie kinderen en ging trouwen met zijn masseuse. Hoewel B-DES en hij typische kostschoolaristocraten waren, had Jack zijn Harvard-imago de rug toegekeerd toen hij achter in de twintig was en was hij naar Dallas verhuisd, waar hij onmiddellijk fortuin had gemaakt in onroerend goed. Volgens de verhalen die Emily me had verteld, was hij een eersteklas Texaan geworden, een strootjes kauwende, tabak spugende cowboy, iets waar Miranda, het toonbeeld van klasse en beschaving, natuurlijk van gruwde. B-DES had haar gevraagd om een verlovingsfeest te organiseren voor zijn jongste broertje, en Miranda moest er wel mee akkoord gaan; liefde maakt immers blind. En als ze iets deed, dan deed ze het goed. 'Goed' was in dit geval het Metropolitan.
'Hooggeachte leden van de raad, bla, bla, bla... uw toestemming voor een fantastische soiree, bla, bla, bla... alleen de beste cateraars, bloemist en band, vanzelfsprekend, bla, bla, bla... uw ideeën zijn welkom, bla bla...' Ik verzekerde mezelf er voor de laatste keer van dat er geen vreselijke fouten in zaten, vervalste snel haar handtekening en belde een koerier om het briefje op te halen.
Het klopje op de deur van ons kantoor - die ik zo vroeg op de ochtend altijd dichtdeed omdat er verder toch niemand was - volgde vrijwel onmiddellijk en ik bewonderde de snelheid van de koerier, maar toen de deur openzwaaide, stond B-DES daar, met een veel te enthousiaste grijns voor acht uur 's ochtends.
'Andrea,' jubelde hij onmiddellijk, en toen hij naar mijn bureau liep, glimlachte hij zo welgemeend dat ik me meteen schuldig voelde dat ik hem niet mocht.
'Goedemorgen, meneer Tomlinson. Wat bent u vroeg op de been. Het spijt me, maar Miranda is er nog niet.'
Hij grinnikte en trok zijn neus op als een knaagdier. 'Ja, ja, ze komt pas na de lunch, geloof ik. Andy, het is veel te lang geleden dat we eens fijn gekletst hebben. Vertel Air. T eens hoe het met je gaat.'
'Geeft u die maar hier,' zei ik, en ik nam de van een monogram voorziene plunjezak met vuile was van hem aan die hij van Miranda aan mij moest gegeven. Ik pakte meteen de Fendi-tas met kraaltjes aan die de laatste tijd steeds weer opdook. Het was een uniek exemplaar waar de kraaltjes met de hand op genaaid waren, in een ingewikkeld patroon, speciaal voor Miranda van Silvia Venturini Fendi, om haar te bedanken voor haar steun. Een modeassistent had de waarde geschat op een kleine tienduizend dollar. Nu zag ik dat een van de dunne leren hengsels weer losgeraakt was, ook al had de accessoiresafdeling de tas al zo'n twintig keer teruggestuurd naar Fendi om het met de hand te laten vastzetten. De tas was bedoeld voor een lichte damesportefeuille, eventueel een zonnebril en heel misschien, als het echt niet anders kon, een kleine mobiele telefoon. Miranda trok zich daar niets van aan. Ze had er pas weer een extra grote fles Bulgari-parfum in gepropt, een sandaaltje waar de hak van afgebroken was - en dat ik waarschijnlijk moest laten repareren -, een reusachtige agenda die meer woog dan een complete laptop, een flinke hondenhalsband met scherpe pinnen (waarvan ik me nog altijd afvroeg of hij bedoeld was voor haar hond of voor een toekomstige fotosessie) en het Boek dat ik haar de avond ervoor had bezorgd. Als ik een tas van tienduizend dollar had, zou ik hem naar de lommerd brengen en van het geld een jaar mijn huur betalen, maar Miranda gebruikte hem liever als vuilniszak.
'Bedankt, Andy, jij bent een enorme hulp voor iedereen. En nu wil Mr. T graag wat meer horen over je leven. Wat maak je allemaal mee?'
