Hoofdstuk 18

'Werkelijk,' zei de gewezen president, die inmiddels zijn met goudbestikte uniform voor een fluwelen jasje verwisseld had. 'Werkelijk Templar, we zijn wel gedwongen het voortaan zonder jouw diensten te stellen.' 'Ik was net van plan mijn ontslag in te dienen,' antwoordde Simon.

'Je bent voor de hele reis aangemonsterd, Simon,' herinnerde Greta hem.

Hij keek haar met heimelijk vermaak aan. Hij herinnerde zich de strijd tegen Anton Morgan, de lange achtervolging die tenslotte tot diens dood geleid had. Greta, echter, had hem weten te ontsnappen. Hij vroeg zich onwillekeurig af of haar arrestatie toentertijd hem feitelijk wel geïnteresseerd had.

'Dat kapsel staat je uitstekend, Greta.. . Als vanouds, wat!'

Zij stampte ongeduldig op de grond.

'Je gebruikelijke streken kun je wel achterwege laten, Simon Templar. Je gehoorzaamt, of …'

Lobo voltooide de zin, op een zoetzure manier.

'Het lijkt mij onnodig je van tevoren te zeggen wat je te wachten staat... Ik zou je momenteel een zeer bijzonder schouwspel niet graag willen onthouden.'

Hij haalde een sleutel te voorschijn en opende de beide koffers. Simon knikte. De beide anderen schenen min of meer teleurgesteld over zijn blijkbare onverschilligheid voor hetgeen men hem het zien. Hij had niettemin een fortuin onder de ogen. De valiezen waren tot de rand gevuld met goud. Simon draaide zich half om, glimlachte even tegen Greta die een huivering niet kon onderdrukken want zij zag de bijster gevaarlijke gloed in zijn ogen. Simon wendde zich weer tot Lobo.

'Wat ik zeggen wou, Senor Lobo, weet u dat wij elkaar al eens eerder ontmoet hebben? Greta en ik, bedoel ik. De laatste keer dat ik met haar te maken gehad heb heette zij Greta Morgan.' Lobo barstte in lachen uit.

'Mij niet onbekend,' zei hij. 'Wij hebben niets voor elkaar verborgen gehouden.'

'Heeft ze u ook verteld dat Anton Morgan geen profijt heeft kunnen trekken van zijn fortuin. .. om de al zeer simpele reden dat hij dood is?'

In de blik van Juan Lobo bespeurde Simon een zekere onrust. Had hij werkelijk ergens een snaar geraakt? 'Wat heb je met het geld van Anton gedaan, Greta?' Zij beet zich op de lippen zonder antwoord te geven. Met driftig geweld gooide zij het deksel weer dicht, duwde Simon opzij, deed de deur van de hut op slot en keek Simon loerend aan.

'Dat was stom van je ..'

'Tot nu toe schik ik 't anders nogal,' merkte hij op. 'Denk maar aan mijn begrafenis.'

Zij liep langs hem heen en begaf zich aan dek. Lobo tikte Simon op de schouder.

'Je moet nooit een vrouw uitdagen, Simon Templar,' zei hij lachend.

Dreigend met zijn pistool noopte hij Simon aan dek te gaan. Op een wenk van Lobo beduidde Cabrito de anderen, die nog aan de wal waren, weer aan boord te komen.

'Aan boord!' schreeuwde hij.

De gewezen president bekeek zijn gevangenen. Met een sigaar in de mond liep hij langs hen heen en weer.

'Cabrito,' beval hij, 'maak hun hun positie duidelijk.'

'Akkoord, Exc ... Pardon, Senor Lopez,' verbeterde het scharminkel haastig.

'Wees voorzichtig, Cabrito,' waarschuwde Lobo. 'Vergis je voortaan niet weer. Ik ben Senor Lopez, eigenaar en kapitein van dit Yacht. Begrepen, jullie allemaal?'

'Zal ik hem even neerleggen, Saint?' Het was de stem van Mr. Uniatz.

