32
Het aantal tapgesprekken liep gestaag op. Het telefoonverkeer tussen Joop en zijn dealers was tijdens het muziekfestijn verdriedubbeld. Het waren korte gesprekken en Joop reed zich overduidelijk een slag in de rondte. Het was zelfs zo druk dat Selma op den duur zijn telefoon opnam en de bestellingen noteerde. De rechercheurs in de tapkamer konden de gesprekken nauwelijks bijbenen. Om tijd te winnen hadden ze hun avondmaaltijd genuttigd met de hoofdtelefoon nog op en toen Pons Duisterhoven en Jolanda de Main die zaterdagavond naar huis gingen, stonden er nog drieënvijftig gesprekken in de wacht. Doodmoe en chagrijnig kroop Jolanda de Main achter het stuur, ze kon de hele weg naar huis aan niets anders denken dan aan een sigaret. Ze had haar tas al doorgespit in de hoop op een verdwaalde peuk, maar ze kon niks vinden. Thuis had ze in de keukenla nog een pakje voor noodgevallen en dit was overduidelijk een noodgeval. Ze gaf een extra dot gas. Het was nog drie kwartier rijden voordat ze thuis was. De radio stond aan, maar zelfs een oude hit van Cher kon haar humeur niet meer opvijzelen. Ze draaide de radio uit en stuurde de straat in. Er was geen parkeerplek voor de deur en mopperend parkeerde ze vier straten verderop haar auto. Ze graaide haar post uit de brievenbus en sjokte de trap op terwijl ze de post doornam. De belastingaanslag was binnen en met een vloek draaide ze haar deur van het slot en duwde hem open. Ze nam niet de tijd om haar jas uit te trekken en liep rechtstreeks naar de keuken. Daar kwakte ze de enveloppen op het aanrecht en rukte de keukenla open. Achterin vond ze het pakje en ze stak gretig een sigaret op. Ze inhaleerde diep en keek op de klok. Tien voor twaalf. Toen dacht ze even aan Bep. Zij was de enige die op haar zat te wachten. Ze pakte een blik voer uit de voorraadkast en gaf haar zilvergrijze hangoorkonijn Bep te eten. Daarna nam ze een douche en zocht haar bed op.
Heleen en Desiree waren zondag vroeg begonnen met het uitluisteren van de telefoontaps. 's Morgens konden ze de achterstand wegwerken, temeer omdat de meeste dealers pas na twaalven hun bed uitkwamen. De twee vrouwen werkten stug door, ondersteund door liters koffie en thee. Tegen tienen die avond kwam Van Buren de tapkamer binnen. Hij had zijn bril op het puntje van zijn neus staan en toen hij Vivian zag zitten zette hij haastig zijn leesbril af.
‘Is er nog iets nieuws over de tap?’ informeerde hij en hij wendde met moeite zijn blik van de donkere dame af.
‘Goedenavond, meneer Van Buren.’ Vivian had zich met een glimlach naar hem toegedraaid. Van Buren had het gevoel dat hij kleurde.
‘Ik heb nog iets voor u meegenomen.’ Ze gaf hem een in aluminiumfolie gewikkeld pakje. ‘Hete kip’, liet ze hem weten.
‘Ik had nog een restje en het is zonde om het weg te gooien.’ Hij bedankte wat onhandig en durfde Heleen niet aan te kijken omdat hij wist dat ze spottend zou reageren.
‘De meeste gesprekken gaan over bestellingen.’ Heleen strekte vermoeid haar rug en probeerde zijn blik te peilen.
‘Ik ben bezig met de lijn van Blondie’, zei Desiree. ‘Dat mens spoort echt niet.’
Desiree had haar hoofdtelefoon afgezet en stond op om een beker koffie in te schenken. ‘Ze laat haar kinderen dealen. Via de telefoon stuurt ze haar zoon en dochter aan. Het is toch een schande? Hoe oud zijn die kinderen?’
Van Buren was op een stoel neergeploft en ondersteunde met gesloten ogen zijn hoofd. Het was al dagen laat geworden en hij verlangde naar zijn bed. ‘Je moest eens weten wat mensen voor geld doen’, antwoordde hij.