Wat maak je mee? Wat ik meemaak? Hm, eens kijken. Eigenlijk niet zoveel. Het grootste deel van mijn tijd doe ik mijn best om de contractueel vastgelegde termijn van dwangarbeid voor uw sadistische vrouw vol te maken. Als er gedurende de werkdag een paar vrije minuutjes voorkomen waarin ze niet een of ander kleinerend verzoek indient, probeer ik me af te sluiten voor het hersenspoelende geklets dat me door haar eerste assistente wordt opgedrongen. Op de steeds zeldzamer wordende momenten dat ik niet binnen deze vier muren zit, probeer ik mezelf er meestal van te overtuigen dat het geen ramp is om meer dan 800 calorieën per dag te eten - of ik wijs mezelf erop dat ik met maat 36 niet noodzakelijkerwijs in de categorie 'grote maten' val. Dus het korte antwoordt luidt: niet zoveel.
'Ach, meneer Tomlinson, niet zoveel. Ik werk veel. En wanneer ik vrij ben, ben ik meestal bij mijn beste vriendin of bij mijn vriend. Of ik probeer mijn familie te bezoeken.' Vroeger las ik veel, had ik willen zeggen, maar daar ben ik nu te moe voor. En ik had altijd veel getennist, maar daar had ik geen tijd meer voor.
'Dus je bent vijfentwintig?' vroeg hij retorisch. Ik had geen idee waar dit naartoe ging.
'Eh, nee, drieëntwintig. Ik ben in mei pas afgestudeerd.'
'Aha! Drieëntwintig, dus?' Hij trok een gezicht alsof hij niet wist of hij nog meer zou gaan zeggen. Ik zette me schrap. 'Vertel Mr. T eens wat iemand van drieëntwintig in deze stad voor leuke dingen doet? Restaurants? Clubs? Dat soort dingen?' Hij glimlachte weer en ik vroeg me af of hij echt zoveel behoefte aan aandacht had als ik dacht. Er zat niets kwaads achter zijn belangstelling; kennelijk had hij gewoon een zeer dringende behoefte om te praten.
'Eh... eigenlijk van alles. Ik ga niet vaak naar clubs, maar wel naar bars en lounges en zo. Of ergens eten en naar de film.'
'Dat klinkt hartstikke leuk. Dat deed ik ook toen ik zo oud was als jij. Nu heb ik alleen maar feestjes van mijn werk en liefdadigheidsinstellingen. Geniet er maar van, Andy.' Hij knipoogde als een oubollige vader.
'Ja, ik doe mijn best,' wist ik uit te brengen. Ga weg, ga alsjeblieft weg, weg, weg, weg, dacht ik, met een verlangende blik op de bagel die naar me lag te lonken. Ik had drie minuten rust per dag en deze man nam ze alledrie in beslag.
Hij deed zijn mond open om iets te zeggen, maar de deur zwaaide open en Emily kwam binnengestampt. Ze had haar koptelefoon op en swingde volop mee met de muziek. Ik zag haar mond openvallen toen ze hem daar zag staan.
'Meneer Tomlinson!' riep ze uit, en ze rukte haar koptelefoon af en gooide haar iPod in haar Gucci-tas. 'Is alles goed? Er is toch niets met Miranda?' Ze keek en klonk oprecht bezorgd. Eersteklas acteerwerk: de oneindig attente, onfeilbaar beleefde assistente.
'Hallo, Emily. Nee hoor, er is niets aan de hand, Miranda komt zo. Mr. T kwam alleen haar spullen afgeven. Hoe is het met jou?'
Emily straalde. Ik vroeg me af of ze het misschien echt leuk vond dat hij er was. 'Prima, dank u wel. En met u? Heeft Andrea u geholpen?'
'O, nou en of,' zei hij, en hij wierp me glimlach nummer zesduizend toe. 'Ik wilde nog het een en ander doornemen voor de verloving van mijn broer, maar daar is het misschien een beetje te vroeg voor, nietwaar?'
Heel even dacht ik dat hij te vroeg in de ochtend bedoelde, en ik had al bijna 'Ja!' geschreeuwd, maar toen besefte ik dat hij erop doelde dat de plannen nog niet ver genoeg gevorderd waren.
Hij wendde zich weer tot Emily en zei: 'Je hebt een fantastische tweede assistente naast je, vind je ook niet?'
'Jazeker,' wist Emily met opeengeklemde kaken uit te brengen. 'Fantastisch.' Ze grijnsde.
