32

Heleen stond aan haar Westahl-fornuis. Ze zakte door haar knieën en opende de deur van de kleinste oven. De tarte tatin zag er fraai uit.

‘Nog heel even,’ mompelde ze. Ze stond op en zag Ronald uit de vestibule komen. Hij liep op krukken en droeg een tas over zijn schouder. Het was vreemd om hem hier in huis te zien. Hij ritste de tas open, pakte er een mapje uit en gooide het op de keukentafel.

‘Hier, voor jou. Het is een kopie van de verklaring van Overbeek. Ik dacht dat je die wel zou willen lezen. Waar is Julia?’ Hij hinkte naar een keukenstoel.

Heleen pakte de map op.

‘Ze was moe. Ik heb haar net in bed gestopt. Soms lukt het om haar een middagslaapje te laten doen.’

Ronald kwam bij haar staan toen ze de verklaring van Overbeek doorbladerde.

‘Ik kon het document niet naar je mailen. Er zijn al te veel mensen van justitie spullen kwijtgeraakt die vervolgens opdoken bij criminelen.’

Heleen glimlachte.

‘Tuurlijk. Dankjewel. Ik vind het belachelijk dat die man van de speciale eenheden mij niet bij Overbeek liet. Ik had hem zoveel te vragen.’

‘Die vragen hebben wij voor jou gesteld. Hopelijk vind je de antwoorden die je zoekt hierin. Dat is wel een kus waard, toch?’

Ronald tuitte zijn lippen. Heleen liep lachend achteruit en sloeg zachtjes met de pollepel op zijn hoofd.

‘Hoe is het met je hand?’

Hij keek bezorgd. Heleen stak haar hand omhoog.

‘Die wond is niet meer ontstoken. Ik ben er een paar dagen flink ziek van geweest.’

‘Ik ben blij dat je je weer wat beter voelt. We hebben toch geluk gehad vorige week. Er is weinig misgegaan die nacht. Alle kinderen zijn bevrijd, de ouders zijn uit het huis gehaald en de sekte van ons vrolijke drietal is ontmanteld.’

‘Iedereen blij. Je loopt weer goed, zie ik.’

‘Een echte vent, hè?’

 

Ze waren aan de keukentafel gaan zitten. Heleen had de verklaring doorgebladerd en daarna twee glazen wijn ingeschonken. De fles stond tussen hen in.

‘Hij zegt dus dat hij Melissa heeft ontmoet in Nederland, bij een lezing die ze gaf in een kerk in Emmeloord.’

‘Ja. Een paar jaar geleden. Ze was daar op uitnodiging van Overbeek. Hij had een keer een tv-programma over haar gezien. Ze genoot enige bekendheid in Amerika. Toen had ze nog wel een andere naam.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Ze heette Charlene Bennet. Begin dit jaar is ze met haar zoon van de Verenigde Staten naar Nederland gevlucht nadat ze een vrouw bij een Amerikaanse abortuskliniek had mishandeld. Ze heeft haar naam veranderd en is met Joshua neergestreken in Europa. Ze ging eerst naar België omdat ze daar als meisje au pair was geweest bij een Nederlandstalig gezin. De kern van haar krankzinnige gedrag ligt waarschijnlijk daar, in haar Brusselse tijd. Dat was in de jaren zeventig.’

Heleen keek op van haar papieren.

‘Melissa heeft iets over die periode laten vallen tegen Francine, waarschijnlijk omdat die ook zwanger was. In haar tijd in Brussel – Melissa was toen een jaar of zeventien – is ze verkracht door de heer des huizes. Een Nederlander die met een Vlaamse vrouw was getrouwd. Die man heeft haar een illegale abortus laten ondergaan voordat hij haar plompverloren op het vliegtuig naar huis zette. Die ervaring heeft haar getekend voor het leven. Ze komt uit een heel gelovig gezin en heeft dat verhaal nooit tegen haar ouders kunnen vertellen.’

‘Weten jullie ook nog iets over haar verdere leven?’

