'Aannemen,'
had Miranda bevolen toen ze Annabelle had gesproken, het twaalfde meisje dat bij me had gesolliciteerd en een van de slechts twee die ik geschikt had gevonden om Miranda onder ogen te komen. Annabelle had Frans als moedertaal (ze sprak zelfs zo weinig Engels dat de tweeling voor me had moeten vertalen), was afgestudeerd aan de Sorbonne en had een lang, strak lijf en prachtig bruin haar. Ze had klasse. Ze was niet bang om op naaldhakken te werken en leek zich niets van Miranda's bruuske gedrag aan te trekken. Sterker nog, ze was zelf tamelijk afstandelijk en bruusk en leek nooit oogcontact te maken. Altijd een tikkeltje verveeld, een beetje ongeïnteresseerd en buitengewoon zelfverzekerd. Ik was dolblij dat Miranda haar wilde aannemen, niet alleen omdat het me weken van solliciterende kindermeisjes bespaarde, maar ook omdat het wilde zeggen - ergens heel in de verte - dat ik er iets van begon te snappen.
Wat ik precies begon te snappen wist ik niet, maar op dat punt verliep alles zo soepel als ik had mogen hopen. Ik had Miranda's garderobe besteld en slechts een paar merkbare blunders begaan. Ze had niet bepaald een vreugdedansje gemaakt toen ik haar de bestelling van Givenchy had laten zien en die naam per ongeluk verkeerd had uitgesproken. Na een dodelijke blik en een paar snerende opmerkingen had ze me op de hoogte gebracht van de juiste uitspraak en was alles redelijk verlopen totdat ik haar moest vertellen dat de zomerjurken van Roberto Cavalli die ze had besteld nog niet gemaakt waren en pas over drie weken klaar zouden zijn. Maar ik had het afgehandeld: ik had ervoor gezorgd dat haar kleermaker op het juiste moment langskwam om alles met haar te passen in de Kast en ik had bijna alles naar de klerenkast in haar slaapkamer laten brengen, die zo groot was als een gemiddelde zit-slaapkamer.
De organisatie van het verlovingsfeest was doorgegaan tijdens Miranda's afwezigheid en werd op volle kracht voortgezet zodra ze terug was, maar met verrassend weinig paniek - het zag ernaar uit dat alles in orde was en dat het die vrijdag vlot zou verlopen. Chanel had een nauwsluitende rode, enkellange jurk met kraaltjes laten bezorgen toen Miranda in Europa was, en ik had hem onmiddellijk naar de stomerij gestuurd voor een eerste reiniging. Een maand eerder had ik zo'n zelfde Chanel-jurk in het zwart in het tijdschrift W zien staan, en toen ik hem Emily aanwees, knikte ze somber.
'Veertigduizend dollar,' zei ze, en ze ging met haar hoofd op en neer, op en neer. Vervolgens klikte ze een zwarte broek aan op style.com, waar ze al maandenlang ideeën opdeed voor haar reis naar Europa met Miranda.
'Veertigduizend wat?'
'Haar jurk. Die rode van Chanel. Als je hem in de winkel zou kopen, zou hij veertigduizend dollar kosten. Miranda betaalt natuurlijk niet het volle pond, maar ze heeft hem deze keer echt niet voor niks gekregen. Wat een geld, hè?'
'Veertigduizend dollar?' vroeg ik nog een keer, want ik kon niet geloven dat ik een paar uur eerder één enkele jurk in mijn handen had gehad die zoveel geld waard was. Ik kon het niet laten snel te bedenken wat veertigduizend dollar inhield: twee hele jaren collegegeld, de aanbetaling van een eigen huis of het gemiddelde jaarsalaris van een Amerikaans gezin met twee kinderen. Of op zijn allerminst een ontzettende hoop Prada-tassen. Maar één jurk? Ik dacht dat het niet gekker kon, maar dat moest ik herzien toen de jurk terugkwam van de couturestomerij, met een gekalligrafeerd envelopje waarop 'Mevr. Miranda Priestly' stond. Er zat een handgeschreven, crèmekleurige rekening in die als volgt luidde:
Artikel: avondjapon. Ontwerper: Chanel. Lengte: enkellang. Kleur: rood. Beschrijving: mouwloze japon met kraaltjes, met de hand aangebracht, onzichtbare rits aan zijkant, zware zijden voering. Behandeling: eerste basisreiniging. Prijs: 670 dollar.
Behalve de rekening zat er een briefje bij van de eigenares van de stomerij, een vrouw die ongetwijfeld de huur van haar zaak en haar woonhuis betaalde van het geld dat Elias haar betaalde voor Miranda's zware stomerijverslaving.
Het was ons een groot genoegen deze schitterende japon te mogen reinigen en we hopen dat u hem met veel plezier zult dragen tijdens het feest in het Metropolitan Museum of Art. Zoals afgesproken zullen we de japon maandag 24 mei ophalen voor de reiniging achteraf Mocht u nog extra behandelingen wensen, laat het ons dan alstublieft weten. Met vriendelijke groet, Colette.
Maar goed, het was pas donderdag en Miranda had een gloednieuwe, pas gereinigde japon in haar kast hangen, waar Emily precies de juiste zilverkleurige Jimmy Choo-sandaaltjes bij had gevonden. De kapper zou vrijdagmiddag om half zes bij Miranda aan huis komen, de visagist om kwart voor zes en precies om kwart over zes stond Uri gepland om Miranda en meneer Tomlinson naar het museum te brengen.
Miranda was al weg vanwege Cassidy's sportdag, en ik hoopte een keer vroeg te kunnen vertrekken om Lily te verrassen. Ze had haar laatste tentamen van dat jaar achter de rug en ik wilde haar mee uit nemen om het te vieren.
'Hé Em, denk je dat ik vandaag om half zeven of zeven uur weg kan? Miranda heeft het boek niet nodig omdat er niets nieuws in staat,' voegde ik er snel aan toe, geërgerd omdat ik mijn gelijke, mijn collega, moest smeken of ik een keertje twaalf uur mocht werken in plaats van de gebruikelijke veertien.
'Eh ja, mij best. Je doet maar. Ik ga nu.' Ze keek op haar computerscherm en zag dat het een paar minuten over vijf was. 'Over een paar uur kun je wel gaan. Ze is vanavond bij de tweeling, dus ik denk niet dat ze vaak zal bellen.' Ze had die avond een afspraakje met de man die ze met oud en nieuw in Los Angeles had leren kennen. Hij was eindelijk naar New York gekomen en had haar - grote verrassing! - nog gebeld ook. Ze gingen iets drinken bij Craftbar, en als hij zich netjes gedroeg, zou ze hem trakteren op Nobu. Ze had vijf weken daarvoor al gereserveerd, toen hij haar had gemaild dat hij naar New York kwam, maar zelfs zo ver van tevoren had ze Miranda's naam moeten gebruiken om een tafel te krijgen op een gunstige tijd.
'Wat doe je dan als je daar aankomt en je duidelijk Miranda Priestly niet bent?' had ik dom gevraagd.
De gebruikelijke combi van ogen-ten-hemel-diepe-zucht was mijn deel geweest. 'Dan zeg ik gewoon dat Miranda onverwacht de stad uit moest, ik geef ze haar visitekaartje en zeg dat ze de reservering aan mij heeft gegeven. Wat maakt dat nou uit?'
Na Emily's vertrek belde Miranda maar één keer, met de mededeling dat ze de volgende dag pas om twaalf uur op kantoor zou zijn, maar dat ze graag een kopie wilde van de restaurantrecensie die ze vandaag 'in de krant' had gelezen. Ik had nog de tegenwoordigheid van geest om te vragen hoe het betreffende restaurant heette en in welke krant ze de recensie had gelezen, maar dat vond ze vreselijk irritant.
'Ahn-dre-ah, ik ben al laat. Ga me nu niet uithoren. Het was een Aziatisch fusion-restaurant en het stond vandaag in de krant. Dat was het.' En met die woorden klikte ze haar Motorola V60 dicht. Ik hoopte, zoals altijd wanneer ze midden in een zin de verbinding verbrak, dat haar telefoontje op een dag haar perfect gemanicuurde vingers zou opslokken en vooral de tijd zou nemen om die onberispelijke rode nagels aan flarden te rijten. Ik had het nog niet mogen beleven.
Ik herinnerde mezelf er met een korte notitie in het schrift vol steeds veranderende verzoeken van Miranda aan dat ik de volgende ochtend meteen de restaurantbespreking moest opzoeken en smeerde hem naar de auto. Ik belde Lily met mijn mobiel, en ze nam op toen ik net op het punt stond om uit te stappen en naar de ingang van ons appartementengebouw te lopen, dus zwaaide ik naar John Fisher-Galliano (die zijn haar had laten groeien en een paar kettinkjes aan zijn uniform had gehangen, waardoor hij met de dag meer op de ontwerper ging lijken) maar ik bleef zitten.
'Hé, hoe is het? Met mij.'
'Halloooo!' zei ze enthousiast, opgewekter dan ik haar in weken, misschien wel maanden, had gehoord. 'Ik ben helemaal klaar. Klaar! Geen hertentamens, alleen een klein, onbeduidend opzetje voor een scriptie dat ik later nog tien keer kan veranderen als ik wil.
Dus tot half juli hoef ik niets te doen. Het is toch niet te geloven?' Ze klonk ronduit vrolijk.
'Ik weet het, ik vind het zo fijn voor je! Heb je zin om het te vieren met een etentje? Jij mag kiezen waar, op kosten van Runway.''
'Echt? Mag ik overal uit kiezen?'
'Overal uit. Ik sta beneden en ik heb een auto tot mijn beschikking. Kom, dan gaan we iets leuks doen.'