Ik grijnsde.
Mr. Tomlinson grijnsde met extra voltage en ik vroeg me af of er soms een bepaalde stof ontbrak in zijn hersenen. Misschien was hij wel chronisch manisch of zo.
'Mr. T moest maar eens gaan. Het was me weer een genoegen om met jullie te babbelen. Nog een prettige ochtend verder. Tot ziens.'
'Dag, meneer Tomlinson!' riep Emily hem na toen hij de hoek van de gang om liep, op weg naar de receptie. Ik vroeg me af of hij Sophy nog bij haar billen zou grijpen voordat hij de lift in dook.
'Waarom deed je zo bot tegen hem?' vroeg Emily toen ze haar flinterdunne blazer uittrok. Er kwam een nog dunner chiffon truitje met laag uitgesneden ronde hals uit, dat aan de voorkant dichtgeregen was als een korset.
'Bot? Ik heb hem geholpen met haar spullen en met hem gepraat voordat jij kwam. Wat is daar bot aan?'
'Nou, om te beginnen heb je geen afscheid genomen. En je hebt die blik in je ogen.'
'Welke blik?'
'Die blik van jou. Die blik waarmee je laat zien dat je overal ver boven staat, dat je het hier vreselijk vindt. Bij mij kun je dat misschien maken, maar niet bij meneer Tomlinson. Hij is de man van Miranda! Je kunt hem zo echt niet behandelen.'
'Em, vind jij hem ook niet een beetje... raar? Hij praat maar door. Hoe kan hij zo aardig zijn terwijl zij... niet zo aardig is?' Ik zag haar naar het kantoor van Miranda kijken om te controleren of ik de kranten wel op de juiste manier had neergelegd.
'Raar? Nou, nee, Andrea. Hij is een van de belangrijkste belastingadviseurs in Manhattan.'
Het had geen zin. 'Laat maar, ik zeg ook maar wat. Hoe is het met jou? Hoe was het gisteravond?'
'O, prima. Ik ben met Jessica cadeaus gaan uitzoeken voor haar bruidsmeisjes. We zijn overal geweest: Scoop, Bergdorf, Infinity, overal. En ik heb een heleboel kleren gepast om vast ideeën op te doen voor Parijs, maar eigenlijk is het daar nog te vroeg voor.'
'Parijs? Ga je naar Parijs? Betekent dat dat je mij met haar alleen laat?' Dat laatste had ik niet hardop willen zeggen, maar het glipte er zo uit.
Weer die blik alsof ik achterlijk was. 'Ja, ik ga in oktober met Miranda naar Parijs en Milaan, voor de prêt-a-porter lenteshows. Ze neemt ieder jaar haar eerste assistente mee om haar te laten zien hoe het er nu echt aan toe gaat. Ik bedoel, ik heb duizenden modeshows gezien in Bryant Park, maar in Europa is het toch anders.'
Ik rekende het snel uit. 'In oktober? Dat is over zeven maanden. Heb je kleren gepast voor een reis die over zeven maanden plaatsvindt?' Het kwam er scherper uit dan ik had bedoeld, en Emily ging meteen in de verdediging.
'Eh, ja. Ik was natuurlijk niet van plan om al iets te kopen, want tegen die tijd is de mode alweer grotendeels veranderd. Maar ik wilde er gewoon vast over nadenken. Het is heel wat, hoor. We vliegen business class, slapen in vijfsterrenhotels en gaan naar de wildste feesten. En mijn god, je bezoekt daar de meest exclusieve modeshows op aarde.'
Emily had me al verteld dat Miranda drie of vier keer per jaar naar Europa ging voor de modeshows. Londen sloeg ze altijd over, zoals iedereen, maar ze ging in oktober naar Milaan voor de prêt-a- porter voor de lente, in juli voor de wintercouture en in maart voor de prêt-a-porter voor de herfst. Soms pikte ze de strand- en zomermode nog mee, maar niet altijd. We hadden als gekken gewerkt om Miranda voor te bereiden op de shows aan het eind van deze maand. Ik vroeg me af waarom ze dan geen assistente meenam.
