Introductie: ik ben een jukebox

'Mijn naam is Dylan Jones en ik ben verslaafd aan muziek...'

'Er bestaan meer dingen in het leven dan alleen muziek,' zei Hoagy Carmichael, de componist van "Stardust" en "Georgia on my mind". Ik ben alleen vergeten welke dingen, maar ze bestaan.'

Mijn doorzichtige Macally-muis gloeit rood op als mijn wijsvinger links klikt. Ik open iTunes op de menubalk en duik mijn bibliotheek in, een bibliotheek die op dit moment 4.399 liedjes bevat (in totaal 29,96 GB, genoeg voor 12,2 dagen non-stop muziek).

Ik open een doosje en laat de cd in de cd-romspeler van mijn PowerBook G4 glijden. Seconden later verschijnt er een icoontje op mijn scherm, slechts een centimeter in doorsnee, een vrij nauwkeurige weergave van een cd: audio-cd staat erbij (alhoewel het meer weg heeft van een mini-uitvoering van een ouderwetse elpee). Ik ben thuis en heb niet ingebeld, breedband wordt over een paar weken aangesloten en British Telecom probeert een detente te bewerkstelligen tussen mijn modem en hun telefoonlijnen.

De tracklijst licht op op mijn scherm, vijftien nummers, allemaal Beatles-covers, een van de twee gratis cd's die je bij het blad Mojo kreeg. Dit is Beatlemania/Volume 1 en ik sta op het punt om de briljante, beetje vreemde (en schijnbaar per ongeluk, maar met opzet valse) versie van The Cyrkle van het nummer I’m happy just to dance with you' te uploaden, het Lennon-en-McCartneynummer waarvan het origineel op A hard day's night staat (ik vind het briljant én vreemd klinken, omdat het van toonsoort verandert als je er het minst op bedacht bent; het onderschrijft mijn theorie dat alle bijzondere nummers van toonsoort veranderen als je het het minst verwacht).

Ik klik het nummer aan en sleep het met de heldere, blauwe, horizontale 4 mm diepe balk naar de bibliotheek en tuur over het scherm aan de bovenkant van iTunes als het wordt geladen. Het is nog steeds een magisch gevoel en terwijl ik de inputbalk vol zie lopen, word ik herinnerd aan alle Mission Impossible-achtige films waarin een computertovenaar probeert een bom in een koffertje onschadelijk te maken, waarna zijn laptop afgebroken begint te flikkeren. Vijftien seconden later - 'I'm happy' duurt op twee seconden na twee minuten - staat het nummer onderaan in mijn bibliotheek, wachtend totdat ik de details intik. Nadat ik dat heb gedaan, de album- en songtitel eerst, waardoor het nummer niet wordt verplaatst voordat ik klaar ben, wordt het automatisch op de goede alfabetische plaats gezet, tracknummer 4.400, klaar en wachtend en nu een wezenlijk deel van mijn leven. Ik zoek het op - waarom weet ik niet, omdat het altijd op die plaats zal staan, tenzij ik er genoeg van krijg en het delete - en natuurlijk staat het daar, rustig en netjes tussen 'Move on up' van Curtis Mayfïeld en 'You're the one for me' van D Train.

Ik dubbelklik vervolgens op het nummer en speel het af.'Before this dance is through I think I’ll love you too...'

Vervolgens blader ik door mijn bibliotheek, naar boven en beneden scrollend op zoek naar nummers. Net zoals ik als twaalfjarig jochie door de elpeebakken in de platenzaken ging, alleen maar om mij ervan te verzekeren dat ze er nog waren. Al scrollend vind ik iets waarvan ik dacht dat ik het had gewist - fantastisch! - een nummer van Groove Armada waar ik niets meer aan vind. Meer ruimte voor iets anders, meer gigabytes voor de cd's die ik morgen ga kopen, voor het nummer van Rufus Wainwright dat ik ga downloaden van iTunes ('Rebel prince' van Poses). Ik druk op de rechterkant van mijn muis en scroll naar beneden naar 'Clear', en nadat mijn PowerBook mij twee keer heeft gevraagd of ik echt, zeker weten, het nummer niet alleen van mijn playlist wil deleten, maar ook uit mijn bibliotheek, is het verdwenen, verbannen naar die goddeloze plek waar ongewenste MP3-bestanden waarschijnlijk gaan sterven. En nadat ik het heb gewist, ga ik verder, ik beweeg naar boven, scroll naar beneden, loop rond en wentel mij in een levenslange liefde en genegenheid.

