Hoofdstuk 12
Pas na het middaguur werd Abby wakker.
Ze droeg nog steeds haar zilveren jurk en haar gezicht was helemaal opgezwollen omdat ze tot vroeg in de ochtend had liggen huilen.
Hoewel ze het had gehoopt, was Matteo niet naar haar toe gekomen om alles uit te leggen. Ze begreep wel waarom.
En hij had ook de telefoon niet opgenomen, terwijl ze hem meerdere keren had gebeld. En dat begreep ze ook.
Ze had hem in hetzelfde hokje geduwd als haar vader en, nog erger, Hunter. En dat verdiende hij absoluut niet. Bij een man als Matteo, die zijn hele leven met zijn vader was vergeleken, moest dat wel als een hele gemene stoot onder de gordel zijn aangekomen.
Ze wist gewoon niet hoe ze dit weer goed moest maken.
Ja, hij had tegen haar gelogen, maar nu, elke keer als ze boos werd, elke keer als de woede weer naar boven kwam, dacht ze aan zijn tederheid, zijn sexy uiterlijk en hoe hij haar had geholpen om zichzelf te vinden.
Ze had alles wat ze ooit had gewild.
De Henley Cup.
Een kampioensteam.
Wraak.
Haar seksualiteit.
Alles – behalve hem.
Geen wonder dat hij geen relatie wilde, dacht Abby. Maar ze probeerde hem toch nog een keer te bellen.
Het leek wel liefdesmonopoly, want ze kreeg direct zijn voicemail aan de lijn.
‘Matteo, ik ben het, Abby. Gisteravond…’ Ze had hem niet fair behandeld. ‘Gisteravond,’ probeerde ze opnieuw. ‘Ik heb een paar dingen tegen je gezegd die niet eerlijk waren. Dat spijt me, en…’ Wat nog meer, dacht ze. De waarheid. ‘Ik weet niet wat ik nog meer moet zeggen. Je hebt gelijk, ik kan niet geloven dat ik je niet heb uit laten praten. Maar ik wil wel horen wat je te zeggen hebt.’
Ze hing op en zat daar maar. Plotseling kwam er een bericht op haar telefoon binnen, en ze dook erbovenop. Maar ze liet haar schouders hangen toen ze zag dat het van Bella was.
Heb je het nieuws gezien? :-)
Abby fronste. Welk nieuws?
Zet de tv aan.
Dat deed Abby, en ze zag het serieuze gezicht van een journalist die voor het hotel stond waar ze de vorige avond had moeten zijn voor de presentatie. De journalist had het over de hechte wereld van het autoracen en ontkende dat Hunter dronken in zijn auto was gestapt.
‘De manager van het Lachance-team houdt vol dat hij is gevallen…’
En toen verscheen het beeld van Hunter die de deur van een medisch centrum uit kwam lopen, en Abby slikte. Als hij was gevállen, dan was dat van grote hoogte en in meerdere richtingen!
Ze belde Bella.
‘Wat is er in hemelsnaam gebeurd?’ vroeg Abby. ‘Heeft hij een auto-ongeluk gehad?’
‘O, nee, dit was geen auto-ongeluk,’ kwam het opgewekte antwoord. ‘Jouw lieve sponsor heeft hem gisteravond een bezoekje gebracht.’
‘Matteo?’
‘Ja.’
‘O, nee…’ Abby voelde zich misselijk worden. ‘Is hij aangeklaagd?’
‘Dat is het hem juist – Matteo wíl dat hij wordt aangeklaagd!’ Bella lachte. ‘In feite, toen hij met Hunter klaar was, haalde hij een visitekaartje uit zijn zak dat hij op hem liet vallen met de woorden dat hij ernaar uitzag om aan een rechter uit te leggen waarom hij het had gedaan. O, Abby, het was een van de mooiste avonden van mijn leven. We zijn nog steeds allemaal aan het drinken en joelen.’ Maar daarna werd Bella ernstig. ‘Hunter heeft een keer geprobeerd me te versieren. Mijn hemel, Abby, vraag me niet naar details, maar…’
‘Het is goed,’ zei Abby. ‘Ik begrijp het.’
Op een dag zouden ze daarover praten.