‘Maar je eigen kinderen?’ Desiree schudde ongelovig haar hoofd.
‘Ja, net zo makkelijk.’
‘Wil je koffie?’ Heleen gaf de rechercheur een por en zijn ogen schoten weer open.
‘We maken het niet te laat’, bromde Van Buren. ‘Morgen weer een drukke dag. Hoeveel lopen we nu achter?’
‘Tweeënveertig gesprekken’, las Heleen van de monitor. ‘Dat is omgerekend ongeveer twee uur terug in tijd. De meeste dealers lopen nu op het feest rond en de verkoop begint langzaam op gang te komen.’
‘Blondie belt net naar Joop voor wat nieuwe pillen’, zei Desiree. ‘En volgens Blondie is het nog tamelijk rustig. Maar met het optreden van Within Temptation verwacht ze meer klanten.’
‘Veel nieuws zullen we niet over de tap krijgen’, meende Van Buren. ‘Het zijn allemaal bestellingen, net als gisteren. Ik stel voor om de boel af te sluiten en lekker naar huis te gaan. Het is mooi geweest.’ Hij stond op, gaapte en liep terug naar zijn kamer. Kwart over tien werden de lichten in de tapkamer gedoofd en ging iedereen naar huis. Nog geen drie kwartier later trad de rockgroep Within Temptation op.
Van Buren zat de volgende ochtend wat verfomfaaid achter zijn bureau. Hij had zich vanmorgen niet geschoren en zijn ontbijt was er ook bij ingeschoten. Hij had een kop koffie en een chocoladecroissant genomen en hij wilde net aan zijn ontbijt beginnen toen Desiree Appels de kamer binnenstoof. Van schrik klotste zijn hete koffie uit het bekertje en verbrandde hij zijn hand. Hij vloekte, wapperde met zijn hand en veegde hem toen aan zijn broek droog.
‘Er is iets verschrikkelijks misgegaan’, riep Desiree Appels overstuur. ‘Verschrikkelijk…’
Ze legde het uitgewerkte tapgesprek op het bureau van de rechercheur. ‘Erik belde naar zijn moeder en was totaal in paniek. Een van zijn vrienden heeft een pil geslikt en dat is helemaal uit de hand gelopen. Erik beweerde dat het zijn schuld was, dat hij zijn vrienden had vergiftigd. Hij had hun de pillen verstrekt. Ik heb gecontroleerd of er gisteravond een melding bij de avondploeg is binnengekomen en het klopt. Vannacht is er een kind op het muziekfestijn overleden aan vervuilde xtc. Een jochie van vijftien, ene Idde Hendriks. Twee kinderen waren onwel en zijn met spoed voor onderzoek naar het ziekenhuis overgebracht. Een jongen en een meisje. Het meisje is alweer thuis en haar gegevens zijn opgevraagd. Haar naam is Sanne Terwee.’
Van Buren gaapte haar met open mond aan. Hij was duidelijk aangeslagen door het nieuws en zocht oogcontact met Heleen.
Heleen sloeg verschrikt haar hand voor haar mond.
‘Verdomme’, riep Van Buren en hij kwakte zijn koffiebeker in de afvalbak naast het bureau. De koffie spatte omhoog en liet vlekken achter op het blauwe tapijt. Met een pijnlijk vertrokken gezicht stampte de rechercheur het kantoor uit. Het was stil in de kamer. De vrouwen keken elkaar aan en probeerden hun emoties in toom te houden.
Van Buren was de kamer van de wachtcommandant ingestormd. ‘Hebben jullie op het feest van gisteravond nog pillen in beslag genomen?’
De dienstdoende commandant keek op van zijn monitor. ‘Is er wat aan de hand, Rob?’
‘Wij zijn bezig met een drugszaak en ik wil weten of die pillen afkomstig zijn van de ploert die ik onder de tap heb zitten.’
‘Ik ga ze even voor je halen.’ De commandant liep met grote passen naar een ijzeren kast en haalde daar een dossierdoos uit. ‘Hier zit alles in. We hebben de pillen nog niet laten testen.’ Hij maakte de doos open en viste er diverse zakjes uit met daaraan een proces-verbaal geniet.