Hoppy kon er blijkbaar niet langer tegen op, kon zich onmogelijk langer inhouden. Juan Lobo kwam op hem af, hief zijn pistool op, liet het wapen neerkomen op de kruin van Hoppy. Het ging allemaal zo kalm in zijn werk dat het gebeurd was eer Simon het goed en wel besefte. Hij beheerste zich, zei niets. Hoppy was in elkaar gezakt, bewusteloos. De gewezen heerser van de Republiek van Antilla duwde hem met zijn voet opzij.

'Willy, pak hem op en breng hem naar beneden.'

'Okee, Kapitein,' antwoordde de matroos met kennelijke geestdrift.

'Okee,' antwoordde Lobo op zijn beurt. Dan wendde hij zich weer tot zijn handlanger. 'Cabrito, leg hun de zaak uit.'

'Zeker, Senor,' zei de grinnikende geit, terwijl hij van de een naar de ander keek. 'Begrijp de situatie goed, Templar,' begon hij. 'Senor Lopez heeft goedgevonden je voorlopig in leven te laten ...'

'Voorlopig...' herhaalde Greta, zonder enig spoor van opwinding in haar stem.

'Voorlopig,' zei Cabrito nogmaals. 'We gaan hier vandaan en ik raad je aan te vergeten wat er hier gebeurd is, vooral indien we enkele lastige vragen te beantwoorden krijgen. Kapitein Mucklow, je zet koers naar de westkust van Jamaica. Dat is alles.'

Maar Greta kwam een stap naar voren; zij had een sigaret in haar lange houder gestoken, blies Simon een rookwolk in het gezicht. Zij glimlachte, en haar glimlach had iets verontrustends.

'Denk niet dat dat alles is,' zei zij. 'Je geheugen schiet te kort, Cabrito.'

'Maar, Senora ...'

Zij liet hem niet uitspreken, en hernam: 'Don, jij kunt 't wel alleen af, nietwaar? Je hebt dus Willy om je te helpen. Wat dit stuk gorilla, Hoppy Uniatz betreft, die kun je beter stevig vastbinden.'

'De machine ...' begon Mucklow. Greta schudde het hoofd. 'Dat is voortaan het werk van Willy, beste Don.' Zij keek om zich heen, alsof zij bij het geven van haar instructies soms iemand of iets vergeten had. En dan, plotseling ...

'Ah! Onze vriend Templar... Wel, 't beste is maar hem naar bed te sturen. Nietwaar, Juanito?'

Juan Lobo aarzelde. Hij begreep het niet langer helemaal. Het ingrijpen van Greta was onverwachts gekomen. Zij stelde hem echter gerust.

'Maak je geen zorgen, we zullen Templar wel wakker maken als 't tijd is om voor het eten te gaan zorgen.'

Lobo barstte in schaterlachen uit. Hij doorzag eindelijk haar bedoeling.

'Schitterend!... Vooruit, weg, Templar!... En gauw!'

Hij stompte hem met zijn dreigend pistool. Simon aarzelde. Nu en meteen tot de aanval overgaan? Hij stond reeds gereed, zijn spieren gespannen, maar even keek hij achter zich. En wat hij zag deed hem van gedachte veranderen. Greta had een vernikkeld pistool in de hand en drukte het Shirley in de zijde. En dus was de Saint aan de genade van de anderen overgeleverd, wat hij ook mocht ondernemen. Immers, mocht hij er in slagen Lobo te overmeesteren, dan zou Greta ongetwijfeld Shirley in koelen bloede neerschieten.

'Wees voorzichtig, Greta,' waarschuwde hij. 'Ik vertrouw Shirley aan jou toe, en je staat met je leven voor haar in.'

Enkele ogenblikken later had men hem opgesloten in zijn hut. Peinzend ging hij op de rand van zijn kot zitten en maakte de rekening op: - hijzelf een gevangene, Hoppy goed en wel geboeid, en bewaakt door Cabrito. Don niet bij machte een plan tot ontvluchten in elkaar te zetten. Shirley overgeleverd aan Juan Lobo. Bleef dus alleen Willy. Maar had deze niet zelf zijn meesters gekozen?