Ze juichte. 'Lachen! Ik wil je al een hele tijd over Freud-type vertellen. Hij is zo mooi! Wacht, even een spijkerbroek aantrekken. Ik kom er zo aan.'
Toen ze vijf minuten later naar buiten kwam huppelen, zag ze er modieuzer en gelukkiger uit dan ik haar in lange tijd had gezien. Ze had een strakke, gebleekte spijkerbroek met halfwijde pijpen aan en een dun, wit bloesje met lange mouwen. Een paar teenslippers die ik nog nooit had gezien - bruin leer met turkooizen kraaltjes - maakten het geheel compleet. Ze had zich zelfs opgemaakt, en haar krullen zagen eruit alsof ze maximaal vierentwintig uur geleden geföhnd waren.
'Wat zie je er goed uit,' zei ik toen ze op de achterbank plofte. 'Wat is je geheim?'
'Freud-type natuurlijk. Hij is geweldig. Ik denk dat ik verliefd ben. Hij krijgt tot nu toe een dikke negen, niet te geloven, hè?'
'Laten we eerst bedenken waar we gaan eten. Ik heb nog nergens gereserveerd, maar ik kan bellen en Miranda's naam gebruiken. Jij mag kiezen waar we heen gaan.'
Ze deed een beetje lipgloss op en bekeek zichzelf in de binnenspiegel. 'Mag ik uit alles kiezen?' vroeg ze afwezig.
'Alles. Misschien Chicama, waar ze die mojito's hebben?' stelde ik voor, want ik wist dat je Lily een restaurant kon aansmeren door reclame te maken voor de drankjes die ze er hadden, niet het eten. 'Anders misschien die heerlijke Cosmo's bij Bungalow. Of wat dacht je van de beste appelmartini ter wereld, in het Hudson Hotel? Misschien kunnen we zelfs wel buiten zitten. Maar als je wijn wilt, wil ik ook heel graag een keer...'
'Andy, zullen we naar Benihana gaan? Dat wil ik al zó lang.' Ze keek me schaapachtig aan.
'Benihana? Wil je naar Benihana? Het ketenrestaurant waar je naast toeristen met jankende kinderen moet zitten en waar werkloze Aziatische acteurs aan tafel je eten klaarmaken? Die Benihana?'
Ze knikte zo enthousiast dat ik geen andere keus had dan te bellen om het precieze adres te vragen.
'Nee, laat maar, ik heb het hier. 56th Street, tussen Fifth en Sixth Avenue, aan de noordelijke kant van de straat,' riep ze naar de chauffeur.
Mijn idioot enthousiaste vriendin leek niet eens te merken dat ik zat te staren. Ze vertelde honderduit over Freud-type, een naam die ze hem had gegeven omdat hij laatstejaars psychologie was. Ze hadden elkaar leren kennen in de studentenlounge in de kelder van de bibliotheek. Ik kreeg een uitgebreid verslag van al zijn kwalificaties: 29 jaar ('een stuk volwassener, maar absoluut niet te oud'), afkomstig uit Montréal ('zo'n lief Frans accent, maar wel helemaal veramerikaniseerd'), vrij lang haar ('maar niet zo'n idiote paardenstaart of zo') en precies het goede stoppelbaardje ('hij lijkt op Antonio Banderas als hij zich drie dagen niet heeft geschoren').
De samurai kok-acteurs deden hun kunstjes: ze sneden, hakten en gooiden met blokjes vlees terwijl Lily lachte en in haar handen klapte als een klein meisje dat voor het eerst in het circus was. Hoewel ik haast niet kon geloven dat Lily een jongen écht leuk vond, leek het de enige logische verklaring voor haar opgetogenheid. Nog moeilijker te geloven was haar bewering dat ze nog niet met hem naar bed was geweest ('We zien elkaar al tweeënhalve week regelmatig op de universiteit en nog niks! Ben je niet trots op me?'). Toen ik vroeg waarom ik hem nog niet bij ons in de flat had gezien, lachte ze trots en zei ze: 'Hij is nog niet uitgenodigd. We doen het rustig aan.' Ze stond me pal voor de deur van het restaurant te vermaken met alle grappige verhalen die hij haar had verteld toen Christian Collinsworth opeens voor me stond.
'Andrea. De lieftallige Andrea. Ik moet zeggen dat ik ervan opkijk dat je Benihana-liefhebber bent... Wat zou Miranda daarvan zeggen?' vroeg hij plagerig, en hij sloeg zijn arm om mijn schouder.
'Ik, eh...' Het gestamel nam me meteen helemaal in beslag. Er was geen ruimte voor woorden, want de gedachten stuiterden aan beide kanten van mijn hoofd en 'ping'-den tussen mijn oren. Eten bij Benihana. Christian wist het! Miranda bij Benihana! Om op te vreten in zijn leren jack! Hij ruikt de Benihana-lucht natuurlijk aan me. Niet op zijn wang kussen! Kus hem op zijn wang! 'Nee, ik, eh...'
'We stonden net te overleggen waar we naartoe zouden gaan,' verkondigde Lily kordaat. Ze stak haar hand uit naar Christian, die, zo viel me eindelijk op, alleen was. 'We waren zo druk aan het praten dat we niet eens in de gaten hadden dat we midden op straat stilstonden! Ha ha! Het is me wat, hè, Andy? Ik ben trouwens Lily,' zei ze tegen Christian, die haar de hand schudde en toen een lok uit zijn oog veegde, zoals hij op het feest zo vaak had gedaan. Ik kreeg weer het vreemde gevoel dat ik urenlang, misschien wel dagenlang, in trance zou kunnen toekijken hoe hij die ene, prachtige krul uit zijn volmaakte gezicht veegde.
Ik staarde naar haar en naar hem en het drong langzaam tot me door dat ik iets moest zeggen, maar zo te zien redden ze het samen prima.
'Lily.' Christian proefde de naam op zijn tong. 'Lily. Mooie naam. Bijna net zo mooi als Andrea.' Ik had de tegenwoordigheid van geest om in ieder geval naar hen te kijken, en ik zag dat Lily straalde. Ze dacht bij zichzelf dat deze man niet alleen wat ouder en erg smakelijk was, maar ook nog eens charmant. Ik zag de radertjes knarsen: ze vroeg zich af of ik geïnteresseerd in hem was, of ik daar wat mee zou doen, vanwege Alex, en zo ja, of ze iets kon betekenen om daar een bijdrage aan te leveren. Ze vond Alex een schatje, want wie vond dat nou niet, maar ze begreep absoluut niet hoe twee zulke jonge mensen zo op elkaars lip konden zitten - althans, dat beweerde ze, maar ik wist dat ze gewoon niets van monogamie begreep. Als er ook maar een piepklein kansje was op iets theatraals tussen Christian en mij zou Lily het vuur meteen aanwakkeren.
'Lily, wat leuk je te ontmoeten. Ik ben Christian, een vriend van Andrea. Blijven jullie altijd voor de deur van Benihana staan praten?' Zijn glimlach bezorgde me dolgedraaide vlinders in mijn buik.
Lily zwiepte met de rug van haar hand haar eigen bruine krullen naar achteren en zei: 'Natuurlijk niet, Christian. We hebben bij Town gegeten en waren op zoek naar een leuke tent om iets te drinken. Heb jij misschien een tip?'
Town! Dat was een van de duurste, meest trendy restaurants in de hele stad. Miranda at er. Jessica en haar verloofde aten er. Emily was erdoor geobsedeerd en vertelde constant hoe graag ze er wilde eten. Maar Lily?
'Hè? Dat is raar,' zei Christian, die het verhaal duidelijk geloofde. 'Ik heb net bij Town gegeten met mijn literair agent. Wat gek dat ik jullie niet heb gezien...'
'We zaten helemaal achterin, een beetje verscholen achter de bar,' zei ik snel. Er keerde een greintje zelfbeheersing terug. Gelukkig had ik opgelet toen Emily me een piepklein fotootje van de restaurantbar had laten zien op citysearch.com, omdat ze zich afvroeg of het een goede plek was om met een vriendje naartoe te gaan.
'Hmm.' Hij knikte, een beetje afwezig en knapper dan ooit. 'Dus de dames wilden iets gaan drinken?'
Ik voelde de overweldigende behoefte om de stank van Benihana uit mijn kleding en haar te wassen, maar Lily gaf me de kans niet. Ik vroeg me even af of het voor Christian net zou duidelijk was als voor mij dat ze voor koppelaar speelde, maar het was een meer dan aantrekkelijke man en zij was vastberaden, dus hield ik mijn mond.
'Ja, we stonden net te bespreken waar we heen zouden gaan. Heb jij een voorstel? We zouden het allebei heel leuk vinden als je meeging,' verklaarde Lily met een speels rukje aan zijn arm. 'Zit hier iets in de buurt waar je graag komt?'
'Nou, deze buurt staat niet bepaald bekend om zijn leuke kroegen, maar ik heb met mijn agent afgesproken bij Au Bar, dus als jullie zin hebben om mee te gaan... Au Bar dan maar?'
Lily keek me met een bemoedigende blik aan, een blik die schreeuwde: Hij is prachtig, Andy! Prachtig! Ik mag dan geen flauw idee hebben wie hij is, maar hij wil je, dat is overduidelijk, dus roep jezelf tot de orde en zeg dat je Au Bar hartstikke leuk vindt!
'Ik vind Au Bar hartstikke leuk,' zei ik best overtuigend, ook al was ik er nooit geweest. 'Een prima idee.'
Lily glimlachte, Christian glimlachte en samen vertrokken we naar Au Bar. Christian Collinsworth en ik gingen samen iets drinken. Gold dat als een afspraakje? Natuurlijk niet, doe niet zo idioot, zei ik tegen mezelf. Alex, Alex, Alex, zong ik geluidloos, vastbesloten om niet te vergeten dat ik een zeer liefhebbende vriend had en tegelijkertijd teleurgesteld in mezelf omdat ik moeite moest doen om dat niet te vergeten.