‘Had de overleden jongen nog xtc in zijn bezit?’ wilde Van Buren weten.
‘Zijn zakken waren leeg. Maar het meisje dat is opgenomen in het ziekenhuis had nog een half pilletje bij zich. Even kijken…’ De man zocht door de stapel en trok het verbaal met daaraan het zakje naar boven. ‘Sanne Terwee. Hier…’
Van Buren maakte het zakje open en bekeek het pilletje waarop nog een gedeelte van de vleugels van een engel te zien was. Hij gromde. ‘Heb je nog meer pillen met het logo van een engeltje?’ Zijn collega stak de zakjes in de lucht en controleerde de pillen door het plastic heen. ‘Ja, genoeg. Kijk maar…’
‘Ja, dat zijn ze. Kan ik die doos meenemen? Na het onderzoek krijg je ze terug.’
‘Ja, natuurlijk. Succes.’
Rechercheur Van Buren stond in het trappenhuis over de leuning gebogen. Zijn handen knepen in de reling terwijl hij naar buiten staarde. Hij keek om toen hij een hand op zijn schouder voelde.
‘Gaat het, Rob?’ Heleen stond naast hem en volgde zijn blik naar buiten.
Een vrouw liet haar hond uit in het plantsoen voor het gebouw en rukte aan de lijn toen ze het tweetal voor het raam ontdekte. Ze sleurde de hond achter zich aan de straat uit.
‘Jij hebt toch ook kinderen, Heleen?’
‘Ja, twee meiden.’
‘Ik moet er niet aan denken dat een van mijn drie kinderen…’ De stem van Van Buren stierf langzaam weg. Hij wendde zijn ogen af en richtte die weer op het raam en Heleen volgde zijn blik.
‘Ik hoop dat ze er nooit aan beginnen’, antwoordde ze. Het was even stil.
‘Hadden we maar voor het weekend ingegrepen, dan…’
‘Zo moet je niet denken, Rob. Het is niet onze schuld. We doen wat we kunnen.’
Rob zuchtte lang en diep.
‘Ja, ik weet het. Het verlies van je kind is het verschrikkelijkste wat je kan overkomen. Daar kom je nooit meer overheen. En dat allemaal voor geld.’ Weer een zucht. ‘Vuile parasieten zijn het’, gromde de rechercheur, doelend op Joop en zijn compagnon. ‘Ik maak ze financieel helemaal kapot. Die Joop heeft straks geen onderbroek meer aan zijn vette reet hangen. Ik laat hem opsluiten, voor jaren. Samen met dat langharige vriendje van hem. Al is dat het laatste wat ik doe, maar zitten gaan ze.’ Op zijn knokkels verschenen witte plekken en toen liet hij de reling los.
‘Aan de slag, Resmann. Er gaan koppen rollen.’
Dinsdag 05.37 uur. Heleen Resmann leunde tegen de muur terwijl ze zwijgzaam aan haar thee nipte. Ze had het gevoel alsof ze door een tram was overreden en ze had spijt dat ze vanmorgen niet snel een hete douche had genomen. Maar dan was zeker een van haar kinderen of haar man wakker geworden door het aanslaan van de geiser. Ze had zich haastig aangekleed en was stilletjes het huis uitgeslopen. Met een geforceerde glimlach groette ze de mensen die de vergaderruimte binnenkwamen. Naast Heleen stonden drie koffers gevuld met materiaal die ze tijdens de doorzoeking van de panden eventueel nodig zouden kunnen hebben: breekijzers, veiligheidsbrillen, lampen, schroevendraaiers en tangen. Maar ook zakken, enveloppen, touw, plakband en stiften.
Rob van Buren had slecht geslapen en na een nacht van eindeloos woelen was hij uit bed gestapt en had hij zich aangekleed. De overleden jongen bleef maar door zijn hoofd spoken. Vijftien jaar! Wat bezielde zo'n kind om die troep te slikken zonder zich af te vragen wat erin zat? Het roken van wiet kon hij nog wel begrijpen. In zijn jeugd had hij ook wel eens een stickie gerookt, maar xtc… Van Buren had met lede ogen het drugsgebruik onder de jeugd zien toenemen en verbaasde zich over de roekeloosheid en onwetendheid van de meeste gebruikers. Hij had de analyse van de pillen die het forensisch laboratorium in Rijswijk had gemaakt, doorgenomen.
