21

Als ze bijkomt, merkt ze dat haar rechterpols op drie grote kussens rust, en dat ze zelf in een hoek van de kamer ligt. Iedere beweging van haar pols veroorzaakt een snijdende pijn, dus ze beweegt zich zo weinig mogelijk. Ze draait haar hoofd in de richting van de klok.

Het kwartier is voorbij. Er komt een geluid uit haar tas. Het is haar mobiele telefoon. Ze voelt zich een moment opgelucht. Dit is een goed teken.

Waar is Melanie?

Ze zit aan de tafel. Haar handen zien er vreemd uit. Een beetje geel. Ze draagt plastic handschoenen. Ze bekijkt Eva alsof ze een smerig beest ziet.

Eva voelt opeens een sterke aandrang in haar blaas. Ze twijfelt of ze daar iets over zal zeggen, maar ze weet zeker dat het geen enkel nut zal hebben. Melanie gaat haar beslist niet naar het toilet helpen.

Haar zus heeft iets voor zich liggen, maar vanaf de grond kan Eva niet zien wat het is. Opeens grijpt Melanie het vast en laat het aan Eva zien. Die staart ontzet naar het pistool. Is het wel een pistool? Het ding ziet er vreemd uit.

Het gerinkel in Eva's tas is opgehouden.

'Ze hebben het opgegeven,' zegt Melanie. 'Misschien spreken ze een boodschap in. Die luister ik straks wel af.' Ze richt haar aandacht weer op het wapen in haar hand. 'Er zit een geluiddemper op. In zo'n parkeergarage kan het enorm galmen, maar je kinderen werden er zelfs niet wakker van. En in deze bunker ging het ook helemaal naar wens. Die betonnen muren en dubbele beglazing zorgden ervoor dat ik het schot zelfs nauwelijks hoorde. Als jij aan de beurt bent, zal het ook iedereen ontgaan. Mocht er iemand thuis zijn bij de buren, tenminste. Wat een spookflat is dit, zeg. Je kunt hier maanden dood liggen voordat iemand het in de gaten krijgt.' Ze is nerveus, Eva hoort het aan haar stem. Twijfelt ze? Aarzelt ze?

'Wat schiet je ermee op als je mij vermoordt, Melanie? Denk je dat niemand in de gaten zal hebben dat je er iets mee te maken hebt?'

Melanie richt het pistool op Eva. 'Ik heb nog twee kogels in het magazijn zitten. Ik kan het me niet permitteren om mis te schieten. Er moet nog een kogel overblijven.'

'Voor wie?'

'Voor dat wijf op wie hij zo dol was. De trut die hem zelfs bij zijn kinderen vandaan kon halen. Ik had het totaal niet in de gaten. Ik ging ervan uit dat ik de enige was met wie hij overspel pleegde. Weet je dat ik hem ten huwelijk heb gevraagd? Op de dag dat ik veertig werd. Hij leek niet eens te beseffen wat ik vroeg. Het enige wat telde was zijn besluit. Het besluit om voor haar te kiezen. Hij was verblind door haar, en presteerde het om tegen me te zeggen dat hij voor de eerste keer in zijn leven echt reddeloos verliefd was geworden.'

Eva huivert. De woorden van Melanie raken haar meer dan ze zou willen. Het zijn eigenlijk al oude woorden. Pons heeft ze ook tegen haar uitgesproken. Hij voegde eraan toe dat zijn grote liefde een positieve kant in hem had geraakt die hij zelf niet eens kende. Ze herinnert zich dat ze hem dood wenste toen hij dit zei.

Melanie heeft het wapen weer neergelegd. 'Weet je, ik besefte pas toen hij me definitief afwees dat ik hem wilde vermoorden, maar jou ook. Iris stond niet op mijn lijst, die heeft zichzelf aangeboden. Maar jullie waren aan de beurt. Je had geen recht op hem, Eva. Hij was voor mij bestemd. Dat wist ik op het moment dat de uitzending die wij mochten bijwonen begon. Ik keek hem aan en voelde het. Je had er niet tussen mogen komen.'

Melanie zei 'Eva', niet 'zus'. Betekent dit dat er iets is veranderd? Ze lijkt zich te verontschuldigen voor haar plan. Eva verlegt heel voorzichtig haar gebroken hand. Ze hijgt van de pijn. 'Ik wist toen nog niet dat jij om hem gaf. Je was helemaal niet enthousiast, na die uitzending. Je liet er niets van merken. En nog niet lang geleden zei je zelfs dat je hem haatte.' Ze moet de juiste toon vinden. Ze moet haar zus bespelen en ervoor zorgen dat ze het niet kan doen. Het wapen moet op de tafel blijven liggen. Ze wordt bevrijd. Haar plan moet lukken. Ze heeft gisteravond een goed besluit genomen. Als ze haar mobieltje niet opneemt, zal er actie worden ondernomen. Ze prent het zichzelf in en wil dat haar benen minder gaan trillen.

'Het werd inderdaad haat. Het kan zomaar omslaan, Eva. Liefde kan zomaar veranderen. Dat geldt voor een zus en dat geldt voor een minnaar. Als ik eerder had geweten dat jij de relatie tussen Fons en mij in de gaten hield, had ik allang met je afgerekend. Waar je al niet achter kunt komen op een gewone vrijdagmiddag.' Melanie grijnst, pakt het wapen weer op en houdt het losjes in haar hand. 'Het is bijna halfdrie. Een mooie tijd om dood te gaan. Ik moet de boel hier ook nog een beetje opruimen. En daarna ga ik naar jouw huis en wacht ik samen met je kinderen en de rest van de familie op jouw komst. Het zal wel spannend worden. Arme mama, haar lieveling is zoek. Maar voorlopig heeft ze nog twee dochters over. Voorlopig nog wel.'

Er is een geluid in de gang.

Eva houdt haar adem in. Hoort ze het goed? Of is het een wens en creëert ze haar eigen werkelijkheid? Ze kan zich niet voorstellen dat ze niet ingrijpen. Ze heeft het toch goed voorbereid? Zouden ze haar toch niet serieus hebben genomen?

Melanie zit opeens doodstil aan tafel. Heeft zij ook iets gehoord?

Er staat een man in de deuropening.