Ook al was het een gewone woensdagavond, de ingang achter de fluwelen koorden werd zwaar bewaakt. We werden vlot doorgelaten, maar we kregen geen cent korting en moesten twintig dollar per persoon betalen, alleen om binnen te komen.
Maar voordat ik mijn geld kon geven, plukte Christian behendig drie briefjes van twintig van een enorme stapel bankbiljetten die hij uit zijn zak haalde en betaalde zonder een woord te zeggen.
Ik wilde protesteren, maar Christian legde twee vingers op mijn lippen. 'Lieve Andy, breek je mooie hoofdje er niet over.' En voordat ik mijn mond onder zijn aanraking kon wegtrekken, legde hij zijn andere hand op mijn achterhoofd en nam hij mijn gezicht in beide handen. Ergens diep in mijn volledig verwarde hersenen waarschuwden de in lichterlaaie staande synapsen me dat hij me ging kussen. Ik wist het, voelde het, maar ik kon me niet verroeren. Hij vatte mijn aarzeling, die slechts een fractie van een seconde duurde, op als toestemming, leunde naar voren en drukte zijn lippen in mijn hals. Heel snel, hij raakte me maar even aan, misschien ook met zijn tong, vlak onder mijn kaak en bij mijn oor, maar ook stevig in mijn nek, en toen pakte hij mijn hand en trok me mee naar binnen.
'Christian, wacht! Ik eh, moet je iets vertellen,' begon ik, twijfelend of één ongevraagde kus, niet op de lippen en met minimaal gebruik van de tong, eigenlijk wel een uitgebreide verklaring vereiste in de trant van 'ik heb al een vriend en misschien heb ik je de verkeerde signalen gegeven'. Christian vond het blijkbaar niet nodig, want hij nam me mee naar een bank in een donker hoekje en droeg me op te gaan zitten. Hetgeen ik deed.
'Ik haal wat te drinken, oké? Doe niet zo zorgelijk, ik bijt niet.' Hij lachte, maar ik voelde dat ik rood werd. 'En als ik dat wel doe, beloof ik dat je het heel lekker zult vinden.' En hij draaide zich om en liep naar de bar.
Om te voorkomen dat ik zou flauwvallen of zou gaan nadenken over wat er zojuist was gebeurd, speurde ik de donkere, spelonkachtige ruimte af naar Lily. We waren nog geen drie minuten binnen, maar ze was al stevig in gesprek met een lange, zwarte jongen. Ze hing aan zijn lippen en wierp lachend haar hoofd in haar nek. Ik zigzagde door de menigte internationale bezoekers. Hoe wisten ze allemaal dat je hier moest zijn als je geen Amerikaans paspoort had? Ik passeerde een groepje mannen van in de dertig die in het Japans - dacht ik - stonden te schreeuwen, twee vrouwen die druk met hun handen gebaarden en vurig Arabisch spraken en een jong, zo te zien ongelukkig stelletje dat elkaar woedend aankeek en kwaad fluisterde in het Spaans, maar het kon ook Portugees zijn. Lily's metgezel had zijn hand al op haar onderrug gelegd en was duidelijk zwaar onder de indruk. Geen tijd voor beleefdheden, dacht ik. Christian Collinsworth had zojuist mijn hals gemasseerd met zijn mond. Ik negeerde de jongen, pakte Lily's rechterarm stevig beet en sleurde haar mee naar de bank.
'Andy! Hou op,' fluisterde ze kwaad. Ze trok haar arm los, maar vergat niet naar de jongen te blijven lachen. 'Doe niet zo bot. Ik wil je voorstellen aan mijn vriend. William, dit is mijn beste vriendin Andrea, die zich normaal gesproken niet zo gedraagt. Andy, dit is William.' Ze glimlachte poeslief toen we elkaar de hand schudden.
'Zo zo, mag ik vragen waarom je me mijn vriendinnetje wilt afnemen, Ahn-dre-ah?' vroeg William met een zware stem, die nog net niet door de ondergrondse ruimte echode. Op een andere plek, een ander moment of met een andere persoon zou ik misschien zijn warme glimlach opgemerkt hebben, of de galante manier waarop hij meteen toen ik aan kwam lopen was opgestaan en me zijn stoel had aangeboden, maar het enige waarop ik me kon concentreren was zijn Britse accent. Het maakte niet uit dat dit een man was, een grote, zwarte man die op geen enkele manier en in geen enkel opzicht op Miranda Priestly leek. Dat accent, de manier waarop hij mijn naam uitsprak, precies zoals zij, was genoeg om mijn hart letterlijk sneller te doen slaan.
'William, het spijt me, het is niet persoonlijk bedoeld. Ik heb een probleempje dat ik graag onder vier ogen met Lily wil bespreken. Ik breng haar zo terug.' En met die woorden pakte ik haar arm nog steviger vast en trok ik haar mee. Het was genoeg geweest, ik had mijn vriendin nodig.
Toen we samen op de bank zaten waar Christian me had neergezet en ik me ervan had verzekerd dat hij nog steeds probeerde de aandacht van de barkeeper te trekken (hetero achter de bar, dat kon wel eens de hele avond gaan duren), zuchtte ik diep.
'Christian heeft me gekust.'
'Wat is het probleem? Kust hij slecht? O, dat is erg, hè? Je kunt de boel niet sneller verpesten dan...'
'Lily! Goed, slecht, wat maakt het uit?'
Haar wenkbrauwen schoten naar haar voorhoofd en ze deed haar mond open om iets te zeggen, maar ik ging door.
'En niet dat het er nu zoveel toe doet, maar hij heeft me in mijn hals gekust. Het gaat er niet om hóé, het gaat erom dat het is gebeurd. Hoe moet dat nou met Alex? Het is niet bepaald mijn gewoonte om zomaar mannen te zoenen, hoor.'
'Vertel mij wat,' mompelde ze zachtjes. Toen zei ze hardop: 'Andy, doe niet zo idioot. Je houdt van Alex en hij houdt van jou, maar het is heel normaal dat je af en toe zin hebt om een andere man te zoenen. Je bent verdorie drieëntwintig, gun jezelf ook eens wat!'
'Maar ik heb hem niet gekust... Hij kuste mij.'
'Laten we eerst even iets heel duidelijk stellen. Toen Monica Bill in de mond nam, noemden onze ouders, de rest van het land en Ken Starr dat meteen seks, weet je nog? Dat was geen seks. Nou, dat is te vergelijken met een man die je waarschijnlijk op de wang wil kussen maar per ongeluk je hals raakt: het geldt niet als kussen.'
'Maar...'
'Hou je mond en laat me uitpraten. Belangrijker dan wat er precies is gebeurd is het feit dat jij het graag wilde. Geef het maar toe,
Andy, jij wilde Christian zoenen, of dat nu "goed", "fout" of "tegen de regels" is. En als je het niet toegeeft, dan lieg je.'
'Lily, serieus, ik vind het niet eerlijk om...'
'Ik ken je al negen jaar, Andy, denk je dat ik niet van je gezicht af kan lezen dat je hem geweldig vindt? Je weet dat het niet mag - hij houdt zich niet bepaald aan jouw regeltjes, hè? Maar daarom vind je hem waarschijnlijk juist zo leuk. Dóé het gewoon, geniet ervan. Als Alex de ware is, zal hij dat altijd blijven. En nu moet je me excuseren, want ik heb iemand gevonden die voor mij de ware is... voor vanavond.' Ze sprong letterlijk van de bank en huppelde terug naar William, die onmiskenbaar blij was haar weer te zien.
Ik voelde me een beetje opgelaten, helemaal alleen op die enorme fluwelen bank, en ik keek om me heen of ik Christian zag. Hij stond niet meer aan de bar. Het was gewoon een kwestie van tijd, besloot ik. Alles zou vanzelf goed komen als ik me niet zo druk maakte. Misschien had Lily gelijk en vond ik Christian inderdaad erg leuk - wat was daar zo verkeerd aan? Hij was intelligent en absoluut verrukkelijk om te zien, en dat zelfverzekerde gedrag was ongelooflijk sexy. Omgaan met iemand die toevallig sexy was stond heus niet gelijk aan vreemdgaan. Alex had in de loop der jaren ook vast wel eens samengewerkt of gestudeerd met een cool, aantrekkelijk meisje, of misschien had hij bepaalde gedachten gehad. Maar maakte dat hem ontrouw? Natuurlijk niet. Met nieuw zelfvertrouwen (en in een inmiddels wanhopige poging om Christian te zien, horen of gewoon in zijn buurt te zijn) liep ik de ruimte door.
Toen ik hem zag, stond hij te praten met een oudere man, waarschijnlijk eind veertig, in een keurig driedelig pak. Christian gebaarde druk met zijn handen en had een blik op zijn gezicht die tussen geamuseerd en zeer geërgerd lag, terwijl de man met het peper-en- zouthaar hem ernstig aankeek. Ik was nog te ver weg om te kunnen horen wat ze bespraken, maar de man moet hebben gevoeld dat ik naar hem staarde, want hij keek me aan en glimlachte. Christian nam een beetje gas terug, volgde zijn blik en zag me kijken.
'Andy, liefje,' zei hij, op een heel andere toon dan waarop hij een paar minuten daarvoor tegen me had gesproken. Het viel me op dat hij weinig moeite had met de overgang van verleider naar vriend- van-je-ouders. 'Kom eens, ik wil je graag voorstellen aan een vriend van me. Dit is Gabriel Brooks, mijn literair agent, manager en grote held. Gabriel, dit is Andrea Sachs, momenteel werkzaam bij Runway.''