Elke plaat die ik ooit gehad en bewaard heb, staat op dit apparaat, van 'Elected' van Alice Cooper tot de blije houseklassieker 'Lola's theme' van Shapeshifter. De ene is een plaat die ik heb gekocht nadat ik de uitvoering bij Top of the Pops had gezien, de ander nadat ik het had gehoord in een nachtclub op Ibiza. Mijn hele leven staat erop, 40 GB geheugen, dertig jaar herinneringen. Elk nummer dat ik ooit goed vond, staat ergens op zijn gekozen plek tegen de muur te wachten totdat het wordt gekozen om te dansen.

Ik voel me als een flipperkast of een eenarmige bandiet, stuiterend tussen doo-wop uit de jaren 50 en altcountry uit de jaren 90, van The Delfonics naar The Thorns via Creedence Clearwater Revival en The Pogues. Ik ben een jukebox en het voelt geweldig.

Ik open de kast in mijn werkkamer en pak mijn PowerPod, de witte kabel die ik gebruik om de iPod met de G4 te verbinden. De verbinding is gemaakt en de iPod begint de nieuwe toevoegingen aan de bibliotheek te laden, 154 nummers extra. Een paar minuten later is het klaar en mijn Pod is vol, uitgerekt, maar trots. De iPod ligt voor me op het bureau. Hij ziet er een beetje uit als een luidsprekerbox. Hij is wit, rechthoekig, ergonomisch, met perfect afgeronde hoeken en een vijf centimeter groot lichtblauw Lcd-scherm dat precies twee seconden superhelder oplicht als ik een van de iPod-toetsen aanraak (ik heb gezegd wat hij moet doen en hij luistert). Hij is gemaakt van het meest uitzonderlijke plastic, een dubbel kristallen polymeer Antarctica, dat eruitziet als het modernste materiaal dat ooit is uitgevonden.

Als het licht langzaam verdwijnt en vervolgens weer tot leven komt, knipoogt hij naar mij om me te laten weten dat hij klaar en beschikbaar is. Hij is helemaal paraat en geeft aan dat zijn enorme bibliotheek voor het grijpen staat. Ik hoef alleen maar de menutoets in te drukken en aan het Click Wheel te draaien. Mijn 3G Pod komt in actie zo gauw ik een knop indruk. Vervolgens de opstaande rand aanraken in het midden van het Click Wheel, draaien, effe neuzen en dan door de lijst naar beneden scrollen naar, eens even kijken... Wat denk je van 'A man needs a maid' van Neil Young, de elpee Harvest, uit de periode dat hij James Taylor wilde zijn en ik probeerde mijn moeder over te halen om mijn eerste spijkerbroek met wijde pijpen voor me te kopen? Mijn iPod laat me weten dat dit het eerste nummer is dat ik afspeel van de mogelijke 4.400 (dat wist ik!). Ook zegt hij mij dat dit liedje op het moment dat ik dit typ 1 minuut en 22 seconden speelt en dat er verdorie nog maar 1.41, nee 1.33 over is. Als dat niet slim is? Dit is een functie waar ik eigenlijk nooit over na heb gedacht, die ik nooit heb gewild of nodig heb gehad, maar waar ik nu natuurlijk niet buiten kan. Ik denk in elk geval van niet. Maar dat is eigenlijk mijn totale gevoel over mijn iPod (mijn slimme, kleine iPod), mijn G4, de beeldige, witte oortelefoontjes en alles wat ermee te maken heeft; die gevoelens zijn bijna onnatuurlijk.

De iPod heeft, net zoals een paar dingen dat in het verleden deden, mijn leven overgenomen. Hij staat in mijn kantoor mij uit te dagen om met hem te spelen, als een soort seksspeeltje. De grootste uitvinding sinds, eh, dat ronde ding waar auto's er meestal vier van hebben, of die dunne sneetjes brood die je in pakketjes kunt krijgen. De iPod is ook duidelijk een vorm van schoonheid. En ik denk dat ik echt verliefd aan het worden ben. Echt waar...