22

Bart schoof zijn bakje met friet uitnodigend over de tafel en knikte om aan te geven dat hij wilde delen. Ze zaten met z'n drieën in de kantine van de plaatselijke voetbalvereniging en hij en Gopal hadden net een wedstrijd achter de rug. Idde stond bij elke wedstrijd trouw als toeschouwer langs de lijn en had ook vandaag zijn twee vrienden aangemoedigd. Door zijn astma kon hij zelf niet voetballen, maar hij genoot als supporter evengoed van het spel.

‘Sanne ging zondag behoorlijk door het lint’, sneed Bart als eerste het gebeuren van gisteravond aan. ‘Emma heeft me net gebeld, haar neus is gebroken. Dat is toch niet normaal?’

‘Ik vond die hele vechtpartij belachelijk. Waarom vochten ze nou eigenlijk?’ wilde Idde weten terwijl hij de mayonaise van zijn vingers likte.

‘Weet ik veel’, schokschouderde Bart. ‘Ze lopen al een poos op elkaar af te geven. Eigenlijk sinds Sanne verkering heeft met die klootzak van een Stijn.’

‘Ze heeft geen verkering met hem’, reageerde Gopal fel.

‘Wel. Ik heb het toch zelf gezien’, trok Bart van leer. ‘Hij stond haar na schooltijd bij de steenfabriek op te wachten. Het ging allemaal heel stiekem. Ik begrijp niet wat ze in die hufter ziet.’

‘Zeker niet nu hij Erik in elkaar heeft getrapt’, viel Idde hem bij. ‘Ik vind dat ze een keus moet maken tussen ons of hem. Wat als wij straks iets verkeerds zeggen over haar “lover”? Slaat ze er dan weer op los?’

‘Hij is haar “lover” niet’, riep Gopal wanhopig. ‘En ze slaat er niet zomaar op los.’

‘Nee? Vond je haar reactie dan normaal?’ snauwde Bart terug en geïrriteerd prakte hij een frietje in de asbak die voor hem op de tafel stond.

‘Erik heeft haar xtc gegeven en dat viel helemaal verkeerd’, legde Gopal het gedrag van zijn vriendin uit. ‘Het is niet allemaal haar schuld.’

‘Ook zoiets raars’, merkte Bart op. ‘Waarom is Erik eigenlijk gaan dealen?’

‘Voor het geld’, meende Idde nuchter.

‘Ja, dat snap ik ook wel.’ Bart gaf Idde een stomp op zijn schouder en trok een boos gezicht. ‘Er zijn toch nog genoeg andere baantjes, dat bedoel ik. Dealen is zo… zo…’

‘Crimineel’, vulde Gopal aan.

Bart knikte. ‘Als mijn ouders erachter komen, mag ik zeker niet meer met hem omgaan. Ze vinden hem al een vreemde snuiter.’

Het was even stil. ‘Als het voortaan elk weekend zo gaat, dan hoeft het voor mij niet meer’, zei Bart uiteindelijk. ‘Dan ga ik wel alleen stappen. Ik heb geen zin in dat gezeik.’

‘Hoezo?’ Idde keek hem vragend aan.

‘Hoezo?’ echode Bart. ‘Wij lopen net zo goed risico als Erik zijn zakken vol met drugs heeft. Wat denk je dat er gebeurt als hij gepakt wordt en wij in zijn gezelschap zijn? En dan die meiden met hun geruzie en Sanne met haar Stijn. Lekker gezellig allemaal.’

‘Misschien moeten we er met z'n allen over praten?’ stelde Idde voor en hij zocht met zijn ogen steun bij Gopal.

‘Ja, je vrienden opgeven kan altijd nog’, vond deze ook.

Dat was een stoot onder de gordel en met een nijdige blik keek Bart Gopal aan. ‘Krijg de kolere’, gromde Bart.

Gopal wilde iets terugzeggen, maar Idde voorkwam een ruzie door met luide stem vast te stellen dat Erik zijn drugs moest thuislaten als hij met de groep ging stappen.