'Andrea, aangenaam,' zei Gabriel met uitgestoken hand, en hij pakte de mijne irritant voorzichtig vast, alsof hij wilde zeggen: Ik schud je niet de hand zoals ik bij een man zou doen, want dan zou ik al je tere meisjesbotjes breken. 'Christian heeft me veel over je verteld.'
'O ja?' zei ik. Ik kneep een beetje harder, waardoor zijn toch al slappe greep nog meer verslapte. 'Niets dan goeds, hoop ik?'
'Natuurlijk. Hij zei dat je schrijfster wilt worden, net als onze gemeenschappelijke vriend hier.' Hij glimlachte.
Het verbaasde me dat Christian echt iets over me had verteld, aangezien we voor mijn gevoel alleen een oppervlakkig babbeltje hadden gemaakt. 'Ja, nou, ik schrijf heel graag, dus misschien, ooit...'
'Als je half zo goed bent als veel anderen die hij me heeft gestuurd, verheug ik me al op je boek.' Hij graaide in zijn binnenzak en haalde er een leren mapje uit, waar hij een visitekaartje uit trok. 'Ik weet dat je nog niet zover bent, maar als het moment is aangebroken waarop je iets wilt laten lezen, hoop ik dat je aan me zult denken.'
Het kostte me ieder greintje wilskracht om overeind te blijven, om te voorkomen dat mijn mond openviel en mijn knieën het begaven. Ik hoop dat je aan me zult denken? De man die Christian Collinsworth, hét jonge literaire genie, vertegenwoordigde, had mij zojuist gevraagd of ik aan hem wilde denken. Dit was gekkenwerk.
'Goh, dank u wel,' zei ik schor, en ik stopte het kaartje in mijn tas. Ik wist nu al dat ik het centimeter voor centimeter zou bestuderen zodra ik de kans kreeg. Ze glimlachten allebei naar me, en het duurde even voordat ik begreep dat dit het teken was dat ik nu maar moest vertrekken. 'Nou meneer Brooks, eh, Gabriel, het was leuk je te ontmoeten. Ik moet nu naar huis, maar hopelijk kruisen onze paden elkaar binnenkort nog een keer.'
'Dat hoop ik ook, Andrea. En nog gefeliciteerd met je fantastische baan. Meteen na je afstuderen al bij Runway werken, indrukwekkend hoor.'
'Ik laat je even uit,' zei Christian. Hij legde zijn hand op mijn elleboog en gebaarde naar Gabriel dat hij zo terugkwam.
We stopten even bij de bar, zodat ik tegen Lily kon zeggen dat ik naar huis ging, en ze vertelde me ten overvloede - tussen het geknuffel met William door - dat ze niet meeging. Onder aan de trap naar de straat kuste Christian me op mijn wang.
'Leuk dat ik je vanavond tegenkwam. En ik heb zo'n gevoel dat ik dadelijk moet aanhoren dat Gabriel je ook erg leuk vindt.' Hij grinnikte.
'We hebben amper twee woorden gewisseld,' zei ik. Waarom was iedereen zo complimenteus?
'Jawel, Andy, maar jij realiseert je blijkbaar niet dat het schrijverswereldje heel klein is. Of je nu misdaadromans, tijdschriften- of krantenartikelen schrijft, iedereen kent iedereen.Gabriel hoeft niet veel over je te weten om te beseffen dat er misschien wel een groot schrijfster in je schuilt: je bent goed genoeg voor een baan bij Runway, in gesprekken kom je slim en welbespraakt over en bovendien ben je een vriendin van mij. Hij heeft niets te verliezen door je zijn visitekaartje te geven. Wie weet, misschien heeft hij zojuist een nieuwe bestsellerauteur ontdekt. En neem maar van mij aan dat het voor jou heel gunstig is om Gabriel Brooks te kennen.'
'Ja, dat zal ook wel. Hoe dan ook, ik ga nu naar huis, want over een paar uur moet ik al weer op mijn werk zijn. Bedankt voor alles.' Ik kuste hem op zijn wang en verwachtte - en hoopte - min of meer dat hij zijn gezicht naar me toe zou draaien, maar hij glimlachte alleen maar.
'Het was me meer dan een genoegen, Andrea Sachs. Welterusten.' En voordat ik iets gevats kon bedenken, liep hij terug naar Gabriel.
Kwaad op mezelf liep ik naar buiten om een taxi aan te houden. Het regende inmiddels - geen stortregen, gewoon een buitje - dus natuurlijk was er in heel Manhattan geen taxi te krijgen. Ik belde de limousineservice van Elias-Clark, gaf mijn vip-nummer door en exact zes minuten later stopte de auto met piepende banden langs het trottoir. Alex stond op mijn voicemail. Hij vroeg of ik een leuke dag had gehad en zei dat hij de hele avond thuisbleef om lessen voor te bereiden. Het was veel te lang geleden dat ik hem had verrast! Het werd tijd dat ik eens moeite deed om spontaan te zijn. De chauffeur beloofde zo lang te wachten als ik nodig had, dus rende ik naar boven en sprong ik onder de douche. Ik nam extra de tijd om mijn haar in model te krijgen en pakte een tas in met spullen voor de volgende werkdag. Het was al na elven, dus was het rustig op de weg en kostte het nog geen kwartier om bij Alex' flat in Brooklyn te komen. Hij keek oprecht blij toen hij de deur opendeed en me zag staan, en hij bleef maar zeggen hoe ongelooflijk hij het vond dat ik zo laat nog helemaal naar Brooklyn was gekomen, op een doordeweekse avond, en dat het de mooiste verrassing was die hij had kunnen bedenken. Toen ik met mijn hoofd op mijn lievelingsplekje op zijn borst televisie lag te kijken en naar het ritmische geluid van zijn ademhaling luisterde terwijl hij met mijn haar speelde, dacht ik bijna niet meer aan Christian.
'Eh, hallo, mag ik de culinaire redactie, alstublieft? Niet? Goed, is er dan misschien iemand anders die me iets kan vertellen over een bepaalde restaurantbespreking?' vroeg ik aan de openlijk vijandige telefoniste van de New York Times. Bij het opnemen had ze 'Wat?' gesnauwd en nu deed ze alsof - of dat misschien niet eens - we niet dezelfde taal spraken. Maar volharding loonde, want nadat ik drie keer haar naam had gevraagd ('Daar kan ik niet aan beginnen.'), had gedreigd me te beklagen bij haar baas ('Wat? Denk je dat het hem wat interesseert? Ik geef hem meteen even.') en tot slot nogal nadrukkelijk had gezworen dat ik persoonlijk naar het kantoor op Times Square zou komen om er alles aan te doen dat ze ter plekke ontslagen zou worden ('Ach, je meent het. Ik maak me echt niet druk.'), had ze genoeg van me gekregen en me doorverbonden met iemand anders.
'Redactie,' blafte een andere vrouw geërgerd. Ik vroeg me af of ik ook zo klonk als ik Miranda's telefoon opnam - mocht het niet zo zijn, dan moest ik daar verandering in aanbrengen. Het was zo ontmoedigend om iemand aan de lijn te krijgen die zo overduidelijk, onmiskenbaar geen zin had om met je te praten, dat je bijna meteen zou ophangen.
'Hallo, ik heb even een vraagje.' De woorden buitelden eruit in een wanhopige poging gehoord te worden voordat ze onvermijdelijk de hoorn op de haak zou gooien. 'Hebt u gisteren een artikel geplaatst over een Aziatisch fusion-restaurant?'
Ze zuchtte alsof ik haar had gevraagd een van haar ledematen beschikbaar te stellen aan de wetenschap en zuchtte toen nog een keer. 'Heb je al online gekeken?' Weer een zucht.
'Ja, natuurlijk, maar ik kan het...'
'Want daar zou het moeten staan als het gisteren in de krant heeft gestaan. Ik kan namelijk niet woord voor woord bijhouden wat we hebben geplaatst.'
Ik zuchtte zelf een keer diep en probeerde rustig te blijven. 'Uw charmante receptioniste heeft me met u doorverbonden omdat u het archief bijhoudt. Het lijkt me dus juist uw werk om wél bij te houden wat er is geplaatst.'
'Moet je eens luisteren, als ik iedere vage beschrijving van een beller zou moeten natrekken, zou ik verder nergens aan toe komen. Je zult toch echt online moeten kijken.' Ze zuchtte nog twee keer en ik begon me zorgen te maken dat ze last had van hyperventilatie.
'Nee, jij moet eens luisteren,' begon ik, klaar om dit luie mens dat een veel fijner baantje had dan ik eens flink de les te lezen. 'Ik bel namens Miranda Priestly, en toevallig...'
'Sorry, zei je Miranda Priestly?' vroeg ze, en ik voelde door de telefoon hoe ze haar oren spitste. 'Miranda Priestly van Runway?'
'De enige echte. Hoezo? Ken je mijn bazin?'
Op dat punt transformeerde ze van zwaar belaagde redactieassistente in dweperig modeslaafje. 'Of ik haar ken? Natuurlijk! Iedereen kent Miranda Priestly toch? Ze is dé vrouw in de modewereld. Wat zocht ze precies, zei je?'
'Een restaurantbespreking. Krant van gisteren. Ik kon hem online niet vinden, maar misschien heb ik niet goed gekeken.' Dat was een beetje gejokt. Ik had online gekeken en wist vrijwel zeker dat er de afgelopen week geen bespreking van een Aziatisch fusion-restaurant in de New York Times had gestaan, maar dat hoefde zij niet te weten. Misschien kon deze schizofrene redactieassistente wel een wonder verrichten.
