23

De gsm lag naast Sanne op de bank en ze reageerde traag toen het smsje van Emma binnenkwam. Ze las de tekst, drukte haar gsm uit en sloot haar ogen. Emma wist het. Sanne vroeg zich niet eens af hoe dat mogelijk was. Het was goed, dacht ze, een reden om opgelucht te zijn. Ze miste Emma. Ook al werkte haar zus haar op de zenuwen, ze kon niet zonder haar. Het zou nu allemaal goed komen. Ze keek naar het uitbeenmes dat ze in haar handen hield, alsof daar het antwoord lag. De dood leek een oplossing, maar was dat ook zo? Was het eerlijk tegenover haar ouders en Emma? Wilde ze echt dood of was het een schreeuw om hulp? Nadat ze Erik had gebeld had ze rusteloos door het vertrek gelopen. Ze kreeg het steeds benauwder en de stemmen in haar hoofd werden luider en luider. Haar hart begon wild te bonken en ze probeerde krampachtig haar ademhaling onder controle te krijgen. Ze moest gewoon wat te roken hebben, daar werd ze rustig van. Misschien dat de jongens wat wiet hadden bewaard. In de trommel misschien, in de bergplaats onder de tegel. Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht? Ze had nog wat wiet te goed. Ze schoof het ladekastje van zijn plek en tilde de tegel van zijn plaats. Uit het gat diepte ze de trommel op en ze trok het deksel los. Teleurgesteld bekeek ze de inhoud: een zo goed als lege rumfles, twee seksboekjes, het uitbeenmes en een portemonnee met wat luizige euro's. Geen wiet. Ze hadden alles opgemaakt, de vrekken. Zelfs haar deel. Ze kon wel janken. In een opkomende woedeaanval greep ze het uitbeenmes en ze was het eens met de stem in haar hoofd die beweerde dat haar leven totaal geen zin had. Het was tegenslag na tegenslag. Dood was een optie, dan was ze in één klap van alle ellende af. In een zwak moment had ze het lemmet op haar pols gezet, haar ogen gesloten en uitgehaald. Het lemmet was bot en had een rode striem van hooguit vier centimeter op haar vlees achtergelaten. Misschien als ze meer kracht zou zetten, maar ze durfde plotseling niet meer. Als een zielig vogeltje was ze op de bank gekropen en wachtte ze de komst van Erik af. Waar bleef hij nou met het spul?

Er werd zachtjes op de deur geklopt. ‘Ik ben het’, klonk de stem van Erik.

De deur rammelde in het slot en er volgde een hardere roffel op de deur.

Sanne sprong op en draaide gehaast de sleutel om. De deur zwaaide open en Emma stapte als eerste naar binnen.

Sprakeloos staarde Sanne haar zus aan. Erik volgde Emma op de voet en sloot snel de deur. De meisjes stonden roerloos tegenover elkaar, niet goed wetend wat ze moesten doen. Emma deed als eerste een stap in Sannes richting en stak haar hand uit. Voorzichtig pakte Sanne de hand en zag in de ogen van Emma een diepe bezorgdheid. Ze wilde iets zeggen, maar de tranen waren haar voor.

‘Het spijt me zo’, jammerde ze. ‘Ik had je niet mogen slaan. Het spijt me zo verschrikkelijk erg.’

Emma sloeg beschermend haar arm om Sanne heen en duwde haar naar de bank.