‘Nee, niet veel. Alleen dat ze dus terugkeerde naar Europa. Ze ging eerst naar Brussel en daarna naar Kampen, naar de villa. Met Joshua, die heette voorheen Jesse.’

‘Is er ook een meneer Bennet?’ vroeg Heleen. ‘Of was het een gevalletje van onbevlekte ontvangenis?’

‘Melissa is weduwe sinds de geboorte van Joshua. Haar man heeft zelfmoord gepleegd, heeft Melissa verteld. Veel wilde ze er niet over kwijt.’

‘Wat een rampspoed. Daar zou iedereen kierewiet van worden.’

‘Ze is een enorme zenuwenlijder. Rookt als een schoorsteen. Is obsessief bezig met getallen. Maakt opnamen van alles. Overal stonden camera’s. Ze maakt ook korte filmpjes, liefst van 33 minuten. Als een deur, als je het mij vraagt.’

‘Dat doe ik niet,’ reageerde Heleen gevat. Ze dronk het restantje wijn en vulde hun glazen opnieuw.

‘Melissa en Joshua kwamen dus naar Kampen,’ vervolgde ze. ‘En Overbeek wilde hun wel een nieuw huis geven?’

‘Hij was dolblij. Ze hadden contact gehouden na hun eerste ontmoeting. Zij sprak nog een beetje Nederlands van haar tijd als au pair. Joshua leerde de taal heel snel. Hij was razend slim.’

‘Toen zaten ze dus ineens in de polder.’

‘Zo gek was het niet. Haar gedachtewereld sloot aan bij Overbeeks eigen gedachten over het geloof. Hij was na hun eerste kennismaking nog een paar keer naar Amerika gegaan. Met zijn vrouw, die ging dan de woestijn schilderen. Toen Melissa en Joshua hier eenmaal waren, zijn ze op zoek gegaan naar volgelingen. Die vonden ze in De Levensbron.’

‘Bert Overbeek had mazzel met zijn postuur,’ vond Heleen. ‘Mensen luisteren alleen daardoor al naar hem.’

Ronald knikte.

‘Ik vind hem niet consequent,’ zei Heleen. ‘Hier zegt hij dat hij geld opgehaald heeft voor die beleggingen. Verderop zegt hij weer dat hij niet wist waar het geld voor was.’

‘Wat Overbeek beweert, strookt niet met de verklaringen van de andere bewoners van La Refuge. Iedereen had van hem te horen gekregen dat het een heel goede investering was. Hij probeert natuurlijk zijn straatje schoon te vegen. Daar gaat hij nog problemen mee krijgen. Hij moet in ieder geval voor de rechter komen.’

Ronald nam een slok van zijn wijn.

‘Hij zegt dat hij ook zelf geld in het fonds had gestoken. Hij is ook gedupeerd, vindt hij,’ schamperde Heleen.

‘Dat kan best. Dat is allemaal nog niet uitgezocht,’ antwoordde Ronald. ‘Feitelijk is het geld ook geïnvesteerd. Melissa en Joshua hebben La Refuge voor 3,5 miljoen euro gekocht. Alleen dat beloofde rendement, dat komt er bij vastgoed pas uit als je het verkoopt. Bovendien klopt de beschrijving in de contracten niet met de activiteiten die De Levensbron ontplooide in La Refuge. Overigens staat de handtekening van Overbeek op de contracten van Francines ouders en van Bram Kramer. Dus het wordt voor hem moeilijk te bewijzen dat hij van niets weet.’

‘Dit soort piramidespelen is meestal voor eigen gewin,’ zei Heleen. ‘Weet je of al het geld in La Refuge is gaan zitten? Of heeft Melissa nog een bankrekening in Zwitserland of Luxemburg die ze kan aanspreken als ze weer vrijkomt?’

