40
Ik zal het maar direct vertellen: iedereen heeft het overleefd.
Nee, dat is niet waar. Iedereen heeft het overleefd, op de man in het lijkkleed na. Hij veranderde van beenderen in beenderas.
Jake verbrandde zijn handen en verschroeide zijn wenkbrauwen. Dat stelde niet veel voor.
Purviance verloor veel bloed en ze hield er een paar gebroken ribben en een gebroken voet aan over. Haar milt werd in stukken verwijderd en er moest ijzerwaar in haar enkel worden gezet. Maar ze zou herstellen. En achter de tralies verdwijnen.
De Citroën zou niet herstellen. Wat ervan over was kon niet eens meer naar de sloop.
Purviance was een dag lang bewusteloos, maar daarna kwam het verhaal stukje bij beetje aan het licht.
Heel langzaam. Omdat Ryan variaties opperde, gebaseerd op informatie van Kaplan en Birch.
Mijn mentale kaart had het bij het rechte eind gehad. Ferris en Purviance hadden een relatie gehad. Birch had de gebruikelijke zaken gevonden in haar appartement in Saint-Léonard. Een herenkamerjas in de kast. Extra Bic en Oral-B in het medicijnkastje.
De verhouding was begonnen kort nadat Purviance bij Les Imports Ashkenazim was komen werken. In de loop der jaren oefende ze meer druk uit op Ferris om van Miriam te scheiden. Hij bleef haar smoesjes verkopen. Ook verstevigde ze haar greep op het bedrijf.
Purviance wist hoe het er in het pakhuis aan toeging. Dat betekende dat ze alles wist en bij alles betrokken was. Ze luisterde mee toen Ferris Kaplan belde en hem vroeg om als tussenpersoon het Masada-skelet te verkopen. Ook luisterde ze zijn gesprekken af met abt Morissonneau en Tovya Blotnik. Zo ontdekte ze de geschiedenis van het skelet. Ze was gepikeerd dat Ferris deze transactie in zijn eentje regelde en haar erbuiten hield.
Kort daarvoor had ze Ferris’ gesprek gehoord met de reisagent. Ferris wilde met zijn vrouw op vakantie gaan in het zonnige Florida. Dat was de druppel. Ferris werkte buiten haar om aan een zwendeltje en hij probeerde zijn huwelijk weer op de rails te krijgen. Purviance ging de confrontatie aan met haar minnaar en vroeg hem waar zijn prioriteiten lagen.
Moe van het schuldgevoel, of moe van de stress van zijn dubbelleven, had Ferris besloten om zijn relatie met Purviance te verbreken. Les Imports Ashkenazim had een moeilijke tijd gehad, maar over het algemeen ging het heel behoorlijk. Zijn relatie met Miriam werd beter. Hij had Purviance niet meer nodig. Goed, de zaak had een financieel dipje, maar dat zou verholpen worden door de verkoop van het skelet. Het zou beter zijn als hij Purviance ontsloeg. Ferris beloofde haar een ontslagpremie van een halfjaar salaris en zei dat ze haar spullen moest pakken.
Het eerste telefoontje naar Boca was Purviance geweest die Ferris smeekte om van gedachten te veranderen. Ferris had haar kortaf afgekapt. Ze was echt aan de kant gezet. Ze zat zonder minnaar en zonder baan.
De tweede keer dat Purviance naar Boca had gebeld, had ze een dreigement geuit. Ze wist alles over het skelet en de waarde ervan. Ze wilde een deel van de opbrengst, anders zou ze Miriam vertellen over hun verhouding en de autoriteiten over het skelet. Ferris had haar uitgelachen.
Hoe langer Purviance erover nadacht, hoe bozer ze werd. Ze had Ferris’ zaak opgebouwd. Ze had het bed met hem gedeeld. En nu werd ze aan de kant gezet als oud vuil. Hem verraden aan zijn vrouw en de politie zou hem schaden, maar zou haar niks opleveren. Bovendien zou het hem niet erg genoeg schaden. Ferris moest een veel hogere prijs betalen. Opgestookt door CSI, Law & Order en NYPD Blue, besloot Purviance een huurmoordenaar in de arm te nemen. Ze zou Ferris uit de weg ruimen en de zaak overnemen.
Een aardig joods meisje, zonder connecties. Ze kende geen huurmoordenaars. Wie moest je dan bellen? Kaplan was een ex-gevangene die illegale zaakjes opknapte. Purviance kende zijn nummer van de nummermelder op de telefoon in het pakhuis.
Kaplan mocht dan een crimineel zijn, hij was geen moordenaar. Hij zag een onnozele hals en een kans om makkelijk wat te verdienen. Hij nam Purviance’ geld, maar verrichtte daar geen diensten voor.