‘Waar is hij?’ vroeg Abby.
‘Waarschijnlijk bij de tandarts om zijn tanden terug in zijn mond te laten zetten.’
‘Nee, ik bedoel Matteo. Waar is hij?’
‘Ik weet het niet,’ antwoordde Bella. ‘Hij is daarna weggegaan en niemand weet waar hij is…’
Maar Abby wist het wel.
Juist toen ze ophing, hoorde ze deur en daarop zijn stem. En daar, een beetje onvast op zijn benen, stond Matteo in de deuropening. Hij zag er nogal gehavend uit.
‘Ik weet dat je een hekel hebt aan geweld,’ begon hij.
Dat had ze inderdaad.
‘Maar hij moest boeten.’
Matteo had een blauw oog en beschadigde knokkels en er was een stukje van een voortand af. Het moest een flink gevecht zijn geweest. Abby wist hoezeer Hunter zijn best deed om in vorm te blijven. En ze wist ook, uit eerste hand, hoe gewelddadig hij kon zijn.
‘Kom binnen,’ zei Abby. Ze hield de deur open, maar Matteo schudde zijn hoofd.
‘Nee, ik ben hier alleen om je iets te vertellen. Twee dingen om precies te zijn.’
‘Nou, kunnen we dat in ieder geval binnen doen?’ vroeg ze.
Met een knikje liep hij eindelijk naar binnen.
Zij sprak als eerste. ‘Ik heb je gebeld, maar ik kreeg je niet te pakken.’
‘Ik heb mijn telefoon uit de auto gegooid.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik niet wilde dat je me zou ompraten,’ zei hij. ‘Dat zou je hebben geprobeerd, en dan had je je de hele nacht zorgen gemaakt.’ Daarna werd hij directer. ‘En ik was boos op je.’
Dat vermoeden had ze al.
‘Wat Hunter jou heeft aangedaan is verachtelijk. Wat hij nu nog steeds met je doet, zou je niet mogen laten gebeuren. Je mag je leven niet verspillen met gevoelens van wraak.’
‘Dat weet ik.’ Abby deed haar best om niet te huilen. ‘Toen we de cup hadden gewonnen wilde ik je al uitleggen dat ik blij was omdat we hadden gewonnen, niet omdat we hem hadden verslagen.’
‘Goed zo.’ Matteo kon niet langer blijven staan en hij ging op de bank zitten. Hij keek om zich heen. Na de avond die hij had gehad, was het fijn en ontspannend om gewoon rustig te zitten en niets te zeggen. Er moest een grote boom buiten staan, want het enige wat hij door het raam kon zien waren groene blaadjes.
‘Ik vertel je het tweede ding zo dadelijk,’ zei hij. Hij legde zijn hoofd achterover tegen de rugleuning.
‘Kan ik iets voor je pakken?’ bood Abby aan.
‘Iets te drinken.’
Ze vermoedde dat hij het niet over koffie had.
‘Ik vind dat je niet zou moeten drinken,’ zei ze. Toch schonk ze een glas cognac voor hem in.
‘Ik dacht dat jij niet dronk,’ zei Matteo voordat hij een slok nam.
‘Ik heb de leiding over een autoraceteam,’ zei ze. ‘Die hebben snel genoeg van frisdrank. Maar deze heb ik van mijn vriendin Bella gekregen toen we vorig jaar als vijfde waren geëindigd. Ik heb die fles al die tijd voor ze verborgen gehouden.’
‘Mooi.’
Maar het gesprek over koetjes en kalfjes was al snel afgelopen.
‘Het tweede wat ik wil zeggen,’ zei Matteo, en hij zag dat haar wangen roze werden en dat ze een paar keer met haar ogen knipperde die nog rood waren van het huilen. ‘Vergelijk me nooit meer met hem.’
‘Het spijt me heel erg wat ik allemaal heb gezegd.’
‘En terecht,’ antwoordde hij. ‘Want ik zou een vrouw nooit zo behandelen.’
‘Dat weet ik, Matteo. Ik was boos, ik was overstuur en –’
‘Dat is geen excuus!’ Hij richtte zijn wijsvinger op haar. ‘Want ik hou wel van een ruzie op zijn tijd, maar als je dat ooit nog eens tegen me zegt, kom ik nooit meer terug.’
