22
Eva kent de man. Ze knippert met haar ogen en kan zich niet voorstellen dat hij het werkelijk is. Ze houdt haar adem in.
Het volgende moment wordt ze overdonderd door een serie handelingen waar ze op geen enkele manier meer invloed op kan uitoefenen. Haar stem weigert geluid voort te brengen, haar lijf verkeert in een staat van verlamming. Het enige wat haar lukt, is kijken naar wat er gebeurt. Melanie vliegt overeind, ze richt het wapen op de man die in de deuropening staat, en schiet hem zonder te aarzelen neer. Er is geen knal, alleen een doffe klap. Zal het ook zo klinken als Melanie haar neerschiet? Eva voelt niets. Geen pijn, geen angst, geen verzet.
Ze is hier al weg.
Ze is niemand meer.
Maar dat verandert in één klap als Melanie zich omdraait, haar wapen op Eva richt en haar vinger opnieuw om de trekker klemt.
Iemand schreeuwt iets. Het klinkt als een waarschuwing.
In een flits ziet Eva haar kinderen voor zich. Ze kijkt in de heldere ogen van Esmee en voelt de kusjes die haar dochter iedere morgen als ze wakker wordt recht op haar mond drukt. Ze ontdekt de guitige blik van Rafael, het kleine mannetje dat elke dag meer op Fons begint te lijken. Hij lacht altijd. Haar moeder zegt dat hij een rasoptimist zal zijn als hij eenmaal volwassen is. Eva zal hem niet zien opgroeien. Ze zal niet mee- maken dat hij zelf vader wordt. Haar kinderen zullen zich later hun moeder niet kunnen herinneren. Ze zijn nog te klein om de indrukken vast te houden.
In die ene flits die hooguit twee seconden duurt ziet ze hen, heeft ze al die gedachten, en beseft ze dat ze afscheid neemt.
Ze sluit haar ogen en hoort een enorme knal. Ze probeert de plek te voelen waar ze geraakt moet zijn, en beweegt met gesloten ogen haar armen, haar benen, haar romp. Maar ze voelt niets. Ze vraagt zich af of ze dood is. Het lijkt of ze nog precies kan horen wat er gezegd wordt. Ze opent haar ogen en verwacht dat ze een zwarte leegte zal zien.
Diepe duisternis.
De duisternis van de dood.
Maar het is licht. Er zijn mensen in de kamer. Veel mensen. Politie, mensen in burgerkleding. Ze herkent niemand meer. Haar hersenen weigeren te begrijpen wat er aan de hand is. Haar ogen dwalen rusteloos rond, tot ze het punt bereiken waar ze niet naar wil kijken. Maar er valt niet aan te ontkomen. Ze ziet Melanie, die op de grond ligt. Die doodstil op de grond ligt. Iemand buigt zich over haar heen. Iemand anders buigt zich over de man die is neergeschoten.
De mensen schreeuwen. Er zit opeens een agent naast haar die het over een ambulance heeft. Ze hoeft niet meer bang te zijn, hoort ze zeggen. Ze is niet meer in gevaar, ze heeft het overleefd. Het dringt allemaal niet echt tot Eva door. Ze wil beseffen wat er gebeurt, ze wil laten blijken dat ze blij is omdat ze gered is, ze wil naar haar kinderen. Maar ze kan alleen maar denken aan het laatste woord dat Melanie uitsprak. Dat woord neemt haar gedachten volledig in beslag.
Voorlopig.
'Voorlopig heeft ze nog twee dochters over.'
Het maakt alles opeens duidelijk.
Nu haar hand eenmaal in het gips zit, voelt Eva er niets meer van. De pijn bestaat niet meer. Wat overblijft is haar invaliditeit. Ze is volslagen uit balans en dat komt niet alleen door het gips en de mitella, maar de gebroken hand onderstreept haar wankele positie nog eens extra. Haar huisarts heeft haar medicijnen gegeven om te kunnen inslapen. De pillen werken wonderbaarlijk goed. Ze raakt erdoor in een diepe slaap en ze droomt niet. Het enige nadeel zijn de slappe benen, de eerste uren van de dag. Haar moeder en Dianne helpen goed. Dianne heeft de zorg voor de kinderen volledig op zich genomen en haar moeder ondersteunt Eva. Ze knuffelt haar regelmatig en iedere keer moet Eva huilen. Ze kan de tranen niet tegenhouden en als ze eenmaal stromen, zijn ze niet te stuiten. Haar moeder houdt haar stevig vast als ze huilt. En meestal huilt ze mee.
Melanie heeft twee dagen in een diep coma gelegen en toen werd duidelijk dat ze hersendood was en de beademing moest worden stopgezet. Eva's moeder en Dianne waren daarbij aanwezig. Eva weigerde mee te gaan. Het zou niets hebben toegevoegd om erbij te zijn. Ze had al afscheid van Melanie genomen, toen ze in de flat van Iris was en naar haar zus keek. Melanie lag op de grond, buiten bewustzijn. Toen heeft Eva haar gedag gezegd. Op het moment dat ze besefte dat ze niet dood was, kon ze dat doen. Ze voelde geen boosheid. Wel medelijden. Dat voelt ze nog steeds.
Het is een vreemd gevoel. Het past niet bij de omstandigheden. Als Eva eerlijk is tegen zichzelf, moet ze toegeven dat medelijden een idiote emotie is ten opzichte van de vrouw die haar had willen doden en haar kinderen wees had willen maken. Maar die richting wil ze niet uit denken. Dat kan ze nog niet aan. De herinnering aan dat ene moment, toen ze zich realiseerde dat ze afscheid nam, kan ze niet verdragen. Ze weer dat ze op dat moment niet bang was, maar als ze eraan dreigt terug te denken, kruipt de doodsangst bij haar naar binnen. Dat veroorzaakt een verlammende paniek, een loodzware last die fysiek voelbaar is. Het is een verstikkend gevoel en ze vraagt zich af hoe ze dit moet leren hanteren. Of ze dat alleen kan. Ze zou het met haar moeder kunnen overleggen, maar dan moet ze erover praten. Daarom kiest ze nog voor het medelijden. Dat is veiliger.
Iris is een week nadat ze door Melanie werd vermoord begraven. Eva was erbij, gesteund door haar moeder. De aula waar de uitvaartplechtigheid werd gehouden, zat vol en het wemelde van de journalisten. Iris bleek veel familie te hebben. Zes zussen en drie broers met partners en kinderen. Eva voelde zich schuldig, omdat ze niets van het leven van Iris wist en zich er ook nooit in had verdiept. Een van de broers hield een emotionele toespraak, en Eva zag dat zelfs de roddelbladfotografen hun tranen de vrije loop lieten. Zelf was ze op een bepaald moment opgehouden met haar wangen afvegen. Het hielp niet, ze bleef huilen. Het luchtte wel op.
Ze weet dat ze dit niet had kunnen voorzien. Toen Iris haar belde en haar zo goed als gebood om te komen, ging ze ervan uit dat de vrouw haar zou vertellen wat ze wist over de relatie tussen Fons en Melanie. Eva besefte opeens dat dit het moment was waar ze op zat te wachten. Dat dit de mogelijkheid was om de rol van Melanie openbaar te maken. Dit was haar kans.
Haar uitweg. Haar vluchtweg