'Waarom neemt ze je niet altijd mee?' Ik besloot het er gewoon op te wagen, ook al zou het antwoord ongetwijfeld een langdradige uitleg bevatten. Ik was allang blij dat Miranda twee hele weken niet op kantoor zou zijn, en ik werd helemaal licht in mijn hoofd bij de gedachte dat Emily ook zo lang weg zou gaan. Visioenen van cheeseburgers met bacon, spijkerbroeken met scheuren die niet professioneel waren aangebracht en platte schoenen - ach, kom op, misschien zelfs gympen - vulden mijn hoofd. 'Waarom alleen in oktober?'
'Nou, het is heus niet zo dat ze daar geen hulp heeft. De Italiaanse en Franse Runway sturen altijd hun assistentes voor Miranda en meestal helpen de redacteurs haar zelf ook. Maar tijdens de prêt- a-porter voor de lente geeft ze een gigantisch feest, de jaarlijkse openingsparty; iedereen zegt dat dat het grootste en beste feest van alle shows van het hele jaar is. Dus uiteraard vertrouwt ze het alleen mij toe om haar daarbij te helpen.' Uiteraard.
'Hmm, dat klinkt leuk. En het betekent dat ik hier dus de boel draaiende houd?'
'Ja, min of meer. Maar denk niet dat het niks voorstelt. Het zullen waarschijnlijk je allerzwaarste weken worden, want ze heeft veel assistentie nodig wanneer ze daar is. Ze zal je vaak bellen.'
'Ach, help!' zei ik cynisch. Ze keek geërgerd naar het plafond.
Ik ging met open ogen zitten slapen en staarde naar een lege monitor tot het kantoor langzaam vol begon te lopen en er te veel mensen waren die me konden zien. Om tien uur kwamen de eerste modeminnaars, die in stilte aan hun koffie verkeerd met magere melk nipten en wachtten tot hun kater van de champagne van de vorige avond over zou gaan. James kwam naar mijn bureau toe, zoals altijd wanneer hij zag dat Miranda er niet was. Hij verkondigde dat hij de avond ervoor zijn toekomstige echtgenoot had ontmoet bij Balthazar.
'Hij zat zomaar aan de bar en droeg het mooiste roodleren colbert dat ik ooit heb gezien - en ik moet zeggen dat hij het kon hebben. Je had moeten zien hoe hij die oesters over zijn tong het glijden...' Hij kreunde hoorbaar. '0, het was echt prachtig.'
'Heb je zijn telefoonnummer?' vroeg ik.
'Zijn telefoonnummer? Om elf uur lag hij spiernaakt bij me op de bank, en ik kan je vertellen...'
'Fijn, James, heel fijn. Jij bent niet het koele, afstandelijke type, hè? ik vind het eerlijk gezegd een beetje sletterig klinken. We leven in het aidstijdperk, hoor.'
'Lieve schat, zelfs jij, juffertje mijn-vriend-is-de-laatste-engel- op-aarde, jij zou meteen door de knieën gaan als je hem zag. Hij is echt het einde. Het einde!'
Tegen elf uur had iedereen elkaar bekeken en gesproken en genoteerd wie er een nieuwe, op de juiste plaatsen vaal gemaakte spijkerbroek van Michael Kors had gescoord, of een truitje met v-hals van Celine waar absoluut niet aan te komen was. Om twaalf uur was het tijd voor een pauze, meestal bij de kledingrekken langs de wanden, waar het gesprek voornamelijk over bepaalde kledingstukken ging. Iedere ochtend haalde Jeffy, een van de assistenten die de Kast beheerden, alle rekken met jurken, badpakken, broeken, blouses, jassen, schoenen en alles wat er verder eventueel gebruikt zou worden voor een van de fotosessies. Hij zette ieder rek tegen de muur, over de hele verdieping verspreid, zodat de redacteuren konden vinden wat ze nodig hadden zonder de hele Kast te hoeven doorzoeken.