‘Ga even zitten’, zei ze zacht. ‘Gaat het? Huil maar flink uit.’ Sannes lichaam schokte en ze deed haar best om zich te beheersen. Ongemakkelijk sloeg Erik de meisjes gade, hij had geen flauw idee van wat er zich afspeelde tussen de twee. Na het telefoontje van Sanne was zijn geweten gaan knagen. Hij kon die troep toch niet aan zijn vrienden verkopen? Natuurlijk klonk het heel aanlokkelijk om een klein beetje te proberen, maar wat waren de gevolgen? Hij wist het niet en hij had spijt dat hij had ingestemd. Hij besloot om naar Sanne te gaan en het uit te leggen. Desnoods konden ze samen ergens wat wiet kopen, hij wist nog wel een adresje. Maar de cocaïne was uitgesloten en om niet alsnog in de verleiding te komen had hij die thuisgelaten. Hij zat net vijf minuten op de fiets toen hij het smsje van Emma ontving. Hij las de tekst en twijfelde geen moment. Volgens Emma zat haar zus in de problemen en dat kon kloppen, want hij had zoiets ook gemerkt. De frustraties waren in Sannes stem te horen. Hij tikte de verblijfplaats van Sanne in en meldde dat hij buiten het terrein op Emma bleef wachten, zodat ze gezamenlijk naar binnen konden. Erik ging op de leuning van de bank zitten en probeerde uit het gesprek op te maken wat er gaande was.

‘Je had het me moeten vertellen’, hoorde hij Emma zeggen. ‘Je blijft hier toch niet mee rondlopen? Valt hij je nog steeds lastig? Zullen we samen naar de politie gaan?’

Sanne schudde vermoeid haar hoofd.

Erik raakte licht in paniek toen het woord ‘politie’ viel. ‘Waar gaat het over?’ vroeg hij in de stilte die volgde.

Sanne voelde de hitte haar gezicht kleuren.

‘Stijn heeft haar…’ Emma maakte haar zin niet af en seinde met haar hoofd alsof ze duidelijk wilde maken dat die informatie toch wel voldoende was.

‘Ik begrijp het niet’, zei hij.

‘Moet ik het voor je uittekenen of zo?’ riep Emma geïrriteerd.

‘Ben je dan echt zo achterlijk? Wat denk je nou dat Stijn bij haar heeft gedaan?’ Haar stem sloeg over van boosheid.

‘Hij heeft me verkracht’, zei Sanne zacht. Ze bestudeerde haar handen, zodat ze Erik niet hoefde aan te kijken. Ontzet staarde Erik haar aan. Hij wilde het woord herhalen, maar kreeg het niet over zijn lippen.

Sanne aarzelde zichtbaar, maar deed toen toch haar verhaal. Zo nu en dan haperde haar stem, maar ze liet niets weg. Ze vertelde over de verkrachting, de dreigementen en zijn nachtelijke bezoek. Ze vertelde over de drugs en de dag dat hij haar na school stond op te wachten. Ze vertelde over haar angst en de schaamte die ze voelde.

‘Zeg het alsjeblieft niet tegen pa’, smeekte ze als afsluiting van haar gruwelijke relaas. Emma was te gechoqueerd om te antwoorden en ook Erik was wit weggetrokken en kon nog steeds geen woord uitbrengen. Hij keek naar het mes dat op de grond naast de bank lag en begreep wat haar bedoeling was geweest. Hoe vaak had hij niet met het idee gespeeld?

‘Wil je er dan niks mee doen? Je hebt hulp nodig’, meende Emma.

‘Het is gebeurd en de politie of pa of wie dan ook kan het niet meer ongedaan maken. Ik moet ermee leven en ik wil niet dat iedereen mij plotseling zielig gaat vinden. Weet je wat er op school gaat gebeuren als het bekend wordt?’ Sanne wreef met een woest gebaar de tranen van haar wangen. ‘Ze willen alles weten, tot in de kleinste details, en na een tijdje beginnen de roddels te komen. Dan ben ik een slet en heb ik het zelf uitgelokt. Waarom ben ik anders een tweede en derde keer naar hem toe gegaan? Ik had toch weg kunnen lopen? Ik had de politie toch kunnen waarschuwen? Hoe denk je dat pa reageert? Voor ons geen feestjes meer. We mogen niet meer stappen, hij houdt ons voorgoed thuis. Is dat het waard? Kunnen we het dan niet beter stilhouden? Als die klootzak me gewoon met rust laat, dan komt het wel weer goed. Ik heb tijd nodig. Tijd en rust.’