Aan de kant gezette minnares. Afgedankte zakenpartner. Bedrogen consument. Purviance was razend. Gedreven door een bezeten woede besloot ze zelf iets te doen. Ze wist dat een van haar buren een wapen in zijn auto had liggen en ze stal het en vermoordde Ferris eigenhandig.
Door haar boosheid kon ze echter niet logisch nadenken. Nadat ze Ferris twee kogels door zijn hoofd had geschoten, stopte Purviance de Jericho in zijn handen en schoot een keer omhoog. Nog meer criminele vaardigheden die rechtstreeks uit politieseries kwamen. Bij een zelftoegebrachte schotwond treft de arts kruitsporen aan op de hand. Alleen maakte Purviance een grote fout. Ze liet het wapen achter, maar nam de hulzen mee, waardoor er geen enkele kans was dat de schietpartij als zelfmoord zou worden aangemerkt.
Uiteindelijk vond de sij een kogelfragment in de kast, dat was ontstaan door het sleutelgatdefect in Ferris’ schedel. Een andere kogel werd uit een muur in een gang buiten de kast gehaald. Met de eerdere kogel uit het plafond in de kast en de fragmenten die uit Ferris’ hoofd waren verwijderd bewees dat dat er driemaal was geschoten. Uit een ballistische reconstructie bleek dat Ferris waarschijnlijk was neergeschoten met zijn gezicht naar de deur. Ongetwijfeld was hij zich niet bewust van Purviance’ moordlustige bedoeling toen ze de kast in stapte en achter hem ging staan.
Wat moest Courtney toen doen? Ze had zichzelf verbaasd door de koelbloedigheid waarmee ze Ferris had gedood. Nu moest ze twee vliegen in één klap slaan: maken dat ze wegkwam en haar economische verliezen goedmaken. Purviance boekte een vlucht naar Israël, onder de naam Channah Purviance, de pre-Canadese naam op haar Tunesische paspoort. Door dat onderscheid bleef ze onopgemerkt.
Omdat ze wist dat Ferris Blotnik had gebeld, ging Purviance langs bij het ida, waar ze beweerde haar baas te vertegenwoordigen. Ze wilde zekerheid over de betalingsmethode. Daar stond haar nog meer onrecht te wachten. Blotnik had het Masada-skelet nooit gehad. Purviance blufte en zei dat ze wist wie het had gestolen. Als Blotnik het geld had, of iets waardevols om te ruilen, kon zij hem het skelet bezorgen. Blotnik liet haar de beenderen van het lijkkleed zien. Purviance bevestigde dat die een behoorlijk financieel potentieel hadden en ze sloeg opnieuw toe. Daarna nam ze de nieuwe botten mee.
Kaplans verhaal was eenvoudig. Miriam Ferris was altijd aardig voor hem geweest, ze was zelfs met hem bevriend gebleven toen hij in de gevangenis zat. Miriam had hem chocola gestuurd en brieven geschreven. Het briefje dat we in Kaplans appartement hadden gevonden was slechts een van de vele geweest waarin ze hem aanmoedigde te blijven geloven.
Van Purviance hoorde Kaplan over haar verhouding met Ferris. Dat was zijn eerste vraag geweest toen ze hem had benaderd om haar baas te vermoorden. In hun onderhandelingen was Kaplan tot de conclusie gekomen dat Purviance verraderlijk en gewetenloos was. Hij geloofde dat ze een rookgordijn zou optrekken om haar eigen huid te redden als ze in het nauw werd gedreven. Wie was er kwetsbaarder dan de bedrogen echtgenote? Omdat hij bang was dat Purviance de verdenking op Miriam zou laten vallen, stopte Kaplan mij de foto van Max toe om het onderzoek in een andere richting te sturen.
Ook vreesde Kaplan dat Purviance hem erbij zou betrekken. Of nog erger. Ze had plannen gemaakt om haar minnaar te vermoorden. Als ze zelf in actie kwam, waarom zou ze dan niet de gluiperd omleggen die haar drieduizend dollar afhandig had gemaakt? En Kaplans maat Litvak was kwaad omdat Kaplan hem het Masada-skelet had beloofd, maar het vervolgens niet had geleverd. Net als Purviance rook Kaplan een buitenkansje: zorg ervoor dat je wegkomt van de plaats zelf en leg je ruzie bij in Israël. Ook hij boekte een vlucht.
Waarom had Blotnik de beenderen van het lijkkleed gestolen? Wat dat betreft had Jake waarschijnlijk gelijk.
Als promovendus in New York was Blotnik een wonderkind geweest. Artikelen in vooraanstaande tijdschriften, zelfs nog voor hij zijn proefschrift af had. Daarna het kunststuk: driehonderd pagina’s over Ecclesiastes Rabbah, een rabbijns commentaar uit het talmoedische tijdperk. Er werden hem evenveel banen aangeboden als er wijn in Kana had gevloeid. Blotnik verhuisde naar Israël, trouwde en verkreeg de ene vergunning na de andere om opgravingen te doen op begeerde plekken. De wereld had aan zijn voeten gelegen.
