70
Het mortuarium zat in de kelder van het Seton Medical Center. Het was een witbetegelde ruimte die even smetteloos en fris rook als de diepvriesafdeling in een supermarkt. Een luchtkoeler zoemde zacht op de achtergrond.
Ik knikte naar twee labmedewerkers die stonden te mopperen over een of andere administratieve fout in het rooster, terwijl ze de kleren van de slachtoffers opvouwden en in bruine zakken stopten.
Ik werd naar de autopsietafels in het midden van het vertrek getrokken, waar de jonge assistent van de patholoog-anatoom met spons en slang de lichamen van de Sarducci’s waste. Hij zette het water af en stapte opzij toen ik eraan kwam.
Joseph en Annemarie lagen naakt en kwetsbaar onder de felle lampen. Hun lichamen waren gaaf, afgezien van de lelijke snijwond in hun hals en nu ze dood waren, waren hun gezichten even rimpelloos als dat van een kind.
Claire riep mijn naam en verstoorde mijn stille gesprek met de doden.
Ik draaide me om en ze stelde me voor aan een man in blauwe opera-liekleding en een plastic schort die een netje over zijn grijze haar droeg. Hij was tenger gebouwd en had een enigszins kromme houding en een scheve glimlach, alsof hij een halfzijdige gezichtsverlamming had of een beroerte had gehad.
‘Lindsay, dit is dokter Bill Ramos, forensisch patholoog-anatoom. Bill, dit is inspecteur Lindsay Boxer, Moordzaken San Francisco.
Er is mogelijk een verband tussen deze moorden en een oude zaak van haar.’
Ik schudde Ramos net de hand toen commissaris Stark aan kwam lopen.
‘Dokter, vertel haar eens wat u over de telefoon zei.
Ramos zei: ‘Kan ik her niet beter laten zien?’
Hij richtte zich tot zijn assistent. ‘Hé, Samir, ik wil de rug van de vrouw even bekijken. Help eens, dan leggen we haar op haar zij.’
Samir legde Annemaries linkerenkel over haar rechter en de arts pakte haar linkerpols beet. Daarna trokken ze allebei aan het lijk totdat het op de zij lag.
Ik tuurde naar zeven gelige kruislings over elkaar heen lopende strepen op de billen van de dode vrouw, elk ongeveer anderhalve centimeter breed en circa acht centimeter lang.
‘Enorme kracht in die slagen,’ zei Ramos. ‘Toch kun je ze nauwelijks zien. Laten we nu even meneer Sarducci draaien, Samir.’
De arts en zijn assistent trokken de man op zijn zij en toen ze dat deden, bleef zijn hoofd zielig naar achteren hangen.
‘Kijk eens,’ zei de arts, ‘hier is het weer. Een aantal vage rechthoekige patronen, ontvellingen veroorzaakt door druk. Ze hebben niet de roodbruine kleur die je zou zien als het lichaamsdeel was geslagen toen hij nog in leven was en het zijn niet de gele perkamentachtige ontvellingen die je zou krijgen als de slagen na overlijden waren toegebracht.’
De arts keek op om te zien of ik hem begreep.
‘Stomp me in het gezicht en schiet daarna twee kogels in mijn borst. Dan zal mijn bloeddruk niet hoog genoeg zijn om een felle bloeduitstorting in mijn gezicht te krijgen, maar er zal wel iéts zitten als mijn hart nog even klopt.’
De arts pakte een scalpel en sneed bij een van de strepen op de rug van de man door een stukje onbeschadigd weefsel en de bleke afdruk van de gesel. ‘U ziet de lichtbruine kleur onder de ontvellingen, ook wel een “scherp begrensde focale accumulatie van bloed” genaamd.’
‘In gewone-mensentaal,’ ging Ramos verder, ‘en ik neem aan dat u het hiermee eens bent, dokter Washburn? Door de diepe snee door de halsslagader en de tiende hersenzenuw stopte het hart vrijwel onmiddellijk, maar niet direct. Deze man had nog een laatste hartslag toen hij werd gegeseld. Deze slagen werden net voor, of op het moment van overlijden toegebracht. Naar het idee van de moordenaar kon het slachtoffer de zweep nog voelen,
‘Lijkt erop dat het persoonlijk was, zei Stark.
‘O, ja. Ik zou zeggen dat de moordenaars hun slachtoffers haatten.’
Er viel een stilte in het vertrek toen de woorden van de arts tot iedereen doordrongen.
‘De strepen op Joe zijn smaller dan die op Annemarie,’ merkte Claire op.
‘Ja;’ beaamde Ramos. ‘Verschillende werktuigen.’
‘Zoiets als een riem,’ zei ik. ‘Zou het met twee verschillende riemen kunnen zijn gedaan?’
‘Zeer waarschijnlijk,’ zei Ramos.
Claire keek niet alleen geconcentreerd maar ook treurig. ‘Waar denk je aan?’ vroeg ik haar.
‘Ik vind het vreselijk om te zeggen, Lindsay, maar het doet me aan het verleden denken. Naar ik me herinner, lijken de strepen op wat ik op jouw onbekende slachtoffer heb gezien.’