Het was een serieuze waarschuwing van zijn kant, maar het ontstak een vlammetje van hoop in haar hart. Betekende dit dat ze misschien, heel misschien, samen een toekomst hadden?
O, niet voor altijd en eeuwig, dat had hij heel goed duidelijk gemaakt, maar hij had al drie maanden een plekje in haar hart, en ze wilde niet dat het met een ruzie zou eindigen.
‘En je mag me ook nooit met jouw vader vergelijken.’
‘Dat zal ik niet doen,’ zei ze.
‘Weet hij echt wat Hunter heeft gedaan?’ vroeg Matteo voor de zekerheid. Hij kon het nog steeds niet geloven, maar Abby knikte.
‘Hij doet gewoon alsof het niet is gebeurd. Ik vind het afschuwelijk dat hij nog steeds die foto aan zijn muur heeft hangen.’
‘Nu niet meer. Ik heb dat ding kapotgemaakt.’
‘Dank je wel.’
‘En ik heb de foto in stukjes gescheurd, maar dat was nog niet genoeg, dus heb ik de man zelf opgezocht, en ik heb er geen spijt van.’ Matteo stond op. ‘Ik ga.’ Hij wilde zich douchen en naar bed. De dag was niet verlopen zoals het moest.
‘Ga nog niet weg.’
‘Ik ben kapot. Ik wil slapen.’
‘Ik zal het bad voor je laten vollopen,’ zei Abby. ‘En je kunt hier blijven slapen.’ Ze kon het gewoon niet verdragen om weer twaalf of vierentwintig uur, of, Matteo kennende, wekenlang te moeten wachten tot er iets gebeurde.
Dus liet ze het bad vollopen, en hij kleedde zich net zo gemakkelijk uit als altijd, waarna hij in het bad ging liggen, en zij in haar zilveren avondjurk op de rand plaatsnam.
‘Waarom heb je die nog steeds aan?’ vroeg hij.
‘Ik ben aangekleed in slaap gevallen.’
‘Dat is niets voor jou.’
‘Ja, ik ben de laatste tijd heel anders.’
Hij had zo’n mooi lichaam en ze had een mooi uitzicht toen hij achterover ging liggen om zijn hoofd even onder water te houden.
‘Ik weet dat je het niet wilt horen, maar ik ga je mijn versie van de zaak uitleggen,’ zei Matteo.
‘Ik wil het niet horen.’
‘Pak dan maar even mijn colbert.’
Dat deed ze, en hij maakte het kleddernat toen hij de zakken doorzocht en de halsketting eruit haalde en toen het jasje op de vloer liet vallen.
‘Je weet dat mijn grootvader ons heeft opgevoed?’
Abby knikte.
‘En ik heb je over onze ruzie verteld. Dat we sindsdien ons best hebben gedaan om een betere verstandhouding te krijgen. We praten niet veel, maar we praten wel. Ik neem hem mee uit en ik geef veel om hem. In april vroeg hij me of ik langs wilde komen, en hij vertelde dat hij heel erg ziek is.’
Dat had ze al uit zijn gesprek met Allegra begrepen.
‘Toen we klein waren vertelde hij ons een verhaal over de souvenirs d’amour. Ik besteedde er nooit veel aandacht aan. Hij had het er heel vaak over.’
‘Vertel het eens aan mij.’
‘O, nee…’ Matteo rolde met zijn ogen en zette een oude-mannenstem op. ‘Vraag me niet hoe ik eraan kwam… Een oude man heeft recht op zijn geheimen…’
Abby lachte.
‘Nou, hij begon weer over zijn souvenirs d’amour. Hij wilde dat ik er een voor hem zou zoeken. Eerst dacht ik dat hij een beetje in de war was. Maar nee, hij liet me een foto van de ketting zien en zei dat hij vredig wilde sterven. Hij smeekte me om de ketting voor hem te vinden. Ik spoorde de ketting op die eigendom van jouw vader bleek te zijn, en ik deed hem een voorstel dat hij afsloeg. Je vader zei dat als ik de ketting wilde hebben, ik ervoor moest zorgen dat jij naar zijn inzamelingsactie kwam, en dat je er voor één keer als een vrouw uit moest zien en de ketting om moest hebben.’ Hij keek haar aan. ‘Ik had nee moeten zeggen. Het was fout van me, dat weet ik. Ik zei tegen hem dat ik je niet zou verleiden. Hij stelde voor dat ik me als sponsor zou opwerpen.’