‘De geldstromen zijn nog niet in kaart gebracht. We hebben een paar experts van het landelijke fraudemeldpunt in Zwolle ingeschakeld. Mij zou het niet verbazen als Melissa iets heeft achtergehouden. Die braveriken hadden allemaal veel geld. Gelovigen steken hun geld niet in prullen dus elk van hen had een mooi kapitaal om in te brengen in de geloofsgemeenschap. Veel van hen hadden hun huis verkocht.’

‘Niet iedereen was rijk. Hoe is het eigenlijk met Bram?’ wilde Heleen weten.

‘Prima, hij is hersteld.’

‘Wat is er nou gebeurd met hem?’

‘Hij heeft inderdaad stroopwafels gekocht aan de deur, van twee jongens. Hij kon zich niet meer herinneren hoe ze eruitzagen.’

‘En wat zei Overbeek daarover?’

‘Overbeek wilde er niets over zeggen maar de jongens hebben een volledige verklaring afgelegd.’

‘Wat? Wanneer?’

‘Eerst wilden ze niets loslaten. Niet over hun bezoek aan Irene, niet over de inbraak. Maar ze waren zo trots.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Ze wilden dolgraag vertellen wat ze hadden gedaan. Melissa had hun verteld dat de mensen die niet mee wilden naar La Refuge, zoals Bram en Francines ouders, slechte mensen waren. Mensen die Satan vereerden. Die kinderen zijn helemaal in de ban van Melissa. Er was een groepje van vier jongens dat als eerste de hele training heeft doorlopen. Ze gaan alle vier door het vuur voor haar. Dus hebben ze Melissa geholpen in haar strijd tegen de duivel.’

‘Wat bedoel je?’

Heleen ging rechtop zitten.

‘De jongens hebben verteld dat zij de inbraak bij Bea en Ed van Sluis hebben gepleegd. Vanuit de villa, waar ze met ome Bert logeerden. Ze moesten van hem de correspondentie van de beleggingen meenemen, maar die konden ze natuurlijk niet vinden. Die papieren lagen bij jou. Ze waren zo kwaad en gefrustreerd dat ze de boel kort en klein hebben geslagen.’

Heleen draaide de wijn in haar glas rond.

‘En de keren dat Juliaatje ineens weg was? Waren dat ook die klotekinderen?’ vroeg ze.

Ronald knikte.

‘Ze hadden de telefoon van Francine een dagje geleend. En later weer teruggegeven. Je vriendin heeft niet eens gemerkt dat haar telefoon even was verdwenen.’

‘En Bram?’

‘De jongens zeggen dat zij de slaapmiddelen hebben verpulverd en in de wafels verstopt. Overbeek zou ze geen opdracht hebben gegeven.’

‘En Overbeek?’

‘Die zegt hetzelfde. Maar jongens van die leeftijd komen toch niet zelf op het idee om zoiets te doen.’

Heleen dacht aan het kattenkwaad dat zij vroeger uithaalde.

‘Ik denk dat ze het stiekem wel spannend vonden.’

‘Die Joshua. Heeft die de wapens en de explosieven geregeld?’

‘Dat weten we nog niet. Het zou kunnen zijn dat Joshua via internet bij een wapenhandelaar terecht is gekomen. Of misschien zijn ze ergens gestolen. Ik weet dat terroristen wel vaker aanslagen plegen met dynamiet. Dat spul stelen ze dan bij een mijn of een steengroeve, daar wordt nog met explosieven gewerkt. Overbeek was voor Melissa en Joshua een gouden hulpje. Hij is heel handig en kon hen helpen met het fabriceren van die troep.’

Ze aarzelde om de hamvraag te stellen.

‘Weet je ook wat er met Francines ouders is gebeurd die zondagochtend?’

Ronald keek naar de tafelrand. Hij zocht naar woorden.

‘Je weet hoe het zit.’

Hij knikte.

‘Ik heb er een beeld bij.’

Heleen huiverde.

‘Waren het ook die jongens?’

‘Ja,’ knikte Ronald. Hij nam een flinke slok van zijn wijn.