Een plotselinge trilling bewees dat de machine inmiddels was aangezet. Het Yacht kwam langzaam in beweging. Als Don over enige fantasie beschikt had, zou hij de schuit nu en meteen hebben laten vastlopen, al was het alleen maar om tijd te winnen. Maar Lobo was kennelijk op zijn hoede en dienovereenkomstig argwanend, want voortdurend liet hij peilen, terwijl het Yacht langzaam de monding van de rivier weer bereikte. De horizon was leeg, nergens een schip, een zeil of een schoorsteen. 'En zo maar verder, Kapitein,' zei Lobo.

Don gehoorzaamde. Hij was de wanhoop nabij, beulde zich het hoofd af om een uitweg te vinden. En dan, onverwachts, zag hij iets dat hem nog erger in verwarring bracht. Lobo was op een bank tegen de verschansing gaan zitten en trok Shirley naar zich toe. Don verwachtte, uiteraard, dat het meisje zich zou gaan verzetten. Maar zij deed niets van dien aard. Integendeel, zij glimlachte tegen hem, haalde hem zelfs aan. Don begreep er verder niets meer van. Had Simon zich dus in haar ook vergist? Als Shirley naar het vijandelijk kamp overliep, wat kon Don dan in 's hemelsnaam doen? Op wiens steun kon hij rekenen? De Saint was een gevangene. Hoppy was er niet veel beter aan toe. Nee, het spel was eens en voor goed verloren. En dus, overwoog hij, was het maar beter te capituleren, zich te houden aan de ontvangen bevelen, zich onderdanig te betonen, en misschien was er dan nog een kans op levensbehoud.

Simon, van zijn kant, zocht eveneens naar een uitweg. Hij was diep in gedachten verzonken toen onverwachts een gefluister zijn aandacht trok. Het geluid kwam uit het rooster boven de deur. Hij keek op en zag een paar ogen, gedeeltelijk gemaskerd door de tralies van het rooster. 'Senor Templar..fluisterde de stem dringend. Cabrito! Wel de laatste op wie de Saint onder de gegeven omstandigheden gerekend had. Het scharminkelachtig mannetje praatte rad:

'Senor Templar ... ik heb maar heel weinig tijd, maar ik wil dat u weet hoe de zaken staan. Ik heb hen zonet afgeluisterd. Ik hoorde uw naam noemen. Ze hebben besloten zich van u te ontdoen.'

Simon haalde de schouders op. Het was niet de eerste keer dat zijn vijanden een dergelijk besluit genomen hadden, maar niemand was er ooit in geslaagd het met succes uit te voeren.

'Zie je, Cabrito,' antwoordde hij, 'ik heb eens en voor goed alle aandelen in het Paradijs opgekocht, dus kan mij niets gebeuren.'

'Ik weet waartoe u in staat bent. Maar ik, Senor Templar, ben onschuldig. Ik heb niets anders gedaan dan de bevelen van dat zwijn van een Lobo op te volgen. Als ik u help, belooft u mij dan .. -

Hij liet de zin onvoltooid. Zijn ogen verrieden angst. Simon lachte schamper.

'In een situatie zoals de mijne, kameraad Cabrito, kan ik me niet de weelde veroorloven welke hulp dan ook te weigeren. Mijn aangeboren eerlijkheid noopt mij evenwel je te waarschuwen. Ik ga nooit verplichtingen aan. We zullen wel verder zien als ik eenmaal vrij ben en Lobo... in de gevangenis zit.'

Hij klom op een stoel zodat zijn gezicht nu dichter bij het rooster was en hij het verwrongen gezicht van de ander duidelijker kon zien.

'Je schijnt wel heel erg bang te zijn, senor Cabrito? ... is je baas soms niet van plan je in de buit te doen delen?' De stem van Cabrito was weinig meer dan een gefluister. 'Hij is van plan mij ook uit de weg te ruimen. Ik...'