Van gemalen glas tot schadelijke zuren werden gebruikt voor de fabricage. Zelfs zoutzuur waarmee men gevels reinigde en caustische soda, een sterk bijtende stof die wordt gebruikt om verstoppingen door vet in afvoerkanalen af te breken.
Van Buren was geschokt van de uitkomst. Was er dan zo weinig respect voor het leven? Die vraag zoemde de hele weg naar het bureau door zijn hoofd. Hij kwam om tien over vier op het bureau aan. Het was eigenlijk zinloos dat hij zo vroeg door de donkere gangen van de afdeling liep. De voorbereiding voor de aanhouding en doorzoeking was al rond. Het was de onrust die hem naar het bureau dreef. Hij wilde zijn aantekeningen nogmaals doornemen, hij mocht niets over het hoofd zien. Eén procedurefout kon fataal zijn voor het onderzoek. Een uur later had hij de thermoskannen gevuld met koffie en de lunchpakketjes in de vergaderruimte klaargezet. Gisteravond had hij het observatieteam de opdracht gegeven om Joop te schaduwen, zodat ze wisten dat als ze de woning binnen zouden stormen Joop ook daadwerkelijk aanwezig was. Iemand naar bed brengen, noemen ze dat in politietermen. Rechercheur Van Buren hield de telefoon aan zijn oor terwijl hij zijn blik over de gezichten liet dwalen. Een derde van de geüniformeerde collega's was nieuw voor hem. Hij wendde zijn blik af toen er werd opgenomen.
‘Met Joris’, zei een mannenstem kortaf.
‘Met Van Buren. Is alles goed gegaan?’
‘Ja, prima. We hebben Joop naar bed gebracht en er is nog geen beweging in huis te zien. Jeffrey ligt nog in het ziekenhuis en een van onze mannetjes houdt bij de afdeling de wacht.’
‘Goed werk. We zijn er binnen drie kwartier.’
‘We wachten op jullie.’
Van Buren verbrak de verbinding. ‘Mensen, ik wil graag beginnen. Is de rechter-commissaris aanwezig om de huiszoeking te openen?’
Een tengere vrouw in een donkerblauw mantelpakje en zwarte pumps stak haar hand op. Haar haren waren keurig gekapt en haar gezicht was met make-up opgemaakt.
Automatisch kamde Heleen bij het zien van de vrouw met haar vingers door haar warrige haarbos en ze bekeek haar eigen puntlaarzen en verschoten spijkerbroek. Ze wist dat ze er slonzig uitzag. Het was haar nog nooit gelukt om voor vijven 's morgens eruit te zien alsof ze een modeshow moest lopen.
‘Er zijn drie zoekploegen’, riep Van Buren met een luide stem. ‘Pand een is de Kerkstraat waar onze hoofdverdachte verblijft. Als eerste gaat het arrestatieteam naar binnen en haalt de verdachte op. Dan gaat de drugshond naar binnen en dan pas de zoekploeg. De zoekploeg staat onder leiding van Heleen Resmann. Heleen, steek je hand even op.’ Er wapperde een hand door de lucht. ‘Twee collega's in uniform: De Bruin en Harrings, en de hulpofficier Konings sluiten zich bij haar aan. Tweede zoekploeg staat onder leiding van Pons Duisterhoven en die doorzoekt de loods op het industrieterrein.’ Pons ging moeizaam staan en stak zijn hand op. ‘De heren Wielings, Gerts en hulpofficier Koekkoek zitten in zijn ploeg. Zoekploeg drie wordt begeleid door Desiree Appels. Vogels en Lette sluiten zich bij haar aan. Ploeg drie doorzoekt de woning van Jeffrey. Jeffrey zelf ligt in het ziekenhuis, maar we hebben de voordeursleutel opgehaald bij de woningbouwvereniging. We zoeken drugs, geld, een vuurwapen en eventueel pofbriefjes van junkies en aantekeningen met prijzen. Voor de loods geldt dat we alles in beslag nemen: chemicaliën, ketels, filters, jerrycans. Wat vooral belangrijk is, is de stempel met daarop het logo van de tabletteermachine, zodat het forensisch laboratorium in Rijswijk kan vaststellen of de dodelijke pillen door die machine zijn vervaardigd. Werktelefoons worden in beslag genomen en als je twijfelt, dan vraag je het. Jolanda en ik blijven op het bureau en gaan direct met Joop het verhoor in. Jeffrey kunnen we nog niet verhoren en daarom heb ik de opdracht gegeven om een junk op te pakken. Deze Koen heeft geholpen met het maken van pillen. Hij is nog niet gevonden.’