Ik had de Times, de Post en de Daily News al gebeld, maar zonder succes. Ik had het nummer van Miranda's bedrijfscreditcard ingetoetst in de betaalde archieven van de Wall Street Journal en zowaar een stukje gevonden over een nieuw Thais restaurant in de Village, maar ik had het meteen moeten schrappen toen ik zag dat de gemiddelde prijs van een hoofdgerecht slechts zeven dollar was en er bij citysearch.com maar één dollartekentje bij stond.
'Natuurlijk, een ogenblikje. Ik ga meteen even voor je kijken.' En plotseling zat mevrouw 'Ik kan niet woord voor woord bijhouden wat we hebben geplaatst' druk te typen en opgewonden namens ons beiden te neuriën.
Ik had nog hoofdpijn van het debacle van de vorige avond. Het was leuk geweest om Alex te verrassen, en heerlijk ontspannend om zomaar wat te niksen bij hem thuis, maar voor het eerst sinds vele, vele maanden had ik niet kunnen slapen. Ik werd steeds overvallen door schuldgevoel en zag steeds Christian voor me die mijn hals kuste, waarna ik prompt in een auto was gesprongen om naar Alex te gaan, zonder hem er iets over te vertellen. Ook al probeerde ik het uit mijn hoofd te zetten, de beelden kwamen steeds terug, steeds heviger. Toen ik eindelijk in slaap was gevallen, had ik gedroomd dat Alex was aangenomen als Miranda's kindermeisje en bij haar in huis moest gaan wonen - ook al woonde haar kindermeisje in werkelijkheid niet bij haar thuis. Telkens wanneer ik Alex in mijn droom wilde zien, moest ik met Miranda meerijden naar huis en hem in haar appartement bezoeken. Ze bleef me Emily noemen en stuurde me voortdurend op pad voor de meest idiote boodschappen, ook al legde ik steeds uit dat ik alleen maar bij mijn vriendje op bezoek was. Toen het eindelijk ochtend was, was Alex helemaal in de ban van Miranda en begreep hij niet waarom ik haar zo vreselijk vond. En wat nog erger was: Miranda had iets met Christian. Gelukkig kwam er een einde aan die hel toen ik wakker schrok, nadat ik ook nog had gedroomd dat Miranda, Christian en Alex samen iedere zondagochtend in exclusieve ochtendjassen van Frette lachend de Times lazen terwijl ik hun ontbijt klaarmaakte en serveerde en na afloop de boel opruimde. De afgelopen nacht was ongeveer even rustgevend geweest als een wandelingetje door Harlem om vier uur 's nachts, helemaal alleen, en door de onvindbare restaurantbespreking vervloog nu al mijn hoop op een rustige vrijdag.
'Hmm, nee, we hebben de laatste tijd geen artikel gehad over een Aziatisch fusion-restaurant. Ik zit even te denken, gewoon persoonlijk, zeg maar, of ik nog nieuwe Aziatische zaken ken. Iets waar Miranda graag zou eten, snap je?' Zo te horen had ze er alles voor over om het gesprek te rekken.
Ik deed alsof ik niet merkte dat ze Miranda al bij haar voornaam noemde en probeerde van haar af te komen. 'Oké, dat dacht ik al. Maar evengoed bedankt voor de moeite. Tot ziens.'
'Wacht!' riep ze, en hoewel ik de hoorn al bijna neergelegd had, maakte haar dringende toon dat ik hem weer naar mijn oor bracht. 'Ja?'
'O. Nou... eh... ik wilde alleen zeggen dat als ik nog iets kan doen - of iemand anders hier - dan mag je gerust bellen. We zijn allemaal dol op Miranda en we zouden, eh... heel graag willen helpen. Met alles, wat dan ook.'
Je zou denken dat de vrouw van de president van de Verenigde Staten zojuist aan de schizofrene redactieassistente had gevraagd of ze voor de president een artikel wilde opzoeken dat cruciale informatie bevatte over een ophanden zijnde oorlog, in plaats van een onbekende recensie van een onbekend restaurant in een of andere krant. Het meest trieste van alles was nog wel dat het me niet verbaasde. Ik had van tevoren geweten dat ze zou bijtrekken.
'Goed, ik zal het doorgeven. Bedankt.'
Emily keek op van de zoveelste onkostendeclaratie en zei: 'Weer niks?'
'Nee. Ik heb geen flauw idee wat ze bedoelt, evenmin als de rest van de stad, blijkbaar. Ik heb iedereen bij elke krant uit Manhattan die ze leest aan de lijn gehad, ik heb online gekeken en archivarissen, culinair redacteurs en koks gesproken. Niemand kan ook maar één Aziatisch fusion-restaurant bedenken dat de afgelopen week is geopend, laat staan een waarover de afgelopen vierentwintig uur is geschreven. Ze is kennelijk gek geworden. Wat nu?' Ik leunde achterover in mijn stoel en deed mijn haar in een staartje. Het was nog geen negen uur 's ochtends en de hoofdpijn had zich nu al verspreid naar mijn nek en schouders.
'Ik ben bang,' zei ze langzaam, spijtig, 'dat er niets anders op zit dan haar om opheldering te vragen.'
'O nee! Dat niet! Hoe zal ze reageren?'
Mijn sarcasme was zoals gewoonlijk niet aan Emily besteed. 'Ze komt om twaalf uur. Als ik jou was, zou ik van tevoren goed bedenken wat ik wilde zeggen, want ze zal niet blij zijn dat je die restaurantbespreking nog niet hebt. Vooral niet omdat ze het gisteravond al heeft gevraagd,' voegde ze er met een nauwverholen glimlach aan toe. Ze vond het duidelijk heerlijk dat ik op mijn kop zou krijgen.
Er was weinig anders te doen dan wachten. Ik had het 'geluk' dat Miranda bij de psychiater was voor haar maandelijkse marathonzitting ('Ze heeft geen tijd om iedere week te gaan,' had Emily me uitgelegd toen ik vroeg waarom ze maar liefst drie uur lang ging), het enige aaneengesloten blok van een paar uur, dag of nacht, waarin ze ons niet belde, en natuurlijk de enige keer dat ik haar nodig had. De stapel post die ik de afgelopen twee dagen niet had geopend dreigde van mijn bureau te vallen, en aan mijn voeten lag een berg kleding van twee dagen die naar de stomerij moest. Met een diepe zucht om de wereld te laten weten hoe ongelukkig ik was, belde ik de stomerij.
'Hoi Mario, met mij. Ja, ik weet het, twee hele dagen. Kun je alsjeblieft wat spullen laten ophalen? Heel fijn, dank je wel.' Ik legde de telefoon neer en dwong mezelf om de kleding op mijn schoot te hijsen om alles uit te zoeken en te noteren op de computerlijst waarop ik haar uitgaande kleding bijhield. Wanneer Miranda dan 's morgens om kwart voor tien belde om geërgerd te vragen waar haar Prada-plooirok was, hoefde ik alleen maar het bestand te openen om haar te kunnen vertellen dat hij de vorige dag naar de stomerij was gebracht en de volgende dag weer bezorgd zou worden, ik voerde de kleding van vandaag in (een Missoni-blouse, twee identieke Elberti Ferretti-broeken, twee Jil Sander-truien, twee witte Hermès-sjaaltjes en een Burberry-trenchcoat), gooide alles in een boodschappentas en belde een koerier om hem naar beneden te laten brengen, waar de stomerij hem zou ophalen.
Het ging lekker! De stomerij was een van mijn meest gehate klusjes, want hoe vaak ik het ook moest doen, ik vond het nog steeds smerig om met blote handen de vuile was van een ander te sorteren. Iedere dag nadat ik de kleding had uitgezocht en in een tas had gepropt moest ik mijn handen wassen: Miranda's geur bleef heel lang hangen en overheerste alles, en ook al bestond hij uit een mengeling van Bulgari-parfum, vochtinbrengende crème en soms een vleugje sigarettenrook van B-DES en was het eigenlijk geen onaangename lucht, ik werd er onpasselijk van. Een Brits accent, Bulgari- parfum en witte zijden sjaals - een paar eenvoudige geneugten van het leven die voor mij voorgoed bedorven waren.
De post bestond zoals altijd voor negenennegentig procent uit rotzooi die Miranda nooit te zien zou krijgen. Alles wat gericht was aan 'de hoofdredacteur' ging rechtstreeks naar de mensen die de brievenrubriekverzorgden, maar veel lezers waren brutaler geworden en richtten hun brieven voortaan rechtstreeks aan Miranda. Het kostte me zo'n vier seconden per brief om vast te stellen dat het om een brief voor de redactie ging en niet om een uitnodiging voor een liefdadigheidsbal of een kattebelletje van een vriendin van vroeger. Brieven voor de redactie legde ik opzij. Vandaag waren dat er een heleboel. Ademloze briefjes van tienermeisjes, huisvrouwen en zelfs een paar homoseksuele mannen (of eerlijk gezegd misschien gewoon erg modebewuste hetero's): 'Miranda Priestly, je bent niet alleen de lieveling van de hele modewereld, je bent ook de koningin van mijn wereld!' luidde er een. 'Ik was het helemaal eens met je keuze om een artikel te plaatsen over "rood, het nieuwe zwart" in het aprilnummer - het was pittig, maar geniaal!' riep een andere briefschrijver uit. In een paar brieven werd geklaagd over een te expliciete reclame voor Gucci, waarin twee vrouwen met naaldhakken en jarretels samen op een verkreukeld bed lagen en hun genitaliën tegen elkaar aan drukten, en een paar andere lezers spraken hun afkeer uit over de uitgemergelde, hologige, heroïne-chique fotomodellen die Runway had gebruikt voor het artikel 'Gezondheid op de eerste plaats: tips om je lekkerder te voelen'. Er zat een standaard briefkaart van het postkantoor bij, in een krullerig handschrift geadresseerd aan Miranda Priestly, met de eenvoudige tekst: 'Waarom? Waarom maak je zo'n dodelijk saai, stom blad?' Ik lachte hardop en stopte de kaart in mijn tas - mijn verzameling kritische brieven en kaarten werd steeds groter, en binnenkort zou er geen plekje meer vrij zijn op de koelkast. Lily zei dat het ongeluk bracht om de negatieve gedachten en vijandigheid van andere mensen mee naar huis te nemen, en ze had me hoofdschuddend aangekeken toen ik zei dat negatieve gedachten die voor Miranda bedoeld waren mij alleen maar konden opvrolijken.