Een jongere collega besloot ook aan zijn voeten te gaan liggen. Hoewel het leuk was geweest zo lang het duurde, eindigde de verhouding slecht. Blotniks vrouw ging bij hem weg. Zijn minnares ging bij hem weg.
Misschien kwam het door de schaamte. Misschien door de eenzaamheid. Misschien was hij gedeprimeerd. Na de scheiding trok Blotnik zich voor het grootste deel terug. Hij organiseerde nog een paar opgravingen en publiceerde wat artikelen. Een dun werkje over de oude baden van Hammat-Gader. Daarna twintig jaar niets.
Ferris’ telefoontje moet als manna uit de hemel zijn geweest. Masada-beenderen die al veertig jaar verdwenen waren? Tijdens zijn vele jaren als archeoloog in Israël had Blotnik geruchten gehoord over zo’n skelet. Je kunt alleen maar speculeren wat Kaplan of Ferris hem verder nog heeft verteld, of welke praatjes rondgingen onder zijn collega’s. Waren de beenderen van een belangrijk persoon in het Romeinse Palestina van de eerste eeuw? Van een bijbelse beroemdheid? Blotnik moet zijn toekomst hebben zien oplichten als een kermistent.
Toen werd het manna ineens teruggetrokken door de dood van Ferris. Licht uit! Kort daarna belde ik. Ik had het Masada-skelet. Een nieuwe dageraad! Laat de aftiteling lopen!
Omdat hij het zag als een manier om zijn carrière nieuw leven in te blazen, of om zijn bankrekening aan te vullen, zoals Ryan vermoedde, had Blotnik onderzoek gedaan naar het Masada-skelet en Grot 2001. Toen werd Max hem, voor de tweede keer, ontstolen. Jake en ik kwamen hem vertellen dat het skelet was ontvreemd. Blotnik was radeloos. Zijn eventuele comeback was als een nachtkaars uitgegaan. Net als Purviance kon het wonderkind slecht tegen teleurstellingen en hij was in een afschuwelijk humeur.
Toen: meer manna. Een document dat achteloos was achtergelaten op een kopieerapparaat.
Blotnik las het rapport van Getz en maakte een kopie voor zichzelf. Een lijkkleed uit de eerste eeuw? Met eventuele menselijke resten? Ontdekt door Jake Drum? Hoe ging die theorie van die Drum ook alweer over de familietombe van Jezus?
De controversiële implicatie van Jakes theorie en mijn vondst in de tombe ontgingen Blotnik niet. Als hij het Masada-skelet niet kon krijgen, zou dit ook goed zijn. Gewapend met een betonschaar ging hij naar Beit Hanina en wachtte tot Jake het huis verliet. Het was heel eenvoudig.
En Jake?
Alles wat is gezegd, was waar. Hij ging naar zijn opgraving waar de Chevrah Kadiesja voor veel stampij zorgden. Na een poos is de politie zelfs gebeld. Tegen de tijd dat hij wegging, was het te laat om nog langs te gaan bij Getz of Bloom. De politie bij de opgraving had gevraagd naar de vergunningen voor het werk, en die bewaarde Jake thuis.
Toen hij terugkwam in zijn appartement legde hij de spullen uit zijn zakken op de gebruikelijke plaats en zocht zijn vergunningen voor de opgraving bij Talpiot. Daarna ontdekte hij dat zijn kast was opengebroken en dat de beenderen van het lijkkleed waren verdwenen. Razend stormde hij weg zonder zijn huis af te sluiten. In een poging beide zaken tegelijk af te handelen, ging hij eerst naar het wijkbureau van de politie om de papieren af te geven en daarna linea recta naar Blotnik.
Ik was eerder bij het Rockefeller gearriveerd en hij trof mij aan in de kast.
Dus.
De beenderen van het lijkkleed waren tot as verbrand.
Blotnik was dood.
Kaplan was op vrije voeten.
Purviance zou in Israël worden aangeklaagd voor de moord op Blotnik. Zou ze later worden uitgeleverd? Misschien.
En Max?
Vertegenwoordigers van de Chevrah Kadiesja bekenden, onder druk van Friedman, dat ze het Masada-skelet hadden bevrijd en herbegraven. Duimschroeven noch pijnbanken, noch het dreigement van een aanklacht kon hen ertoe brengen de locatie vrij te geven. Dat hadden ze allemaal al eerder gehoord. Voor hen was het een zaak van heilige joodse wetten. Halakha. Verzoeken om tijdelijke toegang onder hun supervisie werden onverzettelijk geweigerd.
Kortom, er bleven slechts drie dingen over: de originele foto van Kaplan, de botmonsters die waren genomen voor dna-analyse en de foto’s die ik had genomen in mijn laboratorium in Montréal.
Verder was Max weg.