De rechercheur keek over de rand van zijn brillenglazen heen. ‘Zijn er nog vragen?’ Het bleef stil. ‘Mooi, dan gaan we aan de slag. Succes.’
Om twintig over zes reden vier auto's, waaronder een blauwe gepantserde bus, met gedoofde lichten de Kerkstraat in. De stoet parkeerde op enkele meters afstand van nummer 26. Heleen Resmann zette haar dienstauto achter de bus en wachtte de orders van het arrestatieteam af. Zeven donkere figuren sprongen uit de bus en sloten zachtjes de autoportieren. Ze droegen gereedschap en de twee achterste mannen verdwenen met een uitschuifbare ladder aan de zijkant van het huis. Ze klommen op het balkon en hielden zich daar schuil. De leider van het arrestatieteam wenkte naar de twee mannen in uniform en stuurde hen naar de achterzijde waar de tuin aan een brandgang grensde. Ondertussen hadden ze een krik tussen de posten van de voordeur geplaatst en ze wachtten op een sein. De leider knikte, een wapen werd doorgeladen en bivakmutsen werden over de gezichten getrokken. De krik werd uitgedraaid waardoor de deurposten krakend protesteerden. Een zware laars trapte tegen de deur en deze vloog open. Vijfentwintig minuten over zes drong het volledig arrestatieteam het pand binnen.
‘Politie. Verroer je niet. We zijn gewapend. Politie!’ Luid schreeuwend verspreidden de mannen zich door het pand. Twee stormden de slaapkamer van Joop binnen en het eerste wat Joop zag, was de loop van een karabijn. Gillend kwam Selma omhoog, maar ze werd hardhandig terug in bed geduwd.
‘Blijven liggen’, gromde de man met de bivakmuts tegen haar. ‘We zijn van de politie.’ Maar zijn woorden hielpen maar weinig. Angstig bleef Selma jammeren terwijl ze de lakens tegen haar borsten drukte. Joop werd uit zijn bed getrokken en met zijn gezicht naar de muur gezet. Het duurde even voordat de rechter-commissaris en Heleen de slaapkamer binnenstapten. Joop kreeg het bevel om zich om te draaien en de rechter-commissaris stelde zich voor. Ze vertelde Joop waarom hij was aangehouden en dat hij voor verhoor naar het bureau werd afgevoerd. De kolossale man in boxershort stond te trillen op zijn benen en kon geen woord uitbrengen. Zijn gezicht was asgrauw en piepend hapte hij naar lucht.
‘Ben ik ook aangehouden?’ schreeuwde Selma door de uitleg van de rechter-commissaris heen.
‘U mag een andere keer’, beloofde Heleen haar.
‘De politie gaat uw huis doorzoeken en zolang ze daarmee bezig zijn, blijft u uit de buurt’, antwoordde de vrouw in het mantelpak. Ze overhandigde Selma het huiszoekingsbevel. ‘Ik blijf zelf niet bij de doorzoeking, maar als ze klaar zijn, neem ik contact met u op.’
Halverwege de gang stond Dave beteuterd naar de mannen met de bivakmutsen te kijken. Hij hield zijn knuffel stevig tegen zijn borst geklemd terwijl zijn lip beefde van ellende. Zachtjes duwde een agent het knaapje zijn kamer in en voordat hij de deur kon sluiten zag Dave nog net hoe zijn stiefvader geboeid werd afgevoerd.