De laatste brief van de enorme stapel die ik moest afwerken voordat ik zou beginnen aan de vijfentwintig uitnodigingen die Miranda dagelijks kreeg, was geschreven in het meisjesachtige handschrift van een tiener, compleet met hartjes op de i's en lachende gezichtjes naast vrolijke opmerkingen. Ik wilde hem vluchtig bekijken, maar dat lukte niet: hij was te triest en oprecht en de droefenis en de wanhoop dropen van het papier. Toen de gebruikelijke vier seconden waren verstreken, zat ik nog steeds te lezen.
Lieve Miranda,
Mijn naam is Anita, ik ben zeventien jaar en zit in het laatste jaar van Barringer in Newark. Ik schaam me vreselijk voor mijn figuur, ook al zegt iedereen dat ik niet dik ben. Ik wil er net zo uitzien als de fotomodellen in Runway. Iedere maand wacht ik tot het blad op de mat valt, ook al vindt mijn moeder het stom dat ik al mijn geld uitgeef aan een modetijdschrift. Maar zij begrijpt niet dat ik een droom heb. Jij wel, hè? Ik droom er al van sinds ik klein was, maar het zal wel nooit gebeuren. Waarom niet, zul je nu vragen. Mijn borsten zijn heel plat en ik heb een dikker achterste dan jullie modellen, en daar schaam ik me erg voor. Dan vraag ik me af of ik zo wil leven en het antwoord is NEE.' want ik wil veranderen en er beter uitzien en me lekkerder voelen en nu vraag ik jou om hulp. Ik wil iets positiefs doen. Als ik in de spiegel kijk, wil ik trots zijn op mijn borsten en billen, omdat ze er net zo uitzien als die van de modellen in het beste blad van de hele wereld!!! Miranda, ik weet datje een fijne vrouw en een goede moderedactrice bent en dat jij een ander mens van me zou kunnen maken. Echt, ik zou je eeuwig dankbaar zijn. Maar als je me niet kunt veranderen, zou je dan een heel, heel mooie jurk voor het eindfeest op school voor me kunnen regelen? Ik heb geen afspraakje voor het feest, maar mijn moeder zegt dat het niet erg is als een meisje alleen gaat, dus dat doe ik. Ik heb één oude jurk, maar die is niet van een bekende ontwerper of zo. Mijn lievelingsmerken zijn Prada (nr. 1), Versace (nr. 2) en John Paul Gotier (nr. 3). Ik heb nog meer favorieten, maar dat zijn de drie besten. Ik heb hun kleren nog nooit in een winkel gezien (misschien zijn ze hier in Newark niet te koop. Als dat wel zo is, waar moet ik dan zijn? Dan kan ik ze eens van dichtbij bekijken) maar ik zie ze in Runway en ik vind ze zóóó mooi.
Ik zal je niet langer vervelen, maar je moet weten dat ik altijd een fan van je zal blijven, ook al gooi je deze brief weg, want ik vind de modellen in je blad prachtig, en de kleren en alles, en jou natuurlijk ook.
Veel liefs, Anita Alvarez
P.S.: Mijn telefoonnummer is 555-555-3948. Je kunt me schrijven of bellen, maar alsjeblieft vóór de week van 4juli, want dan heb ik de jurk nodig. I LOVE YOU!!! Dank je wel!!!!!
De brief rook naar Jean Nate, de zurige eau de toilette waar tienermeisjes in het hele land zo dol op waren. Maar daar kwam het benauwde gevoel in mijn borst en keel niet vandaan. Hoeveel van deze Anita's liepen er niet rond? Jonge meisjes die zo weinig hadden in hun leven dat ze hun gevoel van eigenwaarde, hun zelfvertrouwen, hun hele bestaan ophingen aan de kleding en de modellen die ze in Runway zagen. Hoeveel waren erbij die onvoorwaardelijk hielden van de vrouw die het blad iedere maand maakte, de samensteller van die verleidelijke fantasie, ook al was ze geen seconde van hun aanbidding waard? Hoeveel meisjes liepen er rond die geen flauw idee hadden dat het onderwerp van hun adoratie een eenzaam, doodongelukkig en vaak wreed mens was dat hun onschuldige affectie en aandacht niet verdiende?
Ik kon wel janken, om Anita en al haar vriendinnen die zoveel energie staken in hun pogingen van zichzelf een Shalom, Stella of Carmen te maken en indruk te maken op de vrouw die bij het lezen van hun brieven getergd en geërgerd zou kijken, haar schouders zou ophalen of ze zou weggooien zonder ook maar even stil te staan bij het meisje dat er een stukje van zichzelf in had gestoken. Ik borg de brief op in de bovenste la van mijn bureau en nam me plechtig voor om het meisje op de een of andere manier te helpen. Ze klonk nog wanhopiger dan de meeste anderen, en op de redactie slingerde zoveel overbodige kleding rond dat ik best iets moois voor haar feest kon regelen.
'Hé Em, ik ga even beneden kijken of de Women 's Wear er al is. Raar dat hij vandaag zo laat is, hè? Kan ik iets voor je meebrengen?' 'Graag, een cola light,' zei ze.
'Oké. Ik ben zo terug.' Ik liep snel tussen de rekken door het kantoor uit, langs de dienstlift waar Jessica en James stonden te roken en bespraken wie er die avond op Miranda's feest in het Metropolitan zouden komen. Achmed had eindelijk een Women 's Wear Daily voor me, een hele opluchting, en ik pakte een blikje cola light voor
Emily en Pepsi voor mezelf. Bij nader inzien nam ik voor mezelf ook maar een cola light, want het verschil in smaak was de afkeurende blikken en/of opmerkingen die ik ongetwijfeld zou krijgen tussen de receptie en mijn bureau niet waard.
Ik stond zo druk naar de omslagfoto van Tommy Hilfiger te kijken dat ik niet zag dat een van de liften opengegaan was. In mijn ooghoek verscheen iets groens, een zeer uitgesproken kleur groen. Dat was vooral opmerkelijk omdat Miranda een Chanel-pakje in precies die tint groene tweed had, een kleur die ik nooit eerder had gezien maar die ik ontzettend mooi vond. En hoewel mijn hersenen beter wisten, kon ik mezelf er niet van weerhouden op te kijken, de lift in, waar ze niet eens verbaasd waren om Miranda aan te treffen. Ze stond kaarsrecht, haar haar streng opgestoken zoals altijd, en ze staarde strak naar mijn ongetwijfeld geschrokken gezicht. Ik had geen enkele andere keuze dan bij haar in de lift stappen.
'Eh, goedemorgen, Miranda,' zei ik, maar het kwam eruit als gefluister. De deuren gingen achter ons dicht. We zouden de hele tocht naar de zeventiende verdieping alleen zijn. Ze zei niets tegen me, haalde haar leren agenda tevoorschijn en begon erin te bladeren. We stonden naast elkaar, en iedere seconde waarin ze niet reageerde werd de stilte vertienvoudigd. Herkende ze me eigenlijk wel? Was het mogelijk dat ze zich er totaal niet van bewust was dat ik al zeven maanden haar assistente was? Of had ik misschien zo zachtjes gefluisterd dat ze me niet had gehoord? Ik vroeg me af waarom ze niet meteen naar de restaurantbespreking vroeg of informeerde of ik haar opdracht om nieuw serviesgoed te bestellen had ontvangen, waarom ze niet vroeg of alles in orde was voor het feest van die avond. Maar ze gedroeg zich alsof ze helemaal alleen in de lift stond, alsof er niemand anders - niemand die de moeite waard was - in die kleine ruimte was.
Pas bijna een volle minuut later merkte ik dat we niet omhooggingen. O mijn god! Ze had me wel degelijk gezien, want ze was ervan uitgegaan dat ik op het knopje zou drukken - maar ik stond als aan de grond genageld. Ik stak langzaam en bang mijn hand uit, drukte op' 11' en wachtte instinctief tot er iets zou ontploffen. Maar we schoten meteen naar boven, en ik wist niet of ze er iets van had gemerkt dat we al die tijd stilgestaan hadden.
Vijf, zes, zeven... Het leek wel of iedere verdieping tien minuten duurde. De stilte gonsde in mijn oren. Toen ik genoeg moed had verzameld om steels in Miranda's richting te kijken, zag ik dat ze me van top tot teen bekeek. Haar blik ging ongegeneerd van mijn schoenen naar mijn broek, mijn blouse en toen mijn gezicht en haar, waarbij ze me bewust niet aankeek. Haar gezichtsuitdrukking was er een van passieve afkeer, zoals de gevoelloos geworden rechercheurs in Law & Order naar het zoveelste in elkaar geslagen, bloederige lijk kijken. Ik ging in gedachten vluchtig na hoe ik eruitzag en vroeg me af wat haar reactie had uitgelokt. Een bloesje met korte mouwen in militaire stijl, een gloednieuwe spijkerbroek die de pr-afdeling van Seven me gratis had toegestuurd, eenvoudigweg omdat ik bij Runway werkte, en een paar relatief platte (hakken van vijf centimeter) zwarte sandaaltjes; de enige niet-laarzen, niet-gympen waarop ik minstens vier keer per dag naar Starbucks kon lopen zonder mijn voeten aan gort te helpen. Ik trok zo vaak mogelijk de Jimmy Choo's aan die Jeffy me had gegeven, maar ik had iedere week een dag nodig om van de pijn in mijn wreven af te komen. Mijn haar was schoon en opgestoken in net zo'n expres rommelige knot als Emily zonder commentaar droeg, en mijn nagels - hoewel ongelakt - waren lang en best mooi gevijld. Ik had ergens in de afgelopen vierentwintig uur mijn oksels geschoren, en de laatste keer dat ik in de spiegel had gekeken had ik geen grote pukkels in mijn gezicht. Mijn Fossil-horloge was met de wijzerplaat naar binnen gedraaid voor het geval iemand zou proberen naar het merk te kijken, en een snelle controle met mijn rechterhand bevestigde dat er geen behabandjes zichtbaar waren. Wat was er dan? Waarom kéék ze zo naar me?