Erik knikte instemmend. Hij moest er niet aan denken dat de politie een onderzoek ging instellen en dat hij werd ontmaskerd als drugsdealer. Dat moest hij voorkomen en daar had hij veel voor over.

‘Ik bel die lamstraal gewoon op en dreig dan dat Joop en Jeffrey hem afmaken als hij nog een keer in jouw buurt komt. Hij weet niet dat de jongens jou niet kennen. Dat houdt hem wel op een afstand. Jeffrey heeft hem bedreigd met een wapen, dus Stijn neemt geen risico. Dat lef heeft hij niet.’ Hij keek de meisjes afwachtend aan.

‘Durf je dat?’ vroeg Sanne, die zijn moed bewonderde.

‘Tuurlijk wel. Hij moet met zijn poten van mijn vrienden afblijven’, antwoordde Erik stoer. En om de daad bij het woord te voegen, trok hij zijn gsm tevoorschijn. Hij zocht het telefoonnummer van Stijn in zijn adressenbestand op en activeerde het. De telefoon ging twee keer over en toen nam Stijn op.

‘Ja?’ zei hij bars.

‘Met Erik. Ik moet je een boodschap doorgeven van Joop en Jeffrey. Je weet wel, mijn vrienden die je laatst nog hebt ontmoet op het parkeerterrein.’

Het gezicht van Erik werd langzaam rood en hij slikte krampachtig zijn onzekerheid weg. Stijn begon te vloeken en te tieren en Erik liet hem begaan, zodat hij zichzelf intussen kon vermannen.

‘Luister, lul op poten’, onderbrak Erik uiteindelijk dapper het getier. ‘Als jij Sanne nog één keer lastigvalt, dan zoeken ze je op en waarschijnlijk wordt dat gelijk de laatste keer, want je overleeft het niet. Je bent gewaarschuwd.’

‘De foto's’, siste Emma en ze schudde aan Eriks arm. ‘Vraag die foto's terug.’

‘En die foto's van Sanne worden ingeleverd. Geen dreigementen meer, het is afgelopen. Je laat haar met rust, anders…’ Snel drukte hij het gesprek weg en hij hield even zijn adem in toen hij de meisjes aankeek. ‘Hoe klonk dat?’

‘Je was geweldig.’ Emma sloeg spontaan haar armen om zijn nek en drukte een zoen op zijn wang. ‘Laten we hopen dat het werkt.’

‘Is ma eigenlijk thuis?’ vroeg Sanne, die plotseling behoefte had aan wat frisse lucht.

‘Ik heb haar auto niet op de oprit zien staan’, antwoordde Emma en voorzichtig gluurde ze door het raam naar buiten.

‘Ze zal wel boodschappen aan het doen zijn.’

‘Dan kan de deur open’, meende Sanne. ‘Ik heb het zo benauwd.’

‘Wacht even. Laat me eerst even controleren.’ Emma schoot naar buiten.

‘Heb je het bij je?’ Sanne stak haar hand al uit, maar Erik schudde zijn hoofd.

‘Ik begin er niet aan en jij ook niet. Die rotzooi is veel te zwaar. Ik probeer dit weekend iets anders te regelen.’

‘Waarom nou’, mokte Sanne. ‘Je had het beloofd en…’

‘Nee, Sanne. Het is veel te riskant.’

‘Stel je niet aan. Ik wil zelf beslissen of…’ Ze brak haar zin af toen de deur openzwaaide en Emma weer binnenkwam.

‘Ze is er niet. Ik kan nergens haar auto vinden. Is er iets?’ vroeg ze toen ze het norse gezicht van Erik zag. Ze werd afgeleid door haar beltoon en snel zocht ze het zilverkleurige apparaat in haar tas op.

‘Met Gopal. Heb je haar gevonden?’

‘Ja, ze is in de schuur. Erik en ik zijn bij haar.’

‘Mooi. Ik heb net mijn laatste lesuur gehad. Ik kom eraan.’ Hij verbrak de verbinding.