‘Daar is het allemaal mee begonnen. Het waren dezelfde jongens die wij bij Irene hebben gezien. Je weet wel, die Irene wilden meenemen naar La Refuge. Zij behoorden tot dat eliteclubje waar ik het net over had. Zij waren de eerste kinderen die een training kregen, zowel fysiek als psychisch. Ik zou zeggen: ze zijn gehersenspoeld.’

‘Wat heeft ze ertoe gebracht om al die vreselijke dingen te doen? Dit gaat verder dan een geintje uithalen.’

‘Je kent Melissa. Ze kan mensen enorm opzwepen, en vooral kinderen. Ze heeft Bea en Ed van Sluis afgeschilderd als in- en inslechte mensen. Melissa vond het vermoedelijk maar lastig dat zij bleven zeuren over het geld. Ze hadden zelf besloten niet mee te gaan naar België, maar daarover sprak ze niet met de kinderen. Die kregen te horen dat het christendom op het spel stond. En dat Francines ouders een obstakel vormden.’

‘Hoe is het precies gegaan?’

‘De jongens zeiden dat het als volgt ging: de auto van Francines ouders kwam aanrijden en de jongens renden de weg op. Ze wilden de auto stoppen en roepen dat het stel door de duivel bezeten was. Dat geloofden ze echt. Het was niet hun bedoeling om de twee pijn te doen. Dat hebben ze afzonderlijk van elkaar verklaard. Ze wilden ze alleen schrik aanjagen.’

‘En toen?’

‘Ed gaf volgens de jongens een ruk aan het stuur. Hij probeerde nog uit te wijken voor de boom, maar zonder succes. De jongens zijn weggerend. In het buurtonderzoek is hun niets gevraagd, want toen waren ze een paar dagen terug in La Refuge.’

Heleen zei niets. Was het een ongelukkige samenloop van omstandigheden geweest? Een stel krankzinnig gemaakte kinderen die een ongeluk veroorzaakten. Haar keel zat dicht. Ze kon bijna geen adem halen.

‘Rustig maar.’

Ronald stond op, schoof zijn stoel voor die van Heleen en keek haar intens aan. Hij pakte haar bovenbenen vast en probeerde haar blik te vangen.

‘Ze hebben niet geleden,’ zei hij. ‘Het was meteen voorbij.’

 

Ronald haalde Julia uit bed en zette haar bij Heleen op schoot. Hij schilde ongevraagd voor ieder een appel. Het eten was nog niet klaar, de gasten zouden over een uur pas komen.

‘Er is nog meer.’

‘Wat?’

Heleen schrok.

‘Ga maar even spelen, Julia. Pak die puzzel van Nijntje maar. Goed zo.’

‘Overbeek,’ zei Ronald eenvoudig.

‘Wat is er met hem?’

‘Wij vroegen ons af waarom hij zo lang bij Melissa en Joshua is gebleven. Ze werden steeds fanatieker, militanter dan hij ooit wilde. In het begin geloofde hij dat hun gemeenschap de enige fatsoenlijke gemeenschap was. Totdat hij erachter kwam dat ze een aanslag wilden plegen. Toen ging hij twijfelen. Dat moet zijn geweest in de tijd dat jij hem sprak. Hij was toen toch zo nerveus?’

‘Ja, dat was hij zeker. Klamme handen. Een schichtige blik. Een aanslag zeg je? Wilden ze een aanslag plegen?’

‘Ja, op een abortuskliniek in Brussel. We hebben uitgewerkte plannen gevonden in Melissa’s werkkamer. Overbeek moest de bommen maken.’

‘Was dat die bijzondere taak waarover Francine schreef in haar mail?’

‘Ja. Melissa was helemaal doorgedraaid, vond Overbeek. Ze wilde per se op de veertiende van de zevende maand of de eenentwintigste van de zevende maand die aanslag laten plegen.’

‘En die drie kinderen moesten dat doen?’

‘Yep.’

‘Waarom in hemelsnaam?’

‘Melissa heeft ook een verklaring afgelegd.’