Twaalf, dertien, veertien... De lift stopte, ging open en daar was de zoveelste spierwitte ontvangstruimte. Een vrouw van een jaar of vijfendertig wilde instappen, maar stopte een halve meter van de deur toen ze zag dat Miranda in de lift stond.
'O, ik, eh...' stamelde ze, en ze keek verwoed om zich heen, op zoek naar een excuus om onze persoonlijke hel niet te hoeven betreden. En hoewel het voor mij fijner zou zijn geweest als ze was ingestapt, duimde ik stilletjes voor haar dat ze zou ontsnappen. 'Ik, eh... O! Ik heb de foto's vergeten die ik nodig heb voor de vergadering,' wist ze eindelijk uit te brengen, en ze draaide zich om op een behoorlijk wankele Manoio en maakte dat ze wegkwam. Miranda had er zo te zien niets van gemerkt, en de liftdeuren gingen weer dicht.Vijftien, zestien en eindelijk - eindelijk! - zeventien, waar een groepje modeassistenten van Runway achter de deur stond, op weg om sigaretten, cola light en de blaadjes sla die ze hun lunch noemden te gaan halen. Het ene jonge, mooie gezicht reageerde nog paniekeriger dan het andere, en ze vertrapten elkaar bijna om bij Miranda vandaan te komen. Het groepje splitste zich op, drie naar de ene kant en twee naar de andere, en ze verwaardigde zich om langs hen te lopen. Ze staarden haar allemaal na, zwijgend, toen ze de receptie door liep, en ik kon niets anders doen dan haar volgen. Dat mens ziet echt niks, dacht ik. We hadden voor mijn gevoel een ondraaglijke week lang samen in een hok van een bij anderhalve meter gestaan en ze had niet laten merken dat ze zich van mijn aanwezigheid bewast was. Maar zodra ik uit de lift stapte, draaide ze zich om.
'Ahn-dre-ah?' vroeg ze. Haar stem sneed door de stilte die de hele verdieping leek te vullen. Ik reageerde niet, omdat ik aannam dat het retorisch bedoeld was, maar ze wachtte.
'Ahn-dre-ah?'
'Ja, Miranda?'
'Van wie zijn die schoenen die je aanhebt?' Ze zette losjes een hand op haar in tweed gestoken heup en keek met half dichtgeknepen ogen naar me. De lift was inmiddels vertrokken zonder de modeassistenten, die het veel te interessant vonden om Miranda Priestly een keer in het echt te zien - en te horen! Ik voelde zes paar ogen op mijn voeten, die, hoewel ze een paar seconden daarvoor nog prima aangevoeld hadden, nu begonnen te branden en jeuken onder de kritische blikken van vijf modeassistenten en een modegoeroe.
Ik raakte helemaal in de war door de spanning van het onverwachte gezamenlijke tochtje in de lift (voor het eerst) en de indringende blikken van al deze mensen, dus toen Miranda vroeg van wie mijn schoenen waren, dacht ik dat zij dacht dat ze niet van mezelf waren.
'Eh, van mij?' zei ik, en pas toen ik het had gezegd, besefte ik dat het niet alleen respectloos maar zelfs ronduit onhebbelijk klonk. De vlucht modeminnaars begon te snateren, totdat Miranda haar toorn op hen richtte.
'Ik vraag me af waarom de meerderheid van mijn modeassistenten kennelijk niets beters te doen heeft dan roddelen als een stelletje pubers.' Ze wees hen een voor een aan, aangezien ze hun namen nog niet had kunnen noemen als iemand een pistool tegen haar hoofd gezet zou hebben.
'Jij daar!' zei ze scherp tegen het dartele jonge meisje dat Miranda waarschijnlijk voor het eerst zag. 'Hebben we jou híérvoor aangenomen of om kleding voor de modereportage te bestellen?' Het meisje liet haar hoofd hangen en wilde zich verontschuldigen, maar Miranda was nog niet klaar.
'En jij!' Ze ging vlak voor de neus van Vanessa staan, die het hoogst in de rangorde stond en zeer geliefd was bij de hele redactie. 'Denk je dat er niet een miljoen meisjes rondlopen die jouw baan zouden willen en die net zoveel verstand hebben van couture als jij?' Ze deed een stap terug, liet haar blik langzaam over hun figuur gaan en bleef af en toe lang genoeg naar één punt kijken om ze stuk voor stuk het gevoel te geven dat ze dik, lelijk en verkeerd gekleed waren, en beval ze toen om terug te gaan naar hun bureaus. Ze knikten heftig maar hielden hun hoofd gebogen. Een paar van hen excuseerden zich oprecht, heel zachtjes, terwijl ze terugliepen naar de modeafdeling. Pas toen ze allemaal weg waren, besefte ik dat we alleen waren. Alweer.
'Ahn-dre-ah? Ik accepteer die toon niet van mijn assistente,' verklaarde ze, en ze liep naar de tussendeur. Ik wist niet of ik mee moest lopen, en in een flits hoopte ik dat Eduardo, Sophy of een van de modeassistenten Emily had gewaarschuwd dat Miranda eraan kwam.
'Miranda, ik...'
'Genoeg.' Ze bleef even bij de deur staan en keek me aan. 'Van wie zijn die schoenen?' vroeg ze nog een keer, en haar stem klonk niet al te vrolijk.
Ik keek nog eens naar mijn zwarte sandaaltjes en vroeg me af hoe ik de stijlvolste vrouw van het westelijk halfrond moest vertellen dat ik mijn schoenen had gekocht bij Ann Taylor Loft. Ik keek nog een keer naar haar gezicht en wist dat ik dat niet kon.
'Ik heb ze in Spanje gekocht,' zei ik snel, terwijl ik mijn blik afwendde. 'In een schattig zaakje vlak bij de Ramblas, waar ze schoenen van een nieuwe ontwerper verkochten.' Waar haalde ik dat zo snel vandaan?
Ze balde haar vuist, hield hem voor haar mond en boog haar hoofd. Ik zag James aan de andere kant van de glazen deur aan komen lopen, maar zodra hij Miranda zag, draaide hij zich om en vluchtte. 'Ahn-dre-ah, ze zijn onaanvaardbaar. Mijn meisjes moeten Runway vertegenwoordigen, en die schoenen dragen niet de boodschap uit die ik wil uitdragen. Ga een paar Jimmy Choo's halen in de Kast. En ik wil koffie.' Ze keek eerst naar mij en toen naar de deur, en ik begreep dat ik hem voor haar open moest houden. Dus dat deed ik. Ze liep zonder me te bedanken naar haar kantoor. Ik moest eigenlijk eerst geld en mijn sigaretten halen voordat ik naar Starbucks ging, maar ik had het er niet voor over om als een geslagen maar trouwe hond achter haar aan te lopen, dus ging ik terug naar de lift. Eduardo kon me wel vijf dollar lenen voor de koffie verkeerd, en Achmed zou het pakje sigaretten dat ik bij hem haalde gewoon op de rekening van Runway zetten, zoals hij al maanden deed. Ik had er niet op gerekend dat ze iets van mijn vertrek zou merken, en haar stem kwam aan als een klap met een schop op mijn achterhoofd.
'Ahn-dre-ah!'
'Ja, Miranda?' Ik bleef abrupt staan en draaide me naar haar om.
'Ik neem aan dat die restaurantbespreking waar ik om heb gevraagd op mijn bureau ligt?'
'Eh, nou... ik kan hem eigenlijk niet zo goed vinden. Ik heb alle kranten gebeld en ze hebben de afgelopen dagen blijkbaar geen van alle een recensie geplaatst over een Aziatisch fusion-restaurant. Weet je, eh, toevallig nog hoe het heette?' Ongemerkt hield ik mijn adem in en zette ik me schrap voor de tirade.
Mijn uitleg deed haar kennelijk bijzonder weinig, want ze liep al door naar haar kantoor. 'Ahn-dre-ah, ik heb je gezegd dat die bespreking in de Post stond - is het nou echt zo moeilijk om hem even op te sporen?' En weg was ze. De Post} Ik had vanochtend hun restaurantrecensent nog gesproken en hij had me op het hart gedrukt dat er geen bespreking in had gestaan die aan mijn beschrijving voldeed - er was die week niets geopend wat de moeite waard was. Miranda zat er behoorlijk naast, dat was duidelijk, en nu kreeg ik de schuld.
Koffie halen kostte me maar een paar minuten, zo midden op de dag, dus nam ik even de tijd om Alex te bellen, die precies om half één lunchpauze had. Gelukkig nam hij zijn mobiele telefoon meteen op, zodat ik niet weer een van de andere docenten aan de telefoon kreeg.
'Hallo lieverd, hoe gaat het vandaag?' Hij klonk bijna overdreven opgewekt, en ik moest mijn uiterste best doen niet geërgerd te gaan doen.