‘En de meiden?’ De smalende toon in Barts stem was duidelijk te horen. ‘Gaan we Sanne verbieden dat ze met Stijn omgaat? Of wordt ze ontzien? Want alles wat Sanne uitvreet, probeert Gopal goed te praten.’

‘Wat lul je nou?’ beet Gopal boos van zich af. ‘Ik praat helemaal niets goed. Jij kent alleen het exacte verhaal niet. Ze heeft niets met die rat. Die rat bedreigt haar en kan niet met zijn poten…’ Hij brak zijn zin abrupt af en keek snel van zijn vrienden weg.

‘Verdomme, jij weet iets wat wij niet weten’, siste Bart op beschuldigende toon tegen Gopal. ‘Emma heeft gelijk. Sanne heeft niet zomaar een buikgriepje opgelopen. Heeft Stijn iets bij haar geflikt? Wat? Wat dan?’

Gopal sprong met een rood hoofd op uit zijn stoel. ‘Laat me met rust’, snauwde hij. Hij graaide zijn jas van de stoelleuning en verliet met grote stappen de kantine.

‘Wat nou weer? Gopal…’ Idde was opgesprongen en wilde zijn vriend volgen, maar de hand van Bart hield hem tegen.

‘Laat hem toch, met zijn achterlijke geheimpjes. Dat is alleen maar om interessant te doen. Even laten zien hoe belangrijk hij is omdat Sanne hem wel in vertrouwen heeft genomen en ons niet. Waarschijnlijk heeft Stijn haar de bons gegeven en maken ze daar een hele heisa rond.’

‘Maar hij zei dat Stijn zijn poten niet kon thuishouden en…’

‘Misschien heeft ze hem geslagen en sloeg hij terug. Je hebt toch gezien hoe onredelijk ze de laatste tijd is?’

Idde gaf geen antwoord en bleef naar de deur kijken waar Gopal door was vertrokken.

‘Je moet behoorlijk hard slaan wil je iemands neus breken’, mompelde Bart hardop. ‘Laten ze het maar lekker uitzoeken met hun zielige acties. Sanne, Emma, Gopal en Erik, het hele zooitje.’

Idde knikte, maar was het niet echt met Bart eens.

De treinconducteur wachtte totdat de passagiers waren ingestapt en gaf toen het signaal dat de trein kon vertrekken. In verband met de voetbalwedstrijd van zondag 11 juni tussen Servië en Nederland hadden de meeste leerlingen op maandag een vrije dag. De feeststemming zat er nog in. Dinsdagochtend had de schoolgaande jeugd zich joelend en schreeuwend in de achterste coupé verzameld. Vooral Emma met haar gebroken neus die ondertussen een blauwgele uitstraling had gekregen, trok veel aandacht. Emma wilde er liever niet te veel over uitweiden en gaf wat vage antwoorden op de vragen die op haar werden afgevuurd. Een groep jongens echter had de vechtpartij gezien en ze vertelden in geuren en kleuren de hele toedracht. Emma luisterde opgelaten naar het opgeklopte verhaal, zo nu en dan verscheen er een namaakglimlach op haar gezicht. Vooral toen een van de jongens een demonstratie gaf van de vuistslag die haar neus zou hebben gebroken waardoor het hele gebeuren tweemaal zo spannend werd. Er werd ontzet gereageerd, maar toch meende Emma een mengeling van spot en opwinding in de reacties te horen. Sensatiezieke ogen zochten in het rond, op zoek naar Sanne. Alsof ze een heldin was. Emma trok met haar mond en haar stille wrok groeide aan. Na de vechtpartij had ze geen woord meer met Sanne gesproken. Sanne probeerde wel contact met haar te zoeken, maar telkens had ze Sanne de rug toegedraaid. Ze had niet geluisterd naar haar zielige uitleg, ze wilde niets meer met haar te maken hebben. Vanmorgen was ze vijftien minuten eerder van huis vertrokken, zodat ze zeker wist dat Sanne nog niet klaarstond. Ze was alleen naar het station gefietst en had Bart een smsje gestuurd dat ze een trein eerder had genomen. Toch kwam Sanne na zes minuten alsnog aangesneld en was zonder een woord te zeggen naast haar komen staan. Emma had als protest luidruchtig gesnoven en was een paar meter verderop op een bankje gaan zitten. Later zag ze vanuit haar ooghoeken dat Sanne in de voorste wagon was gestapt. Had ze dan eindelijk de hint begrepen? Oprotten moest ze. De trut! Halverwege de reis was het onderwerp ‘Sanne’ verdwenen en werd er alleen nog gespeculeerd over de komende voetbalwedstrijd tussen Duitsland en Nederland. En toen de trein bij de volgende stop leegstroomde, was er niemand meer die aan de vechtpartij dacht. Emma had even vluchtig over haar schouder gekeken en was toen met Petra en Floor druk kwebbelend naar school gelopen. De schooldag ging traag voorbij. Tijdens de lunchpauze zat Sanne stilletjes alleen aan tafel. Ze at niks en dronk alleen wat water uit de kraan. Soms schoof er iemand aan en informeerde naar de reden van de vechtpartij. Maar Sanne zweeg hardnekkig, wat haar niet echt populair maakte. Ze werd de hele dag door Emma en haar vriendinnen genegeerd, en de dag daarop en daarop. De vierde dag knapte er iets in Sanne.