‘Dat wist ik helemaal niet,’ riep Heleen uit. ‘Wat zei ze?’

‘Het was toen ze nog in het ziekenhuis lag. Je had haar nogal toegetakeld, weet je nog.’

‘Nou, het is anderhalve week geleden, dus dat weet ik nog wel.’

Heleen kon voor het eerst weer een beetje lachen.

‘Wat heeft Melissa verteld?’ vroeg ze.

‘Niet zo heel veel. Maar wel dat zij alle Europese abortusklinieken een voor een met de grond gelijk wilde maken. Die demonstraties in Nederland waren opwarmoefeningen. Ze wilde de kinderen het besef bijbrengen dat overal kinderen worden vermoord. Hoe de kinderen de Brusselse kliniek moesten opblazen, wilde ze niet zeggen. Maar we hebben tussen haar spullen bouwtekeningen gevonden van de kliniek die ze bij het kadaster heeft opgevraagd. Mooi bewijsmateriaal.’

‘Als Overbeek vond dat Melissa doorsloeg, waarom ging hij dan niet weg?’

‘Goeie vraag, speurneus. Wij zijn door alle verklaringen tot de conclusie gekomen dat hij niet weg kon of durfde. Veel van zijn geld zat ook in La Refuge. Daarover zal ik zo nog iets grappigs vertellen. Maar goed, hij zat met een dilemma. Als hij wegging, was hij zijn euro’s zeker kwijt. Maar er was nog iets anders dat een rol heeft gespeeld. Wij vonden iets in Melissa’s kluis dat veel verklaarde.’

‘Wat dan?’

‘Kun jij je nog herinneren dat er zoveel camera’s in het huis hingen?’

‘Ja. Hoezo?’

‘Overbeek heeft die camera’s opgehangen. Melissa was nogal fel op de veiligheid. Ze nam alles op.’

‘Waarom in vredesnaam?’

‘Geen idee. Maar het kwam wel goed uit toen Overbeek zich in de keuken wilde vergrijpen aan Irene.’

‘Wat? Nee!’

‘Nou en of. Overbeek moet hebben geweten dat Melissa die beelden had, hoewel hij tijdens het verhoor beweerde dat hij niet wist wat wij bedoelden. Melissa had met die beelden een stok achter de deur. Ze kon hem chanteren als hij zou dreigen weg te gaan.’

Heleen schudde haar hoofd. Ze zag de schemerige Spaanse schuur weer voor zich. Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.

‘En er was nog iets. Melissa sloeg soms door. Overbeek had toch allemaal littekens op zijn arm?’

‘Dat weet ik nog wel, ja.’

‘Melissa drukte soms haar sigaretten op zijn arm uit,’ zei Ronald.

Heleen had moeite om alle bizarre details te bevatten. Ze kreeg bijna medelijden met Overbeek.

‘Waren er nog meer interessante opnamen?’ vroeg ze.

‘Wat Melissa precies selecteerde, weet ik niet. Het lijkt me nogal oninteressant om urenlang grind op film te hebben. De camera bij de voordeur stond op het pad gericht.’

‘Wel lekker rustgevend. Daar kun je fijn naar kijken na een dag hard werken.’

Heleen zette de crostini op tafel. Ze had een portie met kippenlever en een portie met tomaten, mozzarella en basilicum.

‘Melissa heeft waarschijnlijk elke dag bekeken wat ze wilde houden. En dat,’ Ronald keek triomfantelijk, ‘komt ons weer goed uit. Want er zijn opnamen bij van de trainingen van de kinderen. Daaruit zou de rechter best eens kunnen concluderen dat zij aanzette tot geweld. Er lagen ook andere dvd’s in de kluis. Alle inwoners van La Refuge, ook Melissa en Joshua zelf, verklaren daarin hun trouw aan de regels van de gemeenschap. Ze zouden hun leven geven voor de goede zaak. Het is jammer dat het zo triest is, anders zou je erom kunnen lachen. Een christelijke jihad.’

Ronald pakte twee crostini en propte ze in zijn mond.