Hij kreeg geen gelegenheid de zin af te maken. Simon hoorde een doffe bons achter de deur, onmiddellijk gevolgd door een gekreun. En, als hij door de deur heen had kunnen kijken, zou hij gezien hebben dat de ongelukkige Cabrito wanhopig worstelde in de greep van Juan Lobo, die hem bij zijn ene oor vasthield en het hem nagenoeg van het hoofd scheurde. 'Eh, Cabrito ... kom mee!'

Cabrito jammerde. Hij probeerde zelfs niet langer zich los te rukken, gedwee liet hij zich meeslepen, terwijl het angstzweet op zijn voorhoofd parelde. Lobo sleepte hem naar de achtersteven.

'Wel, wat hadden we die Templar te vertellen?' snauwde hij, met zijn mond vlak bij het oor van de ander. 'Ik ... Excellentie... Pardon, Senor Lopez,' verbeterde hij angstig.

'Niet langer van enig belang, Cabrito. Geen kans dat je nog ooit in tegenwoordigheid van derden een fatale vergissing begaat.'

'Hoezo?'

'Omdat de haaien uitgehongerd zijn, beste jongen.' Cabrito liet zich op de knieën vallen, strekte smekend de armen uit. Greta keek minachtend toe. Rustig en onaangedaan zei zij:

'Juanito, darling, je houdt er wel heel weerzinwekkend laffe medewerkers op na.' 'Senor ... genade!' smeekte Cabrito. Greta vervolgde, alsof hij niets gezegd had: 'Ik hoop, Juan, dat jij je dapperder zult tonen ... in geval van gevaar. Je zoudt een voorbeeld kunnen nemen aan Simon Templar.'

De dikzak keek haar vuil aan. Zijn rechterhand verdween in de zak van zijn fluwelen jasje. Toen de hand weer tevoorschijn kwam pronkte er een zwaar pistool met korte loop in. De ogen puilden Cabrito nagenoeg uit het hoofd, zijn mond ging open als om een kreet te slaken. Maar het wapen knalde eer hij een woord had kunnen uitbrengen. Een ogenblik later tuimelde Cabrito overboord, in het kielzog van het snel varende jacht. Greta had het hoofd afgewend.

Men hoorde Don roepen: 'Wat is er aan de hand?'

'Vlug!' zei Greta tegen de voormalige president van de Republiek van Antilla. 'Mucklow kan gek worden en ons een hoop last bezorgen!'

Samen spoedden zij zich naar de stuurhut. Het had zich allemaal zo snel afgespeeld dat Lobo noch Greta op Shirley gelet hadden. Shirley was niettemin getuige geweest van de moord. Zij had op het punt gestaan Cabrito te hulp te snellen, maar het was allemaal veel te snel in zijn werk gegaan. En bovendien dacht zij in haar hart misschien dat het in elk geval één tegenstander minder betekende: Lobo en Greta werden inmiddels,door Don in beslag genomen, en Shirley meende plotseling de kans schoon te zien om Simon te hulp te snellen. Haastig daalde zij de trap af.

Ongelukkigerwijze had zij geen rekening gehouden met Willy die haar voortdurend in het oog hield. Hij volgde het 'matroosje' dat hem al zoveel last bezorgd had. Toen Shirley de onderste trede van de trap bereikt had, liet hij zich letterlijk boven op haar vallen. Zij slaakte een doordringende gil. 'Simon!

Juist op dat moment had Simon een plank van het bed gerukt, bij wijze van wapen. Hij wrong het stuk hout onder de deur, bediende zich er van als een hefboom. Enkele seconden later kraakte de deur open. Als een bom landde Simon op het worstelende tweetal. Zijn vuist schoot uit, tilde Willy op als een veer en deed hem een eind verder weer neersmakken.

'Een grootse demonstratie,' merkte de ijskoude stem van Greta op. 'Handen omhoog, Templar! ..' beval zij.