Bart was een paar dagen niet naar school geweest. Griep, beweerde hij en hij had geheimzinnig gelachen. Hij spijbelde wel vaker en wist met een vervalste handtekening van zijn ouders de docenten te misleiden. Samen met Emma was hij de trein ingestapt en had Sanne aan het eind van het station zien staan, weggedoken in het glazen wachthuisje. Hij had niets gevraagd omdat hij gewoon geen zin had in ruzie. En over het voorval met Gopal had hij ook gezwegen.

Waarschijnlijk stelde al dat geheimzinnige gedoe van Gopal niets voor. Maar toen Sanne niet op school verscheen en tijdens het tweede lesuur nog steeds spoorloos was, nam hij Emma in vertrouwen. Emma werd tijdens het eerste lesuur overvallen door een beklemmend gevoel, een mengeling van angst en verdriet. Ze wist automatisch dat de emoties die ze voelde afkomstig moesten zijn van haar tweelingzus. En toen Bart haar met een ernstig gezicht meenam naar het fietsenhok omdat hij haar iets wilde vertellen, wist ze dat er iets goed fout zat. Met een bedenkelijke frons had ze Bart aangehoord.

‘En meer heeft Gopal niet gezegd?’ wilde Emma weten.

Bart schudde zijn hoofd. ‘Hij versprak zich en liep toen boos weg. Ik dacht eerst dat hij belangrijk wilde doen. Je weet toch hoe hij is?’

Emma gaf geen antwoord. Ze had geen flauw idee waarover hij het had.

Ze diepte haar gsm uit haar jaszak, toetste Sannes nummer in en bad dat ze opnam.

Er werd niet opgenomen en met een vloek borg ze haar gsm weer op.

‘Ik ga haar zoeken’, zei ze toen. ‘Ik heb zo'n raar gevoel. Jij moet me indekken met een absentenbriefje.’

‘Een absentenbriefje?’

‘Ja, een briefje van mijn ouders aan de school. Verzin maar een reden waarom ik eerder naar huis ben gegaan. Dokter of tandarts’, somde ze op. ‘Het maakt niet uit. Met een mooie handtekening van mijn vader. Daar ben je toch goed in?’

‘Jawel, maar…’ Haar dwingende ogen zeiden genoeg en hij ging overstag.