De Kast was eigenlijk geen kast, het was eerder een kleine aula. De wanden waren bedekt met schoenen in alle kleuren, maten en modellen, als Sjakies chocoladefabriek voor modefreaks, met vele tientallen muiltjes, naaldhakken, ballerina's, laarzen met hoge hakken, sandaaltjes met open tenen en schoenen met hoge hakken en kraaltjes. Propvolle ladekasten, sommige ingebouwd en andere gewoon in een hoek geschoven, waren gevuld met alle mogelijke panty's, sokken, beha's, slipjes, onderrokken, hemdjes en korsetten. Heb je op het laatste moment nog een push-upbeha van La Perla met luipaardprint nodig? Kijk maar in de Kast. Of wat dacht je van huidkleurige netkousen of een pilotenbril van Dior? In de Kast. De planken en laden met accessoires namen de achterste twee muren in beslag, en alleen al de hoeveelheid was duizelingwekkend. Vulpennen. Sieraden. Beddengoed. Sjaals, handschoenen en skimutsen. Pyjama's. Capes. Briefpapier. Zijden bloemen. Hoeden, heel veel hoeden. En tassen. Al die tassen! Schoudertassen en bowlingtassen, rugzakken en draagtassen, mini tasjes, extra grote modellen, avondtasjes, enveloptassen en koerierstassen, stuk voor stuk met een exclusief label en een hoger prijskaartje dan de gemiddelde maandelijkse hypotheekaflossing in Amerika. En dan waren er nog de vele rekken vol kleding, zo dicht tegen elkaar geschoven dat je er onmogelijk tussendoor kon lopen, die iedere resterende centimeter in beslag namen.
Dus overdag probeerde Jeffy van de Kast een min of meer bruikbare ruimte te maken waar modellen (en assistentes zoals ik) kleding konden passen en zich een weg konden banen naar de schoenen helemaal achterin door alle rekken de gang op te duwen. Ik had nog nooit iemand gezien die onze verdieping bezocht - of het nu een vriendje, koerier of stilist was - die niet abrupt stil bleef staan om naar de gangen vol couture te staren. Soms waren de rekken gerangschikt per fotosessie (Sydney, Santa Barbara) of op soort (bikini's, mantelpakjes), maar meestal leek het gewoon een lukraak allegaartje van ontzettend dure spullen. En hoewel iedereen ernaar gaapte en aan het zijdezachte kasjmier en de met vele kraaltjes bezette avondjurken voelde, waren de modeminnaars van kantoor degenen die voortdurend bezitterig in de buurt van 'hun' kleding rondhingen en onafgebroken ieder kledingstuk van commentaar voorzagen.
'Maggie Rizer is de enige vrouw ter wéreld die deze capribroek kan hebben,' verkondigde Hope, een van de modeassistentes - die maar liefst 52 kilo woog, bij een lengte van 1,83 meter - luidkeels voor de deur van ons kantoor, terwijl ze zuchtend de broek voor haar benen hield. 'Mijn kont zou er nog dikker in lijken dan hij al is.'
'Andrea,' riep haar vriendin, een meisje dat ik niet zo goed kende en dat op de accessoiresafdeling werkte. 'Zeg eens tegen Hope dat ze niet dik is.'
'Je bent niet dik,' zei ik, mijn mond op de automatische piloot. Het zou me vele, vele uren bespaard hebben als ik de tekst op een T- shirt had laten printen of hem misschien maar meteen op mijn voorhoofd had laten tatoeëren. Ik werd er constant bij geroepen om verschillende Runway-mensen ervan te verzekeren dat ze niet dik waren.
'Ach mens, heb je mijn pens de laatste tijd niet gezien? Ik lijk wel een Michelin-mannetje. Ik ben moddervet!' Het vet zat hier bij iedereen tussen de oren, niet op de heupen. Emily bezwoer me dat haar bovenbenen 'een grotere omtrek dan een sequoiaboom' hadden en Jessica vond zichzelf met haar 'zwabberende bovenarmen' net Roseanne Barr. Zelfs James klaagde dat zijn kont die ochtend onder de douche zo dik had geleken dat hij had overwogen 'zich vet te melden' en niet te komen werken.
In het begin had ik buitengewoon rationeel geantwoord op die ontelbare ben-ik-dikvragen, vond ik zelf: 'Als jij dik bent, Hope, wat ben ik dan? Ik ben zes centimeter kleiner dan jij en ik weeg meer.'
'O, Andy, even serieus. Ik ben dik, jij bent prachtig slank.'
Natuurlijk dacht ik dat ze loog, maar ik kwam er al snel achter dat Hope - net als alle andere anorectisch magere vrouwen op de afdeling, en de meeste mannen - alleen het gewicht van anderen accuraat kon beoordelen. Wanneer deze mensen in de spiegel keken, zagen ze in alle ernst een monster voor zich staan.