Het deed pijn om dat te horen. Ze kon zijn woorden niet mooier maken dan ze waren. De eerste keer dat ze elkaar hadden ontmoet had hij tegen haar gelogen.
‘Ik dacht dat je echt in het team was geïnteresseerd,’ zei ze. En het klonk zo zielig, maar niet zo zielig als toegeven dat ze bijna vanaf het begin had gehoopt dat hij naar haar verlangde. ‘Je zei –’
‘Abby, ik had een hekel aan auto’s. En je weet waarom.’
Ze knikte.
‘Maar tegen de tijd dat we uit eten gingen was dat voorbij.’
Toch kon ze zich herinneren dat hij had gezegd hoe geweldig ze er in die vreselijke spijkerbroek uitzag, en hoezeer hij haar op haar gemak had gesteld. Het besef dat het allemaal gelogen was, deed ongelooflijk veel pijn.
‘Abby, ik vond je de onbeschoftste vrouw die ik ooit had ontmoet. Ik had een kater, en door jouw houding had ik veel zin om weg te lopen. Ik wilde tegen mijn grootvader te zeggen dat het niet ging lukken, of jouw vader een hoger bedrag bieden. Maar zodra we met elkaar aan de praat raakten, ik bedoel écht met elkaar in gesprek waren, was ik verkocht. Toen deed ik niet meer alsof.’
‘Toch heb je het niet tegen me gezegd,’ zei Abby. Ze was niet boos, maar in de war.
‘Wanneer?’ vroeg Matteo. ‘Wanneer had ik het tegen je moeten zeggen?’ En toen vertelde hij iets over zichzelf. ‘Ik ben een uitstekende leugenaar, Abby, en ik heb meestal geen slecht geweten. Ik zeg wat ik moet zeggen om te krijgen wat ik wil, en ik kan heel goed bepaalde dingen uit de weg gaan. Als mijn ouders ruzie hadden, trok ik me gewoon terug in mijn eigen wereld. Als mijn grootvader zegt dat hij stervende is, stel ik voor dat we ergens wat gaan drinken. Als de vrouw op wie ik stapelgek ben aan mij vertelt wat er met haar is gebeurd, en dan verlegen en zenuwachtig naar beneden komt met die ketting om haar hals… Had ik het die avond tegen je moeten zeggen?’ vroeg hij. ‘Zou je het toen goed hebben opgenomen?’
‘Nee.’
‘Op zondagavond, zodra ik terug was in New York, ben ik naar mijn grootvader gegaan om met hem te praten. Ik heb gezegd dat hij de ketting niet zou krijgen, omdat ik jou dat niet wilde aandoen.’ Hij overhandigde haar de halsketting. ‘Hij is van jou.’
‘Feitelijk is hij van jou,’ zei ze. ‘Het was immers een herenakkoord.’
‘Jouw vader is geen heer, dus dat akkoord geldt niet. Hij is van jou.’
Abby pakte het sieraad van hem aan. ‘Wat zei je grootvader toen hij te horen kreeg dat hij de ketting niet zou krijgen?’
‘Ik neem aan dat hij het niet leuk vond, maar hij overleeft het wel.’ Matteo sloot zijn ogen. ‘Hoewel, nee, hij overleeft het niet.’ Hij glimlachte half. ‘Hij heeft gevraagd of hij hem nog een keer mag zien – is dat goed?’
‘Volgens mij moet dat wel lukken.’ Abby stond op.
‘Begrijp je nu waarom ik het niet aan je heb verteld?’
Abby gaf geen antwoord. In plaats daarvan stond ze op en liep naar de badkamerdeur.
‘Ga je weg?’ vroeg Matteo.
‘Ja.’
Matteo liet zich in het water zakken en sloot zijn ogen weer.
Natuurlijk ging ze weg.