Nagelbijtend zat Emma in de trein en nam de gebeurtenissen van de afgelopen weken nog eens grondig door. Het was allemaal begonnen na het feest in De Graanschuur. Volgens Gopal was Sanne plotseling ziek geworden, wat Emma al vanaf het begin verdacht vond. Sanne was zelden ziek. Ze had die avond gehuild. Emma wist het zeker. Haar ogen stonden waterig en waren rood en pafferig. Emma had nog gevraagd of ze ruzie met Stijn had gehad, maar ze had ontkend. Emma had geen blauwe plekken gezien of bloed of een schram. Er was dus niet gevochten. Hoewel… Sannes nieuwe sweater was gescheurd en haar broek zat onder de modder. En waarom stond Stijn haar na schooltijd bij de steenfabriek op te wachten terwijl ze geen verkering hadden? Waarom deed ze zo gespannen en nerveus? Waarom moest ze steeds huilen en waarom was ze de laatste tijd zo stil? Gopal had beweerd dat Stijn haar bedreigde. Maar waarom en waarmee bedreigde hij haar dan? En nu ze er goed over nadacht… Sanne had haar niet geslagen omdat ze iets negatiefs over Stijn zei, maar omdat ze zijn naam had genoemd. Ze wilde niet aan hem herinnerd worden omdat… Hij had haar iets aangedaan. Ze was alleen in de tuin, klonk de stem van Gopal in haar hoofd. Ze was alleen… Haar broek was vuil, haar gympen waren smerig: ze had op de grond gelegen. Die bange ogen, haar witte gezicht, de agressie als zijn naam viel. Hij bedreigde haar, hij kon zijn poten niet thuishouden. De feiten bleven zich herhalen in haar hoofd. En toen plotseling verscheen er kippenvel op haar armen. Een stukje van de puzzel was zojuist op zijn plaats gevallen.

O, mijn God, dacht ze en geschrokken hield ze haar hand voor haar mond.

Ze wilde dat ze dood was. Sanne had zich teruggetrokken in de schuur. Het raam had ze afgedekt met een laken en de deur zat op de knip. Met opgetrokken benen zat ze op de bank, haar hoofd steunde op haar knieën. Wazig staarde ze voor zich uit. Ze trok het niet meer. Vanmorgen stond ze op de trein te wachten toen ze plotseling werd overvallen door de vraag wáárop ze eigenlijk stond te wachten. Waarom ze überhaupt nog naar school ging. Wat was het nut van al haar inspanningen? De wereld was verrot. Haar hele leven was verrot. Ze ging niet meer. Ze bleef gewoon thuis. Het kon haar allemaal niets meer schelen, al kreeg ze straf, nou en? Haar vader ging maar door het lint, het deerde haar niet langer. Erger kon het toch niet worden? Ze was in het drijfzand terechtgekomen en langzaam werd ze naar beneden gezogen, steeds dieper en dieper. Ze wist niet meer hoe ze eruit moest komen. Bart en Emma waren in de trein gestapt en ze wilde volgen, maar haar benen kwamen niet in beweging. Haar brein hield haar tegen. Genoeg was genoeg, riep een stemmetje in haar hoofd. Je gaat niet! Je hebt daar niets meer te zoeken. Iedereen kijkt je met de nek aan en geef ze eens ongelijk. Het is alleen maar ellende met je, niemand moet je meer. Het vertreksein klonk, de deuren werden gesloten en de trein vertrok zonder haar. Met een gevoel van opluchting had ze het gevaarte nagekeken. Ze was van de starende blikken en het hinderlijke geroddel af. Vandaag geen pesterijen, even rust. Ze had haar fiets gepakt en was met een omweg naar huis gereden. Via het weiland van de buren was ze over het hekwerk geklommen en toen ongezien de schuur ingeslopen. En daar zat ze dan, peinzend voor zich uit te staren. Er was een klein lichtpuntje hoop, bedacht ze. Ze had gehoord dat Stijn Erik had geript en dat de jongens voor wie Erik werkte erachteraan waren gegaan. Ze hoopte dat de eigenaars van het geld en de drugs zware criminelen waren en niet zouden terugdeinzen voor geweld. Ze had zelfs gebeden dat ze Stijn zijn benen zouden breken, erger nog, hem zouden afmaken, kapotschieten. Hoewel een kogel eigenlijk nog te mild zou zijn, dacht ze bitter. Hij had al dagen geen contact met haar gezocht, dus de kans bestond dat haar gebeden waren verhoord. ‘Hij mag rotten in de hel, de klootzak’, mompelde ze zachtjes. Al die onrust in haar hoofd, ze werd er gek van. ‘Vergeet het’, zei ze streng tegen zichzelf. ‘Laat het voor wat het is. Probeer er niet aan te denken.’ Maar hoe ze ook haar best deed, het ging niet lukken. De pijn zat zo diep en kwam soms zo heftig omhoog dat ze zich geen raad wist. Het geluid van haar gsm bracht haar weer bij haar positieven. Even hield ze haar adem in. Misschien was het Stijn. Wie moest haar anders bellen? Haar vrienden wisten niet beter of ze zat in de les en dan had bellen geen nut. Aanhoudend bleef de ringtoon overgaan, maar Sanne was niet van plan om op te nemen. Het leek een eeuwigheid te duren voordat de ringtoon stilviel. Toen pas haalde ze haar gsm tevoorschijn en klapte ze hem open. Ze herkende het nummer van haar zus. Die wilde natuurlijk weten waar ze was. Waarschijnlijk zat ze zich al te verkneukelen om de reactie van pa zodra hij erachter kwam dat ze had gespijbeld. Sanne snoof en speelde bedenkelijk met de knoppen van haar gsm. Ze kon Erik bellen. De kans dat hij thuis was, was groot. Misschien dat hij wat xtc kon brengen. Dat was het enige dat haar tot nu toe rust gaf. Ze opende haar adresboek en koos het nummer van Erik. Erik nam direct op.