En natuurlijk, ook al had ik nog zo mijn best gedaan om het te voorkomen en had ik mezelf steeds weer voorgehouden dat ik normaal was en zij niet, toch hadden de voortdurende opmerkingen over vet wel indruk gemaakt. Ik werkte pas vier maanden bij Runway, maar ik was inmiddels verknipt - om niet te zeggen paranoïde - genoeg om soms te denken dat het commentaar eigenlijk op mij was gericht. Dat ze bedoelden: 'Ik, de lange, bloedmooie modeassistente, doe net alsof ik mezelf dik vind, zodat jij, de kleine, mollige persoonlijke assistente, eindelijk inziet dat jíj hier de dikke bent.' Ik had mezelf met mijn 1,77 meter en 57 kilo (de kilo's die ik was kwijtgeraakt met mijn dysenterie waren gelukkig terug, hoewel ze hier weer leken te verdwijnen door mijn slechts-één-kopje-soep- maar-wel-vele-sigaretten-per-dag) altijd aan de dunne kant gevonden, vergeleken met andere vrouwen van mijn leeftijd. Bovendien had ik me altijd langer gevoeld dan negentig procent van de vrouwen en minstens de helft van de mannen die ik tegenkwam. Voordat ik op dit kantoor vol waanbeelden kwam werken had ik nooit geweten hoe het voelde om je klein en dik te voelen, de hele dag door, dag in, dag uit. Ik was met gemak de trol van het gezelschap, de korte brede, en ik had maat 36. En mocht ik dat even vergeten, dan werd ik er wel aan herinnerd door het geklets en geroddel om me heen.
'Volgens dokter Eisenberg werkt het Zone-dieet alleen als je ook al het fruit afzweert, wist je dat?' zei Jessica, die zich in het gesprek mengde terwijl ze een rok van Narcisco Rodriguez uit het rek plukte. Jessica was pas verloofd met een van de jongste adjunct-directeuren van Goldman Sachs en de druk van haar ophanden zijnde societybruiloft rustte zwaar op haar schouders. 'En ze heeft gelijk: ik ben weer vijf kilo afgevallen sinds ik mijn jurk de laatste keer heb gepast.' Ik kon haar nog vergeven dat ze zichzelf uithongerde terwijl ze nauwelijks genoeg lichaamsvet had om te overleven, maar ik kon het niet uitstaan dat ze er constant over praatte. Hoe indrukwekkend de namen van al die artsen ook waren en hoeveel succesverhalen'ze ook opdiste, ik kon er geen interesse voor opbrengen.
Om een uur of een werd het onrustig op kantoor: iedereen maakte zich klaar voor de lunchpauze. Niet dat er dan daadwerkelijk gegeten werd, maar het was de ideale tijd voor gasten. Ik keek loom toe hoe de gebruikelijke reeks stilisten, vaste medewerkers, freelancers, vrienden en geliefden langskwamen om zich te vergapen aan de glamour die van nature gepaard ging met al die kleding ter waarde van honderdduizenden dollars, tientallen prachtige gezichten en een bijna oneindige hoeveelheid heel, heel lange benen.
Jeffy kwam naar me toe zodra hij zeker wist dat Miranda en Emily allebei aan het lunchen waren, en hij overhandigde me twee enorme boodschappentassen.
'Hier, kijk maar even. Dit lijkt me een mooi begin.'
Ik kieperde een van de zakken leeg op de grond naast mijn bureau en sorteerde de inhoud. Er zaten twee Joseph-broeken in, in camel en antraciet, allebei lang en smal met een lage taille, gemaakt van ongelooflijk zachte wol. Er zat een bruine suède broek van Gucci bij die eruitzag alsof hij van een zwerver nog een topmodel zou maken, en twee spijkerbroeken van Mare Jacobs die speciaal voor mij gemaakt leken. En acht of negen topjes, variërend van een heel strak geribbeld coltruitje van Calvin Klein tot een piepklein, volkomen doorschijnend bloesje van Donna Karan. Een schitterende overslagjurk van Diane Von Furstenberg met grafische patronen lag keurig opgevouwen op een donkerblauw fluwelen broekpak van Tahari. Ik werd meteen verliefd op een denim plooirok van Habitual, die tot net boven de knie kwam en prachtig zou staan onder de absoluut kekke bloemetjesblazer van Katyone Adelie.