‘Ik kan beter Bart en Idde een smsje sturen dat ik je gevonden heb. Ze zullen zich ook wel ongerust maken’, meende Emma. Sanne trok met haar mond en keek lijdzaam toe hoe haar geheim via het telefoonnet verspreid werd.

Aan het eind van de middag had de groep zich in de schuur verzameld. Sanne luisterde stilletjes naar Emma, die de hele verkrachtingszaak en de nodige maatregelen die genomen moesten worden met de jongens doorsprak. Sanne vond het niet prettig dat al die intieme details met de jongens besproken werden. Verkracht! Alleen al dat woord! Ze probeerde niet te luisteren naar het verhaal dat haar zo bekend was. Maar volgens Emma vertelden vrienden elkaar dingen, dit soort belangrijke dingen. Zodat ze elkaar konden steunen, juist omdat ze vrienden waren. Gopal had al die tijd gezwegen. Zijn aandeel in het hele gebeuren kwam niet ter sprake om de eenvoudige reden dat Sanne het had weggelaten. Hij was haar dankbaar en zond haar een trieste glimlach. De jongens reageerden allemaal hetzelfde. Geschokt en woedend. Ze zouden haar beschermen tegen Stijn, als hij toch nog contact met haar zou zoeken. Hoe dat moest gaan gebeuren was erg vaag. Maar het idee alleen al gaf een veilig gevoel. Er zou telkens iemand van de groep bij haar zijn: op school, op feestjes, in het winkelcentrum. Ze zouden haar allemaal helpen om het te vergeten en zorgen dat alles snel weer als vanouds werd. Ze zouden haar steunen met haar schoolwerk, zodat er geen onvoldoendes meer kwamen. Woensdag had ze een proefwerk voor economie en donderdag een boekbespreking voor Nederlands. De hele groep was in het weekend solidair. Met Bart en Gopal maakte ze haar boekbespreking en Emma hielp haar met het leerwerk. Erik en Emma overhoorden haar om beurten en Idde zorgde voor drinken en eten. Het voordeel was dat ze geen tijd had om na te denken over datgene waarover ze niet wilde nadenken. Het was een marteling voor Sanne om haar concentratie vast te houden. Geduldig werd ze overhoord, verbeterd en opnieuw overhoord. Er was geen ruimte voor voetbal, geen feestjes en geen drugs. Niemand dacht er nog aan om Erik aan te spreken over zijn criminele activiteiten als drugsdealer. Over de gevaren voor de groep en voor zichzelf. Door zijn daadkrachtige optreden tegen Stijn was hij gebombardeerd tot de held van de groep. Dat hij zijn eigen hachje probeerde te redden werd door niemand gezien.

Woensdagmiddag tijdens de economieles, toen Sanne gebogen zat over de proefwerkvragen, leek het even of al de moeite tevergeefs was geweest. Ze herkende de stof niet en kreeg een paniekaanval. Twee dagen van ploeteren en nog was haar hoofd leeg. Ze had niets van haar leerwerk vastgehouden. Het kwam nooit meer goed, dacht ze. Ze was een ramp, verkloot voor de rest van haar leven. Het liefst was ze gillend het lokaal uitgestormd en had zich in de wc verstopt. De groep had zijn best gedaan, maar ze was niet meer te redden. Ze was verknipt, een psychisch wrak… Driftig schudde Sanne haar hoofd. Ze mocht niet toegeven aan haar negatieve gedachten. Ze mocht het niet opgeven, ze moest ervoor vechten. Ze sloot voor vijf minuten haar ogen, riep zichzelf tot de orde en begon opnieuw. De mist in haar hoofd trok langzaam weg en aarzelend zette ze haar pen op het papier.

De uitslag liet twee dagen op zich wachten. Twee zenuwslopende dagen. Als ze voldoendes zou halen was dat voor Sanne een teken dat ze erbovenop zou komen. Dat ze niet zo verknipt was als ze dacht. Eén voldoende was zelfs nog genoeg. Ze scoorde voor economie een 6,3 en voor Nederlands een 7,5. Sanne was dolgelukkig. Het tij was gekeerd.