‘Erik, met mij. Heb je nog een pilletje xtc voor mij?’

‘Nee, ik heb niks meer, maar ik heb nieuwe besteld. Ze moeten nieuwe maken, want alles is op.’

‘Heb je ook geen wiet?’

‘Nee, echt niet.’

‘Hebben ze die lul nog te pakken genomen?’ Haar stem klonk hoopvol.

‘Stijn? Ja, ik heb gehoord dat ze hem behoorlijk hebben toegetakeld.’

‘Mooi.’

Er viel een stilte alsof Erik haar reactie afwoog.

‘Ben je niet op school?’ informeerde hij toen.

‘Nee, ik had even geen zin. Heb je echt niets anders?’

‘Iets anders? Nee. Ik verwacht dat ze voor het weekend een nieuwe lading hebben.’

Ze liet een diepe zucht ontsnappen. ‘Dat is knap kloten.’

‘Ik heb nog wel wat’, begon Erik voorzichtig. ‘Maar ik denk niet… Dat is meer voor echte junks. Het zware spul.’

‘Wat is het?’

‘Cocaïne. Het zit nog verstopt in de voering van mijn jas.’

Er viel weer een stilte.

‘Weet jij hoe je dat moet gebruiken?’

‘Daar kun je beter niet aan beginnen’, zei hij scherp.

‘Een klein beetje kan geen kwaad. Toe nou, dan doen we ieder de helft. Ik weet zeker dat jij ook nieuwsgierig bent naar het spul.’

‘Weet je wat een gram kost? Vijfenveertig euro.’

‘Je bent toch bestolen? Zeg gewoon dat Stijn het spul heeft meegenomen’, antwoordde Sanne gewiekst. ‘Niemand die erachter komt. Kom je?’

‘Waar ben je?’

‘In de schuur.’

Hij dacht even na. ‘Oké.’

Emma had Gopal gebeld, maar hij nam niet op. Daarna had ze nog een keer het nummer van haar zus geprobeerd, maar die reageerde ook niet. Ze had eigenlijk niets anders verwacht. Ze was uit de trein gestapt en stond nu besluiteloos op het perron. Wat nu? Waar kon haar zus heen zijn gegaan?

De Rode Rakker? Het park aan het Sint-Jansplein? De schuur? Nee, mam was thuis, dat was te riskant. Misschien bij de frietkraam in de Stuiverstraat of bij koffieshop Lammar. Ze kreeg een ingeving. Haar duim vloog over de knoppen van haar gsm: Sanne is weg. Heeft groot probleem. Help, waar moet ik zoeken? Em

Ze las de tekst nog even door en verzond toen haar bericht naar Bart, Idde, Erik en Gopal.