'Die kleren... zijn die allemaal voor mij?' vroeg ik, en ik hoopte dat het enthousiast en niet beledigd klonk.
'Ja, het stelt niks voor. Gewoon wat dingetjes die al eeuwen in de Kast liggen. Misschien zijn ze ooit gebruikt voor een fotosessie, maar ze zijn geen van alle teruggestuurd. Om de zoveel maanden ruim ik de Kast op en dan geef ik die spullen weg, en ik dacht dat jij misschien wel... interesse zou hebben. Je hebt toch maat 36?'
Ik knikte, nog altijd met stomheid geslagen.
'Ja, dat had ik al gezien. Bijna iedereen hier heeft maat 34 of kleiner, dus je mag het allemaal hebben.'
Au. 'Geweldig. Hartstikke fijn, Jeffy, ik weet niet hoe ik je moet bedanken. Het is allemaal prachtig!'
'Kijk maar eens in de tweede zak,' zei hij, met een gebaar naar de zak op de grond. 'Je denkt toch niet dat je in dat fluwelen pak met die ordinaire koerierstas van je kunt gaan zeulen, hè?'
Uit de tweede, nog vollere tas kwam een onvoorstelbare verzameling schoenen, tassen en een paar jassen. Er zaten twee paar Jimmy Choo-laarzen met hoge hakken in - een enkelhoog en een tot de knie -, twee paar sandaaltjes van Manoio Blahnik met open teen en naaldhakken, klassieke zwarte Prada-pumps en een paar mocassins van Tod, waarvan Jeffy onmiddellijk zei dat ik ze nooit naar kantoor mocht dragen. Ik hing een dunne, slappe tas van rood suède over mijn schouder en zag onmiddellijk de twee in elkaar gehaakte c's op de voorkant, maar hij was lang niet zo mooi als het donkere, chocoladebruine leer van de grote tas van Celine die ik over mijn andere arm hing. Een lange, legerachtige trenchcoat met die typische, overdreven grote knopen van Mare Jacobs maakte het geheel compleet.
'Dat meen je niet,' zei ik zachtjes, terwijl ik met mijn vingers over de Dior-zonnebril streek die hij er kennelijk op het laatste moment nog bij had gedaan. 'Dat kun je niet menen.'
Hij leek blij met mijn reactie en boog zijn hoofd. 'Doe me één plezier en draag het ook echt, oké? En tegen niemand zeggen dat ik jou de eerste keus heb gegeven, want ze zitten hier allemaal te wachten tot de Kast wordt opgeruimd.' Hij stoof weg toen we Emily op de gang iets tegen iemand hoorden roepen, en ik schoof al mijn nieuwe kleren onder mijn bureau.
Emily kwam terug van de Dining Room met haar vaste lunch: een fruitshake, puur natuur en zonder toevoegingen, en een meeneembakje met ijsbergsla en broccoli met een beetje balsamico- azijn. Geen vinaigrette. Azijn. Miranda kon ieder moment komen - Uri had net gebeld om te zeggen dat hij haar moest afzetten - dus had ik niet de gebruikelijke luxueuze zeven minuten om naar de soephoek te rennen en de beker achter mijn bureau leeg te schrokken. De klok tikte door en ik rammelde, maar ik had niet de energie om tussen de modeminnaars door te zigzaggen, me van top tot teen door de caissière te laten bekijken en me af te vragen of ik mijn slokdarm niet blijvend zou beschadigen met die gloeiend hete (en dikmakende!) soep die ik zo snel naar binnen moest gieten dat ik hem voelde branden. Het was de moeite niet waard. Een keer een maaltijd overslaan, daar ga je niet dood van, hield ik mezelf voor. Integendeel: je geestelijk gezonde, stabiele collega's beweren zelfs datje er sterker van wordt. En trouwens, zo'n broek van tweeduizend dollar staat iemand die zich volpropt toch niet, dacht ik rationeel. Ik zakte onderuit in mijn stoel en bedacht hoe goed ik Runway zojuist had vertegenwoordigd.