'Die is ook niet meer wat ze geweest is', zegt de bejaarde acteur.

Naast de even bejaarde schrijver staat hij achter het raam van de luxe gefaciliteerde woonwagen, alleen voor hem, voorzien van leunstoelen, een rustbed, verse boeketten, alles herhaald in spiegels die de ruimte vertienvoudigen.

'Ze had haar gezicht en figuur niet moeten laten straktrekken om beginnende wallen, rimpels, verzakkingen weg te werken, waar nu de aandacht juist op wordt gevestigd. Ze is voor in de veertig en heeft het gezicht van een middelbare kleuter.'

Er treedt, geheel in het wit, een jonge man uit de spiegels tevoorschijn, hij noodt de acteur plaats te nemen in de schminkstoel. Vult in het engels aan wat hij de scandinaviër in het duits heeft horen opmerken: 'Behalve op haar hoofd heeft ze al het haar van haar lichaam laten schrapen.' Dat weet hij van een vrouwelijke collega.

'Ze moest een bedscène doen met haar vorige man, Tom Cruise, waarin een zweemsel van haar you know down there door de camera kwam schemeren, flitserig kort en vaag, without any krulletje of sprietseltje begroeiing. De regisseur, dat was mister Kubrick, besloot dat het over moest en stuurde miss Kidman, toen nog breekbaar mooi en nog niet onherstelbaar gerestaureerd, in haar blote you know terug naar de kleedkamer. Daar werd haar down there door die collega van me een bontje voorgeplakt, wat uren in beslag nam, zoals bewuste scène zes volle dagen. Het fragmentje fake pubic hair van miss Kidman is in de film een kwart seconde te vermoeden en mister Kubrick is er een paar dagen later van doodgevallen door een hartklap.'

Men schatert, behalve excellentie, die beweegt zijn mondhoeken een beetje, achter zijn ogen, waar het donker is, lichten dia's op van Leentje.

Daar gaat ze, hij ziet haar naar de helikopter rennen, is het in orde met het draadje tussen haar geëpi-leerde glooiingen, snijdt, bijt, schrijnt het niet, ze wordt afgeremd door de toezichthouder, ze stoot hem weg.

Miss Kidman is verwelkomd en weggeleid in haar beige broekensemble, dat in de plooien glanst als munten, en schudt handen, wordt omhelsd, omringd door regisseur, opnameleiders, assistenten en alle anderen voor wie ze is als slagroom. Ook voor haar is er een privé-verblijf tussen de dennenstammen, die zacht krakend staan te deinen in de wind, stoeiend met de kleren en het kapsel van de diva, de diva kijkt zorgelijk naar het langs-razende zwerk.

Huppelend zet Leentje haar voet op de onderste trede van de hefschroefmachine, de terreinwachter rukt haar er aan de bovenrand van haar rokje van weg, twee andere gorilla's snellen toe, die haar met hun armen omsingelen, zijn geliefde wordt tegen het heidegras getrokken. Hammer ziet het schoppen van haar naakte benen, met haar vuisten slaat ze om zich heen, hij bonkt van woede met de stok op de houten vloer, zodat de acteur, de grimeur, de vrouw in de werkjas via alle spiegels naar hem kijken. Ze komen bij hem staan aan het kleine raam, weer schaterend, om het tafereel dat nu ook zij te zien krijgen. Het bovendek van de acteursschedel is besmeerd met een hardroze fluorescente brij, gestold als tot glazuur op tompoesgebak, daarin valt in deze seconden een web van fijne barstjes. Ja! ja! Ihre Freundin wehrt sich wie ein! hij laat het zonder nadere woordbepaling, -wie ein was?

Beuk met die stok niet op je voet, Hammer, denk aan je toch al pijnlijke teen. Zijn hersens vullen zich met rood, met hitte, drift, hij proeft het in zijn mond, als hij die knoestige stok niet had zou hij omvallen.

Uit de helikopter komt nu een tweede Leentje, een meisjesachtige jonge vrouw als Leentje, zij het blond, geprononceerder van vormen.

Boven aan het trapje begint ze te gillen naar de mannen die het trappende en meppende welhaast ontklede lichaampje tenger als het is tegen de grond drukken, geagiteerd beweegt ze haar armen, in iedere hand een schoonheidskoffer.

Van dit gebeuren dringt geen geluid door tot het gezelschap achter het raam, het voltrekt zich als in een stomme film, die zich afspeelt in een nog op te nemen film, Hammer als protagonist in een raamvertelling. Hij is geen politicus meer om diplomatiek te bemiddelen, geen rechter meer om met een hamerklap de zaken te beslechten, alleen nog min of meer schrijver is hij, al dateert zijn laatste publicatie van twaalf jaar geleden. Waar is zijn lichaam, waar de kracht van vroeger, om met de belagers van zijn droombeminde op de vuist te gaan, zijn ridderlijke moed om in gevecht tegen overmacht zijn bril aan splinters te laten slaan, gezicht onder het bloed, twee voortanden zijn slokdarm in geramd. Hij staat zielig te rillen, koud of hij bevroren is, hoewel vlammen hem uitslaan, hoe oud is zijn lichaam intussen, heeft hij daar zelf nog enig besef van, er stroomt water uit zijn neus.

U moet gaan zitten. Sit down. Sit. Sit! Is hij een hond, rood rondom zijn muil? Als iemand een stoel in zijn knieholten drukt, voelt hij of de krul van zijn snor nog aangepunt tegen zijn wang plakt. Hij zit. De stok tussen zijn benen, zijn handen rusten erop, op zijn handen zijn kin. Blijf bij positieven, stuk antiek.

'Dat is de collega over wie ik het had,' zegt de visagist, 'de lijfverzorgster van la Kidman.'

'Ach so.'

De blonde verschijning is als een Jeanne d'Arc in de mannenkluwen, met haar koffers rost ze om zich heen, het openwaaiende blond is van vonkend staal.

'Ze heetNadia.'

Leentje komt onder de lichamen uit en voordat ze haar shirtje, rokje weer naar behoren aan haar lijf heeft gerangschikt, zien wij wat men achter het raam ook ziet, Hammer nog voldoende bij bewustzijn:

De meisjes kaatsen tegen elkaar, kleven hun lichamen buik tegen buik, borsten tegen borsten, armen als zuigwortels om elkaar heen voor een kus van vele secondewijzertikjes op excellenties bijzondere dure horloge, dezelfde seconden als in Guatemala en het goudland Ofir.

'Na ja.' De acteur richt verstolen een blik naar Hammer.

Het vindt plaats in roerloosheid, alsof de vrouwen zijn veranderd in Niobes. Als ze elkaar eindelijk loslaten blijven hun lichamen samenhangen, ze strelen elkaar, hoofd, gezicht, armen, rug, lager, of ze nu gaan dansen, iedereen mag kijken, dat doet iedereen dan ook. Is me dat een weerzien sedert wie weet weken of maanden van twee tovenaressen, de ene met een glazen globe op een cruiseschip, de andere met kalefaterpreparaten en haarplaksels aan het voorheen diviene vlees van een cinemaster. De wind doorschudt de kronen van eiken.