Daarna maakte ze sms voor Sanne: Bel me ff. We moeten praten. Ik weet het. Em

Ze drukte op verzenden en stapte vervolgens op haar fiets. Ze besloot als eerste langs De Rode Rakker te rijden en dan zo door naar de Stuiverstraat. Dat lag op de route naar de koffieshop. Bij de Rode Rakker was ze snel klaar: de tent was gesloten. Ze fietste door naar de frietkraam in de Stuiverstraat en informeerde bij de eigenaar of haar zus langs was geweest. Dat was niet het geval. Toen ze de frietkraam een kleine kilometer achter zich had gelaten liet haar gsm tweemaal een piep horen. Snel kneep ze in haar remmen. Er was een berichtje binnengekomen. Ze haalde haar gsm uit haar broekzak en drukte het bericht open.

Mirjam is niet op school. Misschien zit ze daar? XX Bart

‘Yes!’ Nu ze ruzie hadden, trok Sanne veel met Mirjam op. Het was nog de enige die ze had. Ze moest daar wel zijn. Enthousiast draaide Emma haar fiets in de tegengestelde richting en stapte op. Eindelijk wat geluk. Bart was een kei. Mirjam woonde in de Waalstraat, in een nieuwbouwwijk even buiten de stad. Ze fietste zo hard naar het huis van Mirjam dat ze algauw buiten adem was. Voor een verkeerslicht rustte ze even uit en weer liet de pieptoon weten dat er een sms binnenkwam.

‘Is ze niet in de schuur?’ las Emma de tekst van Idde hardop. Emma rolde met haar ogen en drukte met een zucht het bericht weg. ‘Ja, hoor’, hoonde ze. ‘En dan mam tegen het lijf lopen. Kijk mam, ik ben aan het spijbelen…’

Ze zette zich af en sprong weer op haar fiets. Buiten adem kwam ze bij Mirjam aan. Ze smeet haar fiets tegen het tuinhek en drukte langdurig op de bel. De moeder van Mirjam opende de deur en trok een verbaasd gezicht.

‘Sanne? Wat leuk dat je even op ziekenbezoek komt.’ Ze hield de deur open en stapte zelf opzij, zodat Emma binnen kon komen.

‘Sanne is mijn zus. Ik ben Emma. Mirjam is ziek?’

‘O, jullie lijken zo op elkaar. Ja, Mirjam is ziek. Wist je dat niet?’

‘Nee, eigenlijk niet. Ik zoek mijn zus. We zouden samen naar de tandarts gaan, maar ik ben haar kwijt.’

‘Nou, hier is ze niet.’

‘Dan zal ze wel rechtstreeks naar de tandarts zijn gefietst.’

Met een vriendelijke glimlach bedankte ze de vrouw en ze liep snel terug naar haar fiets.

Ze nam dezelfde route weer terug richting koffietent Lammar. Haar tempo had ze gehalveerd en na twintig minuten kwam ze eindelijk bij de koffietent aan. De tent was zo goed als leeg. Aan een tafeltje voor het raam zaten vier mannen te klaverjassen en Lammar zelf zat op het terras in de zon te genieten van zijn koffie. Haar gsm ging over en snel drukte ze het gesprek open. Het was Gopal aan de andere kant van de lijn.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg hij bezorgd.

‘Sanne is verdwenen’, antwoordde Emma met overslaande stem. ‘Waarom heb je me niks verteld?’

Het was even stil.

‘Wat bedoel je?’

‘Wat Stijn heeft geflikt. Ik weet alles’, blufte Emma. ‘Hij heeft haar verkracht.’ Ze hield haar adem in en hoopte dat Gopal het zou ontkennen.

‘Ik kwam te laat. Het was al gebeurd toen ik haar vond’, stamelde Gopal. ‘Niemand mocht het weten. En toen hij begon te dreigen met die foto's… Ze was bang dat ze werd nagewezen. Het is niet aan mij om te beslissen of ze het vertelt of niet.’

Emma sloot haar ogen en deed haar best om niet in tranen uit te barsten.