'Te gek, tot nu toe. Ik vind het hier echt heerlijk. De afgelopen vijf uur ben ik op zoek geweest naar een denkbeeldig krantenartikel dat alleen bestaat in de fantasie van een vrouw met waanideeën die nog liever de hand aan zichzelf zou slaan dan dat ze zou toegeven dat ze zich vergist. En hoe is het bij jou?'
'Ik heb echt een heel fijne dag. Weet je nog dat ik je over Shauna heb verteld?' Ik knikte in de telefoon, ook al kon hij me niet zien. Shauna was een klein meisje dat nog nooit één woord had gezegd in de klas, en of Alex nu dreigde of intensief met haar aan het werk ging, hij kreeg haar niet aan het praten. Hij was bijna hysterisch geworden toen ze pas bij hem in de klas zat, geplaatst door een sociaal werker die had ontdekt dat ze nog nooit een school vanbinnen had gezien, ook al was ze al negen jaar. Sindsdien wilde hij haar koste wat het kost helpen.
'Ze is niet meer stil te krijgen! Zingen bleek de oplossing te zijn. Ik heb vandaag een folkzanger laten komen om gitaar te spelen voor de klas, en Shauna begon te zingen. Toen het ijs eenmaal gebroken was, begon ze met iedereen te babbelen. Ze spreekt Engels. Haar vocabulaire is toereikend voor een kind van die leeftijd. Ze is volkomen normaal!' Ik glimlachte om zijn opgetogen woorden, en plotseling miste ik Alex verschrikkelijk. Missen zoals je iemand mist die je wel regelmatig ziet, maar met wie je niet echt een band meer hebt. Het was leuk geweest om hem de vorige avond te verrassen, maar zoals gewoonlijk was ik te uitgeput geweest om een beetje aangenaam gezelschap te zijn. We begrepen allebei heel goed dat we puur mijn tijd uitzaten en moesten wachten tot mijn jaar dwangarbeid erop zat en alles weer zou worden als vroeger. Maar toch miste ik hem. En ik voelde me nog steeds schuldig over de hele toestand met Christian, en niet zo'n beetje ook.
'Goh, gefeliciteerd! Niet dat je nog een bewijs nodig had om aan te tonen dat je een geweldige onderwijzer bent, maar dat heb je nu toch gekregen! Je zult wel dolblij zijn.'
'Ja, het is prachtig.' Ik hoorde op de achtergrond de schoolbel gaan.
'Geldt dat aanbod voor vanavond nog, jij en ik samen, niemand erbij?' vroeg ik, in de hoop dat hij nog geen andere plannen had gemaakt, al rekende ik nergens op. Toen ik mezelf die ochtend zijn bed uit had gesleept en met mijn uitgeputte lijf onder de douche was gaan staan, had hij naar me geroepen dat hij graag een film wilde huren en iets te eten wilde bestellen. Een avondje niksdoen. Ik had iets onnodig sarcastisch gemompeld dat het zonde van de tijd was, omdat ik toch laat thuis zou zijn en meteen in slaap zou vallen, en dat in ieder geval één van ons van zijn vrijdagavond moest genieten. Nu wilde ik hem vertellen dat ik kwaad was op Miranda, op Runway, op mezelf, maar niet op hem, en dat ik niets liever zou willen dan samen op de bank kruipen en vijftien uur lang tegen hem aan liggen.
'Ja, prima.' Hij klonk verbaasd maar blij. 'Zal ik bij jou thuis op je wachten? Dan zien we wel wat we doen. Ik vermaak me wel met Lily tot jij er bent.'
'Een heel goed idee. Dan kun je alles horen over Freud-type.'
'Wie?'
'Laat maar. Ik moet nu echt ophangen, want Hare Majesteit wacht niet langer op haar koffie. Tot vanavond. Ik verheug me er al op.'
Eduardo liet me al doorlopen na twee refreinen van - mijn keuze - We Didn 't Start the Fire en Miranda zat druk te praten toen ik haar koffie met toebehoren op de linkerhoek van haar bureau zette. De rest van de middag maakte ik ruzie met iedere assistent en redacteur die ik te pakken kreeg bij de New York Post: ik hield vol dat ik hun krant beter kende dan zij en dat ik graag de bespreking wilde van het Aziatische fusion-restaurant van de vorige dag.
'Mevrouw, ik heb het al tien keer gezegd en ik zal het nog eens herhalen: een dergelijk restaurant hebben we niet besproken. Ik weet dat mevrouw Priestly gek is en ik geloof best dat ze uw leven tot een hel maakt, maar ik kan niet met een artikel op de proppen komen dat niet bestaat. Begrijpt u?' Dat waren de slotwoorden geweest van een medewerker die eigenlijk bij de rubriek Page Six werkte, maar die de taak had gekregen mij te helpen, zodat ik eindelijk zou ophouden met zeuren. Hij was geduldig en bereidwillig geweest, maar ook aan zijn liefdadigheidswerk was een einde gekomen. Emily had een freelance culinair redacteur aan de andere lijn en ik had James gedwongen om een van zijn ex-vriendjes op de advertentieafdeling van de Post te bellen om te vragen of hij ook maar iets - wat dan ook - voor ons kon doen. Het was al drie uur, de dag na Miranda's verzoek, en dit was de eerste keer dat het me niet meteen gelukt was.
'Emily!' riep Miranda vanuit haar bedrieglijk lichte kantoor.
'Ja, Miranda?' antwoordden we allebei, en we sprongen op om te kijken wie van ons ze wenkte.
'Emily, hoorde ik je net met iemand van de Post praten?' vroeg ze, en haar aandacht was op mij gericht. De echte Emily ging opgelucht weer zitten.
'Ja Miranda, ik heb net opgehangen. Ik heb drie verschillende mensen gesproken en ze houden allemaal vol dat ze de afgelopen week geen enkel Aziatisch fusion-restaurant in Manhattan hebben besproken. Is het misschien langer geleden?' Ik stond met gebogen hoofd voor haar bureau en keek wiebelend naar de zwarte Jimmy Choo-sandaaltjes met hakken van tien centimeter die Jeffy me met een zelfvoldaan gezicht had gegeven.
'Manhattan?' Ze keek tegelijkertijd verbaasd, geërgerd en woedend. 'Wie heeft het hier over Manhattan?'
Nu was het mijn beurt om verbaasd te kijken.
'Ahn-dre-ah, ik heb al minstens vijf keer gezegd dat het een recensie was van een nieuw restaurant in Washington. Aangezien ik daar volgende week ben, moet jij een tafel voor me reserveren.' Ze hield haar hoofd schuin en vertrok haar lippen tot wat ik niet anders dan een kwaadaardig lachje kan noemen. 'Wat vind je nu eigenlijk zo moeilijk aan dit project?'
Washington? Had ze me vijf keer gezegd dat het om een restaurant in Washington ging? Ik dacht het niet. Ze was bezig gek te worden, of ze schepte er een sadistisch genoegen in dat ik gek werd. Maar ik was precies de idioot voor wie ze me hield, en wéér deed ik mijn mond open zonder eerst na te denken.
'O, Miranda, ik weet vrijwel zeker dat de New York Post geen restaurants in Washington bespreekt. De recensent bezoekt alleen nieuwe zaken in New York.'
'Denk je dat je leuk bent, Ahn-dre-ah? Is dat jouw gevoel voor humor?' Haar glimlach was verdwenen en ze leunde naar voren in haar stoel, als een hongerige gier die ongeduldig om zijn prooi heen cirkelt.
'Eh, nee, Miranda, ik dacht alleen...'
'Ahn-dre-ah, ik heb al tien keer gezegd dat de recensie die ik zoek in de Washington Post staat. Dat krantje ken je toch wel, hè? Net zoals New York de New York Times heeft, heeft Washington D.C. ook een eigen krant. Snap je hoe dat werkt?' Haar toon was niet meer gewoon spottend: ze deed zo ongelooflijk neerbuigend dat het maar een haartje scheelde of ze begon in een babytaaltje tegen me te brabbelen.
'Ik ga er meteen achteraan,' zei ik zo kalm als ik kon, en ik liep zwijgend weg.
'O, Ahn-dre-ah?' Mijn hart maakte een sprong en mijn maag vroeg zich af of hij nog een 'verrassing' aan zou kunnen. 'Ik verwacht dat je vanavond op het feest bent om de gasten te begroeten. Dat was het.'
Ik keek naar Emily, die verbijsterd terugkeek en er, aan haar gefronste voorhoofd te zien, net zo van opkeek als ik. 'Hoorde ik dat nou goed?' fluisterde ik. Ze kon alleen maar knikken en me wenken.
'Ik was hier al bang voor,' fluisterde ze gewichtig, als een chirurg die de familie van een patiënt moest vertellen dat hij iets vreselijks in de borstholte had aangetroffen.
'Dat kan ze niet menen. Het is vrijdagmiddag vier uur. Het feest begint om zeven uur. Het is verdomme een galafeest - dat kan ze niet van me verwachten.' Ik keek nog een keer vol ongeloof op mijn horloge en probeerde me haar precieze bewoordingen te herinneren.
'O jawel, ze meent het wel degelijk,' zei Emily, en ze pakte de telefoon. 'Ik help je wel, oké? Ga jij die recensie uit de Washington Post zoeken en geef haar een kopie voordat ze vertrekt. Uri komt haar over een kwartier halen om haar naar huis te brengen voor haar haar en make-up. Ik regel wel een jurk en dergelijke voor je voor vanavond. Maak je geen zorgen, we komen er wel uit.' Ze begon druk telefoonnummers in te toetsen en dringende instructies te fluisteren. Ik bleef staan staren, maar ze wuifde me weg zonder op te kijken en ik keerde met een schok terug in de werkelijkheid.
'Ga nu maar,' fluisterde ze, en ze keek me aan met een zeldzaam vleugje medeleven. Ik ging.