De mannen hadden zich uit de slaapkamer verwijderd, zodat Selma zich kon aankleden.
‘Voordat u zich aankleedt, moet ik u eerst fouilleren’, zei Heleen terwijl ze latexhandschoenen aantrok.
‘Fouilleren’, herhaalde Selma krijsend. ‘Mens, ik heb alleen een shirt en een onderbroek aan.’
‘Het is niet anders. Wilt u zich even omdraaien, met uw gezicht naar de muur. Het is zo gepiept.’
Selma draaide zich met een nijdig gezicht om. ‘Ik heb hier allemaal niks mee te maken’, viel ze boos uit. ‘Joop heeft mij nog nooit iets verteld over drugs, dus ik kan me niet voorstellen…’
Het geblaf van een hond deed haar verschrikt opkijken.
‘Dat is onze drugshond’, legde Heleen uit. ‘Zodra hij een spoor ruikt, slaat hij aan.’
Na een paar seconden stopte het hysterische geblaf, maar niet veel later sloeg de hond weer aan.
‘U kunt zich aankleden’, zei Heleen. ‘Wat wilt u aantrekken?’ Selma wees naar een stapeltje kleren op de stoel naast het bed.
‘Ik controleer even uw broekzakken.’
‘Weten jullie eigenlijk wel dat er een klein kind in huis is’, trok Selma van leer. ‘Mijn zoontje ligt nog in bed, het kind is zich vast doodgeschrokken.’
‘We weten van uw zoontje. Een van mijn collega's heeft zich over hem ontfermd.’
‘Straks houdt hij er een trauma aan over, dan is het jullie schuld. Het is toch belachelijk om met zoveel machtsvertoon naar binnen te komen. En Joop heeft een zwak hart, hij had wel dood kunnen blijven.’
‘Joop heeft een wapen’, legde Heleen op een rustige toon uit.
‘Hij is geen kruimeldief en wij nemen geen risico's. Voor hetzelfde geld ligt het wapen onder zijn kussen.’
‘Met een kind in huis, mens, doe niet zo belachelijk.
Trouwens, hij heeft geen wapens.’
‘Als u nou rustig meewerkt en u aankleedt, dan kunt u naar uw kind toe. Misschien dat hij u nodig heeft.’
Er werd geklopt. ‘De zwarte kast in de woonkamer zit op slot’, klonk het aan de andere kant van de deur. ‘Misschien dat mevrouw de sleutel heeft?’
‘Ik weet van geen sleutel’, snauwde Selma opstandig. Ze trok een T-shirt over haar borsten en keek Heleen gepikeerd aan. ‘Kan ik nu naar mijn zoon?’
‘Natuurlijk.’ Heleen trok de deur open en liet Selma voorgaan.
‘U kunt even in de slaapkamer van uw zoon wachten totdat mijn collega's klaar zijn met de woonkamer.’ Daarna wendde ze zich tot haar collega die in de gang nog op antwoord stond te wachten. ‘Breek de kast maar open. Er zit een koevoet in de huiszoekingskist.’
‘Ben je gek geworden? Weet je wat die kast kost’, viel Selma uit. ‘Ik klaag je aan.’
‘Nee, toch? Ik doe het bijna in mijn broek van angst’, antwoordde Resmann droog.
Een luid gekraak kwam uit de kamer.
‘Nou, u wilde toch zo graag naar uw zoontje?’ zei Heleen met een knikje de kinderslaapkamer in. ‘De hulpofficier houdt u gezelschap.’
De zoekploeg in de Kerkstraat vond vierenveertig zakjes met pillen en ruim zesduizend euro aan contant geld. De gsm van Selma en die van Joop werden in beslag genomen en onder de passagiersstoel van de BMW vonden ze uiteindelijk het vuurwapen.
De woning van Jeffrey bestond uit een smoezelige kamer bezaaid met lege bier- en wijnflessen. De zoekploeg vond daar niets wat voor het onderzoek van belang was.
Al het materiaal in de loods werd met een vrachtwagen opgehaald. De stempel van de tabletteermachine werd veiliggesteld en voor onderzoek naar het forensisch laboratorium gebracht.